'Ik geloof in de romantische liefde'
Musica Classica
vitaal en tijdloos
Energieke aanpak van veelbelovende nieuwkomers
Leiden Regio
Grofstoffelijke aanpak
werkt tegen Alex-toneel
'oolse theatergroep in Leiden
Edwin Rutten in Katwijk
Na een halve eeuw Margriet krijgt Els Olden zelf Goud voor haar brief
kreeg onlangs Goud voor haar brief. Het
laas van Els Olden uit Leiden was voor de
dactie van Margriet blijkbaar belangrijk
inoeg om af te drukken. Maar de echte re
in van die publicatie is vermoedelijk het
dat Olden deze rubriek al weer 37 jaren
rzorgt en dit jaar een halve eeuw voor
argriet werkt. Het verhaal gaat over haar
Itmoeting met Mike, een Schot, die ze op
n vakantiecruise tegen het lijf liep. Om
it ze destijds zelf net 'in love' was met
lar huidige echtgenoot, werd het - on-
inks dat het met Mike klikte en ze samen
:n leuke tijd doorbrachten - niks tussen
in.
esalniettemin zag ze hem, schrijft ze in
lar brief, weer terug. Op de televisie, toen
als 'sir' aanwezig was bij het huwelijk
in Sarah Ferguson. Hoewel ze zijn adres
Dg heeft, is ze niet van plan hem weer
ns op te zoeken. ,,Hij is een mooie herin-
ring. En van herinneringen kun je het
leest genieten als je ze in het verleden laat
aar ze horen", besluit ze haar inzending.
t mooiste brief van de rubriek, weet ze
islist, was van een mevrouw, die in de
irlog een joods jongetje in huis had. Er
is hem ingeprent dat hij nooit en te nim-
er zijn naam die zo joods was als Bram
ten, mocht vertellen. Maar toen sinter
aas op school kwam en de knul bij de
ledheiligman werd geroepen, gaf hij zon-
ir omwegen zijn ware identiteit prijs.
Vant", legde hij later uit, „Je liegt niet te-
n sinterklaas." Olden: „Toen ik deze brief
T het eerst onder ogen kreeg, moest ik
•hoorlijk slikken en nog steeds voel ik die
notie. Dat is ook de kracht van deze ru-
iek, het gaat over gevoelens die echt zijn.
e hebben nog nooit een fake-verhaal ge
ld."
et uitzicht vanuit de woonkamer van de
milie Olden is fabuleus. Een Jugendstil-
k voor het raam leidt de blik automatisch
tar de Hooglandse Kerk, een van de vele
idshuizen die Leiden rijk is. De Nieuwe
in ploegt zich beneden een weg door de
nnenstad. De woning van Els Olden is in
t voormalige C&A-complex aan de Boter-
arkt, een omgeving waar de kleur groen
sfeer in de gangen bepaalt. In de woning
vooral veel kunst, waaronder zeven Van
r Natten en een Italiaanse bruidskist..
ar man Ton fotografeert een nieuwe
nwinst, een schilderij van Van Driesten,
iven de bank. „We weten nog niet of we
t kopen, maar het hangt er goed."
houd van mooie dingen, voel me pret-
als ik kunst om me heen heb. We kopen
k alles vanuit esthetisch oogpunt en we
ten ook nooit een eenmaal gekocht
instwerk weg. Kijk die chocoladeketel is
n J.W. Eisenloeffel, die is toch prachtig,
ims aai ik 'm even en zeg dan 'Wat ben je
ch mooi'."
aar zichzelf mooi maken, in de zin van
lakken en gekleed gaan naar de laat-
mode, vindt ze absolute onzin. „Dat ge-
ie interesseert me geen moer, echt hele-
1
ui'
md,
21 igels li
Els Olden (68) uit Leiden werkt
al weer een halve eeuw bij
Margriet. Ze piekert er echter
nog niet over om te stoppen.
De rubriek Goud voor uw Brief
is haar geesteskind. „Ik blijf
zolang zo me willen. Dit
gevarieerde bestaan is
grandioos, een beetje werken,
vaak de hort op en lekker
bridgen. Ik ben een
zondagskind." Bij Margriet
heeft ze 'alles' gedaan, van
breipatronen overtikken tot en
met eindredactiewerk. Ook de
teksten bij de baanbrekende
enquêtes God in Nederland en
Seks in Nederland waren van
haar hand. „Alleen voor
verhalen over mode en
schoonheid moeten ze bij mij
niet aankomen."
FOTO DICK HOGEWONING
maal niks. Die instelling komt vermoedelijk
voort uit gemakzucht. Als ik eens een enke
le keer een beetje mooi moet zijn, maak ik
me een klein beetje op. Ach en op de re
dactie zijn er anderen die daar wel vol
doende belangstelling voor hebben."
Haar huwelijk met Ton duurt al weer 36
jaar. „Ik zag hem en het was gelijk raak en
ik ben toen heel hard achter hem aange
gaan. Ik ben nog steeds waanzinnig verliefd
op die man. Ik geloof in de romantische
liefde." Vanqit de keuken, waar Ton koffie
zet, klinkt het„Gelukkig ben ik een beetje
doof."
Olden is van huis uit katholiek. 'Bovenal'
katholiek herinnert ze zich. Als ze als kind
niet naar de hoogmis ging, maar naar de
stille mis, was ze al fout. Hoe krampachtig
die katholieke opvoeding wel niet was,
blijkt volgens haar uit het feit dat alle kin
deren - acht meisjes! - niet alleen niet meer
katholiek, maar ook niet meer religieus
zijn. „Het was te verstikkend, te eng, te be
nauwd."
Haai ouderlijk huis stond in Renkum en la
ter Heelsum, in de oorlog verhuisden haar
ouders naar Badhoevedorp. Haar vader,
onderwijzer van beroep, kreeg van de pas
toor de opdracht daar een katholieke
school van de grond te tillen. „Een bespot
telijke opdracht, want er was niet eens een
gebouw. Er werd les gegeven op de zolder
van de pastorie, in de garage en nog zo'n
paar onmogelijke locaties, met als meubi
lair en leermiddelen afdankertjes van ande
re scholen. Mijn vader moest de ouders van
katholieke kinderen zo gek zien te krijgen
dat ze hun kinderen van mooie scholen in
Amsterdam afhaalden om naar zijn school
te gaan! Die schooltijd was voor mij een re
gelrechte ramp, vooral omdat ik als de oud
ste - ik scheel veertien jaar met de jongste -
thuis ook altijd al het goede voorbeeld
moest geven. Vreselijk, want je wilt ook wel
eens ongehoorzaam zijn."
Hoe haar vader het met de tien vrouwen -
er waren naast de acht dochters, moeder
en nog een Volendams dienstmeisje - heeft
uitgehouden, begrijpt ze nog steeds niet.
„Wat moet die man, alleen al aan tafel, on
gelooflijk hebben geleden met al die giebe
lende meiden om zich heen!"
De band met haar moeder was goed.
„Maar ze was behoorlijk dominant en ze
had tijdens haar huwelijk liever willen blij
ven werken. Ze hield haar leven lang heim
wee naar kantoor. Ze hield absoluut niet
van het huishouden, een eigenschap die ik
later van haar heb overgenomen. Ze zat er
erg achterheen dat wij niet zomaar in een
baantje zouden stappen, maar een echt be
roep zouden krijgen." Het was door haar
positie als oudste dochter en rechterhand
van haar moeder niet gemakkelijk het ou
derlijk huis uit te gaan. „Ik heb me een
beetje moeten losweken, ondermeer door
een jaar te gaan varen." Toen haar moeder
ouder werd heeft ze geprobeerd haar naar
Leiden te halen. „Maar dat wilde ze niet, ze
zei dat ze geen stadsmens was."
Olden vindt dat ze het in haar leven beter
heeft getroffen dan haar moeder. Nadat ze
in 1950 op het r.'k. meisjeslyceum haar
gymnasiumdiploma had gehaald, wist ze
zeker dat ze de journalistiek in wilde. Ze
schreef alle Nederlandse kranten aan, van
NRC tot Leidsch Dagblad. Maar ze ontdek
te dat in de na-oorlogse jaren vrouwen niet
welkom waren op de krantenredacties. Bij
Margriet mocht ze wel komen praten. Ze
werd jongste bediende en ze begon haar
journalistieke carrière met breipatronen
overtikken. „Maar ik snoof al wel de geur
van de redactie op."
Allengs kreeg ze ook kleine journalistieke
taken zoals een quiz en het maken van al
lerlei vertalingen. Uiteindelijk kreeg ze dan
haar eerste grote opdracht. Een verhaal
over de groothertogin van Luxemburg. Dat
er in de inleiding van dat verhaal een grote
fout zat - de hertogin werd niet opgevolgd
door haai' dochter, maar door haar zuster -
deerde haar carrière niet.
Ze ging daarna de rubrieken Liefste Baby
van de Maand, de Moeder-Kind Clbb en
Zoeklichtje verzorgen. Ook artikelen over
historische onderwerpen als Van Paplepel
tot Zuigfles vond ze 'geweldig', vooral om
dat ze die kon illustreren met reproducties
van mooie schilderijen. Maar het 'einde'
was toch het verhaal over de toeristische
mogelijkheden van Beieren. „In 1952 was
het, net na de oorlog, nogal gevoelig om op
vakantie naar Duitsland te gaan."
Ze mocht na de geboorte van haar eerste
kind in april 1964 niet in vaste dienst bij
Margriet teruggkomen. „Ik ben dus zolang
mogelijk, tot een week voor de bevalling,
blijven werken. Iedereen was bang dat de
vliezen op de redactie zouden breken." Na
de bevalling ging ze thuis als freelancer
door met haar werkzaamheden. „Ik wist
ook absoluut niet wat ik anders op die flat
moest doen, ik haatte poetsen en boenen.
Ik heb er altijd voor gestreden om zowel
mijn werk als mijn gezin de volle aandacht
te geven. Maar uiteindelijk vond ik mijn ge
zin belangrijker dan mijn werk."
Haar topjaren waren, blikt ze terug, tussen
1960 en 1964 toen ze de eindredactie ver
zorgde. Ook de periode vlak daarna, in de
tijd dat Margriet grote enquêtes hield, zoals
God in Nederland en Seks in Nederland,
waren inspirerend. Deze onderzoeken wa
ren behoorlijk baanbrekend. Margriet deed
die onderzoeken in samenwerking met ge
renommeerde wetenschappers.
Maar in het begin van de jaren zeventig
sloeg het vrouwenblad volgens Olden de
plank mis. Margriet liep op de muziek
vooruit. „Ik had het toen zelf eigenlijk ook
niet door, omdat je een beetje meedeinde
op de stroom. Maar de hele emancipatie
troep, met Hedy d'Ancona en Liesbeth den
Uyl als voortrekkers, werkte averechts. Le
zeressen kregen het gevoel dat ze een baan
in gestuurd werden. Je moest je volgens de
wetten van die tijd als vrouw verantwoor
den als je niet werkte. Die aanpak kostte le
zers", verklaart ze de lezersdip in die tijd.
Het tij keerde weer en Margriet heeft nu
een oplage van 480.000. Hiermee is volgens
de Leidse duidelijk dat het blad thans feil
loos aanvoelt wat de huidige trend is. „Je
wordt niet groot als je niet weet wat de
mensen willen. Margriet loopt nu tijdens
allerlei maatschappelijke stromingen niet
voorop, maar ook niet achter."
muziek recensie
li dy van der spek
luwconcert' door Musica Classica.
ik Polman, viool. Sebastiaan van
:ht, viool, Manon Moonen, fluit, Ber-
lette Verhagen, altviool, Job ter Haar,
o en Bart van Oort, piano. Gehoord
)/1Raadhuis De Paauw, Wassenaar.
am
»n
concert geheel gewijd aan
seph Haydn loopt aarwanke-
niet over van enthousiasme,
et Trio in F voor fluit, cello en
io, maar ook het Diverti-
ento a tre in G (fluit, viool en
Ho) hebben je weinig span-
■nds te vertellen. En echt ver
aken doet het ook al niet. Het
rankelt nauwelijks, de geza-
enlijke klankkleur is bleekjes
een nieuwe visie blijft ach-
iwege.
Daar brengt Bart van Oort
randering in. Wellicht wil hij
éér dan de anderen leven in
brouwerij. En dat gebeurt
izienbarend in het Pianocon-
rt in G waarin Van Oort de
lofdrol speelt. Haydn laat zich
ider meer in dit pianoconcert
spireren door zijnl8 jaar ou-
e collega Carl Philipp Ema-
Bach. Deze zoon van Joh-
ebastiaan wordt dan ook wel
ischouwd als de grondlegger
de stijl der klassieken, on-
ïrmeer om het gebruik van de
natevorm.
De thema's worden ontwik-
Id onmiddellijk nadat ze tot
nken zijn gebracht. In de par
uur vermeldt Haydn: 'Pour le
ivecin ou le Forte Piano'. Het
dus helemaal verantwoord
n op een kopie van een 'Wal-
fortepiano te spelen uit cir-
1792. Van Oort belicht alle
ecifieke eigenschappen van
l instrument.
irri
k* a<
Zijn spel articuleert glashel
der, is virtuoos en ritmisch slag-
vast in razendsnel passagewerk.
In het allegro en de finale spet
teren zijn cadenza's en in het
adagio laat hij met het zachte
(knie)pedaal die typisch iets
hees klokkende klank wonder
mooi opbloeien. Het coloriet
van het kleine strijkorkest (voor
elke partij één instrument) ver
diept, krijgt meer glans en
body.
Dat Van Oort heel goed zijn
plaats kent, toont hij in de Sym
fonie in D, een der Londense of
Salomon-symfonieën. Haydn
componeerde dit werk tussen
1791 en '94 op verzoek van een
Londense impressario Johan
Peter Salomon. Deze zakenman
zag er brood in om de symfonie
snel te bewerken voor klein en
semble plus piano. Engeland
stikte in die tijd van de goede
amateurpianisten, dus genoeg
klanten die geld in het laatje
brachten.
Opvallend mooi kleurt de tra
verso van Marion Moonen bij
de steeds warmere strijkers
klank. Het hele ensemble is op
timaal op dreef, met zeer op de
achtergrond maar des te geraf
fineerder de soepele klank van
de fortepiano. Prachtig speelt
de cellist Job ter Haar hier op in
met een krachtige, nimmer
trekkende fiere toon.
Deze overigens aangenaam
bewerkte symfonie kreeg in En
geland de bijnaam 'The Clock'
door de regelmatige tiktak-be
geleiding in het tweede deel.
Een vondst als inleiding voor
het zangerige hoofdthema. Vi
taal én tijdloos vertolkt door
Musica Classica.
katwijk Na een dag lang repeteren en stu
deren op Nederlandse composities was het
optreden zaterdagmiddag van Edwin Rutten
in het Katwijkse Tripodia een welkome aflei
ding voor de kinderen. Leerlingen van mu
ziekscholen uit Zuid-Holland waren naar Kat
wijk gekomen voor het project 'Nederlands
op de muziekschool'. Hierbij wordt op allerlei
manieren aandacht gevraagd voor Neder
landse muziek. Zo zijn er een concours, een
korenfestival, een studiedag voor symfo
nieorkest, een speciale lesmaand en zijn er
per school wisselende activiteiten. Edwin
Rutten deed zaterdagmiddag een improvisa
tie op de hem bekende, geestige wijze. De
kinderen lustten er wel pap van.
FOTO TACO VAN DER EB
theater recensie
dick van teylincen
Alex d'Electrique speelt KopGhana van Ko
van den Bosch Regie Moniek Merkx
Spel. Ko van den Bosch, Martin Hofstra,
Bianca van der Schoot en Jochem Sta-
venuiter Muziek: Wim Conradi Gezien in
de Leidse Schouwburg op 28 januari Op
5 februan in het Parktheater, Alphen aan
den Rijn, op 10 maart in de Goudsche
Schouwburg
ruggengraat van de unieke ma
nier van theater maken waar
mee de groep van Ko van den
Bosch het geschopt heeft van
obscuur cabaretclubje tot vaste
gast in de respectabele theaters
van het land. Want de dwarse
groep maakt er doorgaans niet
alleen een zootje van, maar
weet inhoudelijk te boeien en
overtuigt met goed spel. Nog
een sterk punt is dat Alex een
ander (jonger) publiek trekt dan
je meestal in de schouwburgen
ziet.
Hoe kwetsbaar die vorm van
theater is, zie je aan KopGhana.
Daar is de balans zoek en de
chaos is niet, langer onder con
trole. Misschien komt het door
de nieuwe bezetting. Ko van
den Bosch (schrijver van het
stuk en moeder van de bruid) is
als vanouds de spil van de club,
maar Bianca van der Schoot,
Martin Hofstra, Bianca van der
Schoot en Jochem Stavenuiter
zijn vers. Hoe verdienstelijk ze
ook speelden, ik bleef verlangen
naar tot voor kort vaste krach
ten als Raymonde de Kuyper en
Raymond Spannet (nu op de tv
in Villa Achterwerk), die gebo
ren lijken te zijn voor Alex-to
neel.
Maar ook de tekst van Mister
Alex zelf laat te wensen over.
Veel van de idiote wendingen in
KopGhana komen eerder ge
zocht over dan verrassend. De
grofstoffelijke aanpak van de
voorstelling gaat averechts wer
ken en de inventieve vieze
grappen in het decor en de
(quasi-)filosofische zijsprongen
blijven leuk. maar compense
ren de zwakke plekken onvol
doende.
Ze waren toch niet zo handig
met de alarminstallatie als ze
dachten, en de kraak van de
twee criminelen gaat gierend de
mist in. Wat doe je dan, in zo'n
geval? O ja, gijzelaars nemen en
vluchten. Gelukkig zijn een
bruid en haar moeder beschik
baar. Moeder en dochter vin
den het niet alleen best om ge
gijzeld te zijn - trouwen zag de
bruid toch al niet zo zitten -, ze
kunnen die watjes ook nog wel
het een en ander leren.
De jonge dochter doet in haar
witte jurk voor hoe je een ben
zinestation berooft en moeder
ontpopt zich steeds meer als
gangsterkoningin. De situatie
wordt steeds minder overzich
telijk wanneer de klunzige ro
vers om de bruid gaan vechten
en moeder dat aanmoedigt, rij
kelijk geïnspireerd door sterke
drank. Door een vrijgezellen
feest en onverwachte mogelijk
heden van het decor verandert
het toneel gaandeweg in een
glibberige hoop troep. Als er
bijna niet meer gelopen kan
worden, eindigt de voorstelling.
Zo'n scenario is voor Alex-
kenners heel herkenbaar. Ab
surdisme in de tekst, een decor
vol verrassingen en een steeds
groeiende puinhoop zijn de
krachting. De taal vormt door
de fysieke speelstijl en het ge
bruik van livemuziek en video
beelden geen belemmering.
Naast 'DAX' doet het Poolse
gezelschap mee aan een drie-,
daagse internationale work
shop, georganiseerd door Stich
ting Ins Blau in Leiden. Meer
informatie, via telefoonnum
mer 071-5144614.
theater recensie
wunand zeilstra
Rooyackers, Kamps Kamps, cabaretpro
gramma Gezien: 29/1, Kapelzaal Leiden
Jonge cabaretiers beginnen
meestal in de Kapelzaal. Dat
geldt dus ook voor het trio
Rooyackers, Kamps Kamps,
hoewel ze met hun beweeglijke
en energieke aanpak maar nau
welijks op het klein'e toneeltje
blijken te passen. Soms neigt
het zelfs naar slapstick. Enig
aanpassingsvermogen zal onge
twijfeld al het nodige van hun
creativitéit hebben gevergd.
Op een gegeven moment
zwaait één van de drie vervaar
lijk met een microfoon over de
hoofden van het publiek. Veel
scheelt het niet, of er had iets
mis kunnen gaan. Zulk soort
branie met risico's kennen we
in het cabaret van het duo
Waardenburg De Jong, dat
vast en zeker op dit groepje in
spirerend heeft gewerkt.
Een aaneenschakeling van
losse invallen vult het program
ma. Daarbij zit een flink aantal
verrassingen. De groepsleden
weten prachtig en vaak totaal
onverwacht op elkaar te reage
ren. Ook de toeschoLiwers wor
den regelmatig uitgedaagd. Het
is de aloude 'interactieve' truc
van de publieksparticipatie
waarop zij echter nieuwe gees
tige varianten hebben bedacht.
Een simpel liedje wordt 'be
geleid' met vele effecten. Dat
loopt van het aanknippen van
een balpen tot het spugen in
het publiek en het blussen van
een brandende lucifer. Ze creë
ren soms absurde beelden die
vervolgens binnen een eigen lo
gica met elkaar te maken lijken
te hebben. Er zijn nauwelijks
woordgrappen te bekennen,
hun programma is sterk visueel
georiënteerd, waarbij dans en
acrobatiek eveneens niet onbe
langrijke aspecten vormen.
De term 'cabaret' is de laatste
jaren al een verzamelbegrip ge
worden voor een veelheid van
theatervormen. Het trio, dat
ongetwijfeld meer van zich zal
doen spreken, verkent deze
veelheid aan mogelijkheden op
zijn eigen veelbelovende ma
nier.
Waarschijnlijk staan de heren
Rooyackers, Kamps Kamps
volgend seizoen al in de grote
zaal van de schouwburg, zodat
ze tenminste nog meer - letter
lijk en figuurlijk - de ruimte krij
gen.