O
M
De waarheid volgens
Karim Traïdia
yj
Wie het
gedaan heeft
ZATERDAG 29 JANUARI 2000
De Franse Revolutie begon in 1789,
als ik goed ben ingelicht. Het moet
er ruig aan toe gegaan zijn, maar
dat is nu voorbij. Met de gevolgen
van de Franse revolutie tobben we
echter nog steeds. Van de leuze
'Vrijheid, Gelijkheid en Broeder
schap' is het vooral de 'Gelijkheid'
die ons nog parten speelt.
Bijvoorbeeld als het om de spelling gaat.
Waarom zou er een officiële spelling
zijn? Waarom dient iedereen zijn woorden
op dezelfde manier te schrijven? Waarom
dateert onze eerste officiële spelling van
1804? Precies. Dat is wat ik bedoel.
Of neem een ander terrein. Zolang er taal
bestaat, bestaat er variatie en verschil tus
sen de mensen. We spreken nu eenmaal
niet allemaal hetzelfde. Daar valt best mee
te leven. Maar nee, sinds Europa besmet
raakte met de ideeën van de Franse Revolu
tie, was er ineens niet meer mee te leven.
Variatie in taalgebruik was voortaan slecht.
En zodra men ergens twee mogelijkheden
zag, ging men een van beide bestrijden.
Uitroeien die hap. Iedereen gelijk? Dan
moest ook iedereen op dezelfde wijze spre
ken. De meeste taalgidsen hebben hun
wortels in de Franse Revolutie.
Vorige week schreef ik dat taaladviezen in
plaats van de mensen te helpen, meest
al juist twijfel en onzekerheid veroorzaken.
Ik pleitte ervoor de bedenkers van een
nieuwe regel voor straf publiek bekend te
maken, met naam en toenaam en pasfoto
in de krant. Desnoods postuum. Bijvoor
beeld: aan wie hebben het idee te wijten
dat de volgorde in 'dat hij gisteren is ver
trokken', beter zou zijn dan 'dat hij gisteren
vertrokken is'? Evenzo meent nu menigeen
dat 'omdat hij weinig gegeten heeft' minder
juist is dan 'omdat hij weinig heeft gege
ten'. Wie heeft dat onzalige en onzinnige
idee verspreid?
Het probleem is alleen dat ik het in dit ge
val nog niet zeker weet. Laten we nog wat
wachten met die pasfoto tot het bewijs ge
leverd is. Maar zekere verdenking is er wel.
Wat ik ondertussen wel al zeker weet, dat is
dat men er honderd jaar geleden nog geen
last van had. Het moet een betrekkelijk re
cent bijgeloof zijn.
Kijken we bijvoorbeeld in G.C. Mulder
zijn grammatica uit 1846, dan lezen we:
„Wanneer het werkwoord met een hulp
werkwoord verbonden is, dan kan dit laat
ste vóór en ook na het werkwoord staan:
b.v.: 'die zijn taak volbragt heeft' of heeft
volbragt'; 'die mij helpen kan' of 'kan hel
pen'. Het eerste is te verkiezen." Wel, wel.
Dat is andere koffie.
We nemen een andere grammatica ter
hand: W.G. Brill. Hij schrijft in 1852: „In
den afhankelijken zin is het geoorloofd,
den nominalen vorm des praedikaats
zoowel vóór als achter het hulpwerkwoord
te plaatsen; b.v.: 'hij zegt, dat ik gekomen
ben', of 'ben gekomen'; 'dat ik zal komen',
of 'komen zal'." Geen woord over de ver
meende superioriteit van 'ben gekomen' en
'zal komen'.
Laatste getuigenis uit de vorige eeuw: C.H.
den Hertog. Die schrijft in 1892 dat beide
volgordes mogelijk zijn, maar 'in de regel is
het laten volgen van de persoonsvorm op
deelwoord of infinitief vloeiender dan het
omgekeerde'. Den Hertog heeft in 1892 dus
net als Mulder in 1846 een lichte voorkeur
voor 'gekomen ben' en 'komen zal'. Wie
heeft dit in de 20ste eeuw op zijn kop ge
zet? Wie is precies het omgekeerde gaan
verkondigen?
Zoals gezegd, ik weet het nog niet zeker.
In elk geval schrijft Charivarius in 1940
in zijn boekje 'Is dat goed Nederlands?':
„Plaats in de regel het hulpwerkwoord voor
het werkwoord. Schrijf dus niet: 'Het is no
dig dat dit toegestaan wordt', maar: 'Het is
nodig dat dit wordt toegestaan'.". Waar
haalt Charivarius die wijsheid vandaan?
Wat is er gebeurd tussen 1892 en 1940, dat
wat eerst goed en zelfs verkieslijk was, nu
afkeurenswaardig is geworden? Ik heb in
tussen al heel wat boeken uit die periode
erop nagelezen, maar tot dusverre kan ik
niets vinden. Dat wil zeggen: tot dusverre is
Charivarius de eerste, bij mijn weten. Als
hij het al niet zelf uit zijn duim gezogen
heeft, dan is hij althans medeschuldig we
gens de verspreiding van het idee. Hij had
namelijk ook dit met mensen als Rudolf
Steiner, Emiel Ratelband en Lulu Wang ge
meen dat hij de mensen gek kon maken.
Maar ik zal nog even wachten met die pas
foto tot er meer zekerheid is.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands
Haarlems-Algerijnse cineast maakt kritische film over zijn vaderland
es diseurs de vérité' is een per-
soonlijke film van een betrokken
cineast die zich het lot van de in
tellectuelen in zijn geboorteland aantrekt. Een
film die laat zien hoe een politiek systeem dat
geen kritiek of tegenspraak duldt mensen ver
morzelt. Zoals gebeurt met Sahafi, de hoofdper
soon in de film, die uiteindelijk door het systeem
wordt vermoord. Daarnaast toont de film de klei
nerende en vernederende behandeling van asiel
zoekers in het politiek correcte Nederland.
Het valt niet mee om Traïdia te spreken te krij
gen over zijn film. Hij is 'hot' en iedereen wil nu
met hem praten. Maar als hij eenmaal op zijn
praatstoel zit, is hij bijna niet te stoppen. Vol
overgave kan hij uren vertellen over zijn film, zijn
plannen en ideeën, zijn motieven en zijn emoties
over wat in zijn vaderland is gebeurd. Hij woont
inmiddels bijna even lang hier als in Algerije,
maar zijn hart ligt nog voor een deel daar. „Mijn
hart is nog steeds Algerijns, maar mijn kop niet
meer. Ik leef met mijn kont tussen twee stoelen."
'Les diseurs de vérité' (de vertellers van de waar
heid) ziet hij impliciet ook als een zoektocht naar
zijn Algerijns zijn. „Hoe Algerijns ben ik nog?",
zegt de man die al vele jaren in Haarlem woont
met vrouw en kinderen, die zijn taal en cultuur
alleen maar kennen van horen zeggen.
In de film staat Algerije centraal. Het grootste
deel ervan speelt zich daar af en laat het moeiza
me leven zien van een Algerijnse intellectueel,
hoofdredacteur van een krant, die vanwege zijn
kritische houding moet onderduiken voor de ge
heime dienst. Tijdens een bezoek aan ons land
vraagt hij asiel aan, maar" uiteindelijk kiest hij
toch voor terugkeer naar zijn land om daar door
te gaan met het verkondigen van de waarheid.
De hoofdpersoon Sahafi is volgens Traïdia een
fictief personage, maar wel gebaseerd op feiten.
Hij staat model voor het leven van journalisten
en intellectuelen die in het midden van de jaren
negentig in Algerije streden voor vrijheid en de
mocratie. En die daarbij te maken kregen met in
timidatie, chantage, geweld of moord. Traïdia:
„Algerije heeft-een triest record als het gaat om
het vermoorden van intellectuelen en journalis
ten. Terwijl in de meeste landen de intelligentsia
wordt gekoesterd, werd deze in Algerije ver
moord. En daarmee de toekomst van het land."
Traïdia vertelt hoe hij in 1993 in Amsterdam
samen met broer Hakim en anderen de SALA op
richtte. Het Steuncomité voor Algerijnse Intellec
tuelen in Amsterdam, dat Algerijnse journalisten
en schrijvers naar Nederland haalde voor lezin
gen in de Balie. „Als zo'n schrijver of journalist
dan terugging, dacht je heel vaak: o, god, mis
schien wordt-ie.wel vermoord. Je schrok al als de
telefoon ging."
Traïdia verwerkte dit ook in de film. Tijdens
een etentje in een café in Haarlem gaat de tele
foon. Karim wordt weggeroepen en uit de versla
genheid op zijn gezicht blijkt dat hij weer een de
sastreuze boodschap heeft ontvangen. Traïdia
bedacht die scène niet om zelf zo nodig een rol te
kunnen spelen, maar om aan te geven dat het om
een persoonlijke film gaat met autobiografische
elementen. Zaken waar hij zelf bij betrokken is
geweest. Zoals hij ook elementen uit zijn eigen
komst naar Nederland erin verwerkte.
In 'Les diseurs de vérité' ontstaat op een gege
ven moment een discussie over de juiste spel
lingswijze van de achternaam van de hoofdper
soon. Traïdia: „Dat heb ik zelf net zo meege
maakt met een ambtenaar, die mijn naam
schreef als Traïda, zonder i achter de d. Zelfs toen
ik mijn paspoort liet zien, kreeg ik nog te horen:
'weet u het zeker?"'
Hetzelfde overkomt Sahafi, wanneer hij asiel
aanvraagt in Nederland. Tegenover zich vindt hij
een gortdroge ambtenaar van justitie en een
sympathieke vertaalster. De eerste begint tot ver
bazing van Sahafi ook te steggelen over zijn
naam. Traïdia: „Wat ik heb willen laten zien is
dat je als asielzoeker niet serieus genomen wordt.
Je kunt Nobelprijswinnaar zijn of boer, dat maakt
niets uit voor zo'n ambtenaar. Dat is een bureau
craat die moet uitzoeken of iemand wel of geen
economische vluchteling is. Dat doet hij aan de
hand van een formulier met standaardvragen.
Onpersoonlijk. Hij is een sprekend formulier."
Zo vraagt de ambtenaar aan Sahafi - een eru
diete man - de contouren van zijn land te teke
nen met daarin de geboorteplaats van zijn vader.
De verbijstering over zoveel onbenulligs is van
zijn gezicht af te lezen. Traïdia wil ermee laten
zien, hoe denigrerend wij soms optreden tegen
asielzoekers. „Het zijn geen wilden, of beesten,
maar vaak intelligente mensen die respect verdie
nen. Ze zijn nogal eens verlegen of overdreven
beleefd en worden hier vernederd. Er moet meer
respect zijn voor asielzoekers. De meesten heb
ben er echt niet zelf voor gekozen om hier naar
toe te komen."
Poolse bruid
Hij prijst zich opnieuw gelukkig met acteurs als
jaap Spijkers en Monic Hendrickx, die in 'De
Poolse bruid' al hadden laten zien, hoe goed ze
zijn. Maar de film valt en staat met Sid Ahmed
Agoumi, een Algerijnse acteur die al jaren in
Frankrijk woont, in de rol van Sahafi. Traïdia zag
hem in 1968 in een rol in 'Les hors la loi' en ver
gat hem nooit meer. „Normaal is hij een nogal
theatraal acteur, die gewend is de dingen groter
te maken, terwijl hij hier juist heel beheerst en in
getogen speelt. Ik heb hem gevraagd om niet te
'spelen' maar zichzelf te zijn met een sterk gevoel
van trots. Vooral ih de scènes met Jaap Spijker en
Monic Hendrickx gebeurde iets bijzonders en
ontstond een mooie driehoek tussen de acteurs
omdat Agoumi zich wilde bewijzen tegenover de
anderen."
Door opnieuw te kiezen voor Spijkers en
Zijn filmdebuut 'De Poolse bruid' bracht hem in één klap in de eredivisie van de
Nederlandse film. Maar een filmmaker wordt pas beoordeeld op zijn tweede film. Dus is
voor de Haarlems-Algerijnse cineast Karim Traïdia (50) het moment van de waarheid
aangebroken. Op maandag 31 januari gaat op het filmfestival van Rotterdam zijn tweede
lange speelfilm in première. 'Les diseurs de vérité', een film over het leven van een
vermoorde journalist in Algerije. Een cri de coeur van een bevlogen filmmaker.
Karim Traïdia voor het affiche van zijn nieuwe film die maandag in première gaat.
Hendrickx dringt een vergelijking met 'De Poolse
bruid' zich op. maar daarmee is 'Les diseurs de
vérité' op geen enkele manier te vergelijken. „Het
is een totaal andere film, die heel dicht bij me
staat en die ik al vóór De Poolse bruid had willen
maken. In 1995 had ik het scenario al klaar lig
gen, maar dat is toen om allerlei redenen niet
doorgegaan zegt Traïdia.
Hij legt uit dat 'Les diseurs' als film veel moei
lijker is dan 'De Poolse bruid'. De vorm is artistie
ker met verschillende verhalen die door elkaar
heen lopen, met sprongen in tijd en plaats (flash
backs en flashforwards). „Misschien geen film
voor het grote publiek en iets te elitair, maar ik
móest die film voor mijn gevoel zo maken. Het
was ook moeilijk, omdat het emotioneel zo dicht
bij me zit. Ik moest echt mijn emoties in de
kleedkamer achterlaten voor ik de set opliep. En
je merkte het ook bij de acteurs en de crew: een
keer was er spontaan applaus en een keer na een
emotionele scène een lange stilte. Dat vergeet je
niet meer."
Volgens Traïdia heeft 'Les diseurs de vérité' een
heel hoog waarheidsgehalte, maar hij heeft er
moeite mee de 'waarheid' uit de titel exact te om
schrijven. Het gaat meer om een 'gevoel'. Een ge
voel van onrecht, van corruptie, onderdrukking
en sociale onrechtvaardigheid. „Ik weet niet pre
cies wat de waarheid is. Maar waar het mij om
gaat in de film zijn de mensen die de waarheid
verkondigen. Journalisten nemen dingen waar en
schrijven daarover. Dat kun je de waarheid noe
men. Het is een vorm van controle op wat ge
beurt in een samenleving. Zij zijn als het ware de
wakers over een democratisch systeem en moe
ten voorkomen dat dit fascistisch of dictatoriaal
wordt. Zij bewaken de sociale rechtvaardigheid."
Volgens hem is er in een land als Algerije al
sinds het vertrek van de Fransen in de jaren zes
tig geen sociale rechtvaardigheid meer. Traïdia
vertelt een toepasselijke mop: „Een toerist vraagt
in Algiers de weg naar het Paleis van Justitie. De
Algerijn, die hem te woord staat, antwoordt: 'Ik
weet waar het paleis is, maar justitie ken ik niet'."
Traïdia zegt zelf niet zoveel verstand van poli
tiek te hebben. Hij legt in grote lijnen uit hoe ge
compliceerd de situatie in Algerije in elkaar zit
met ultra-nationalisten, fundamentalisten (FIS)
en democraten en met het leger dat al jaren een
rol achter de schermen speelt. „Maar ik heb deze
film niet gemaakt vanuit een politiek uitgangs
punt. Het is een film die vanuit het hart gemaakt
is. De belangrijkste vraag die ik stel is: Waarom?
Waarom worden in Algerije journalisten en intel
lectuelen vermoord? Waarom is dat nodig?" Als
ik hem naar het antwoord vraag blijft hij - voor
het eerst - even stil. Dan vervolgt hij: „Machtheb
bers willen het volk dom houden, willen niet dat
het volk nadenkt en intellectuelen doen dat wel.
Die zetten ons aan het denken, houden ons wak
ker."
Als ik hem voorhoud, dat alles politiek is en
dus ook zijn film, wijst hij die gedachte opnieuw
af. „De film is niet politiek. Het gaat mij om men
sen, om personen die doodgaan, die vermoord
worden in Algerije: vaders, moeders, kinderen."
Hij voelt zichzelf als filmmaker overigens geen
'diseur de vérité'. „Ik ben een intermediair, een
podium voor mensen die de waarheid spreken.
En de waarheid moet gezegd blijven worden in
het belang van de vrijheid."
Daarom bewondert hij ook de hoofdpersoon in
de film, die geen blad voor zijn mond neemt en
uiteindelijk bewust zijn schuilplaats verlaat en zo
FOTO UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER
zijn dood tegemoet loopt. Traïdia: „Dat lijkt op
zelfmoord, ja, maar de hoofdpersoon ziet het an
ders. Hij heeft een afspraak met de 'geschiedenis'
en kiest zelf het moment. Zijn geschiedenis is dat
hij nooit zijn mond heeft gehouden. En die van
zijn tegenstanders is dat zij moordenaars zijn."
De risico's die verbonden zijn aan het maken
van een film als 'Les diseur de vérité' (waarvan
het Algerijnse deel overigens in Portugal werd
opgenomen), zijn volgens Traïdia niet te vergelij
ken met de risico's die andere mensen lopen. De
mensen die in Algerije hun leven riskeren, omdat
ze de waarheid vertellen. „Die lopen al gevaar als
ze gewoon naar hun werk gaan." Volgens hem zit
het gevaar voor hem vooral in mensen die dén
ken dat de film een gevaar is, terwijl ze hem niet
hebben gezien.Hij kim nu nog niet inschatten of
de film ook in Algerije vertoond mag worden.
„Moeilijk, heel moeilijk om daar wat over te zeg
gen. Ik hoop natuurlijk dat mensen hem daar
kunnen gaan zien en erdoor aan het denken wor
den gezet. Dat ze elkaar vragen gaan stellen, dat
een discussie in gang wordt gezet. Maar ik denk
eerlijk gezegd dat de politici in Algerije me de
film niet in dank zullen afnemen."
HENK MAURITS
'Les diseurs de vérité' draait in de Tiger
Award-competitie van het International Film
Festival Rotterdam op maandag 31 januari
(première), dinsdag 1 februari en vrijdag 4 februari.
De première in de bioscopen en filmhuizen is
gepland op 6 april, gelijk met de verschijning van
het boek Sprekers van de waarheid dat gebaseerd is
op de film.