ïjPORT Verdwaald, maar toch de weg niet kwijt Randje BUITENSPEL iTERDAG 29 JANUARI 2000 Voormalig hockeycoach Bianchi blij met WSB WSB krijgt een markante sportpersoonlijkheid als trainer. De 51- jarige Blaricummer Rob Bianchi maakte in het verleden naam door in zowel voetbal als hockey op het hoogste niveau actief te zijn. Hij is er nog altijd van overtuigd dat de twee in wezen niet zo veel van elkaar verschillen. Veel minder in ieder geval dan de bijbehorende omgangsvormen en sociale achtergronden. Bianchi, docent lichamelijke opvoeding, voelt zich in beide takken thuis, maar geeft toe dat hij zich in het hockeymetier altijd een vreemde eend is blijven voelen. „Ik raakte er verdwaald zonder de weg kwijt te zijn", zoals hij het prozaïsch omschrijft. Door LOMAN LEEFMANS Met zijn komende overstap van het mondaine AFC - waar oud-Ajacieden kind aan huis zijn en het bestuur uni form in driedelig grijs aantreedt - naar het Noordwijkerhoutse 'dorpsclup- pie', geeft Bianchi opnieuw een ver rassende wending aan zijn lange carri ère. Voor iemand die zich in zijn loop baan voornamelijk bewoog langs de A9, de lijn Amsterdam - 't Gooi - Utrecht lijkt hij in ieder geval geogra fisch gezien van het pad af. „Ik raak inderdaad opnieuw verdwaald. Toen ik voor het eerst iemand van WSB aan de lijn kreeg, dacht ik: de Veluwe? Ik had nog nóóit van die vereniging ge hoord. Sindsdien kreeg ik louter posi tieve berichten. In een bekend Am sterdams café waar veel voetballers en hockeyers komen, werd ik gefelici teerd door iemand wiens club regel matig tegen WSB speelt. Hij vond dat ik een uitstekende keuze had gemaakt. Mijn vrouw zei na mijn besluit: 'gaat het niet wat te snel?' Maar het voelde gewoon goed." Die vrouw is Marjolein Eijsvogel-Bian- chi, veelvoudig hockeyinternational uit de jaren zeventig en tachtig. Zij was het die de voetballer Rob Bianchi de hockeywereld inloodste en omge keerd. „Laatst speelde WSB tegen Noordwijk maar omdat ik met AFC op de Canarische Eilanden zat., kon ik niet gaan kijken. Heb ik haai- gestuurd. En ze kwam toch enthousiast thuis. Niet alleen zorgde WSB voor een stuntje door te winnen, maar ook de hele ambiance en omgeving kon haar goedkeuring wegdragen." „Mijn vader had vroeger een buiten huisje in Noordwijkerhout waar ik als kind veel vrije tijd doorbracht. Héél toevallig. Het enige wat ik me wist te herinneren, is dat er een groot gesticht in de buurt zat. Blijkt dat WSB daar naar vernoemd is. Ik dacht: de cirkel is rond. Blijken het ook nog eens eerlijke en ook slagvaardige mensen te zijn. Toen ik vroeg naar het oefenprogram ma voor komend seizoen, zeiden ze: 't is af. Nee, die club gaat een nieuwe di mensie aan mijn loopbaan geven." In de periode dat hij in zijn vakanties rjabij Sint Bavo rondliep, was hij jeugdlid van DWS. De club die het be gin jaren zestig presteerde om uit de eerste divisie te promoveren en het jaar daarop landskampioen te worden. „Ik was in die tijd ballenjongen en heb al die wedstrijden van dichtbij meege maakt. Ook het laatste duel van scheidsrechter Leo Horn tussen Real Madrid en Benfica heeft grote indruk op me gemaakt." Jaren later stond Bi anchi in de hoofdmacht met Rob Ren- senbrink, Frits Flinkevleugel en Jan Jongbloed als bekendste namen. DWS ging op in FC Amsterdam, waar Bian chi de opkomst en ondergang mee maakte. Tussendoor volgde hij de aca demie voor lichamelijke opvoeding in Rob Bianchi: „Het enige wat ik me van Noordwijkerhout wist te herinneren, is dat er een groot gesticht in de buurt zat. Blijkt dat WSB daar naar vernoemd is." FOTO DICK HOGEWONING een klasje met Louis van Gaal, Noord- wijk-trainer Ruud Bröring ("Wat een heerlijk mannetje hé?') en Hans Jor- ritsma. „Een mooie lichting dus. Mijn trainersloopbaan begon bij FC Am sterdam als assistent van Pim van der Meent. Vervolgens heb ik drie jaar bij hoofdklasser Huizen gewerkt. In die tijd bouwde mijn vrouw af bij hockey club Hilversum waar ik inviel als loop trainer. Zo is het met hockey begon nen." „Het klikte goed met die meiden en een jaar later werd ik hoofdcoach. Op één goal na kampioen. Vervolgens werd ik gebeld door Kampong of ik de mannen wilde komen trainen. In het hockeymilieu ben ik goed opgenomen en ik heb me er altijd thuis gevoeld. Ze vonden het wel leuk, zo'n voetballer erbij. Opbouwend en aanvallend zijn de spelletjes ook niet zo verschillend, alleen heeft hockey wat beperkingen bij het maken van doelpunten." De ster van Bianchi rees snel. Op voorspraak van bondsbestuurder Paul Litjens zou Bianchi begin jaren negen tig Jong Oranje onder zijn hoede ne men maar toen coach Jorritsma na het gewonnen WK in Lahore plotseling vertrok, kreeg de geboren Amsterdam mer zelfs het grote Oranje onder zijn hoede. Dat draaide uit op een decep tie. „Omdat er wat spelers na het WK stopten, heb ik een aantal jonge jon gens erbij gehaald. Zonder Delissen en Bovenlander werden we toch tweede bij de Champions Trophy. In de aan loop op de Spelen van Barcelona in 1992 bleek dat de ploeg die het WK won, toch weer bij elkaar wilde komen en dus ook mét Jorritsma. Daar moest ik voor wijken. Het is allemaal niet chic gegaan, maar goed, we hebben het niet meer over." Ondanks deze zwarte bladzijde ver minderde de liefde voor hockey niet. Stichtse, Laren en Kampong zijn de namen van de clubs waar hij daarna als trainer optrad. Met zijn vijftigste verjaardag in aantocht en de kinderen het huis uit, kreeg Bianchi toch weer trek in voetbal. Hij meldde zich aan bij de veteranen van AFC. Die spelen in een wilde landelijke competitie met louter oude, een tikkie bekakte vereni gingen zoals HVV, VOC, de koninklij ken UD en HFC. ASC uit Oegstgeest behoort ook af en toe tot dit selecte voetbalgezelschap, waar de mentali teit bepaald niet die van een volks sport is. „De sfeer, de houding ten opzichte van scheidsrechter en tegenstanders, dat is bij hockey toch helemaal an ders. Soms moest ik naar Kampong net op een dag dat Feyenoord op be zoek kwam bij FC Utrecht. Dan rijd je dus tussen de containers. Vreselijk. Vergelijk dat maar eens met hoe in datzelfde Galgenwaard anderhalf jaar geleden het WK hockey verliep. Ik geef al 27 jaar les op een school in Amster dam-Noord waar het' bulkt van de al lochtonen. In Noord zit een kleine hockeyclub die onder andere met cli nics heeft geprobeerd jeugd voor zich te winnen. Heb ik ook aan meegedaan en dat is helemaal mislukt. Natuurlijk begrijp ik als geen ander dat de sociale achtergronden van beide sporten nog altijd verschillen en dat je, als je zegt dat het voetbal wat meer op het hoc key zou moeten lijken, een roepende in de woestijn bent." Hoewel hij de ambiance van het hoc key prefereert, concentreert Bianchi zich weer helemaal op het spel waar de bal maat vijf heeft. Dat hij van plan is van 't Gooi naar Amsterdam te ver huizen, is wat dat betreft een toevalli ge maar treffende parallel. „Omdat ik al bij AFC voetbalde, was het niet zo verwonderlijk dat ze op een gegeven moment bij mij aanklopten met de vraag of ik ook trainer wilde worden. Nu bijna drie jaar na mijn overstap van Kampong heeft AFC te kennen ge geven met een ander verder te willen en wordt WSB mijn nieuwe club. Toen ik mijn ja-woord al aan de Noordwijkerhouters had gegeven, ben ik nog gebeld door een hoofdklasser en twee hockeyclubs. Wat dat betreft zit ik in een redelijk unieke situatie. Als ik ergens vertrek, kan ik me afvra gen: wordt het hockey of wordt het voetbal?" ard MOOIER dan qOUD Een goed glas wijn symboliseert voor mij gezellig heid en vriendschap. Dat is voor mij heel belang rijk. Toen ik nog full-time aan het sporten was, kwam ik daar niet altijd aan toe. Ik was altijd maar aan het trainen. Als mijn seizoen afgelopen is, begon het voetbalseizoen en was mijn man Henry - we men samen vanaf mijn negentiende - vaak weg. Ik pro- >.rde wel altijd vrij te zijn als hij moest voetballen. Eerst zondag bij UVS, later op zaterdag bij Kativijk. Hij ging t vaak genoeg met mij mee op trainingsstage. Mijn ticket hotel werden immers betaald. Maar mijn sportbeleving is toch heel anders dan de zijne. Voor mij was het werk. trainde vier uur per dag. Hij had overdag een baan en ig drie keer in de week 's avonds nog trainen. iendschap en gezelligheid ervaar ik het liefst onder een ker etentje met vrienden. Ik heb niet alleen vrienden uit ^sportivereld. Dat ik vroeger weinig tijd voor mijn vrien- had, hebben ze me gelukkig nooit kwalijk genomen. N. botste niet. Soms kook ik zelf, soms gaan we uit eten. t liefst kook ik Italiaans, maar bijna geen vleesgerechten, ons thuis wordt nauwelijks vlees gegeten. Het is vis of ve lar isch. Henry zoekt de wijn uit. Hij heeft er meer mer iting lid van. it irr oeger hadden we daar in het weekeinde eigenlijk niet zo ^ra tijd voor. Dat heb ik nu veel meer leren waarderen. Aan kenl J 9njn ker lang tafelen en een goed gesprekdacht ik vroeger gel if. Het was alleen maar sport. Nu maken we er echt een zoi ondje uit van en borrelen we lekker na. Vroeger dronk ik sporadisch alcohol. Het kwam hoog- ns drie keer per jaar voor, dat ik een wijntje nam. Je deed gewoon niet. Niet dat een glaasje wijn slecht voor je is, Mr het lichaam moet er toch van herstellen, t is niet zo, dat ik nu het drinken van alcohol omoot. Het gaat mij erom, dat je met vrienden 2n v n tafel zit en kan genieten van het eten en van aimr' kun 'erg^r «CE TJAN VAN GEEN lei ting ro HIELCO KUIPERS Atlete Yvonne van Dorp (34) werd in haar carrière dertien keer Nederlands kampioene en nam één keer deel aan de Olympische Spelen. Bij de vorige week gehouden verkiezing tot Leids Sporter van de Eeuw eindigde ze als beste vrouw op de zesde plaats. Yvonne van Dorp is getrouwd met Henry Pouw, die als isd mateurvoetballer in de hoofdklasse speelde bij UVS en w Katwijk. Van Dorp en Pouw hebben twee zoons, Jari en Floris. Zo'n beetje heel Quick Boys 1 schijnt bij de fiscus te Leiden op de koffie te zijn geweest. In het Leidsch Dagblad van woens dag las ik op de voorpagina dat de voetballers uit Kativijk ervan worden verdacht dat ze op za terdagmiddag niet voor hun lol in de wei staan, maar zwart aan het bijklussen zijn. Big deal. Het ooit als christelijk bedoelde amateurvoetbal van daags vóór de kerkgang is al sinds jaar en dag een stiekeme variant van het met het slijk der aarde be smeurde spel op zondag. De 'actie schone noppen' van de ontvanger der belastingen komt als een doelpunt na het eindsig naal. De voetbalbond is net be zig om het belonen van ama teurvoetballers legaal te maken, gaat de fiscus zich er nog eens mee bemoeien. Ik hoop maar dat die jongens van Quick Boys zo snugger zijn geweest om niet in een auto van de club naar het belastingkantoor in Leiden te zijn gereden. En dat ze tijdens het verhoor iets neutraals aan hadden, in elk geval geen spul len met het logo van de kleding- sponsor. Want dan hangen ze. In het krantenbericht van woensdag stond dat de belas tingdienst vermoedt dat de zwarte spelerssalarissen worden betaald uit verzwegen kantine- -inkomsten. Zou het? Ik bedoel, het eerste elftal van een beetje zaterdaghoofdklasser kost te genwoordig al gauw een paar ton en het lijkt me een heidens karwei om die met barfraude bij elkaar te krijgen. Honderddui zend glazen bier hou je niet bui ten de boeken. Hoewel, ik las dat de clubs uitermate bedreven zijn in het verkopen van smoe zen aan argwanende inspec teurs. De winsten uit de kantine zouden ernstig worden gedrukt omdat er wordt gejat als de ra ven, glazen bij stapels tegelijk sneuvelen, het barpersoneel niet gratis drinkt, maar zuipt en er sloten bier wegstromen door het tappen met onvaste hand. Dat laatste houdt dan natuur lijk weer verband met het voor laatste. Of de fraudevorsers zich door deze spitsvondigheden van de kantinebazen op het verkeerde been laten zetten, waag ik te be twijfelen. Helemaal van gisteren zijn ze bij de belastingen nu ook weer niet. In de laatste alinea van het voorpaginastuk van woensdag staat dat de inspectie ook de businessclub van Noord- wijk op de korrel wil nemen. En daar zit hem inderdaad de kneep. Amateurverenigingen be talen trainers, die hun wedde voor een deel onder tafel ont vangen, en spelers niet van de kantine-opbrengst, maar uit een potje dat de plaatselijke middenstand met zwart geld vult. Het wapperen met flappen be gon in Rijnsburg, waar de wel vaart met sprongen vooruit ging toen de uienteelt plaats maakte voor de bloemenhandel. In de kust- en bollenstreek werd aan vankelijk schande gesproken van de heimelijke betalingen op sportpark Middelmors, maar uiteindelijk kreeg het Rijnsburg- se voorbeeld massaal navolging. De felste tegenstander van het aanmoedigen van spelers in klinkende munt was Quick Boys. Maar de tijden van belo ning in natura (shirtje, broekje, kousen en schoenen) zijn ook in Katwijk voorbij. Quick Boys be taalt onderhand de beste sala rissen in de Leidse regio. Van daar die uitnodiging van de be lastingdienst om eens te komen praten. Het vertroetelen van voetballers gebeurt niet alleen in de top van het amateurvoetbal, maar ook in de lagere klassen. Fameus in Leiden en omgeving is de op mars van het inmiddels met LDWS samengesmolten Unitas Leiden. Dat werd door de vrolij ke bordeelhouder Cor Sip uit de krochten van het zondagvoetbal getrokken. Bij Unitas was het na elke thuiswedstrijd feest, vooral aan het einde van het seizoen wanneer er wéér een kampioen schap werd gevierd. Cor Sip, de vriendelijke pooier die alle jolijt bekostigde, was begin jaren tach tig een getapt figuur in Lei den. Ik kan me nog herinneren dat Willem Schrama hem inter viewde voor de zaterdagbij lage van het Leidsch Dagblad. Sip was even stil toen hem werd ge vraagd naar het verschil tussen echte en betaalde liefde. Na enig gepeins antwoordde hij: 'Bij mij in de zaak is dat verschil exact tweehonderd gulden. Om Sip konden veel mensen la chen, maar niet zijn eigen, bra vere broer. Die veranderde uit schaamte van achternaam. Ook Unitas Leiden verging het la chen, want toen het wat minder ging met de club én zijn eigen zaken nam Sip de kuierlatten. Zo gaat dat met suikerooms. Die duiken plotseling op en vertrek ken, wanneer hun zakken leeg zijn. weer met de noorderzon. Van Unitas, thans UDWS, is niet veel meer over. Dat komt ervan als je je laat gebruiken door een vrije jongen die een tijdje de liefde wil bedrijven met het voetbal. Nee zo'n business club is alleen al vanwege de spreiding van risico zo gek nog niet. Maar dat vele kleine sui keroompjes samen ook een voor een boel zwart geld zorgen, kan de fiscus natuurlijk op zijn vin gers natellen. JAAP VISSER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 37