Het ozongat is nog niet weg ST0PPT OtONSMOC Occitaanse taal verhit de Franse gemoederen In Natura Amfibie leeft van vocht WOENSDAG 19 JANUARI 2000 REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINGA 02: Kikkers, padden en salamanders zijn amfibieën, hetgeen wil zeggen dat ze zowel in het water leven als op het land. Dit is geen opzienbarend feit. aangezien er zovele dieren zijn die van twee walletjes eten, zoals krokodillen, nijl paarden en otters. Het opmerkelijke van amfibieën is dat ze in hun jeugd door kieuwen ademen, maar na een ge daantewisseling veranderen in dieren die ademhalen via longen. Ook in hun volwassen leven kunnen ze het echter beslist niet stellen zonder water. Dit houdt niet in dat ze telkens een bad moeten nemen, maar wel dat ze slechts kunnen leven in een vochtig en koel milieu. Ze hebben namelijk een erg dunne huid, die heel gemakkelijk vocht opneemt, maar nog veel sneller verliest. In de zon drogen ze dus vliegensvlug uit. In de kou nóg veel sneller. Iedereen weet dat vrieslucht zeer droog is en dat het daar om bijvoorbeeld verstandig is etenswaar die in de koelkast of in de diepvriezer wordt bewaard, goed af te dekken. De vriesdroogtechniek om voedsel te conserveren berust op dit principe: de kou onttrekt er water aan. In perioden van vorst merken we dit heel goed aan onszelf, wanneer huid en haar kurkdroog worden. Een amfibie verliest bij vorst zo snel vocht, dat hij binnen zeer korte tijd bezwijkt. Het is dus voor hem van levensbe lang dat hij de winter doorbrengt op een plekje dat niet al leen beschut is, maar vooral vochtig. Omdat er 's winters bovendien nauwelijks of geen voedsel te bemachtigen valt, is het maar het allerbeste dat hij in winterslaap gaat. Met een beetje geluk komt hij dan de ellende wel door. Salamanders verlaten het water al in de zomer. Ze hebben zich in \ijvers, poelen en sloten voortgeplant, maar zoe ken daarna de oever op om 's nachts op jacht te gaan naar allerlei kleine beestjes, vooral slakken. Het vochtige gras waarin ze het liefst rondscharrelen behoedt hen voor uit droging. In de nazomer proberen ze een geschikt winter kwartier te vinden. Hoe ruiger het terrein, des te gemakke lijker wordt het overwinteren. Kleine holletjes, steenho pen en houtstapels vormen uitstekende locaties. Wie salamanders heeft in een vijver die omringd is door een keurig opgeruimde tuin, zal dus iets moeten onderne men om de dieren door de winter te helpen. Een paar ste nen met een trottoirtegel onder een heg zijn al voldoende, vooral wanneer de opening wordt gevuld met wat humus en dor blad. Houtstronken voldoen nog'beter, aangezien hout lang vochtig blijft en beter isoleert. Vanaf februari komen salamanders weer te voorschijn uit hun winter slaapplaats om hun halfjaarlijks levensprogramma ten uitvoer te brengen. Padden verlaten hun winterstekje in maart of begin april. Dan komt de spectaculaire paddentrek op gang. Massaal gaan de padden op pad naar de wateren waarin ze gebo ren zijn en waarin ze ook zelf hun eieren afzetten. Na de paartijd zoeken ze echter al heel vlug het droge op, de mannetjes wat later dan de vrouwtjes. Elke pad leidt vanaf dat moment een eenzaam leven. Zonder soortgenoten, laat staan een partner, gaat hij 's avonds op jacht naar in secten, wormen en slakken, om zich overdag schuil te houden onder bladeren, stenen of boomstronken. Het lijkt een weinig avontuurlijk bestaan, maar de pad is er te vreden mee. In de herfst komt aan de dagelijkse sleur een einde. Dan moet een overwinteringsplaats worden opgezocht. Com- posthopen en andersoortige bergen rottend plantaardig materiaal voldoen uitstekend, aangezien vochtgehalte en temperatuur er zelfs bi} strenge vorst hoog blijven. Maar je kunt 's winters ook padden aantreffen in schuurtjes, in houtstapels, en zelfs in bloempotten of plantenbakken. Kikkers houden in het algemeen maar een korte winter slaap. Met name de bruine kikker is niet erg gevoelig voor kou. Hij gaat van november tot februari, hooguit maart, onder de wol. Pas na de eerste flinke nachtvorsten houdt hij het voor gezien. Hoewel hij ook op het land kan over winteren, kruipt hij het liefst weg in de modderbodem van een sloot of een poel. Wanneer hij een klein watertje heeft uitverkoren, bijvoorbeeld een tuinvijver, zit hij er overi gens niet altijd veilig. Zo'n vijver vriest namelijk gemakke lijk dicht, waardoor er van buitenaf geen zuurstof meer in het water komt. Ondanks de lage temperaturen gaan echter alle waterdie ren en alle micro-organismen gewoon door met ademha len. Hierdoor onttrekken zij zoveel zuurstof aan het water dat er voor de kikker te weinig overblijft. Zelfs de toestand van winterslaap baat dan niet. De kikker sterft aan zuur stofgebrek, net als de vissen in zo'n watertje. Om dit te voorkomen moet de vijver goed schoon worden gehou den. Rottend materiaal, zoals afgevallen blad, afgestorven kroos en algen, verbruikt veel zuurstof en moet dus tijdig worden verwijderd. Op amfibieën dienen we zuinig te zijn: het gaat hun de laatste decennia beslist niet voor de wind. Het minste wat we kunnen doen is hen door de winter helpen. THEO SCHILDKAMP Cryptogram Horizontaal: 1De inzet van vader om bij moeder te blijven (6); 4. Begraven in vredestijd (8); 6. Zuur.is ten eerste van hem (4); 8. Knaap die aan de rol gaat (4); 9. Met mooie woorden overhalen tot verkering (9) Verticaal: 1Deze vis zwemt er weer in (3); 2. Hoeveelheid om te trekken (5); 3. Wordt bewaard ter onderscheiding (4); 5. Minder vlot vaartuig (6); 6. Hij was als eerste bij een waterkering (4); 7. Drinkt niet veel op het randje (4); 8 Onder deze medaille kan men zitten (4). Het gat in de ozonlaag is inmid dels tweemaal zo groot als Eu ropa (van Atlantische kust tot Oeral). Het gat doet daarmee weinig onder voor de opmerke lijke omvang van 24 miljoen vierkante kilometer die in 1998 werd gemeten. Een record grootte van het in 1985 ontdek te fenomeen, dat zich telkens in de lente boven Antarctica voor doet. En een schok voor weten schappers, die als gevolg van internationale maatregelen een verkleining van het gat hadden voorspeld. Tien jaar geleden immers werd wereldwijd het gebruik van ozonafbrekende stoffen (chloorfluorkoolwater stoffen, CFK's) aan banden ge legd. Aanvankelijk werden resultaten geboekt. Zes jaar bleef het ozongat binnen een omvang van zo'n 22 miljoen vierkante kilometer. Maar in 1998 breidde het gat zich opeens uit tot 24 miljoen vierkante kilometer. En vorig jaar bleek het gat nauwe lijks kleiner te zijn geworden. Toch gaat Marc Allaart van de sectie atmosferische samenstel ling van het KNMI, die zich met de ozonlaag bezighoudt, er niet van uit dat het gat groter zal worden. Wel zal het volgens hem verder worden uitgediept. Nu is het gas in het gat al voor tweederde deel verdwenen. Ozon is een gas dat van nature voorkomt. Het wordt gemaakt uit zuurstof. Bij afbraak valt het ook terug tot zuurstof. Ozon is van groot belang omdat het ul traviolet zonlicht tegenhoudt. De ozonlaag bevindt zich op een hoogte tussen de tien en dertig kilometer. „Het houdt UV straling van de zon tegen. Doordat het zo hoog is, ade men wij het ook niet in. Maar goed ook, want het is giftig." Volgens Allaart onstaat het gat doordat ozon snel wordt afge broken door chloor en broom. „CFK's uit bijvoorbeeld koel kasten en spuitbussen ontsnap pen en verspreiden zich door de atmosfeer. Dat kan jaren du ren. Komen ze heel hoog in de atmosfeer dan vallen ze uit el kaar. Daar komt chloor uit vrij, dat vreet het ozon op. Chloor werkt als een katalysator", legt Allaart uit. „En chloormolecuul kan 100.000 ozonmoleculen opeten." Waarom zit het gat alleen bo ven de Zuidpool? „Om ozon snel af te breken is een chemi sche reactie nodig, die op wol kendeeltjes loopt. Die wolken deeltjes zijn er alleen als het heel koud is, bij temperaturen onder de min tachtig graden Celsius. Waar vind je die tem peraturen? Boven de Zuidpool. Boven het noordelijk halfrond komen deze temperaturen ook wel eens voor, maar niet altijd. Sommige winters wel, sommige winters niet." „Het ozongat is een lentefeno meen. Het doet zich voor als het in de winter erg koud is ge weest. Rond oktober is het gat op z'n grootst. In december is het weer verdwenen. Maar we tenschappers hadden nooit ge dacht dat tweederde deel zou verdwijnen. Dat was voor hen een behoorlijke schok." Voor wetenschappers is het een uitgemaakte zaak dat het gat in de ozonlaag alleen wordt ver oorzaakt door CFK's. Allaart vertelt dat Amerikaanse onder zoekers er een vliegtuig door heen hebben laten vliegen om metingen te doen. Daar uit bleek duidelijk dat er zich grote hoeveelheden chloor bevon den. „Sinds 1995 worden er in de westerse wereld geen CFK's meer geproduceerd. Daarvoor was men al gestopt met de pro ductie van spuitbussen met drijfgas waarin CFK's zitten." Daardoor groeit het gat in de ozonlaag minder, vermoedt Al laart. Voor het recordgat van 1998 heeft de ozondeskundige van het KNMI nauwelijks een ver klaring. „Daar kan ik niets van zeggen, alleen dat 't toen heel erg koud was op het zuidelijk halfrond." Er is één groot probleem met CFK's volgens de wetenschap per. „Ze hebben een lange le vensduur: vijftig jaar. Dat bete kent dat je nog niet van het probleem af bent. We verwach ten dat pas rond 2040 het ozon gat is verdwenen." Het verband tussen ozon en UV-straling (het KNMI noemt dat zonkracht) is dat als de ozonlaag een procent dunner wordt, de zonkracht met twee procent toeneemt. Volgens Al laart is dat moeilijk te meten. Hij wijst erop dat UV-straling ook wordt tegengehouden door wolken. Het ene jaar zijn er meer wolken dan het ander. Daardoor zijn kleine effecten moeilijk te ontdekken. De gevolgen van het gat in de ozonlaag zijn in Nederland voor zonaanbidders beperkt. Een verdunning van de ozon laag boven Nederland heeft, mocht dat gebeuren, plaats in het vroege voorjaar. De zon staat dan nog niet hoog aan de hemel. De UV-straling is in de maanden mei tot en met au gustus het sterkst. De dikte van de ozonlaag is dan weer nor maal. Allaart waarschuwt er wel voor dat de campagne van de kan kerbestrijding tegen huidkanker geen onzin is. „Het menselijk gedrag is veranderd. We gaan meer in de zon dan dertig jaar geleden. We zoeken met het vliegtuig ook meer de zon op. Dus het is beter de zon te mij den. En dan is er nog het broeikasef fect. „Het gat in de ozonlaag en het broeikaseffect zijn twee glo bale milieuproblemen die veel mensen door elkaar halen", merkt Allaart op. „Uitlaatgassen van auto's doen niets met de ozonlaag, wel met het broeikas effect. Ozonafbraak komt alleen door chloor. Ik ben dan ook in eerste instantie geneigd te zeg gen, dat ze niets met elkaar te maken hebben. Maar het broei kaseffect is net een dekentje op de aarde. De temperatuur aan de grond wordt warmer. In de ozonlaag wordt die lager. Een lagere temperatuur kan aanlei ding geven tot afbraak van ozon. Dus mogelijk kan die af braak daardoor in de toekomst makkelijker gaan." HANS POLDER Protest van Greenpeace tegen het in de lucht brengen van stoff de ozonlaag afbreken. Een goede raad: vraag in Zuid- Frankrijk nooit 'parlez-vous pa tois (spreekt u dialect)?', maar 'parlez-vous occitan (spreekt u Occitaans)?' Deze voorzichtige aanbeveling staat in de jongste editie van de Guide Michelin, nog steeds de gerespecteerde toeristische bijbel voor bezoe kers van Frankrijk. Dat is nieuw. In klassieke encyclope- diën als Larousse en Petit Ro bert werd in de jaren tachtig het Occitaans nog afgedaan als een Gallo-Romaans dialect, als een 'patois' dus. De subtiele mentaliteitswijzi ging tekent de even verrassende als verheugende heropleving van de middeleeuwse en bijna doodgewaande Occitaanse cul tuurtaal. Wat echter voor histo rici, cultuurfilosofen en taalwe tenschappers een boeiend stu dieobject is, blijkt voor nogal wat rechtgeaarde en chauvinis tische Fransen een doom in het oog te zijn. Zij denken al gauw dat de ene en ondeelbare repu bliek en de 'unita linguistique' in gevaar zijn. In de zomer van vorig jaar on dertekende de Franse eerste minister Lionel Jospin najaren- lang touwtrekken in de Franse Assemble het Europese Hand vest van de Regionale en Min derheidstalen. Deze handteke ning verleende de zeven be staande streektalen in Frank rijk, waaronder naast het Occi taans ook het Baskisch en Bre tons, officieel bestaansrecht en opneming in het basisonder wijs. Voor vele Fransen was het ech ter een handtekening te veel. Heftige debatten over het 'ver raad' van Jospin vulden weken lang de krantenpagina's. Inzet van de polemiek is artikel 2 van de grondwet, dat bepaalt: 'In gans Frankrijk is het Frans de officiële taal'. Jospin heeft met zijn goedkeuring van het Euro pese Handvest tegen de Franse grondwet gehandeld, aldus de teneur van vele commentaren. En kort nadien besliste het Franse Grondwettelijk Hof dat het Europese Handvest inder daad in tegenspraak is met arti kel 2 van de Franse grondwet. Daarmee werd de officiële er kenning van de Franse streekta len weer op de lange baan ge schoven. Het verzet tegen de erkenning van streektalen loopt dwars door de politieke partijen en bindt gaullisten, centristen, communisten en Le Pennisten. De eenheid van de Franse natie wordt daarmee ondermijnd, menen zij. Elk debat over de taalkwestie houdt het risico in van een politieke destabilise ring en werkt regionaal natio nalisme in de hand. Als bewijs worden de onwillige en bom- mengooiende Basken en Corsi- kanen opgevoerd. Wellicht meer dan de andere regionale talen in Frankrijk is het Occitaans onlosmakelijk verbonden met de niet altijd fraaie geschiedenis van de een making van de Franse natie. Nadat de Romeinen in 27 voor Chr. heel het zuiden van Frank rijk hadden veroverd en het ge bied de naam Gallia Narbon- nensis had gekregen, groeide in de daaropvolgende eeuwen een merkwaardige taalvermenging tussen het Latijn en de Galli sche dialecten. Die zou rond de 12de eeuw leiden tot het ont staan van twee afzonderlijke ta len, de 'langue d'oc' en de 'lan- gue d'oil'. Oc en oil staan voor de verschillende uitspraak van het woord 'oui' (ja). Het gebied waar de langue d'oc werd ge sproken kreeg de naam Occita- nië en strekte zich toen uit van de oostelijke Pyreneeën tot de Rhóne-vallei en het zuiden van de Loire. Het soepele en beeldrijke Occi taans kende een razendsnelle verspreiding tot ver buiten het eigenlijke gebied van Occitanië. In de 13de eeuw en de latere Middeleeuwen ontwikkelde het zich niet alleen als populaire volkstaal, maar ook als de cul tuurtaal van de intellectuele eli te, van diplomaten en dichters. Het Occitaans werd de voertaal van de Zuideuropese adellijke hoven van Noord-Italië tot Zuid-Frankrijk en Noord-Span- je. De regio Languedoc-Roussi- lon werd toen geregeerd door de graaf van Barcelona en de koning van Aragon. In de literatuur waren het voor al de troubadours die hun hoofse minneliederen in het Occitaans componeerden. Het Occitaans was een uniek voor beeld van een taal zonder stan- denverschil. Hier vertegen woordigde de taal werkelijk gans het volk, van hoog tot laag, van arm tot rijk, van intellectu eel tot ongeletterde. Deze zeld zame verbondenheid via de taal zou later een belangrijke rol spelen in de dramatische ge schiedenis van het gebied. Die onzalige geschiedenis be gon met de kruistocht tegen de zogenoemde Kathaarse ketters (1209-1229) of Albigenzen, zo genoemd naar de stad Albi waar zij het sterkst vertegen- woordigd waren. Tegen het ver stikkend dogmatisme en de we reldlijke dictatuur van de ka tholieke kerk, en tegen de lie derlijke levenswandel van vele geestelijken, predikte deze christelijk-manicheïstische sek te een terugkeer naar een oer kerk zonder hiërarchie, zonder sacramenten en zonder mora listische hypocrisie en geleid door 'purs' of zuiveren. Toen zowel vele edelen als ge wone burgers zich tot de nieu we religie bekeerden, werden zij een gevaar voor het kerkelij ke gezag en de kerkelijke instel lingen, die aan invloed begon nen te verliezen. Paus Innocen- tius III riep de Franse katholie ke koning Lodewijk DC en zijn katholieke edelen op om deze voor Kerk en staat gevaarlijke ketterij uit te roeien. Wat in de daaropvolgende, twintig jaar durende kruistocht in de Languedoc gebeurde, be stempelen sommige moderne historici onomwonden als vol kerenmoord. Hele steden en dorpen werden uitgemoord en met de grond gelijk gemaakt en er werden afschuwelijke wreed heden begaan. De inquisitie stuurde duizenden onschuldige De graffiti met 'Oc es la lenga nostra' en het Occitaanse kruis, die steeds meer in de Languedoc opduiken, zijn olie op het vuur van de Franse unitaristen. foto gpd mensen zonder enige vorm van proces naar de brandstapel. De kruistocht kreeg het karakter van een etnische zuivering waarbij een heel volk, zijn taal en cultuur werden vernietigd. De onderliggende bedoeling van deze 'kruistocht' werd dui delijk, toen de nog overblijven de edelen van de verwoeste en leeggebloede Languedoc ge dwongen werden in 1229 het Verdrag van Parijs (of van Me- aux) te ondertekenen. Het ver drag maakte een einde aan de kruistocht, maar betekende ook de annexatie door Lodewijk IX van de hele Bas-Languedoc. De Occitanen werden nu Fransen met het Frans als officiële taal en zij werden vanuit het verre Parijs geregeerd. De ellende voor Occitanië was daarmee niet voorbij. In 1337 brak de Honderdjarige Oorlog tussen Frankrijk en Engeland uit, die tot 1453 zou duren en weer maakte de Languedoc deel uit van het strijdtoneel. In tussen stierf in 1348 een derde van de bevolking van de Lan guedoc aan een verschrikkelijke pestepidemie. Voor de zwaar geteisterde be volking zou de adempauze na de Honderdjarige Oorlog kort zijn. In 1559 begon ook in de Languedoc een al even wrede godsdienstoorlog tussen pro testanten en katholieken die duurde tot 1704, de massale uittocht van de Hugenoten tot gevolg had en eindigde met de wanhopige opstand van de 'Ca- misards' in de Cevennen. Met de Franse Revolutie werd de totaal verwoeste en verarm de Languedoc definitief en vol ledig ingelijfd in de Franse re publiek. Van het Occitaans en de Occitaanse cultuur bleef vrij wel niets meer over. Eeuwen Frans bestuur en culturele do minantie herleidden het Occi taans tot een taaltje van achter lijke wijnboertjes. Eeuwen van repressie, oorlo gen, uitbuiting, achterstelling en minachting bleken echter niet in staat de Occitaanse taal en cultuur volledig te doen ver dwijnen. In de voor Parijs eeu wig dwarsliggende, opstandige en onbetrouwbare Languedoc herontdekte een klein groepje Occitaanse intellectuelen in de tweede helft van de 19de eeuw de cultuur van zijn middel eeuwse troubadours. In 1869 verscheen in Montpellier het nieuwe tijdschrift 'Revue des Langues romanes'. Het vond i. gretig aftrek bij jonge un tairen en intellectuelen vol ijver op de Occitaan! en cultuur wierpen In 1919 werd in Toulous 'Escola Occitana' opgeri - 1945 gevolgd door het d'Etudes occitanes'. Voi gC] Occitaans voltrok zich b jjj eenzelfde wonder als vo Hebreeuws: een dode of merende taal werd opni leven gewekt, ontwikkel moderne grammatica ei denschat en een eigen li tuur. Er zijn nu in Mont H en Toulouse zelfs radio levisieuitzendingen in h taans voor heel de Langi En terwijl een halve eeu den de renaissance van citaans nog eerder een z ecj intellectuelen was, raakl nu steeds meer in gebru brede lagen van de bevo st( Dat dit gepaard gaat me groeiend bewustzijn vaiy citaanse identiteit en du met een meer kritische 1 tegenover alles wat vani wordt afgekondigd of bi valt in Parijse regeringsl -A niet altijd in goede aardi neemt men vlug de woo 'separatisme' en 'nation in de mond en dat verkl het verzet tegen het Eun Handvest ter beschermii de regionale talen. De gi ,jt met 'Oc es la lenga nosti [e het Occitaanse kruis, dii meer in de Languedoc c [er zijn daarbij olie op hetv de Franse unitaristen. Er is echter in de Langui geen separatistische bei die naam waardig. „Pari wart bewust separatism de rechtmatige wens na vreedzame terugkeer en waardering van de eiger schiedenis, taal en cultu geschiedenis die trouwe die van Frankrijk is, mar Frankrijk blijkbaar nog: een slecht geweten bezo n meent Estive Hammei, vaardigde van de 'Lenga jj, Rossello'. „Sommige tellectuelen lopen in ha 00 tegen het Occitaans schi 9 achter op de praktijk, aan steeds meer univers de Occitanistiek inmidd 1* vast bestanddeel van de 4, Romaanse talen is gewo JOHAN LAMORAL HEINZ Oplossing van dinsdag: rang-garen-Gaarne leem-emelt-Omelet kaak-kajak-Kaakje raam-drama-Madras raad-graad-Aardig ramp-amper-Camper halt-halte-Hamlet riem-reims-lmmers land-eland-Nadeel eden-einde-Eindje Gevraagd woord: GOKMACHINE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 24