Televisie kan en moet de scheidsrechter help(
Snelwandelaar Pedro Huntjes groot in eenvoud
Sport
'Sporters komen
zo gauw met klach
MAANDAG 17 JANUARI 2000
Martijn Lindenberg, hoofd sport van de NOS-tv, over kijkcijfers, aantrekkelijkheid en aanpassingen in de spelregels door sportbonden
Sport wordt voor de omroepen steeds belangrijker in de
strijd om de kijkcijfers. Het bieden en loven om de uit
zendrechten gaat daarom gepaard met duizelingwek
kende bedragen. Even zo waar is dat televisie voor de
sport steeds belangrijker wordt. Het gaat niet meer om
die tienduizenden die naar de wedstrijd kómen kijken,
maar voor de tientallen miljoenen die naar de televisie
beelden kijken. Dus als daarvoor de spelregels moeten
worden aangepast, dan moet dat maar. Waar houdt het
op? „Als je een hele Formule 1-wedstrijd met Schuma
cher mee wilt rijden of juist alleen in de pits wilt kijken,
dan kan dat." Een interview met Martijn Lindenberg,
hoofd sport bij de NOS televisie.
HILVERSUM JAN ROOZENDAAL
,,De invloed van de televisie op
de sport is tweezijdig. De televi
sie heeft invloed op de markt
waarde. Als de televisie geen
geld heeft om een evenement te
kopen, dan is de marktwaarde
voor dat evenement lager. Dat
is één kant. Anderzijds vind ik
niet dat de televisie zoveel in
vloed moet hebben op de sport
dat zij het dictaat opleggen en
zeggen: zo moet de sport eruit
zien. Dat het met volleybal die
kant uit is gegaan komt omdat
volleybal haast niet meer de
programmeren was. Net zo als
tennis. Te veel open eindjes
over hoe laat is het afgelopen.
Daar hebben ze wat aan ge
daan. In overleg met een groep
je televisiemensen heeft men
zich toen afgevraagd: hoe krij
gen we het sneller, hoe krijgen
we het attractiever. Hoe krijgen
we een beslissende set in een
bepaalde vorm gegoten, waar
door het snel is en toch span
nend. Daaruit is het rallypoint-
systeem gekomen. Maar het is
niet zo dat de televisie daar met
de vuist op tafel heeft geslagen -
en nou moet het veranderen!
Nee, ze hebben gezegd: willen
we er nog iets mee kunnen
doen, dan moet je het wel in
pasbaar maken."
„Dat is hetzelfde met tennis na
tuurlijk. Tennis is vrij moeilijk
in te passen in normale pro
grammering. Wat zie je met
tennis? Tennis wordt hoe lan
ger hoe meer een sport die op
kabelstations te zien is. Want
die hebben behoefte aan vul
ling. Ik zeg niets kwaad over
Eurosport, maar Eurosport is
gelukkig als een tenniswedstrijd
geen drie uur maar vier uur
duurt. Dan hebben ze weer een*
uur binnen. Zo zijn er meerdere
stations. Ook in Nederland. Dat
is een tendens, dat is lastig. Als
je kijkt waar grote tennistoer
nooien terechtkomen, dan is
dat niet bij de publieke omroe
pen. Want je kunt het niet plan
nen. Er zit geen eind aan. 't
Wordt zes uur, zeven uur, acht
uur, zeg 't maar. Tennis zou
dus een geweldige opknapbeurt
moeten hebben waardoor je
het makkelijker kan program
meren en waardoor het dus
weer meer waarde krijgt voor
de publieke omroepen om het
te kopen. Wimbledon zie je
nergens meer op een open ka
naal. Waar het wel te zien is, op
Net 5 vorig jaar. En volgend jaar
bij RTL 5. Die zijn daarmee te
vreden want de hele dag loopt
dat kanaal vol. Maar wij als
NOS, en vergelijkbare omroe
pen in andere landen, kunnen
niet meer. Mede omdat sport
op televisie eigenlijk bedacht is
om altijd live te brengen. An
ders zou je kunnen zeggen:
koop het maar en maak er vijf
minuten samenvatting van.
Daar is televisie nooit voor be
dacht. Televisie is er voor om
op hetzelfde moment een be
paalde gebeurtenis ergens te la
ten meemaken. Dat is in mijn
beleving nog steeds de kern van
televisie maken."
Wat zou er dan met het tennis
moeten gebeuren?
„In elk geval zouden die ver
schrikkelijke pauzes eruit moe
ten die tussen de games zitten.
Of in elk geval korter. Er moet
meer vastgehouden worden
aan de tijd die eraan besteed
wordt. Zodra die afgelopen is
pakt de speler de bal, serveert
en boem 15-0 voor. Sta je er
niet, nou jammer. Zorg maar
dat je er wel staat. Het eindelo
ze gezeur voordat er een opslag
plaats heeft gevonden. Het ein
deloze gedoe voordat er ie
mand bij het wisselen van helft
weer staat, 't Is niet meer van
deze tijd. Negentig seconden
zitten elke keer. Eindeloos
deuce toestaan. Eén opslag,
twee opslagen. Dat is niet meer
te doen. Maar het is wel goed
voor stations die ruimte heb
ben. Want die kunnen elke keer
die commercials daar plaatsen.
Het zijn dus tegenstrijdige be
langen die daar meespelen.
Maar tennis zou in elk geval
sneller moeten. Mits de tennié-
bond daar ook zo over denkt.
Net als bij het volleybal. Wat je
ook over het volleybal kan zeg
gen, er is in elk geval iets ge
beurd. Punt."
Is volleybal nu een betere televi-
siesport?
Lindenberg: „Ach, als volleybal
ergens over gaat en we praten
over olympische spelen en het
Nederlands team, dan is elke
aardig gespeelde wedstrijd goe
de televisie. Alleen: je moet er
gens aan een eind komen. Je
moet zeggen: we hebben nu
vier sets gespeeld, de vijfde gaat
rallypointsysteem. Dat kun je
ongeveer uitrekenen en dan
weetje wanneer het klaar is.
Maar een vijfde set met tennis...
Ik begrijp best dat die vijfde set
uitgespeeld moet worden, maar
dat is toch niet meer te pro
grammeren. Ik vind dat ook
niet modern. En waarom begint
de telling bij vijftien. Zal best
een reden voor zijn en als men
sen dit lezen zullen ze denken:
die man weet dat dus niet.
Maar al zou ik het wel weten,
Martijn Lindenberg: „Televisie is er voor om op hetzelfde moment een bepaalde gebeurtenis ergens te laten meemaken."
dan zou ik nog zeggen: een nor
maal mens begint bij 1."
Hoe kan de techniek van de tele
visie de scheidsrechter helpen?
Lindenberg: „Of de kloof tussen
wat de scheidsrechter ziet en
wat camera's registreren wordt
gedicht, is alleen maar afhanke
lijk van het besluit van de sport
bonden of ze de televisiebeel
den als bewijs willen accepte
ren. En dan dus van invloed la
ten zijn op de beslissing van de
scheidsrechter. Daar ligt het
aan. Onderhand zal het die
kant op moeten gaan, want de
belangen worden te groot.
Sommige bewijsvoering mee
moet worden gewogen in een
beslissing. Een ploeg uitgescha
keld ja dan nee door een bal
over de lijn, kan verschrikkelijk
grote gevolgen hebben. Ik praat
nu over voetbal, maar ook bij
het tennis, een bal in of uit, kan
voor een tennisser een groot
verschil maken. De technologie
is daar. Het wordt al gedaan, al
leen het gaat er maar om of je
het wilt accepteren. En het be
tekent niet dat je de plaats van
de scheidsrechter of de jury
hiermee vervangt. Zeg maar, je
geeft een bepaalde richting aan.
Ik zou daar best voor zijn. Ame
rika heeft een X-aantal jaren ge
leden de instant-replay inge
voerd bij het American Foot
ball. De wedstrijd werd stopge
zet. Op een monitor op het veld
werd een bandje getoond en
het was dan aan de hoofd-
scheidsrechter of zijn beslissing
juist was, of hij hem bijstelt. Na
een paar jaar hebben ze gezegd:
daar stoppen we mee, want
daarmee, hebben we de invloed
van de scheidsrechter wel heel
erg aan banden gelegd. De laat
ste twee jaar zijn ze weer terug
gegaan naar het systeem en
kennen dus weer de instant-re
play situatie."
Martijn Lindenberg'
ding 'absoluut zeker'
sie overleeft de 21ste
sport zal zijn promin
op de buis behouder,
wordt steeds meer ge
zichzelf respecterend
bond organiseert teg
een wereldbeker of E
een bedenkt elk jaar'
nieuw evenement. Ik
waar dat moet stoppe
De eenzame strijd tegen de afstand en het onbegrip
URMOND FRANS DREISSEN
Balanceren op de grens van
sport en sportverdwazing. Pres
teren in de grauwe anonimiteit.
Pedro Huntjens (32) hoeft niet
zo nodig in de schijnwerpers.
Hij wordt enkel gedreven door
pure liefde voor het snelwande
len. Wiegelend, waggelend,
heupzwaaiend. Vrijwel dage
lijks geselt de man uit Urmond
zijn voeten op schier eindeloze
wegen. Strijdt hij in weer en
wind tegen de afstand, de een
zaamheid, de klok. Om net als
talloze andere onbekende
sportbeoefenaars op gezette tij
den slechts voor een heel kort
moment uit te stijgen boven de
saaiheid van het leven en de
sport.
Doch op het laatst naderde
Apollo hem en schonk kracht
aan zijn knieën en bevleugelde
zijn voeten.
Homerus.
Onbekend maakt onbemind.
'Hé, moet je poepen?' Pedro
Huntjens kon zich vroeger tij
dens de snelwandeltraining
vreselijk ergeren aan dat soort
stupide opmerkingen. Tegen
woordig lacht hij die dwazen
uit. „Als ze alleen zijn, zeggen
ze niks. Maar als diezelfde
mensen iemand bij zich heb
ben, dan trekken ze hun mond
ineens open. En dat irriteert me
nog het meest."
Huntjens erkent dat de sport
niet bepaald esthetisch over
komt. „Het snelwandelen ziet
er raar uit. We hebben altijd
contact met de bodem, dat is
juist het komische. Tegelijker
tijd lijkt het alsof je alles kapot
loopt. Heup, knieën, voeten. In
mijn optiek is er echter bijna
geen gezondere sport. De risi
co's op letsel zijn heel gering en
je bent toch min of meer één
met de natuur."
Hij is een topper in het selecte
snelwandelgezelschap. Twee
voudig Nederlands kampioen
van 1999 (20 en 50 km) en win
naar van de laatste Kennedy-
mars. Niemand die hem op
straat echter zal herkennen. De
waardering voor het snelwan
delen is simpelweg te gering.
De respons op zijn titels dit sei
zoen was marginaal. Een paar
regeltjes in de krant en een in
terviewtje voor Omroep Stein.
C'est tout.
Groot iri eenvoud. „Ik sport al
leen voor mezelf en voor mijn
gezin," zegt de atleet. De wed
strijden her en der in het land
zijn familie-uitjes. „We maken
er meestal een gezellige dag van
Snelwandelaar Pedro Huntjes: „We vormen als het ware een grote familie. Het is een klein, sociaal wereldje en dat trekt me wel."
FOTO GPD ERMINDO ARMINO
en knopen er uitstapjes aan
vast. Zo blijft de sport ook voor
de rest van het gezin aantrekke
lijk."
Sporten in de marge. Vaak on
bespied, onopvallend, onopge
merkt. De Nederlandse snel
wandelscène beperkt zich tot
circa tachtig individuen (75
mannen en vijf vrouwen).
Loopverslaafden, excentrieke
lingen. „Het klinkt misschien
vreemd, maar onder de snel
wandelaars bevinden zich op
merkelijk veel computerfreaks."
Huntjens zelf is voorman in een
drukkerij. Daarnaast is hij beze
ten van statistieken, cijfertjes.
„Mijn doel is om op de diverse
disciplines bij de eerste zeven
te staan op de eeuwige Neder
landse ranglijst."
Snelwandelen is inspanning en
ontspanning tegelijk. „Tijdens
de training glijdt de stress van
het werk langs je af." Hij heeft
geen moeite met eentoning-
heid. Huntjens draait zijn hand
niet om voor een paar kilome
tertjes meer. „Ik trek de deur
achter me dicht en maak mijn
rondes. Richting Born, Buch-
ten, Sittard. Het maakt allemaal
niet uit. Ik heb geen vaste rou
tes. Zon, regen of sneeuw, licht
of donker." Als zoonlief een
maal in bed ligt, geeft hij toe
aan zijn 'verslaving' en strikt hij
de veters voor een ommetje van
twee, drie, soms wel eens vier
uur.
Hij is bezeten van zijn sport.
Bereid om zich te onderwerpen
aan een ijzeren discipline.
Huntjens wil geen meeloper
zijn, maar presteren. Zich on
derscheiden. Dat kost geld,
energie en vooral tijd. Vandaar
ook de stilzwijgende afspraak
met zijn vrouw. „Je mag lopen
wat je wilt, zolang er wordt ge
presteerd. Maar als er geen re
sultaat meer wordt geboekt dan
is het verspilde moeite en ener
gie. Dan moetje maar stop
pen."
Presteren betekent dagelijks in
vesteren in trainingsarbeid.
Ook in de weekeinden. Zater
dag 22 km, zondag 35 km. Vier
uur van huis. Topsporters zijn
egoïsten. Het sociale leven lijdt
eronder.
Feestjes ep verjaardagen moe
ten vaak worden onderbroken
om aan de dagelijkse portie
trainingsarbeid te kunnen vol
doen. „Dan kan het wel eens
voorkomen dat ik vanuit Maas
tricht te voet naar huis ga."
Eenmaal buiten is Pedro
Huntjes alleen met zijn gedach
ten en motoriek. „Dan houd ik
de hartslag in de gaten en ben
ik puur met de techniek en de
correctie daarvan bezig. Lange
pas, gestrekte benen, rechtop
lopen, armbeweging. Letten op
de détails." Heel anders dan in
de wedstrijd, want dan koestert
hij moorddadige gevoelens.
„Hoe kan ik hem kapot lopen?
Wanneer moet ik demarreren?
Hpe ver is het nog?"
Zeven, acht paar schoenen slijt
hij per jaar tijdens de ontelbare
kilometers. Schoeisel van pak
weg driehonderd gulden. „Ik
ben niet zo gek dat ik op een
paar gympen van twee tientjes
ga lopen." Elke hobby kost
geld.
Meer dan een paar vetleren me
dailles en een paar bossen
bloemen levert zijn geploeter
evenwel niet op. „Commercieel
is de sport niet interessant.
Snelwandelen trekt niet. Boven
dien stelt het nationaal niveau
ook weer niet zo heel veel voor.
Ik heb welgeteld één sponsor.
Mijn tandarts. Door de sport
eet ik zoveel suikers, dat mijn
tanden eronder lijden. En dan
wil mijn tandarts me financieel
nog wel eens tegemoet ko
men."
Hij voelt zich miskend, maar zal
nooit klagen. Snelwandelen is
zijn sport, zijn keuze. Al sinds
1980, toen zijn moeder hem en
kele keren had meegenomen
tijdens wandeltochten en het
virus hem niet meer losliet. Zijn
pr's (1.32 uur op de 20 km en
4.17 uur op de 50 km) mogen er
best wezen.
Trots is hij ook op de overwin
ning in de Kennedymars, een
equivalent van bijna twee ma
rathons. Huntjens liet de mu
ziek in zijn benen klinken. „Ze
ventien, achttien keer ben ik ge
start. En nu heb ik eindelijk een
keer gewonnen. Weer een doel
bereikt. De titels waren in mijn
ogen het hoogst haalbare dit
seizoen."
Een langgekoesterde wens ging
in vervulling. Van een optreden
op het olympisch podium daar
entegen mag hij slechts dro
men. Deelname aan 's werelds
grootste sporthappening is voor
Pedro Huntjens niet weggelegd.
De bond heeft de lat te hoog
gelegd. Absqrd hoog. Met de
verlangde tijden zou hij dit jaar
bijvoorbeeld wereldkampioen
zijn geworden. Pedro Huntjens
blijft derhalve ook de komende
jaren geketend aan de nationale
evenementen.
Het is altijd wikken en wegen.
Waar doe je het eigenlijk voor?
Huntjens kijkt regelmatig in de
spiegel. Afgelopen najaar had
hij heel eventjes de buik vol van
de sport. Psychisch zat hij in
een dip. Het geheim van de ul
traloper zit niet in de voeten,
maar ligt in de geest opgesla
gen. Met de juiste geest moet
de pijn van de protesterende fy
sionomie worden verdrongen.
„Na een maand begon het weer
te kriebelen en kreeg ik weer
die drang om te gaan lopen. En
als je er dan niet aan toegeeft,
dan ben je verloren."
Pedro Huntjens is een atleet
met een eeuwige glimlach op
de ziel. Hij presteert in weerwil
van het Nederlandse topsport-
klimaat. Je moet een beetje gek
zijn, want je houdt er geen stui
ver aan over. Toch blijft
Huntjens zijn grenzen aftasten
en verleggen. „Het kan altijd
nog een beetje sneller."
Hij draait soms weken van 180
km. Ruim twintig uur vertaald
in tijd. Zonder morren. Meestal
in zijn onweerstaanbare eentje.
Gezin, sport, werk. Dat is zijn
volgorde van belangrijkheid.
„Ik houd van een vast ritme,
een vast patroon. Ik ben geen
vakantieman. Ik reis alleen als
ik me ook kan uitleven in het
rennen of het zwemmen."
Continu volhouden, doorzet
ten, afzien. Soms lonkt het
avontuur. Parijs-Colmar bij
voorbeeld, een non-stop wan-
delklassieker over ruim 500 ki
lometer. „Iets voor later",
meent hij. Want ofschoon hij in
Nederland al bijna alles een
keer heeft gewonnen, schuilt er
toch nog een zekere uitdaging
in het verbeteren van zijn per
soonlijke beste tijden. „In sep
tember liep ik mijn 500ste wed
strijd, dat is ook niet niks."
Bescheidenheid en trots strij
den om voorrang. Huntjens
blijft ingetogen, introvert. Gelijk
zijn collega snelwandelaars.
Gelijkgezinden. „We vormen
als het ware een grote familie.
Het is een klein, sociaal wereld
je en dat trekt me wel."
Soms voelt hij zich miskend en
onbegrepen. Vooral als er weer
zo'n malloot langs de kant
schreeuwt 'hé, moetje poepen'.
Pedro Huntjens lacht erom en
draaft in efficiënte, monotone
gang verder. De horizon voor
bij. Op zoek naar dat beetje
snelwandelgeluk. Een bosje
bloemen of een vetleren me
daille. De rijkdom der armen.
DEN HAAG GPD
DICK LOMAN
Het laatste dat ze willen is pa
niek zaaien. Toch vragen drie
Nederlandse onderzoekers aan
dacht voor acute dood van jon
gere sporters als gevolg van de
combinatie ontsteking van de
hartspier, griep en lichamelijke
inspanning. Actueel nu in ons
land een griepepidemie heerst.
De griep houdt huis. Ook in de
topsport. Gianni Romme moest
al heel vroeg besluiten om het
EK te laten lopen en collega Re-
nate Groenewold trok zich tij
dens het NK afstanden terug.
Tafeltennisser Trinko Keen mist
vanwege griep een wereldbe
kertoernooi in Sydney en Cha-
ne Staelens kon zich vorige
week pas laat mengen in de
olympische kwalificaliestrijd
van de volleybalsters in Ham-
burg-
Een griepvirus maakt geen on
derscheid en houdt al helemaal
geen rekening met belangrijke
data op de internationale top
sportkalender. Sterker nog: vi
russen lijken soms een voor
keur te hebben voor sporters
van naam. De verklaring is geen
ingewikkelde. Topsporters le
ven voortdurend op de grens
van belasting/overbelasting.
Het menselijk afweer- of im
muunsysteem is daar niet altijd
zo gelukkig mee en kan reage
ren met een tijdelijk 'dipje' in
het afweersysteem. Voor bij
voorbeeld luchtweginfecties dé
kans om toe te slaan.
De wetenschappelijke bena
ming voor dat dipje is 'tijdelijke
immunosuppressie'. Zo noe
men de onderzoekers Otten-
heijm, Van Enst en Mosterd het
in een onlangs in Geneeskunde
en Sport gepubliceerd weten
schappelijk literatuuronderzoek
waarbij bijna vijftig nationale
en vooral internationale bron
nen geraadpleegd werden. Het
is een poging tot meten op een
terrein waar dat uiterst lastig is,
namelijk dat van acute hart-
dood tijdens of binnen 24 uur
na sportieve inspanning.
Op zich geen nieuw onderwerp.
Zo is al lang bekend dat in ons
land jaarlijks ruim honderd
sporters, vooral in de (manne
lijke) leeftijdsgroep van 35 tot
55 jaar, slachtoffer worden van
'plotse dood'. Veelal is 'onder
liggende' haft- en vaatproble-
matiek in combinatie met in
spanning de oorzaak. Otten-
heijm, Van Enst en Mosterd
hebben expliciet aandacht voor
acute hartdood in de leeftijds
groep onder de 35 jaar. Zij stel
len vast dat op die jongere leef
tijd ontsteking van de hartspier
een niet te ondersch:
oorzaak is van acutel
Getallen kunnen zen
men. De percentage
derzochte literatuur1
van 2,5 42,5 procent
cent wordt het mees!
Tien procent van dej
honderd dus maarei
van
Myocarditis heet die
wezige', dus onzicl
steking. Myocarditis!
vensbedreigend won
volg van een combin
een virale ontsteking
venste luchtwegen ei
lijke inspanning. We
al: vooral omdat een
weinig of niets merk!
hartspierontsteking i
vooral (zeker) weten
rein heel moeilijk.
Er zijn echter ook sp:
wel (lichte) klachten
die kunnen duiden o
myocarditis, „maan!
porteren. De sporten u
eens bang om uitgesl1
worden van sportevfl
ten", schrijven dedri
top- maar ook breed!
goed ingevoerde omi
Sporters komen niet e
met klachten. Inderd
wege angst dat ze bij
hun plaats in de base
len, waarmee aangeg
wordt dat dit aspect!
dood beslist niet alle
topsporters die vaak
deel hebben mediscl
geleid te worden. „M
de recreanten, de art C
ballers enz", aldus b
schuwende
Van Enst en de binnr
diologie werkzame
en Mosterd, dé bekei
dr. Wim Mosterd.
Het drietal richt zich
alleen op de sporters
ook op de directe offl
(huisgenoten en in di a
trainer en teamgeno! c
ker ook de (huis) ait: a
mogelijk nog belang !ai
zaak van onder-rapp
myocarditis-klachteD
tief geruststellen vafl
door de arts. Deze do
.tomen nogal eensafi
toevalligheid." Degf 5n
gang daarachter is di
ervan uitgaat te maki
ben met een jongeer
gezonde sporter. Kb
pijn op de borst, mis >t
duizeligheid en trans 'e
moeten ook op jong o
tijd door de sporter,
ving en zeker de arts
eus genomen worde
geldt nog sterker in'
waarin een
gelden.