'Lester heeft mij bevrijd' ZATERDAG 15 JANUARI 2000 De jojo is al oud. In vroegere edities van het woordenboek van Ver- schueren stond zelfs een plaatje, voorstellende een jojo-speler, aan getroffen op een oude Griekse vaas. Het is duidelijk te zien dat de oude Grieken al eens jojoden. Helaas werd niet vermeld hoe de Grieken het speeltje noemden. Kevin Spacey: „Acteurs zijn detectives. We krijgen een paar sleutels mee over een personage, soms veel, soms weinig. Je bent voortdurend in situaties waarin je rondspeurt en vermoedens uittest. Je probeert dingen te be grijpen waarin je je normaal niet verdiept en komt zelfs in gebieden waar mensen zich meestal liever niet wagen." foto gpd Of Kevin Spacey de status van superstar al heeft bereikt, is voor discussie vatbaar. Vast staat wel dat hij een van de beste en meest intelligente acteurs is die de Amerikaanse cinema de laatste vijfjaar heeft opgeleverd. Gepokt en gemazeld in het theater, won hij met zijn filmrol in The Usual Suspects een Oscar in 1996 en dwong hij alom bewondering af met zijn rollen in Seven, L.A. Confidential, The Negotiator en Hurlyburly. Het voorlopige hoogtepun t van zijn carrière bereikt Spacey thans als Lester, zijn fenomenale hoofdrol in de zwarte huwelijkskomedie American Beauty, die op 20 januari in Nederlandse première gaat. De Oscars en Golden Globes liggen weer te lonken. Kevin Spacey: van enge rotzak naar gewone burgerman Kevin Spacey is er duidelijk over dat hij heel erg toe was aan de rol van Lester die hij speelt in American Beauty. „Ik heb vier en een half jaar lang gepro beerd mezelf naar een punt te brengen waarop ik een rol als deze zou kunnen spelen. Ik ben hem op het juiste moment tegengekomen. Ik had een reputatie gekregen in het spelen van ui terst doortrapte rotzakken en buitengewoon en ge, mysterieuze types. Maar in het theater had ik al zeventien jaar ervaring met types die veel menselijker zijn - die meer lijken op Lester en op wie ik zelf ben. Een gewone burgerman die on gelukkig is met zijn baan, slecht overweg kan met zijn dochter en moeite heeft om in zijn vrouw nog het meisje te herkennen op wie hij ooit verliefd werd. Het milieu waarin het speelt, kan ik goed herkennen, want ik ben zelf opge groeid in een suburb van Los Angeles. Mijn ou ders zijn 44 jaar getrouwd geweest, dus ook mijn noties over het huwelijk zijn tamelijk sterk. Vijf jaar geleden kwam ik tot het volgende in zicht. Als ik wilde vermijden nog riep jaar van mijn leven schurkenrollen te blijven spelen - ik had er veel geld mee kunnen verdienen - dan moest ik mijn filmcarrière net zo divers zien te maken als ik bij het toneel gewend was. Om die reden deed ik LA. Confidential, waar mijn perso nage al dubbelzinniger was - en je als kijker niet zeker weet hoe je over die man moet denken. Is hij nou zuiver op de graat of niet? Daarom deed ik ook The Negotiator, waar het publiek vast kon wennen aan mij als iemand die zelfs kon deugen. Ik had namelijk al vastgesteld dat de filmindu strie en zeker ook de journalisten en het publiek het meest van je houden in rollen die lijken op de rol waarin ze je het eerst zagen. Ik dacht vijf jaar nodig te hebben om daar iets aan te veran deren, om uiteindelijk ooit een keer een rol te kunnen krijgen als die van Lester in American Beauty en een regisseur te vinden als Sam Men- des die begreep wat ik wilde en bereid was me te steunen. Het gevaar van typecasting is niet alleen dat je als acteur telkens zo ongeveer dezelfde rol krijgt aangeboden. Men gaat ook nog eens denken dat je echt zo bent. In mijn geval werd dat vermoe den nergens tegengesproken, want ik had beslo ten de pers te ontwijken en geen interviews te geven - omdat ik daar allemaal geen zin in had. Zo ontstond de indruk dat ikzelf een duistere en mysterieuze engerd moest zijn. 'Hoe kan dat nou?', vroeg men zich in mijn familie af. Voor mijn vrienden en familieleden ben ik een open boek. Het was alsof er een mythe werd gecre- eerd. Ik heb mezelf wijs gemaakt dat het er niet toe deed, maar ik ging het desondanks onprettig vinden dat ik werd verward met rnjjn filmperso nages. Als dat dan toch gebeurt, vind ik het min der vervelend om te worden verward met deze I.ester, want hij is tenminste geen seriemoorde naar." Gevaarlijk en geestig Het is mogelijk American Beauty te zien als een satire over de Amerikaanse stijl van leven of over het huwelijk als achterhaald instituut of over een man met een midlife crise. Wat sprak Kevins Spacey het meeste aan? „Als Amerikaan die zich ervan bewust is dat de American Dream niet is wat men er vroeger van verwachtte, beviel het mij dat de draak wordt ge stoken met de dingen die wij beschouwen als succes. De dingen waardoor wij tevreden raken over onszelf, worden hier op zijn kop gezet. Ik dacht dat dit een heel erg progressief en subver sief script was; gevaarlijk en geestig. Het gaat over zaken die ook wel in andere films zijn be handeld - denk aan The Ice Storm, denk aan The Graduate - het is bekend terrein en toch maakt de benadering in het script van Alan Ball er iets geheel nieuws van. Bijna alsof je het voor de al lereerste keer ziet gebeuren. Het gaat over de dingen waar wij ons in het le ven aan vasthouden, maar die zijn ingepakt in commercie en materialisme. Wat me bevalt aan de ontwikkeling die Lester doormaakt, is dat hij tenminste zijn leven in eigen hand neemt, dat hij breekt met zijn frustraties en eindelijk die auto koopt die hij altijd al wilde hebben, dat hij de baas te grazen neemt die hem al jaren de strot uithing, dat hij probeert zijn fysieke conditie weer op peil te krijgen en dat hij zich openstelt voor een nieuwe verliefdheid. Dat alles brengt hem naar het moment dat hij beseft dat zelfs die dingen niet tellen - dat hij de echte verandering in zichzelf moet zoeken. Die les brengt hem naar een plek die bij hem past en waar hij rust kan vinden. En om elk misverstand uit te sluiten: met een midlife crisis heeft het allemaal nog het minst te maken. Een midlife crisis is een tijdsperiode van kortstondige gekte die weinig betekenis heeft en uiteindelijk alles onveranderd laat Waar we het over hebben is een wedergeboorte, een herwaar dering van alle dingen waarin Lester ooit heeft geloofd als echtgenoot, minnaar en vader." Omslagpunt „Ik ben altijd gedreven geweest door mijn nieuwsgierigheid. Ik word minder aangestuurd door mijn kennis als door de dingen die ik niet weet. Ik ben altijd op zoek naar nieuwe ervarin gen en ben daar ook niet bang voor. Ik ben geïn teresseerd in heel veel dingen in het leven en ik bezie de wereld met ironie. Een van de dingen die ik leuk vond aan deze rol was om bij Lester diezelfde geestesgesteldheid op te wekken. Aan vankelijk is hij zo vreselijk uitgeblust en gedemo raliseerd. Je ziet na verloop van tijd in de film die afgezakte schouders weer omhoog komen. Re gisseur Sam Mendes en ik waren het over eens dat er nergens in de loop van het verhaal een moment zou mogen zitten dat je als omslagpunt kunt aanwijzen. Je moest het hem van binnenuit langzaam en organisch zien opbouwen. Zo maakt hij zichzelf tot een ander mens. Ik zie verwantschap met het proces waar ik zelf als acteur de afgelopen vijf jaar doorheen ben gegaan. Ik ben eigenlijk voortdurend op zoek geweest naar Lester. Toen ik hem had ge vonden, heeft hij mij bevrijd. Ik vind acteren een perfecte manier om jezelf te ontdekken. Eigenlijk zou iedereen acteerles moeten nemen. Want ac teurs zijn detectives. We krijgen een paar sleutels mee over een personage, soms veel, soms wei nig. Die krijg je van een schrijver. Vervolgens krijg je sleutels over tegenspelers. Je bent voort durend in situaties waarin je rondspeurt en ver moedens uittest. Je probeert dingen te begrijpen waarin je je normaal niet verdiept en komt zelfs in gebieden waar mensen zich meestal liever niet wagen. En net als in het vak van de detective, word je sterker naarmate je de technieken beter beheerst en doelmatig leert gebruiken. Je hoeft er niet on ophoudelijk mee bezig te zijn. Ik ben niet ie mand die zijn personages mee naar huis neemt Mijn vriendin zou stapelgek van me worden. Je moet de schakelaar kunnen omdraaien. Het moet gaan zoals je ziet in die fantastische docu mentaire die gemaakt is over de opnamen van Kubricks film The Shining. Je ziet daar een scène waar Jack Nicholson speelt dat hij compleet door het lint gaat. Hij schreeuwt en krijst en trekt zijn gezicht in de meest vreeswekkende grimassen. Doodsbang word je van hem. Dan hoor je Ku bricks stem: 'Cut!' En Jack reageert of de stekker eruit is getrokken. Je hoort hem grinniken en dan volmaakt relaxed zachtjes zeggen: 'Was me dót even wat, hè jongens!' Zo hoort het en zo doe ik het ook.... Jazeker, Jack Nicholson is een van mijn favorieten." Spirit „Iets anders is dat je wel in staat moet zijn een bepaalde stemming vast te houden, wanneer bij voorbeeld de opnamen van een bijzondere scène over meerdere dagen worden gespreid. Een be paald emotioneel niveau dat verbonden is met een specifiek gevoel of idee, dient dan intact te blijven". Ik had wat dat betreft een opmerkelijke ervaring. Pal voor de opnamen van American Beauty begonnen, had ik- in een opvoering ge staan van The leeman Cometh, hier in Londen. En ik wist dat ik na de film zou terugkeren in The leeman Cometh in New York en diende dus er gens in me die lijn strak te houden van het to neelstuk: de spirit die ik daar had ervaren, de ca: maraderie, de affecties, de liefde - alles waar Eu gene O'Neill, de schrijver van het stuk, het over heeft - hield ik binnenin me opgesloten. Ik geloof dat ik deze film niet had kunnen spe len. als ik niet eerst The leeman Cometh had ge speeld. Dat heeft mijn acteren in American Beau ty meegekleurd. Vervolgens heeft mijn ervaring in American Beauty op zijn beurt een neerslag gekregen op mijn latere acteren in O' Neills stuk in New York. Dat is dus echt het mooie van acte ren. Elke film en elk toneelstuk biedt je informa tie, sleutels, waarmee je de volgende ervaring weer kunt verrijken." PI ETER VAN LIEROP Begin 19de eeuw moet de jojo erg popu lair geweest zijn. En dan niet bij kinde ren, maar bij volwassenen. Multatuli vertelt erover in Idee 1146 en 1148, en noemt het een 'joujou de Normandie', "t speel- en groettuig der beau monde van dien tyd, 'n paar palmhouten schyfjes aan 'n koord'. Een poosje geleden schreef ik daarover om dat ik mij verbaasde over dat 'groettuig'. Hoe begroette men elkaar destijds met een jojo? Dat weet ik nog steeds niet, maar wel kreeg ik een brief van een lezer uit Wilrijk die me terechtwijst. Ik had ver ondersteld dat ons woord jojo wel van het Franse joujou afkomstig zou zijn, zoals trouwens ook Van Dale denkt. Dat is vol gens deze dame niet juist. Het is niet van Franse origine, en ze beroept zich voor die mening op 'Le Petit Robert' die onder yoyo (of yo-yo) vermeldt dat het een handels merk is, waarschijnlijk van Chinese her komst, en verspreid via de Filippijnen. En dat het sinds 1931 zo is. Duden veronder stelt voor het Duits dat het woord uit Ame rika komt. Men zou daar nog aan kunnen toevoegen dat ook Larousse het een han delsmerk noemt, en dat het etymologisch woordenboek van Larousse ook het jaartal 1931 noemt. Hoe komt Van Dale zo dom om te denken dat het woord van Franse oorsprong is? En dat tegen het gezag van 'Le Petit Robert' en 'Larousse' in? Zullen de Fransen het zelf dan niet beter weten? Het is wel eens gebeurd dat ik in deze ko lommen iets onaardigs over Van Dale moest zeggen. Dat is, dunkt mij, onvermij delijk wanneer je zoals ik van mening bent dat onze grote woordenboeken een natio naal belang zijn en dus permanent onder werp van publieke discussie dienen te zijn. Ik ben daarin altijd zeer terughoudend en doe dat maar af en toe. Waarlijk niet omdat er niet genoeg stof voor kritiek zou zijn: wie erop uit is zou makkelijk een wekelijkse co lumn met kritiek op de dikke Van Dale kun nen vullen. Maar uit eigenbelang doe ik dat niet. Geef je te vaak kritiek, dan zouden de mensen gaan denken dat je in het café ru zie hebt gehad met een der redacteuren, of dat de directeur van Van Dale iets gehad heeft met je vrouw. Ik stel er prijs op om publiekelijk te verklaren dat dit niet het ge val is, voor zover mij bekend. En dat ik even graag de positieve kanten van Van Dale noem als de minder positieve kanten. Al leen bij Van Dale zelf zien ze dat nog niet zo. Wanneer bijvoorbeeld de publieke dis cussie door niemand minder dan Berode in De Standaard eens geopend wordt, rea geert men alsof... Maar nee, ik wilde vandaag nu juist eens iets moois over Van Dale zeggen. Na melijk dat ze daar bepaald een verstandiger idee hebben omtrent de herkomst van het woord 'jojo' dan enkele Franse en Duitse standaardwerken. Wat zijn de feiten? Ten eerste dat de jojo al minstens tweeduizend jaar oud is, en heel zeker geen uitvinding van 1931. Ten tweede dat dit speeltje al zo'n tweehonderd jaar in Frankrijk een 'joujou de Normandie genoemd wordt en al minstens honderd dertig jaar ook bij ons. Van Dale vermeldt bijvoorbeeld in zijn editie van 1872 bij 'jou jou': 'kinderspeelgoed, inzonderheid het voor eenige jaren zoo geliefde speelgoed, bestaande in eene houten schijf, die door en snoer uit en in de hand werd gelaten'. De 'Robert' vermeldt trouwens sub 'joujou' de bijvorm 'faire jojo'! Ik wil wel aannemen dat er in 1931 een of andere Filippijnse Chinees of Chinese Filippijn een handels merk deponeerde, maar dat was dan een slimme Chinees die zijn 'uitvinding' niet evengoed 'pak-pak' of'li-li' noemde maar uiteraard 'yo-yo' omdat het ding in feite al heel lang zo heette. Of de jojo nu vanuit de Filippijnen of van uit Amerika opnieuw populair gewor den is, weet ik niet. Maar ik vind het naief om de geschiedenis van het woord in 1931 te laten beginnen, zoals 'Le Petit Robert' en 'I-arousse' en 'Duden' denken. Onze Van Dale doet daar niet aan mee, en doet daar heel goed aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 57