Uur van de waarheid nadert 133 ZATERDAG 15 JANUARI 2000 Bram Peper is nu al beschadigd Het uur van de waarheid voor Bram Peper is aangebroken. Binnen enkele weken wordt het rapport over het declaratiegedrag van de voormalige burgemeester van Rotterdam en zijn wethouders aangeboden. Sjoemelde Peper met gemeentelijke creditcards en relatiegeschenken? Maakte hij van zakenreizen een vakantietrip? Of is de huidige minister van Binnenlandse Zaken het slachtoffer van laster van vijanden die hij makkelijker maakt dan fans? Bram Peper: omstreden (declaratie)gedrag als burgemeester van Rotterdam. foto archief gpd M M aar is minister van binnen- V'W M# landse zaken Bram Peper W W op wijdag 24 september 1999? Beseft hij dat in het Rotterdamse stad huis uitspraken worden gedaan die zijn le ven zullen gaan beheersen? Dat beschuldi gingen worden geuit die zijn ministerschap in gevaar brengen? Waarschijnlijk niet. Op die wijdag bevestigt burgemeester Op stelten dat bewakers en keukenpersoneel ja renlang fraudeerden met taxibonnen en overwerkbriefjes en dat drank en sigaretten op onverklaarbare wijze uit de keukenkasten verdwenen. Een aantal ambtenaren is ge schorst. Een kleine fraudezaak. In het stad huis wil men overgaan tot de orde van de dag. De geschiedenis neemt een andere loop. Als Chérie Rabbelier, een zomer lang een van Pepers medewerksters, hoort van de straffen voor het lagere personeel, zoekt ze contact met de media. Er is, zegt ze, aan de Coolsin- gel veel meer aan de hand. ,,lk loop me al ja ren op te weten van ergernis." Ze vertelt dat de voormalige burgemeester zijn wouw Neelie Kroes met vriendjes liet spelevaren op het gemeentelijke partyschip de Nieuwe Ma- ze, dat op buitenlandse reisjes voor Kroes een 'kofferdrager' meereisde en dat die reis jes soms meer weg hadden van vakantietrip jes. Maar wie is die Rabbelier dan wel? Een modale uitzendkracht, wordt er gescham perd. Het Rotterdams Dagblad kopt een dag later behoedzaam: 'Naam Peper valt in frau dezaak op de Coolsingel'. CDA'ers hebben al Kamerwagen gesteld. De naam Peper zal nog vaak vallen in de fraudezaak op de Coolsingel. Geruchtenstroom De raadscommissie Onderzoek van de Reke ning (COR) had al jaren het voornemen het declaratiegedrag van Rotterdamse collegele den te onderzoeken. Door 'omstandigheden' was het er evenwel nooit écht van gekomen. Lang niet iedereen aan de Coolsingel zat te wachten op een onderzoek met mogelijk ver gaande politieke consequenties. De PvdA, sedert jaar en dag de voornaamste leveran cier van bestuurders in het Rotterdamse, al helemaal niet. Ook voorzitter Hans den Ou dendammer van de COR, tussen '94 en '98 wethouder namens D66, toonde weinig trek. Hij was er rotsvast van overtuigd dat de be staande regelgeving inzake declaraties van de collegeleden de toets der kritiek kon doorstaan. Op die memorabele 'declaratiewijdag' valt alsnog de beslissing. Het onderzoek komt er! Maar deze aankondiging krijgt de geest niet terug in de fles. Er komt een geruchten stroom op gang over misstanden tijdens de Rotterdamse jaren van Bram Peper. De stroom is onstuitbaar en zwelt almaar aan. Sommige beschuldigingen worden openlijk geuit. Voormalig wethouder Nel van der Pol vertelt dat een bozige Peper haar ooit afraad de een privéverblijf in Hongkong voor eigen rekening te nemen. En later wordt uit haar mond ook nog eens de 'trekhaakzaak' opge haald. Peper had in de jaren '80 op zijn dienstauto een trekhaak laten monteren, op dat het paard van zijn toenmalige echtgeno te wat gemakkelijker vervoerd zou kunnen worden. Spannender zijn op dat moment de ge ruchten. Het kleine Rotterdamse politieke wereldje zindert van de verhalen over vakan tiereisjes, misbruik van de gemeentelijke cre ditcard en over bodes die tijdens privéfeest- jes bij Peper en Kroes in Wassenaar drankjes en hapjes uit de stadhuiskeuken uitserveer- den. Maar de anonimi schetsen zelfs niet bij benadering data en omstandigheden bij hun verhaien. Op Rabbelier na, praat niemand openlijk over wantoestanden. Media publi ceren derhalve niet. Het Algemeen Dagblad vindt één bron, die niet anoniem wil blijven. Carla de Koning - een voormalig medewerkster van Peper - klapt uit de school over dienstreizen naar exotische bestemmingen en over relatiege schenken (waaronder bloembollen!) die thuis in Wassenaar een mooi plekje kregen. De Koning bevestigt een deel van de geruch ten, al kan ook zij geen bewijzen overleggen. Wanneer het Algemeen Dagblad bijna jui chend bloklettert dat Peper van misbruik wordt beticht, wordt de 'stadhuisaffaire' een nationale zaak. Vijf weken na de ontboeze mingen van Rabbelier, trilt niet langer slechts Rdtterdam maar beeft ook het Bin nenhof. Corruptie van de minister van bin nenlandse zaken, de minister van integri- teitskwesties! Iedereen - van Kok tot Opstel ten - wil nu gauw het naadje van de kous we ten. De hamvraag: is Peper corrupt geweest in zijn Rotterdamse jaren? Corruptie In formele zin wordt gesproken van corrup tie als men publieke middelen voor het eigen voordeel aanwendt. Corruptie verschijnt ook wel ten tonele als nepotisme - het benoemen van familie, vrienden of politieke geestver wanten in openbare functies. Niet zelden kan corruptie welig tieren, doordat omstanders zich niet verzetten te gen het misbruik dat zich onder hun ogen afspeelt. Dat gebeurt als de overtreder zo al machtig is, dat niemand er wat van durft te zeggen. Maar corruptie kan ook zo diep zijn binnengeslopen in de gangbare cultuur, dat het niet.meer als zodanig herkenbaar is. De rijksrecherche ziet het aantal zaken rond sjoemelende overheidsdienaren jaar lijks toenemen. Opvallend vaak, onderstre pen deskundigen, floreert corruptie in gebie den waar een politieke stroming langdurig aan de macht is. In Limburg waren dat eeu wenlang KVP en CDA. In Rotterdam trok decennialang de PvdA aan de touwtjes. Trad op als allesoverheer sende macht. Als de onderzoekscommissie corruptie binnen 'oude' colleges aantoont, ligt de volgende vraag voor de hand: leidde de dominantie van elkaar afdekkende be stuurders van sociaal-democratische huize tot een corrupte bestuurscultuur? Vast staat dat op het Rotterdamse stadhuis tijdenlang chaos troef was, tenminste waar het de administratie van de declaraties be trof. Toen gemeentesecretaris Nico van Eek begin jaren '90 aantrad, verwonderde hij zich ten zeerste over elk gebrek aan declara- tieregels. Er kwamen nieuwe voorschriften. Gevolg: de informatie over het declaratiege drag van B en W over de periode 1990-1996 blijkt toegankelijker dan de administratie van bestuursuitgaven in de jaren tachtig. Aanvankelijk belooft de COR, onder druk van premier Kok en burgemeester Opstelten, rond half december met een eindconclusie te komen. Maar de omstandigheden werken niet mee. Het bonnenonderzoek vergt dui delijk meer tijd. Elders in het stadhuis wordt, met name door tegenstanders van een al te diepgaand onderzoek, hardop getwijfeld aan de kwaliteit van de onderzoekscommissie. Ook in logistiek opzicht gaat er nogal wat mis. Er wordt gebruik gemaakt van een ver ouderd adressenbestand. Een groot deel van de meer dan 25.000 brieven aan (oud)ambte- naren die opgeroepen worden eventuele misstanden bij de COR te melden (desge wenst anoniem), komt op onjuiste adressen terecht. Zelfs de brief aan gemeentesecreta ris Van Eek valt op de verkeerde deurmat. Kritiek op de COR komt ook naar buiten. Voormalig ambtenaar Piet Slijkerman vindt dat de onderzoekers een fout doel voor ogen hebben. Waarom, vraagt hij zich in een open brief af, is de commissie gefixeerd op fraude? Wat hem aangaat zou het beter zijn als de commissie uitgebreid in kaart ging brengen hoeveel carrières de horkerige ex-burge meester Peper vernietigd heeft. Slijkerman geeft een voorzet: ,,U hoeft slechts de personeelsadministratie open te slaan, en na te gaan wie er allemaal voor de ze man hebben gewerkt. Zet vervolgens hun ziekteverloop en hun afvloeiingsregeling op een rijtje. Op die manier kunt u een beeld krijgen van de formele en traceerbare schade die deze voormalige burgemeester heeft aan gebracht. En", zo besluit hij, „naar het per soonlijke leed kunnen we slechts gissen." Ook is er kritiek op de toonzetting van de COR-brieven. „Om te beginnen heb ik niks te melden over Bram en Neelie Peper. Mis schien jammer voor jullie", schrijft een dame uit Geervliet per omgaande. „Maar ik wil ook weieens mijn grieven kwijt betreffende dit onderzoek. Want als ik nou eens naga wat zo'n onderzoek allemaal gaat kosten, dan kunnen er een heleboel arme mensen met de kerst een goede maaltijd kopen In de brief wordt ook vermeld dat je ook anoniem kunt reageren, weten jullie eigenlijk wel dat de oorlog in 1945 afgelopen was Het is echter een vete die uitgespeeld wordt. Laat Bram en Neelie met rust." Zelfverzekerd Bram Peper voelt zich gesterkt door dit soort uitlatingen. Hij noemt de aantijgingen nog eens 'drek' en dreigt het Algemeen Dagblad met'een schadeclaim die - bluft hij - de dik huiden in diergaarde Blijdorp een mooie krabpaal zal opleveren. Zijn \touw Neelie gaat een stapje verder en scheldt een klager uit voor 'zwakbegaafd'. En Nel van der Pol liegt, roept Kroes in de media wanneer de kwestie rond het declare ren van privéreisjes nog eens wordt opgera keld. Hoe ze dat kan weten, vraagt een jour nalist. In de tijd van Van de Pol, de jaren '80, had ze immers geen relatie met Peper. Kroes: „Mijn man zegt het." Wanneer nieuwe onthullingen uitblijven, roept Peper diverse keren dat hem vanuit Rotterdam berichten bereiken die zijn on schuld bewijzen. Hij verwijst naar brieven van fractievoorzitters en naar geruststellende telefoontjes van burgemeester Opstelten. Pe per voelt zich beresterk. Opstelten staat aan zijn kant, meent hij. Die zeer zelfverzekerde houding van Peper irriteert de staf rond Opstelten. De kersverse burgemeester wordt 'gepiepeld' door zijn voorganger, die hem nota bene, als minister van binnenlandse zaken heeft aangesteld. Een openlijke ruzie met de minister lijkt nieuwkomer Opstelten niet wenselijk. Maar binnen zijn staf wordt het wel van het hoog ste belang geacht dat men de regie in deze affaire'terugkrijgt. In het stadhuis is het ambtenarenkorps in middels in rep en roer. Een ambtenaar spreekt van een 'sfeer van achterdocht en angst', ook al brengt een intern onderzoek van loco-gemeentesecretaris Adrie Liedorp nauwelijks misstanden aan het licht. Er komt een officiële brief aan alle ambtenaren. „U treft geen blaam in deze zaak." Ondertussen zoekt de COR, die meer dan honderd medewerkers van het accountants kantoor KPMG heeft ingeschakeld, naar nieuwe feiten. Vele tientallen medewerkers van Peper en (oud)wethouders worden geïn terviewd. De onderzoekers stuiten op opval lend veel buitenlandse reizen naar moeilijk te verklaren bestemmingen, op boottochtjes met de Nieuwe Maze waarvan passagierslijs ten ontbreken en op een enkele onduidelijke declaratie. Enkele geïnterviewden spreken openlijk hun twijfel uit over het nut van bepaalde uit stapjes en declaraties. De gevleugelde woor den van Peper ('Alles wat ik deed was func tioneel') worden afgedaan als grootspraak van de onaantastbare. Er ontstaat een beeld van een burgemeester die al te royaal en slordig declareerde. Van fraude willen weinigen spreken. Maar het beeld dat opdoemt uit alle verklaringen is duidelijk: Peper wist tijdens zijn burge meesterschap niet altijd onderscheid te ma ken tussen privé-uitgaven en uitgaven ten behoeve van het Rotterdamse belang. Hij af ficheerde zich als de kapitein die 24 uur per dag op de brug staat, maar vergat dat zelfs een burgemeester van de stad met de groot ste haven ter wereld, voor persoonlijke zaken zijn eigen portemonnee dient te trekken. Er zijn naaste medewerkers die het opne men voor hun voormalige baas. Een enke ling spreekt van 'zware zakenreizen' die in de verste verte niet leken op vakantietripjes. „Die reizen, dat was keihard werken. Om half acht werkontbijt. En tot middernacht in touw. We gingen van afspraak naar afspraak. En als je dan eens dacht dat je een vrije zon dag tegemoet ging, dan zei burgemeester Pe per: We gaan bedankbrieven schrijven." Gemis Uiteindelijk komen er. ook tijdens het boe kenonderzoek, nauwelijks feiten aan het licht die klip en klaar het predikaat 'fraude' rechtvaardigen. In feite stuit de COR op alle geruchten die de afgelopen maanden reeds de revue zijn gepasseerd. Maar de twijfels worden er niet minder om. Welk Rotterdams belang diende die zogenoemde handelsmis sie? Waarom zijn er geen passagierslijsten? Moest die aankoop werkelijk bij de gemeente Rotterdam worden gedeclareerd? De onderzoekers merken ook dat lang niet iedereen het achterste van zijn tong laat zien. Een enkele oud-wethouder voelt er zo weinig voor mee te werken aan het onderzoek, dat hij de verbaasde leden van de commissie tij dens z'n verhoor koeioneert. Het nekt de leden van de COR dat aan het onderzoeksteam geen professionele detecti ves of gehaaide politierechercheurs zijn toe gevoegd. Verklaringen kunnen niet of nau welijks op geloofwaardigheid worden ge toetst. Was het wel nodig dat Peper zo veel vuldig in Australië verkeerde? Het zou toch niet te maken hebben met een commissari aat van Kroes bij een afvalverwerker uit Syd ney...?! En wat deed Peper bijvoorbeeld in landen als Venezuela, Cuba en Indonesië"? Het zijn geen landen waar Rotterdam al te veel han delscontacten mee heeft. Peper kreeg er de kans beroemdheden te ontmoeten. Daarbij legde hij volgens voormalige reisgenoten een opvallende voorkeur aan de dag voor dicta tors. Na Ceaucescu en Honecker kon Peper mensen als Castro, Soeharto en Habibie aan zijn lijstje toevoegen. Ooit ging Peper op kos ten van de gemeente naar de bruiloft van de dochter van zijn persoonlijke vriend Habibie, korte tijd president en decennialang de tweede man in de Indonesische dictatuur. Op verbaasde reacties van gemeenteraadsle den reageerde Peper met de opmerking dat zijn bezoek in het 'landsbelang' was. En waarom moest Peper eind jaren '80 zo nodig naar Panama? En hoe haalde hij het in zijn hoofd om daar op voet van vriendschap te verkeren met de toen al zeer omstreden dictator Noriega? Ooit liet Peper kennissen trots een videoband zien. Bram samen met Manuel Noriega, wiens dochter een blauwe maandag aan de Erasmus Universiteit Rot terdam studeerde, in een hotelkamer. De burgemeester en de toenmalige grootgrutter in cocaïne sloegen elkaar op de schouder. Dronken een glas. Zongen eens wat. Een aar dige man die Noriega, vond de huidige ex cellentie van binnenlandse zaken destijds. Leedvermaak De COR zal naar verwachting binnen enkele weken haar eindrapport presenteren, waar uit op z'n minst twijfel zal doorklinken over de kwaliteit van het declaratiegedrag van burgemeester Peper. Zelfs de minste twijfel kan dodelijk zijn voor een minister die inte- griteitskwesties in zijn portefeuille heeft. De politiek heeft het laatste woord. Hoe zal het verder gaan met dr. Abraham Peper (Haarlem, 1940)? Zijn vermeende ge sjoemel heeft leedvermaak gewekt. De bui tenwacht kende de hoogmoed van de grillige intellectueel Peper, en wacht nu op de val. Alom doen grappen en verhalen de ronde. In de kroeg, op straat, in het stadhuis, bij Youp. De afgelopen maanden temde Peper z'n ergernis naar vermogen, hij liet zijn werk voorgaan. Je zag hem praten over de veilig heidsaspecten van EURO 2000, over het fouilleren in de Millinxbuurt. Maar je zag ook zijn zorgen. De ontheemde blikken, Da gen daarna opeens.weer de woede en de bit terheid. Ook de leden van de COR-commissie on dervonden het aan den lijve. Tijdens hun eerste onderhoud met Peper in het kantoor van de KPMG-accountants in Den Haag kre gen ze een tot in z'n vezels getergde ex-bur- gemeester te zien. Een enkeling vergeleek hem met de Amerikaanse legergeneraal (glansrol van Jack Nicholson) tijdens de sleu telscène uit de film 'A Few Good Men'. De voor het gerecht gedaagde generaal geeft een openbaar aanklager zijn vet nadat deze het waagt hem te schofferen. Ook Peper keerde zich vol dédain tegen zijn 'aanklagers'. Hoe haalden ze het in hun hoofd hém, Bram Peper, de minister en ex- burgemeester die zo gepassioneerd z'n werk doet, die de publieke zaak zozeer is toege daan, lastig te vallen over allerlei declaratief eitjes, centen, pietluttigheden! Maar wat de uitkomst van het onderzoek ook moge zijn, Bram Peper is voorgoed be schadigd. WESSEL PENNING

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 51