In Natura
Alternatief antibiotica bij kippen
Muis en mol
Grootste oog ter
wereld bijna op sch
Gemanipuleerde mais leidt tot extra gif
Ballon boven Antarctica meet kosmische straling
WOENSDAG 12 JANUARI 2000
160
MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELING/
Kinderboeken en tekenfilms doen ons geloven dat muizen
leuke en gezellige beestjes zijn. Ze zitten in hun holletje knus
bij de kachel en drinken thee of doen een spelletje. Opa muis
leest de krant en oma tuurt door haar brilletje tevreden naar
haar breiwerk. De enige vijand is de kat, maar die blijkt altijd
weer de underdog nadat de muizen hem te slim zijn af ge
weest. Het muizenbestaan is prettig en geriefelijk. Alles loopt
op rolletjes en wij volgen onze kleine vriendjes met warmte in
ons hart.
Wie zou er geen muis willen zijn? Nou, ik niet! En, als ik voor
de muizen mag spreken, muizen ook niet! Hun leven is één en
al ellende en gevaar. Bijna alle niet-vegetariërs in de dierenwe
reld lusten graag muis en het gevolg is dat het merendeel van
de muizen in de magen belandt van medeschepselen. Moord
en doodslag is troef in de muizenmaatschappij. Een Peter R.
de Vlies-muis zul je in hun wereldje dan ook niet aantreffen:
misdaad is er zo gewoon, dat ze niet eens meer wordt opge
merkt.
Opa's en oma's zijn er dan ook simpelweg niet: niemand
wordt oud. Als een muis zo gelukkig is dat hij zijn tweede win
ter ingaat, kan hij meestal al niet meer meekomen. In de herfst
zijn er zoveel muizen als gevolg van gigantische zomerse ge
zinsuitbreidingen, dat het beschikbare voedsel zuinig verdeeld
moet worden. Jonge muizen - brutaal, snel en sterk als ze zijn
- snaaien het weg voor de neus van hun paps en mams en
schaarse grootouders. De oudere muis moet zijn positie in de
groep afstaan en verliest uiteindelijk zelfs de greep op zijn ter
ritorium. Van lieverlee moet hij zich zien te redden op een
plekje waar veel minder te halen valt.
Worden de weersomstandigheden slecht, dan wordt het on
dervoede beestje bezocht door ziekten, wormen en andere pa
rasieten. Tegen die tijd is het moment aangebroken dat hij een
gemakkelijke prooi vormt voor een uil, een buizerd of een vos,
als hij al niet gewoonweg bezwijkt aan zijn kwalen. Zo gaat het
als je een muis bent. Terwijl er in de herfst wel een paar hon
derd muizen leven op elke hectare grond, is er soms op dat
zelfde gebied in de lente slechts één over, vooral natuurlijk na
een strenge winter.
Een poosje daama krioelt het echter alweer van de muizen.
We hebben het over bosmuizen en die stichten al in het vroe
ge voorjaar een gezin, waarna ze zich tot in de herfst als idio
ten blijven voortplanten. Massaal gaan ze de winter in en pro
beren dan het hoofd boven water te houden door hun menu
te wijzigen, 's Zomers eten ze graag allerlei insecten en slak
ken, vruchten en bessen, maar in het najaar bestaat hun voed
sel noodzakelijkerwijs voornamelijk uit zaden, noten en eikels.
Die zijn er dan in overvloed en de muizen zijn zo verstandig er
een voorraadje van aan te leggen voor slechtere tijden.
Wat dit betreft hebben ze het beter geregeld dan spitsmuizen.
Die eten alleen maar dierlijke kost, zoals insecten, spinnen en
slakken. Omdat deze prooi 's winters niet of nauwelijks voor
handen is, vergrijpen spitsmuizen zich dan vooral aan wor
men. Ze krijgen echter een groot probleem wanneer het flink
gaat vriezen, zodat de wormen steeds dieper de grond in krui
pen. Op zeker moment kan de spitsmuis er niet meer bij en is
voor hem het verhaal uit. Plotseling uit, want een spitsmuis
moet dagelijks ongeveer zijn eigen gewicht aan voedsel veror
beren. Eén dag geen eten op tafel en het is afgelopen.
Bij strenge vorst weten mollen nog wel aan hun dagelijkse
portie voedsel te komen. Ze volgen simpelweg de wormen de
diepte in. Dat er dan veel graafwerk moet worden verricht is
duidelijk en de grote hoeveelheden molshopen getuigen 's
winters van de bergen grond die zijn verzet. Alle weggegraven
aarde wordt naar boven gedrukt om uiteindelijk aan de opper
vlakte opgeduwd te worden tot een molshoop. Hoe meer er
gegraven wordt, hoe meer molshopen, hetgeen dus alles van
doen heeft met hoe diep de wormen zitten als gevolg van de
temperatuur.
Soms is het zo fel en langdurig koud, dat zelfs mollen niet
meer bij de wormen kunnen komen. Ze wagen zich dan aan
de oppervlakte om op zoek te gaan naar dode muizen en vo
gels of naar andere kadavertjes. Dan vallen ze zelf heel gemak
kelijk ten prooi aan bovengrondse hongerige vleeseters: bui
zerds, marterachtigen, vossen, kraaien, meeuwen, valken en
ga zo maar door.
Een groot gevaar wordt gevormd door reigers. Die staan ge
duldig te wachten boven een mollenterritorium, waarbij ze el
ke beweging bespeuren die ondergronds plaatsvindt en zich
manifesteert door trillingen aan de oppervlakte. Zodra de mol
zich laat zien, slaat de reigersnavel toe. Soms spietsen de rei
gers het diertje gewoonweg aan de snavelpunt, alsof deze een
speer is. In één hap is de zwarte grondbewoner verdwenen in
het donkere gangenstelsel van de reigeringewanden, waar hij
zich echter minder zal thuisvoelen dan waar hij vandaan
kwam.
Het is dus onverstandig van mollen om uit de grond te komen.
Daar beneden heeft hij immers bijna niets of niemand te
duchten. Er is geen dier dat de mol onderaards kan bevechten,
laat staan de baas is. Op één uitzondering na: de wezel. Dat
beestje wurmt zich met het grootste gemak door openingen
ter grootte van een rijksdaalder en mollengangen vormen dus
geen enkel probleem. Hij dringt het duistere gangenstelsel
binnen, zoekt de mol op en brengt deze in diens grafdonkere
domein om.
Hoe het verder gaat, weet ik niet. Dat het onverstandig is zich
ter plekke de buik vol te eten aan de mol, lijkt me duidelijk.
Met een flink gevulde maag loopt het wezeltje immers de kans
vast te blijven zitten in een nauwe gang.
THEO SCHILDKAMP
P U Z Z E
Cryptogram
Horizontaal: 1Heimelijk overtrokken (6);
4 Voetballers die niet doorgaan (8);
6. Hinderlijk zwaar om te dragen (4); 8. Zo
stil kan'het periodiek zijn (4); 9. Weinig
mensen weten dat de liefde niet geheim is
(9).
Verticaal: 1Toonhoogte van een vrucht
(3); 2. Duivelse aanslag (5); 3. De tekst
van hoofdwater(4); 5. Benauwd voor een
drank, meisje? (6); 6. Lap zonder manieren
(4); 7. Geknepen bandje (4); 8. Ga eens
door de knieën voor een wapen! (4).
Antibiotica in veevoer wordt
sterk aan banden gelegd om
groeiende resistentie tegen bac
teriën bij mens en dier te rem
men. In de Verenigde Staten is
een mogelijk alternatief gevon
den voor kippen. Door de vo
gels in te enten met antilicha
men uit hun eieren worden ze
niet ziek en blijven ze onver
minderd productief.
„De nieuwe aanpak verhoogt
zowel de dierlijke als de mense
lijke gezondheid", meent dier-
wetenschapper Mark Cook van
de Universiteit van Wisconsin
in Madison. Het preventief ge
bruik van antibiotica als peni
cilline in veevoer is sinds de ja
ren vijftig gebruikelijk. De die
ren worden niet ziek, groeien
sneller en zijn eerder produc
tief. Maar de nadelen van deze
methode worden nu pas duide
lijk. Er is een groeiend aantal
ziekteverwekkende bacteriën
dat niet meer gevoelig is voor
de meeste antibiotica. Dat geldt
niet alleen voor de dieren, maar
ook voor de consument.
Daarom wordt in Europa pre
ventief gebruik van antibiotica
sterk ingedamd. In Amerika is
men minder streng. Niettemin
wordt daar eveneens gezocht
naar bruikbare alternatieven.
In de jaren vijftig ontdekten on
derzoekers dat koeien, varkens
en kippen die antibiotica kre
gen toegediend, sneller groei
den dan andere dieren. De boe
ren konden hierdoor hun die
ren eerder op het slachtgewicht
krijgen tegen lagere kosten.
„Maar men wist alleen niet hoe
antibiotica dat voordeel tot
stand bracht", zegt Cook.
„Eerst dacht men dat de ziekte
verwekkende microben de
groei afremden. Maar nu weten
we dat het immuunsysteem
verantwoordelijk is voor de
groeiachterstand bij een infec
tie."
Cook houdt zich uitsluitend be
zig met pluimvee. „Hennen en
slachtkuikens reageren hetzelf-
Antibiotica in veevoer wordt sterk aan banden gelegd om
groeiende resistentie tegen bacteriën bij mens en dier te rem
men. foto ANP
de op een slechte afweer als
mensen dat doen bij griep",
zegt hij. „Ze willen niets eten,
hun spieren worden slap en ze
verliezen snel gewicht."
De reden is, legt Cook uit, dat
bij een aanval van een li-
chaamsvreemde belager, zoals
een ziekteverwekker, de witte
bloedcellen cytokinen afschei
den. Deze chemische bood
schappers zorgen dat de maag
peptiden (kleine eiwitten)
maakt die de eetlust van de die
ren wegneemt. De cytokinen
zorgen er tevens voor dat de
spieren verzwakken en afbre
ken. Cook heeft twee verbindin
gen getest waardoor de vogels
net zo snel groeien als vogels
met antibiotica in hun dieet. De
verbindingen rekenen niet af
met de bacteriën, maar blokke
ren de weg die leidt tot verlies
van lichaamsgewicht.
Het eerste is een antilichaam
dat door Cook is geïdentifi
ceerd. Deze antistof bindt de
maagpeptiden en voorkomt op
die manier dat de vogels hun
eetlust verliezen. De kippen
blijven gewoon dooreten, ter
wijl hun immuunsysteem de
belagers aanvalt.
Cook heeft een methode ont
wikkeld om antilichamen mas
saal te laten aanmaken in eie
ren. Gedroogd eipoeder van de
ze vogels kan worden gegeven
aan grote koppels leghennen of
slachtkuikens. De antilichamen
uit de eieren verhogen de voed-
selbenutting en groeisnelheid
zonder te leiden tot resistente
bacteriën. Cook heeft inmiddels
patent op deze methode. Een
Amerikaans bedrijf met exclu
sieve rechten werkt aan een
methode voor grootschalige
productie.
Cook kwam bij proeven met li-
nolzuur tot dezelfde positieve
resultaten. Linolzuur is een on
verzadigd vetzuur dat bepaalde
vormen van kanker voorkomt.
De onderzoeker meent dat li
nolzuur tevens de boodschap
bevat om te voorkomen dat
spiercellen afbreken.
De bioloog vermoedt dat de
moderne pluimveestapel een
zwakker immuunsysteem heeft
dan vijftig jaren terug. De oor
zaak hiervan ligt volgens hem
in de eenzijdige selectie op
snelle groei. „Dieren die sterk
reageren op ziekten, vaccinatie
en andere immuunprikkels
eten minder en verliezen spier
massa. Veredelaars kunnen nu
niet kiezen voor vogels met een
sterk immuunsysteem, omdat
dat dieren zijn die langzamer
groeien en daar zit de pluim
veehouder niet op te wachten."
Door de dieren antilichamen en
linolzuur te voeren in plaats
van antibiotica kunnen verede
laars toch selecteren op dieren
met een sterk afweersysteem.
Dat leidt op den duur tot dieren
die beter in staat zijn infecties
op eigen kracht onder de duim
te houden. De behoefte aan an
tibiotica om zieke dieren te be
handelen wordt hiermee nog
verder teruggebracht.
PETER DE JAGER
De allergrootste telescoop ter
wereld nadert zijn voltooiing.
Very Large Telescope (VLT)
heet hij en alles er op en er aan
is ongekend groot. Dat geldt
voor de afmetingen, maar ook
voor de optische en mechani
sche precisie. De reus, eigen
dom van het Europese astrono-
mieconsortium ESO (European
Southern Observatory), verrijst
op de top van de berg Paranal
in Chili. Daar zijn de meteoro
logische omstandigheden voor
sterrenkundig onderzoek bijna
ideaal.
De VLT moet omstreeks medio
2001 in gebruik worden geno
men en zal bestaan uit vier
apart opgestelde reuzentelesco-
pen elk met een spiegelmiddel
lijn van 8,2 meter. De beelden
van deze telescopen zullen digi
taal worden samengevoegd en
gevieren functioneren ze dan
als een grote telescoop met een
spiegelmiddellijn van ruim zes
tien meter. Een enkele tele
scoop met zo'n spiegel zou bij
na onoverkomelijke technische
en optische problemen opleve
ren en dus bijzonder kostbaar
worden. Met vier 'kleinere' tele
scopen bereikt men hetzelfde
optische resultaat, maar veel
goedkoper.
De kolossale gebouwen waarin
de vier VLT-telescopen zijn ge
huisvest, zijn al klaar. Op bij
gaande foto, medio december
genomen tijdens ondergaande
zon, staat vooraan het gebouw
waarin al het geraamte van de
VLT-telescoop, genaamd Yepun
is opgesteld. Daarachter staan
de gebouwen van de andere
drie VLT-reuzen met van links
naar rechts die var
en en Melipal.
Yepun is in Chileei
hetzelfde als Sirius
ster van het sterrer
Hond die nu 's avo
een opvallend held
de zuidelijke heme
kelen. De vier VLT-
hebben allemaal a|
gekregen tijdens e<
leense schoolkinde
jaar uitgeschreven
De eerste VLT-tele;
de naam Antu: zon
Kueyen: maan. Anl
1998 in gebruik gei
Kueyen begin 1999
kent dat de VLT al
operationeel is. De
reus kreeg de naan
Zuiderkruis. Het Zi
aan de zuidelijke sl
een overbekend st<
De spiegel van Mei
lopen herfst aangel
precieze stand daa
nu verfijnd.
Yepun's spiegel we
makers in decembi
overgedragen aan
ding. Die spiegel w
gens het summum
nauwkeurigheid ge
gens op het bijna 5
meter grote spiegel
bedraagt de afwijki
achtmiljoenste mill
betekent straks dus
pe VLT-beelden. Al
over zo'n anderhall
goed gaat kijken zo
over het heelal wel
goed kunnen verar
BEN APELDOORN
Tegenstanders van transgene
planten' hebben weer een
nieuw argument in hun strijd.
Boeren met maïs dat is voor
zien vein het Bt-gen, moeten ex
tra spuiten. Daarmee is het mi
lieuvoordeel dat dit gemanipu
leerde gewas had moeten bren
gen volledig onderuit geschof
feld.
Het ingebouwde Bt-gen zorgt
ervoor dat de maïs geen last
heeft van de maïsboorder. Een
zelf aangemaakt gif rekent af
met de larven van dit insect.
Maar de Bt-planten krijgen last
van andere plagen, zoals blad
luis en kevers.
Het Zwitserse Novartis heeft dit
naar buiten gebracht in een ar
tikel in de New Scientist van l£
december. Het lijkt erop dat ze
hiermee haar eigen ruiten in
gooit, want dit bedrijf heeft de
plant zelf op de markt gebracht.
Maar de onderneming maakt
dit nadeel wereldkundig, omdat
ze nu een combinatie heeft ge
vonden van bestaande pestici
den die gezamenlijk afrekenen
met de plaaginsecten. Een pa-
tentaanvraag is al de deur uit.
Als het patent eenmaal is er
kend, zal het ook worden ge
bruikt op transgene gewassen
van de grote Amerikaanse con
current Monsanto.
Critici hebben hun twijfels en
willen eerst harde bewijzen dat
de combinatie inderdaad min
der belastend is voor het mi
lieu. Zo zitten er ook pesticiden
tussen die minder vriendelijk
zijn voor de omgeving, zoals
carbamaten. Deze gifstof werkt
op het zenuwstelsel van de in
secten, maar kunnen ook vo
gels, vissen, wild, bijen en zoog
dieren aantasten.
PETER DE JAEGER
's Werelds grootste telescoop in aanbouw. Hij bestaal
telescopen, elk met een spiegelmiddellijn van 8,2 mei
Op bijna 40 kilometer hoogte in
de ijzig koude atmosfeer boven
het Amerikaanse onderzoeks-
station McMurdo op het ijscon-
tinent Antarctica zweeft een
enorme, met waterstofgas ge
vulde ballon. Eronder hangt
een pakket meetinstrumenten.
Doel: intensiteit en aard van de
kosmische straling meten en
nagaan welk materiaal of com
binatie van materialen daarte
gen de beste bescherming
biedt.
Kosmische straling is schadelijk
voor organisch materiaal en
gaat bovendien vrijwel onge
hinderd door de doorgaans
dunne, lichte wanden van
ruimtevaartuigen. Een continue
bedreiging dus voor de astro-
en kosmonauten die straks het
internationale ruimtestation
moeten gaan bemannen. En
vooral ook voor toekomstige
reizigers naar de planeet Mars,
want die zullen zo ongeveer
drie jaar lang onafgebroken
blootgesteld zijn aan kosmische
straling.
Als het weer het toelaat worden
de apparaten binnenkort weer
naar beneden gehaald en opge
stuurd naar de laboratoria van
NASA's Marshall Space Flight
Center (MSFC) in Maryland.
Fysicus Leo Howell, verbonden
aan de werkgroep kosmische
straling van het MSFC legt uit
waarom voor Antarctica is ge
kozen.
„Nabij de magnetische noord
en zuidpool wijzen de magneti
sche veldlijnen van onze aarde
loodrecht omhoog en is sprake
van de minste storingen. Hoog
In het Russische ruimtestation MIR hebben kosmonauten meer dan tien jaar lang gewerkt zonder
enige bescherming tegen kosmische straling. foto cpd
in de dampkring zijn de meeste
kosmische deeltjes nog niet te
loor gegaan in de luchtlagen.
De laatste tientallen jaren zijn
er met satellieten wel metingen
van kosmische straling gedaan.
Maar die kwamen allemaal tot
stand in steeds weer andere de
len van het magnetische veld
rond de aarde. Daardoor is er
van nauwkeurige, onderling
goed vergelijkbare registraties
zo goed als geen sprake."
De magnetische veldlijnen van
het aardmagnetische veld, dat
gegenereerd wordt door stro
mingen in de vloeibare delen
van de metaalkern van onze
aarde, doen de kosmische stra
lingsdeeltjes afbuigen en ver
dwijnen. Volgens Howell komt
dat simpelweg, omdat de deel
tjes zelf elektrisch geladen zijn
en, dus, gevoelig voor magne
tisme.
„Bij de naam kosmische stra
ling zou je denken dat het om
eenzelfde soort golfstraling zou
gaan als bijvoorbeeld licht",
zegt Howell. „Het lijkt daar ech
ter niet op. Vaak zijn het kale
atoomkernen, ontdaan van hun
elektronen, die bij heftige pro
cessen in de kosmos snelheden
HEINZ
krijgen die bijna gelijk zijn aan
dat van het licht. Ze kunnen
ook vrijkomen bij zware uitbar
stingen op onze zon."
„Het meest schadelijk zijn zwa
re atoomkernen die met bijna-
lichtsnelheid door het heelal
schieten. Die kun je in zekere
zin vergelijken met dum-dum-
kogels op atomaire schaal: als
ze ergens tegenaan botsen ver
splinteren ze als het ware. Dat
brengt de meeste schade aan li
chaamsweefsel toe."
Het ballonexperiment bestaat
uit een aantal zogeheten dosi
meters die achter schermen
van uiteenlopende dikten en
samenstelling staan opgesteld.
„Hiermee willen we nagaan
welke combinatie de beste be
scherming biedt", aldus Ho
well. „In het laboratorium geeft
de combinatie aluminium en
polyetheen, een soort plastic,
de beste resultaten. Heel be
langrijk in de ruimtevaart: het is
relatief licht. Uit de proeven
moet blijken hoe de toekomsti
ge wanden van ruimtestations
en -schepen samengesteld
moeten zijn om de bemanning
de beste bescherming te garan
deren."
„Bijvoorbeeld de buitenwand
van een paar centimeter dik
aluminium, en tien, vijftien
centimeter daarbinnen een tien
centimeter dikke polyetheen-
wand. In de tussenruimte zou
eventueel ook nog een gas of
zelfs een vloeistof kunnen wor
den aangebracht om kosmische
straling verder onschadelijk te
maken."
Op deze manier, zo vindt Ho
well, kunnen astronauten ja
renlang zonder wezenlijke
schade aan hun lichaamsweef
sel in de ruimte verblijven.
„Een van de twee grote proble
men van langdurige ruimterei
zen zou dan zijn opgelost", stelt
Howell. „De ander wordt ge
vormd door botontkalking en
andere lichamelijke afwijkingen
door langdurige gewichtsloos
heid. Maar daarmee houd ik
me niet bezig."
BEN APELDOORN
Pimpelt
Opzichtig felgekleJ
lijke pimpelmezen i
meer zonen dan hu
soortgenoten. Voor
wel dat de vrouwtje
vallende kleuren ku
Zweedse ornitholoj
universiteit van Up
dekten dat vooral d
blauw van vaders ve
het aantal zonen be
Voor mensen lijken
mezen op elkaar en
mannetjes nauwelij
vrouwtjes te onders
Maar vogels kunne:
dan mensen, het ul
deel van het kleurei
zien. Mannelijke pi
hebben meer ultrav
ren dan vogels van
geslacht. De vrouw
duidelijk voorkeur:
ners met een sterkI
spiegelend verenklf
violette weerkaatsii
baai' een goed crite
keuze van een parti
blauwere vogels - v
nog een raadsel - ei
kans maken de win
ven.
De verhouding ma
vrouwtjes in het bn
mede bepaald dooi
keurkeuze van het:
felgekleurde mann
altijd vader van een
voornamelijk manr
gen bevat. Toen de
kers de kleuren van
tjes maskeerden ve
merkelijk genoeg h
de broedsamenstel
PETER DE JAEGER
Oplossing van dinsdag:
kelk-kakel-Fakkel
albe-balie-Labiel
veer-revue-Oeuvre
kerk-akker-Rakker
sein-nimes-lmmens
lias-salie-Saline
lans-salon-SaJoon
laan-alant-Aantal
nest-sante-Naaste
pret-pater-Tapper
Gevraagd woord: FLORISSANT
KOMT P£ FlUrmZ
MAUS AMPTE TO$£A/. „PV&TJtJ
/*1FS^CA//£A/ <S0£/£ AMAM
WOP /Y1/J/V ZtXWTJ£AP?"