n
Op de bres voor normen en waarden
u
Afscheid van legendarische stripfiguren
fa
ZATERDAG 8 JANUARI
Jaap de Ht
'jop üciïhjfer handt moed
Een samenleving die
niet meer weet wat
haar belangrijkste
waarden en normen
zijn, raakt de weg
kwijt. Jaap de Hoop
Scheffer, CDA-leider,
wil dat Nederland zich
weer afvraagt wat voor
land het wenst te zijn.
Hij weet het al: 'Wij
zijn gestempeld dooi
de christelijke cultuur
en dat moet zo
blijven'. Nieuwe eeuw,
oude waarden?
aap de Hoop Scheffer, leider van het
I Christen Democratisch Appèl, klampt
f zich vast aan een nieuwe eeuw. Eens
toch het moment aanbreken dat de naas
tenliefde het weer begint te winnen van het
platte materiële eigenbelang?
„Dit is Nederland", zegt hij en bij elk
woord tikt zijn vlakke hand op de gepolijste
tafel. „Dit is een samenleving, die is gestem
peld door de christelijke cultuur." Weer die
hand om de woorden kracht bij te zetten:
„En dat moet zo blijven."
De Hoop Scheffer zette in 1986, met een
zekere en boeiende diplomatencarrière in
het verschiet, de stap naar het Binnenhof.
Het CDA regeerde, partijleider Lubbers do
mineerde, en no nonsense was het credo
aan het Binnenhof. Nu, een politiek mensen
leven verder, wacht de huidige leidsman in
de oppositie tot het tij keert voor zijn partij,
die inmiddels de macht en bijna de helft van
haar zetels in de Tweede Kamer kwijt is.
Dat het tij zal keren, heeft De Hoop Schef
fer voorspeld, en hij moet ook wel. In zijn
'millennium-rede', voorjaar 1998, zag hij een
grote toekomst voor politieke bewegingen
die zich richten op de immateriële vragen.
Paars-1 stoomde, met haar materiële succes
sen, op dat moment op naar een klinkende
verkiezingszege, en de eerste campagne van
De Hoop Scheffer faalde. Maar de CDA-lei
der wilde destijds verder kijken, de 21ste
eeuw in.
„Het is waar, ik wil met mijn fractie in een
traditie staan. Van Agts ethisch reveil, het fa
milie- en gezinsbeleid van mijn voorganger
Heerma, onze aandacht voor normbesef. Het
zijn hele belangrijke thema's, waar Paars niet
aan toe komt. Paars negeert het debat over
waarden en normen. Het zicht van de Paarse
partijen op waarden en normen wordt ver
troebeld door de hoge welvaart. Eigenlijk
moet je vaststellen dat het waarden- en nor
mendebat aan het Binnenhof volledig ont
breekt. Het wordt daarbuiten gevoerd. In de
samenleving. Daar richten wij ons ook op. In
de samenleving komt bijna elke discussie
daarop uit."
Hier ligt een taak voor het CDA, zegt hij
met nadruk. Daarom ging hij destijds ook in
de politiek. „Eeuwenoude, door het joodse
en christelijke geloof geïnspireerde waarden
hebben grote invloed gehad op dit land.
Daar vloeiden normen uit voort, die in mijn
jeugd volstrekt vanzelfsprekend waren, maar
later niet meer.
Dat vervult me wel eens met weemoed,
maar weemoed is niet genoeg. Ja, het emo
tioneert me als ik zie dat waarden, zoals res
pect voor een ander, niet meer worden be
leefd. Ik kan er niet tegen als ik in de bus nie
mand zie opstaan voor oude mensen. Dat
werd er bij ons thuis ingehamerd. En nu? Die
emotie hielp om voor het politieke vak te kie
zen."
Warme gevoelens krijgt De Hoop Scheffer
(50 inmiddels) als hij terugdenkt aan de ge
borgenheid van de roomse zuil waarin zijn
jeugd werd doorgebracht. Daar werd het
woord naastenliefde 'dik geschreven'. „Net
als respect, en betrokkenheid." Het was een
overzichtelijke wereld en geen onaangena
me. Harmonieus gezin, niet al te orthodoxe
ouders. „Zes dagen per week naar de vroeg
mis, vóór school? Vier keer is ook wel ge
noeg, zeiden mijn vader en moeder. Later
bedachten ze dat een niet-katholieke tennis
club ook goed voor me zou zijn. Hadden ze
gelijk in."
Er werden grenzen getrokken, vroeger. „Er
was zeker tolerantie, maar geen onverschil
ligheid, zoals tegenwoordig. Er was respect.
Voor de leraar, voor de politieagent, voor je
ouders, voor ouderen. Dat is voor een flink
deel verloren gegaan, en dat moet worden
teruggewonnen. Daar heb ik met mijn doch
ters ook wel eens strijd over gevoerd."
Met grote interesse kijkt het CDA tegen
woordig naar de Britse Labourpartij van pre
mier Blair. De sociaal-democraten aan de
overkant van de Noordzee grasduinen naar
hartelust in bestaand christen-democratisch
gedachtegoed, en nemen er van over wat
hun uitkomt. Dat leidt weer tot vergaande
voorstellen, die vrij diep kunnen ingrijpen in
het leven van mensen. Zoals verplichte op-
voedcursussen, met justitiële sanctie, voor
ouders die verantwoordelijk worden gesteld
voor de ontsporing van hun kind.
„Wij gaan minder ver. Maar wat ons aan
spreekt, is dat er werk wordt gemaakt van de
rechten en de plichten van mensen. Die
plichten worden te vaak vergeten. Alsof
mensen niet zelf verantwoordelijkheid kun
nen dragen. Dat hoef je niet aan de overheid
of aan de markt over te laten. Mensen moe
ten weer zelf verantwoordelijkheid nemen,
en daarop aangesproken worden."
Het leidde tot voorstellen vanuit de Ka
merfractie: verplichte opvoedcursussen voor
ouders met probleemkinderen, nauwe be
trokkenheid van ouders bij de scholen van
hun kinderen, preventief fouilleren in uit
gaansgebieden, budget voor buurtverenigin
gen om de wijk zelf leefbaar te maken.
Weinig van dit soort voorstellen heeft het
in de Tweede Kamer al gehaald, maar het
CDA kent dan ook niet zoals Labour de luxe
van de machtspositie. „Daar kunnen we on
tevreden over zijn, maar feit is dat wij de dia
loog met de samenleving voeren en dat daar
dit soort voorstellen uit voortkomen." Ooit
moet die dialoog met de burger zich toch
electoraal uitbetalen, denkt de christen-de
mocraat. „Dat ga ik nog mee maken."
'Niet marchanderen'
„Dat plichten-verhaal, dat is er niet zomaar.
Als je de eerste 23 artikelen van de Grondwet
leest, dan weet je wie wij zijn. Dan weet je
wat je rechten en je plichten zijn. Daar mag
niet mee gemarchandeerd worden. Dat ge
beurt wel, ja. Maar de politiek is er toch voor
om dat tegen te gaan?"
Hij wijst op de recente politieacties in de
Rotterdamse Millinxbuurt en het Eindhoven-
se centrum. Daar werd grootschalig gefouil
leerd en gezocht naar onder meer verboden
wapenbezit. „Om dat te kunnen doen,
moesten de plaatselijke autoriteiten zich in
allerlei bochten wringen om er een juridi
sche basis voor te vinden. Dat is toch raar?
Jaap de Hoop Scheffer: „Het zicht van de Paarse partijen op waarden en normen wordt vertroe
beld door de hoge welvaart." foto gpd rob keeris
Het CDA heeft een eigen initiatiefwetsvoor
stel klaar liggen, waarmee de politie zoiets
zonder problemen kan doen. Ligt kant en
klaar. De samenleving vraagt er om, maar
Paars doet er niets mee."
Het gesprek komt op Veghel, de Brabantse
plaats waar een jonge Turkse Nederlander
vorige maand op een school vier mensen
verwondde met een vuurwapen. De dader
verdedigde zijn familie-eer, en deed wat in
Turkije de norm is: hij sloeg toe en riskeerde
een fatale afloop. Pas nu dringt het tot Ne
derland door dat ook hier geboren Turken
van de derde generatie nog traditioneel
Turkse waarden dragen, die soms haaks
staan op de onze.
„Dat is volstrekt onacceptabel. Het moet
de jonge generatie Turken in Nederland dui
delijk worden gemaakt dat hier andere waar
den gelden en dat iedereen zich daaraan
moet houden. Die basiswaarden vormen het
fundament van onze samenleving. Als Turk
se Nederlanders die waarden na dertig jaar
nog niet onderschrijven, dan is dat alarme
rend. Dat mag niet worden getolereerd. Het
leven brengt hier met zich mee dat iedereen
vrijheid van godsdienst kent en zijn eigen
identiteit kan beleven. Maar wel binnen de
grenzen van Nederlandse waarden en nor
men.
Je kunt je dan inderdaad afvragen of jonge
Turkse mensen wel goed geïntegreerd zijn in
ons land. De Turkse gemeenschap draagt
een zware verantwoordelijkheid. Ik vind: de
imams moeten daarvan doordrongen wor
den. Zij moeten dat uitdragen in hun ge
meenschap. Ik vind ook dat imams in Ne
derland moeten worden opgeleid, niet meer
in Turkije. Zij moeten Nederlands spreken."
Het recht om hier te zijn, brengt plichten
met zich mee, herhaalt hij. „De samenleving
eist wat dat betreft onvoldoende van de
nieuwkomers. Nederland mag van hen eisen
dat ze bijvoorbeeld Nederlands leren.
Nieuwkomers moeten na zekere tijd examen
in het Nederlands afleggen. Als ze dat ook bij
herhaling niet halen, dan kunnen ze hier niet
blijven."
Eisen
„Neem het geval van de witte illegalen. Die
mensen willen na jaren in ons land een ver
blijfsvergunning. Ik snap die wens wel. Maar
als zij na al die tijd hun verhaal nog steeds
niet in het Nederlands kunnen uitleggen,
waar praten we dan over? Ik zeg het nog
maar een keer: dit is Nederland.
Wij moeten voor onszelf vaststellen wie wij
zijn. Wat vinden we belangrijk? Waar komen
we uit voort? Waarom is dit een land dat de
moeite waard is? Accepteren we dat waarden
en normen, die Nederland tot een fijn land
hebben gemaakt, worden afgebroken? Nou,
dat lijkt me niet.
Het is goed als ook nieuwkomers dat sig
naal krijgen. En er zullen in de toekomst nog
heel veel nieuwe mensen in Nederland een
plek zoeken, die allemaal hun eigen normen
en waarden meebrengen. Om het leefbaar te
houden, moet de politiek daarbij niet afzijdig
blijven. Als ik van actief gelovige CDA-men-
sen in Friesland, die het begrip naastenliefde
al generaties lang in de praktijk brengen,
hoor dat de druk van immigratie op hun ge
meenschap te groot wordt, dan schrik ik
daarvan.
Die mensen eisen terecht dat Nederland
zich houdt aan een van onze goud geschre
ven waarden: vervolgde medemensen moe
ten hier welkom zijn. Maar ze zien ondertus
sen dat negen van de tien asielzoekers hier
om economische redenen komen, en toch
een beroep doen op het vluchtelingenver
drag. De politiek laat het hier uit de hand lo
pen en neemt het risico dat er straks onder
de bevolking veel te weinig steun over is om
vervolgden op te nemen."
De Hoop Scheffer vraagt zich af of de sa-
'menleving klaar is om de toekomstige mi
granten op te vangen. „Dat kan alleen maar
als we weten wie we zijn. Als ik op vakantie
ga naar Brabant, staat op de boerderij waar
ik kom de regionale radio aan. Nu de hele
wereld open ligt en de zekerheden uit mijn
jeugd weg zijn, zoeken de mensen opnieuw
naar wat hen bindt. En ze zoeken een plek,
een nieuwe dorpspomp."
Trotser mogen we ook zijn op onszelf,
vindt Jaap de Hoop Scheffer. „Ik ben een pa
triot! Ik ben trots op Nederland en op de Ne
derlandse taal. Dat mogen we wel een beetje
meer uitdragen, zeker in een Europa dat
steeds meer integreert. Wij zijn de moeite
waard en wat hier bereikt is ook. Als ik een
heel mooi nieuw gebouw zie, en ik hoor dat
het door een Nederlandse architect is ont
worpen, dan denk ik: potjandorie, het is toch
geweldig dat een Nederlander dat presteert.
Daar is helemaal niks mis mee."
MAURICE WILBRINK
Charles Schulz tekent geen Peanuts meer
I
Bijna een halve eeuw deelden
de Peanuts lief en leed met de
lezer. Elke dag weer waren ze
er, de beminnelijke figuurtjes
Charlie Brown, de eeuwige
verliezer, en zijn fantasierijke
hondje en tegenpool Snoopy.
Nu is er dan een eind
gekomen aan wat de meest
gelezen en best bekende
comic-strip ter wereld heet.
Schepper Charles 'Sparky'
Schulz (77), bij wie in
november vorig jaar
darmkanker werd ontdekt,
zette afgelopen dinsdag
definitief een punt achter
zijn levenswerk. Zijn laatste
speciale zondagstrip
verschijnt op 13 februari in
e Amerikaanse kranten. Met
Peanuts laat hij een
monument na dat zijn
gelijke niet heeft in de wereld
van de comics.
Snoopy, het extraverte hondje. illustratie united feature syndicate inc reuters
r is een markt voor onschuld", zo
m verklaarde Charles M. Schulz ooit
zijn fenomenale succes met Pea
nuts, de strip (sinds 1950) met als rode lijn steeds
de kleine, grote problemen in het onschuldige,
maar harde kinderleven. „Toen ik er mee begon,
dacht ik: 'Dit zal ik nu voor de rest van mijn le
ven tekenen'."
De strip, dat was zijn droom. Vanaf zijn vroeg
ste herinnering wist hij dat hij een dagelijkse
krantenstrip zou maken. L'il Folks (Kleine mens
jes) was de titel die hij voor zijn werk bedacht.
Model voor zijn jonge held Charlie Brown stond
een gelijknamige vriend. Schulz' eigen hond, een
beagle genaamd Spike, was Snoopy, met dezelf
de vlekken en zwarte oren.
Hij leurde er een poos mee, maar verscheide
ne krantenuitgevers wezen het af. Tot hij bij Uni
ted Feature Syndicate (UFS) aanklopte, die de
strip wel zag zitten. Op 2 oktober 1950 verscheen
zijn werk in zeven kranten tegelijk. Niet als een
enkel grappig plaatje, zoals toen gebruikelijk,
maar met vier plaatjes op een handig formaat bij
elkaar.
Er was een tegenvaller: UFS veranderde de
naam van zijn strip in Peanuts. Schulz veraf
schuwde die titel en is dat blijven doen. „Dat is
geen woord dat kinderen beschrijft. Het is onbe
tekenend, of onwaardig." Maar L'il Folks was al
bedacht door Tack Knight, die niet meer teken
de, maar ook niet bereid was de naam af te
staan. Schulz wist geen andere pakkende naam
en dus werd het Peanuts (letterlijk: een kleinig
heidje).
Wat Schulz vreesde, gebeurde: veel lezers
dachten dat Peanuts de hoofdfiguur was. Als hij
weer een bedankbrief kreeg 'dat Peanuts zo
prachtig zijn hond voerde' was hij in alle staten.
„Daar werd ik altijd nijdig om." Pas twintig jaar
later lukte het hem de ondertitel 'Good ol' Char
lie Brown' toe te voegen.
Tien jaar na het begin, was Peanuts uitgegroeid
tot een begrip en een fenomenaal commercieel
succes: in die jaren ('60) al goed voor 100 miljoen
gulden per jaar. Tegenwoordig lezen meer dan
honderd miljoen lezers de strip in 2300 kranten
en in vele tientallen talen.
Een beetje geluk had Schulz wel. Hij kwam
met zijn 'kinderstrip' op een moment dat de
bloeitijd van de superhelden en avonturiers
voorbij was. En een komische strip, die het niet
moest hebben van grappige situaties, maar van
filosofisch getinte teksten, dat was iets nieuws.
Dat gold ook voor de formule van meer plaatjes
tegelijk.
Uitgeverij Rinehart and Company nam in 1952
een gedurfd en nieuw initiatief door de verza
melde comics van Peanuts in een boek te bunde
len. Peanuts-boeken zijn sindsdien bestsellers.
Het was het begin van een ongekende, commer
ciële opmars van Charlie Brown en zijn vriend
jes. Al in 1957, ruim voor de eerste Peanuts-te-
kenfilm, figureerde Charlie Brown in een recla
mefilm voor Ford. Er kwamen poppen, lang
speelplaten, sleutelhangers, kalenders, de lijst is
eindeloos.
Hoe populair Peanuts was bleek met de eerste
echte televisie tekenfilm, A Charlie Brown Christ
mas, uitgezonden in 1965. De helft van alle Ame
rikaanse televisiekijkers keek er naar. Het leverde
Schulz een Emmy en Peabody Award op, en dat
was niet voor het laatst. Een broadwaymusical,
You're a good man Charlie Brown, draaide vier
jaar.
Nog hoger rees de ster van Peanuts: in 1969
gingen de astronauten van Apollo 10 mee met de
maanlander 'Snoopy', terwijl de Apollocabine
'Charlie Brown' rondjes draaide om de maan.
Schulz kreeg in 1996 zijn eigen ster in de
Hollywood Walk of Fame, naast die van
Walt Disney.
Peanuts reflecteert Schulz' visie op
wat kinderen beleven in en om het
huis van een goede christelijke fami
lie. Geweld, drugs of andere narig
heid uit de zelfkant van de samenle
ving komen er niet in voor. Peanuts is
dankbaar gebruikt voor bijbelse verkla
ringen in 'The Gospel according to Pea
nuts', waaruit tevens bleek 'dat Schultz
zijn manier heel wat pakkender commen
taar leverde op de menselijke malaise', zo
schrijven Fuchs en Reitberger in 'Strips'.
De strip is door de jaren heen nauwe
lijks veranderd. Schulz' tekenstijl - een
triomf van de eenvoud - werd vaster, de
hoofdfiguurtjes kregen een duidelijker
karakter. Schroeder, de jeugdige pianist
met een obsessie voor Beethoven,
dook al op in 1951. De betweterige
plaag Lucy en haar duimzuigende
broertje Linus, met verrassend vol
wassen filosofische praat, volgden in
1952. Het kleine onhandige vogeltje
Woodstock arriveerde in 1970 en vorm
dien een kostelijk paar met Snoopy.
Snoopy is alles wat Charlie Brown nif
kan alles, mag alles en doet alles, al was
in zijn verbeelding. Het extraverte hoi
streed de Rode Baron, als superpiloot
zittend op zijn hokje, dat voor die gele
een Sopwith Camel voorstelde, hij wa
Beagle', en het eerste hondje op de m;
pend op zijn achterpoten, of lui lig
hokje steekt hij alle anderen naar de kroo
Arme Charlie. Altijd de zorgelijke 'loser',
willende jongetje bij wie alles mislukt,
kan hij nooit eens winnen? Schulz anti
eens in een interview: „Ik ben altijd verb
mensen dat vragen, maar je kunt geen
scheppen uit geluk. Drama en humor
voort uit problemen en verdriet." Daaro
de het 43 jaar voor Charlie in 1993 einde
honkbalwedstrijd besliste met een homei
Schulz maakte Peanuts voor volwasse
niet voor kinderen. „Volwassenen zijn ra
kelijke fans. Die kunnen het zich herinnf
het was om een kind te zijn." Wellicht is
daarom zo populair, denkt Sch
dat het 'een mogelijkheid
rug te keren naar je jeugt
een boodschap had aar
zers dan was het te besi
moeilijk kinderen het
hebben. „Een klein ki
voortdurend strijd
Dat maakt Peanuts
loos, dat de strip wa;
lijk nog wel eens vij
mee kan.
Het laatste woord is aan
die Linus weer met zijn onai
lijke flanellen dekentje ziet zi
denk dat de meeste problem
leven te ingewikkeld zijn o
lossen met een spiritueel vl