'Het wordt nooit wat met Afrika'
T
ZATERDAG 8 JANUARI 2000
Steeds weer nieuwe problemen
Markt in Afrika.
Het wordt nooit wat met Afrika, menen critici die misprijzend vaststellen dat de vooruitgang op
het continent gering is omdat elke stap vooruit meestal gevolgd wordt door tivee stappen achteruit.
Is het echt zo erg? Onze Afrika-correspondent Frans van den Houdt verlaat na 15 jaar zijn posten
ging aan de vooravond van zijn vertrek terug naar de plek waar zijn fascinatie voor het continent
begon. Onderweg peilde hij de meningen.
ussen een aantal imposante rots
blokken door, tegen een achter-
grond van zachtrose en oranje
licht van een zakkende zon, ziet het Victoria-
meer er nog adembenemender uit. Rechts
van de weg grazen bokken, zebra's en buf
falo's eendrachtig in het lange, goudgele gras
van de uitlopers van de Serrengeti. In de di
verse dorpjes die her en der aan de snelweg
lijken vastgeplakt en waar marktactiviteiten
gewoon over het wegdek heen wortjen ge
houden, is het een kleurrijk gewoel van men
sen die in de nog altijd drukkende buiten
lucht samen het einde van de dag beleven.
Dit is Afrika op z'n mooist, z'n machtigst,
een imponerend en enerverend continent
waar je je helemaal in kunt verliezen. Maar al
snel duiken ook overal facetten op die je
dwingen de nodige nuances aan te brengen.
We zijn de grens met Kenia nog niet gena
derd, of de radio meldt dat in Ivoorkust de
macht is overgenomen door het leger.
Ivoorkust? Is dat niet het enige overgeble
ven baken van vrede en stabiliteit in het ver
der zo turbulente West-Afrika? Berichten
over positieve ontwikkelingen in Afrika
wordt een steeds hachelijker onderneming.
4*
De bezoekende Westerse politicoloog: „Nee,
het wordt nooit wat met Afrika. Ik ben hier in
de afgelopen tien jaar zes keer geweest maar
zie geen enkele vooruitgang. Er zijn wel
mensen die proberen om er iets van te ma
ken, maar het lukt ze gewoon niet. De mees
ten bezitten ook geen doorzettingsvermo
gen, ze geven erg snel op. Iedereen doet
maar wat, er zit geen enkele structuur in.
Mensen houden zich ook niet aan regels,
geen wonder dat het allemaal tot niets leidt.
We moeten gewoon ophouden om Westerse
maatstaven toe te passen op Afrika, want dat
heeft geen enkele zin. Laat Afrika maar op
z'n eigen manier en tempo de zaken aanpak
ken dein zijn wij in het Westen meteen van
een hoop frustraties af."
Een ambassadeur: „Of ik nooit moedeloos
word? Ja en nee. Ja, als je ziet welke omvang
rijke crises zich telkens voordoen in Afrika.
Nee, als ik de enorme veerkracht zie van de
bevolking om steeds weer met nieuwe pro
blemen om te kunnen gaan."
4-
De verharde weg van Kisumu aan het Victo-
riameer naar Busia, in het uiterste Westen
van Kenia aan de grens met Oeganda, is kilo
meters lang verdwenen. Vijfentwintig jaar na
de aanleg van deze cruciale verkeersader -
voor zowel Oost als Centraal Afrika - zijn we
terug bij af: zand en gravel. Maar de enorme
gaten die hier enkele maanden geleden nog
voor je auto opdoemden zijn in ieder geval
verdwenen.
Wat je van deze route verder voor altijd
bijblijft, zijn de honderden mensen die de
hele dag door links en rechts langs de weg
lopen. Op weg naar huis, de markt of ge
woon naar nergens. Een bonte stoet van
mannen, die meestal niks dragen en in het
uiterste geval een stuk vee aan de hand mee
voeren, vrouwen met zware lasten op hun
hoofd en baby's op de rug, jongeren die op
zoek zijn naar nieuwe sociale contacten en
spelende, vaak, roekeloos de weg opschieten
de kinderen.
In Busia wordt de plaats van horden wan
delaars ingenomen door honderden fietsen;
zware, zwarte Chinese rijwielen die vrachten
als zakken maïs en kratten bier vervoeren en
passagiers voor een paar dubbeltjes naar
hun plaats van bestemming brengen. Het is
hier waar in 1978 mijn fascinatie voor Afrika
begon; voor het ongecompliceerde, eenvou
dige leven.
4-
4»
Een missionaris: „Ondanks het corrupte en
falende leiderschap en ondanks hun armoe
de slagen de mensen in de dorpen er samen
toch in machtig mooie dingen tot stand te
brengen. Op het gebied van de gezondheids
zorg, de landbouw en hun sociaal en geeste
lijk welzijn, waardoor hun leven weer een
beetje meer zin krijgt. Dat zijn geen specta
culaire ontwikkelingen die de aandacht van
het Westen trekken, maar voor de Afrikanen
zelf wel van groot belang."
Een student: „Corruptie en tribalisme hou
den véél ontwikkelingen hier tegen. Er zijn
genoeg mensen die vooruit willen en bereid
en in staat zijn om zich daarvoor tot het ui
terste in te spannen. Maar onze leiders, die
stuk voor stuk geen knip voor hun neus
waard zijn, saboteren alles. Ze steken be
schikbare gelden niet in de ontwikkeling van
hun streek, maar in hun eigen zak. Geen en
kele leider denkt aan het welzijn vein zijn
land of kiezers, maar alleen aan zichzelf. En
zijn ze wel bereid mensen te helpen, dan al
leen degenen die tot hun eigen stam beho
ren. Zolang dat niet verandert kan het ook
nooit wat worden met Afrika.
4- 4-
De marktvrouwen, omgeven door bergen
verse groenten en fruit, grotendeels afkom
stig uit Oeganda waar het volgens hen 'beter,
groter en goedkoper is' reppen onafgebro
ken over het naderende einde ter tijden.
„Bid, bid, bid", prediken ze eensgezind,
„want bidden is de enige manier om te voor
komen dat in dit nieuwe millennium alles en
iedereen zal worden getroffen door een ver
schrikkelijk vuur. De aarde zal uitdrogen, alle
vegetatie verdorren."
Ze lachen als ze zien dat hun klant zich
maar moeilijk laat overreden. „Okay, de we
reld vergaat misschien niet, maar wij krijgen
dit jaar zeker weer te maken met nieuwe te
genspoed en ellende. Ach, Afrikanen zijn na
tuurlijk wel wat gewend, dus zullen we ons
ook hier wel weer doorheen slaan."
Massa's mensen sjouwen ondertussen on
gestoord rond over de markt en het bussta
tion, met iets, met niets, manoeuvrerend
langs modderpoelen en hopen stinkend vuil,
waaraan vette ratten zich tegoed doen. Het
lijkt op het eerste gezicht een complete cha
os, maar er is wel degelijk sprake van een be
paalde mate van regelmaat. Afrikaanse regel
maat.
4*
4- 4*
Een ambtenaar: „We moeten stoppen met
alles en iedereen door Westerse ogen te be
kijken. Het wordt tijd dat we Afrika op z'n
Afrikaans gaan benaderen. Misschien dat je
dan inziet dat het eigenlijk best al iets gewor
den is met ons."
Een directeur van de ontwikkelingsorganisa
tie: „Voor positieve ontwikkelingen moet je
de zaken niet op landelijk niveau bekijken,
want daar is het een en al corruptie, nepotis
me en slecht bestuur. Maar op lokaal en dis
trictsniveau zie je dat bestuurders en bevol
king goed kunnen samenwerken en projec
ten kunnen plannen en uitvoeren. Dat heeft
de afgelopen jaren tot mooie resultaten ge
leid. En dat maakt dat het de moeite waard
blijft je hier te blijven inzetten voor de bevol-
king."
4-
4.
Op zestien kilometer van de grens, in het
dorpje Lwanya, heerst een uiterst sombere
stemming. De oudste zoon van chief Ema
nuel Odaba, Louis, zijn oogappel, steun en
toeverlaat voor de toekomst, is onverwacht
overleden en wordt vandaag begraven. „Het
millennium is voor mij met een bomontplof
fing ten einde gekomen", zegt Odaba. Vijf
tien jaar geleden was hij degene die mij bij
stond bij het verkrijgen van mijn eerste ver
blijfsvergunning, waarmee ik in het begin
van mijn correspondentschap ook tijdelijk
les kon geven op een enkele honderden me
ters van zijn huis gelegen schooltje. Toen
niet meer dan twee eenvoudige gebouwtjes
zonder deuren en ramen, nu een groot com
plex met goed uitgeruste klaslokalen, slaap
zalen en kantoren waar 350 leerlingen on
derdak vinden, tegen de 45 van destijds.
Honderden mensen stromen naar de be
grafenis, omwonenden, prominenten en be
stuurders uit alle delen van het land. Louis,
pas 29 jaar oud, was een veelbelovende Dis
tricts Qfficier; veel van zijn collega's willen
hem de laatste eer bewijzen. Typerend voor
dit soort gelegenheden is dat iedereen die
zich prominent waant alle aandacht voor
zich opeist ten koste van degenen om wie
het eigenlijk gaat. Bars kijkend zijgen de lei
ders met wandelstok en hoed op de speciaal
voor hen in de schaduw van een boom ge
sleepte fauteuils, vanwaar ze de vele begroe
tingen weinig geïnteresseerd in ontvangst
nemen. Vanwege hun oeverloze redevoerin
gen kan de kist pas aan het eind van de mid
dag de grond in.
Odaba staat er wat verloren bij. Geruchten
over de doodsoorzaak van zijn zoon spreekt
hij fel tegen. „Nee, het was pertinent geen
aids. Het begon met een longontsteking en
in het ziekenhuis kwamen er allerlei compli
caties bij. Het is God's wil, meer kan ik er
niet over zeggen."
Oppositiepoliticus Jacob Okello wil er nog
wel iets aan toevoegen. „De dood van deze
jongen is extra triest omdat er voor hem van
wege zijn rechtvaardige optreden en het res
pect dat hij verdiende, een glansrijke carrière
in het verschiet lag. Het zijn in Kenia altijd
dit soort veelbelovende, jonge leiders die
voortijdig het leven laten terwijl het land
blijft zitten met oude, corrupte, dictatoriale
bestuurders die Kenia almaar verder de ver
nieling in helpen."
4*
4.
Een universiteitsdocent: „De afgunst van
veel mensen houdt ontwikkelingen tegen. Ze
gunnen elkaar niets en zijn erg wantrouwig
ten opzichte van elkaar. Er zijn er ook maar
bedroevend weinig die proberen om ook
maar een klein beetje boven hun vaak sim
pele bestaan uit te komen. Ik noem het geen
luiheid, maar gelatenheid. Als iemand er dan
wel in slaagt- zich aan het primitieve bestaan
van zijn familie en clan te ontworstelen en
iets weet te bereiken, doen anderen er alles
aan om die persoon en zijn successen kapot
te maken. Dat werkt zo demoraliserend dat
op een gegeven moment steeds minder
mensen bereid zijn hun nek uit te steken. Zo
kom je natuurlijk nooit verder."
Een mensenrechtenadvocaat: „In Kenia
heerst nu totale lethargie bij de overheid. Al
les zakt in elkaar en niemand onderneemt
iets om het weer te herstellen. Met de verkla
ring 'er is geen geld', wordt dat gedrag goed
gepraat. Maar dat is natuurlijk een dooddoe
ner. Het gaat vaak helemaal niet om geld, het
gaat om wilskracht, daadkracht, 'commit
ment', de bereidheid je in te willen zetten
voor de ontwikkeling van je land. Die overga
ve missen de meeste mensen. Ze willen een
baantje vanwege de status en vanwege het
salaris aan het eind van de maand. Niet om
dat ze ook iets willen betekenen voor de sa
menleving, terwijl een ontwikkelingsland
juist dat soort mensen nodig heeft om voor
uit te komen. Als het aantal 'committed
people' niet groeit wordt het inderdaad nooit
wat met Afrika."
4*
4.
Er is hier in vijftien jaar zeker het een en an
der veranderd, maar slechts weinig ten goe
de. De nederzetting van weleer - waar ik me
in mijn huisje vooral 's nachts vaak totaal
verlaten heb gevoeld - is met de komst van
een aantal overheidskantoren een zoge
naamde 'residential area' geworden. Dat be
tekent dat er meer huizen zijn gebouwd en
er meer mensen zijn komen wonen.
Er is elektriciteit, telefoon en waterleiding.
Maar er is ook veel weggevallen. Voor jonge
ren vooral het uitzicht op een toekomst. On
derwijs is vanwege de hoge kosten voor
steeds minder Kenianen toegankelijk. Even
als medische zorg. Het leven wordt steeds
meer beheerst door de dood. Begrafenissen
zijn aan de orde van de dag.
Verschillende jongens en meisjes die ik bij
aardrijkskunde over 'De Rijnlanden' lessen
lang heb trachten bij te brengen wat polders
en de deltawerken zijn, zijn inmiddels dood.
Overleden aan aids, dat in deze streek langs
de snelweg steeds verwoestender om zich
heen slaat. Waar het hen die overblijven aan
ontbreekt zijn economische activiteiten.
Velen trekken naar de stad in de - vaak ij-
dele - hoop daar werk te vinden; de meesten
blijven lantefanterend achter in hun dorp.
Een enkeling begint een eigen zaakje en
slaagt erin een - zij het meestal mager - inko
men bij elkaar te sprokkelen. Maar gelaten
heid overheerst. Volksvertegenwoordigers en
andere leiders van wie je wat initiatieven zou
mogen verwachten laten het en masse afwe
ten, voor hen is status belangrijker dan ont
wikkeling.
4-
4. 4.
Een ontwikkelingssocioloog: „Een arbeids
ethos zoals wij dat kennen bestaat nauwe
lijks in Afrika. Pas als dat ontwikkeld is, kan
Afrika echt vooruit komen. Armoedebestrij
ding is daarvoor een eerste vereiste, want zo
lang er armoede is zullen mensen als ze
daartoe de kans krijgen zichzelf blijven ver
rijken ten koste van de samenleving."
Een bankbediende: „Wij Afrikanen kunnen
dat niet op eigen houtje. Wij hebben Wester
lingen nodig om onze instituten op het juiste
pad te houden. Wij komen te snel in de ver
leiding om eigenbelang boven volksbelang te
stellen."
4*
4. 4.
Als de nacht valt blijft het oorverdovende ge
kwetter van de krekels over, afgewisseld door
de doffe klanken van de drums die zich zon
der moeite ver door de bush laten dragen,
waarboven een overvolle sterrenhemel glit-
tert. De bekoring voor Afrika raak je hier ze
ker niet kwijt.
Wel in de stad. Terug in Nairobi is het
weer een en al onprettige drukte, criminali
teit en onbeschoft rijgedrag dat de klok slaat.
Je betaalt voor allerlei diensten maar krijgt er
niets voor terug. De kranen blijven dagen
achtereen droog. Tegen de avond, net als je
de lichten in huis wilt aandoen, valt de elek
triciteit weer uit.
En zo is het dan toch een donker Afrika
dat ik anno 2000 verlaat.
FRANS VAN DEN HOUDT