j Belgisch volksvoedsel als trend Alle kanten op met kaasfondue Smaak Zwierigheid Zuivel goed tegen botontkalking Oliebollenpret DONDERDAG 30 DECEMBER 1999 160 In wat voor kleding wij over de drempel van het jaar 2000 stappen staat inmiddels wel zo'n beetje vast. Maar hoe za gen onze voorouders eruit bij de vorige millenniumwisse ling? En wat droegen ze in de tussenliggende tien eeuwen? Een overzicht van de 1000 jaar kostuumgeschiedenis. Van braies tot spijkerbroek, van cotte tot minirok. Vandaag deel 5, kleding rond 1650. Vanaf het begin van de 17e eeuw wordt de toon gezet door het Franse.Hof. Aanvankelijk is die toon onder koning Hendrik de Vierde nog vrij ruig. Maar weldra wordt in de 'salons', de verzamelplaatsen voor de 'beau monde', de verfijning in taalge bruik en manieren gepredikt. De cultuur viert hoogtij. Met het Spaanse juk zijn ook de knellende modevoorschriften overboord gegooid. De stijve plooikragen voor de mannen worden losser, de korte, bolle pofbroeken worden opgevolgd door comfortabelere wijde broeken tot net over de knieën. Ook de capes, als planken zo stijf, worden ingeruild voor mantels, die losjes, soms met een koord, om een of beide schouders worden gedrapeerd. Alleen het wambuis blijft nog strak en aangevuld met losse mouwen, die inmiddels als sta tussymbool dienst doen. Hoe meer mouwen, hoe meer men in goede doen is. De vrouwen houden nog wat langer aan de Spaanse mode vast. Maar al dragen ze nog steeds de wielfardegalijn (ronde hoepel ter hoogte van heupen) of de heupwrong (de opgevulde rol rond de taille, die in de Ne derlanden al gauw de weinig complimenteuze titel 'wijven- speek' krijgt), de rokken wor den toch wat losser. Bovendien komt het gebruik in zwang om een onderrok én een bovenrok te dragen en deze bovenrok speels op te nemen, soms zelfs tot in de taille. Het lijfje blijft echter nog strak en ook de kra gen houden nog stand. Terwijl in Frankrijk het classi cisme en in grote delen van Eu ropa de barok hun hoogtepunt bereiken en hét woord versie ren met een hoofdletter wordt geschreven, is het in onze Re publiek der Zeven Verenigde Nederlanden vooral de ingeto genheid die de boventoon voert. Niet uit armoede, want de Nederlanders beleven hun Gouden Eeuw. Ondanks de welvaart echter blijven we een puriteins volkje, en dat valt van de kleding af te lezen. Hoewel gemaakt van de prachtigste stoffen is de dracht overwegend somber. Vooral de regenten houden vast aan een conservatieve kleding- stijl. Typerend voor hen is h< vliegerkostuum, genoemd ni de overmantel, de 'vlieger'. A de achterkant hangt hij in plooien, aan de voorkant sta hij open. Als blikvanger dien de 'borst', het voorstuk van 1 lijfje, dat rijk is versierd met borduursels en zilver en gou Behalve met een geplooide i lensteenkraag wordt het kos tuum gecompleteerd met ee vleugelmuts, op z'n plaats g< houden door een diadeem n oorijzers. Ondertussen gaat het er in Frankrijk steeds zwieriger aa toe. En als Lodewijk XIV een maal in het zadel zit, kent de nuffigheid geen grenzen me Linten, strildcen, ruches, pru ken... hoe extravaganter hoe mooier. Een exponent van d pompeuze kleedgedrag is de rhingrave, een wijde rokbroi voor mannen, vol kwikken e strikken. Wanneer Lodewijk XIV na d( dood van zijn echtgenote M Teresa in het geheim hertroi met zijn maitresse, madame Maintenon, gaat er een andi wind waaien. De discipline wordt enigszins hersteld en kostuums krijgen iets militai tisch. Vooral de justaucorps, een getailleerde jas tot halve wege de dijbenen, met uitlo pende mouwen met enorme manchetten en een bijpasse driehoekige steek, past in dil beeld. Bij de vrouwen wordt de sla taille het mode-ideaal, met a gevolg dat het korset nog wa strakker wordt aangehaald. het decolleté krijgt meer aan dacht en loopt nu van schot tot schouder. Maar de overri is niet minder een blikvange Hij wordt van achteren opgt men, eerst alleen nog in poe op de heupen, maar later he maal naar beneden om in et sleep te eindigen. Als de Zonnekoning in 1715 overlijdt en zijn opvolger Lo wijk XV zich ontpopt als een zwakke vorst, ëffenen Verlicl tings-filosofen als Voltaire ei lean-Jacques Rousseau het j voor het burgerlijke oproer, uiteindelijk zal leiden tot de Franse Revolutie. Intussen i! Europa in de ban van de roe co, een speelse, kokette kun stroming. De pruiken verdw nen en de japonnen worden steeds gracieuzer met hun strakke tailles en superwijde hoepelrokken. De man blijft al die frivoliteit niet achter e ziet er wat vrouwelijk uit in j telkleurige kostuums vol kar accenten. Toch ontstaat er een verschi ving in de mode. Want ware het tot dan toe vooral de ma nen die de toon zetten, van< de tweede helft van de acht tiende eeuw bepalen de vro wen de mode. KITTY VAN CERVEN Voor de meeste Nederlanders is melk een vast onderdeel van een gezonde voeding. Steeds vaker zijn er echter ook negatie ve geluiden over melk te horen. Volgens sommige critici heb ben we helemaal geen melk no dig voor onze botten. Anderen beweren zelfs dat melk slecht is voor de mens en dat melk juist botontkalking veroorzaakt. Uit diverse onderzoeken blijkt dat calcium een belangrijke rol speelt in de opbouw en het in stand houden van de botmassa. Wie te weinig calcium binnen krijgt, loopt op latere leeftijd het risico last te krijgen van botontkalking. Voor sterke bot ten is ongeveer 800 mg calcium per dag nodig. De Nederlandse voeding biedt via melk en an dere zuivelproducten zoals yog hurt, vla en kaas voldoende cal cium om in die behoefte te voorzien. Twee drie glazen melk of melkproducten en één twee plakken kaas per dag zijn genoeg als het om calcium gaat. De kans op botontkalking is ook te verminderen door de botten in optimale conditie te brengen en te houden. Dat kan door veel te bewegen. Behalve calcium is ook voldoende vita mine D nodig. Die zorgt er na melijk voor dat de calcium wordt opgenomen in het li chaam en opgeslagen in de bot ten. Het was de zomer van 1986. Er gens in South Kensington, een chique wijk in Londen, stonden voetbalsupporters met een zwart-geel-rode vlag te zwaai en. Ze vierden het historische feit dat de Rode Duivels er voor het eerst in de geschiedenis in waren geslaagd een succes te boeken tijdens het wereldkam pioenschap voetbal. De over winning op de toenmalige Sov jet-Unie en het bereiken van de halve finale had hen in een feestroes gebracht. Dat riep het verlangen op naar een andere roes. Die van blond schuimend bier. in grote gla zen, geserveerd bij een grote pan mosselen en borden vol Vlaamse frieten met een fikse kwak mayonaise. Maar daar was in Londen nog moeilijker aan te komen dan aan een Bel gisch voetbalsucces. Wat lauwe Stella Artois en een 'zak wakke frieten' was alles wat ze in de miljoenenstad konden vinden. Op die gedenkwaardige avond bezwoeren Denis Blais en An- dré Plisnier dat ze de Londena- ren kennis zouden laten maken met echte mosselen, zilt van de Zeeuwse banken, grote stevige frieten en het echte Belgische bier. Niets pretentieus, gewoon stevig Belgisch voedsel. Dat Blais een Frans-Canadees was en Plisnier een Anglo-Belg, deed aan hun voornemen niets af. Maar zoals bij veel plannen die in een nachtelijke roes ont staan, volgde ook hier in de vroege ochtend de ontnuchte ring. Londen zat niet te wach ten op een Belgisch restaurant. Financiers waren niet te vinden en de Belgen die ze kenden ver klaarden Blais en Plisnier voor gek. Volgens hen zat niemand te wachten op Belgisch volks voedsel. Maar het tweetal zette door en in 1992 konden ze eindelijk hun droom verwezenlijken. Aan de Chalk Farm Road in Camden verrees hun restaurant Belgo Noord, ingericht als een krui sing tussen een bierlokaal en eetzaal van kloosterlingen, met lange houten tafels en dito ban ken. De rest van de inrichting is modem en strak. De keuze voor de locatie was een gouden greep. Camden ontwikkelde zich tot een trendy wijk, een beetje zoals Notting Hill nu, met allerlei leuke res taurants, winkeltjes en theaters. Tegenover Belgo ontstond in oude fabrieksgebouwen de ver maarde Camden Lock Market, een levendige overdekte markt. De toevloed van jonge, hippe en trendy Londenaren zorgde voor een snel succes van het restaurant. In Belgo Noord is de oude Belgische biertraditie aan alle kanten merkbaar. Veel ge rechten zijn in bier gestoofd en natuurlijk kan men talrijke Bel- De succesformule van Denis Blais en André Plisnier (h)eerlijk Belgisch eten, volks en goedkoop, foto gpd gische bieren drinken. Als gevolg van dit succes open den Blais en Plisnier twee jaar later in Covent Garden een tweede restaurant, Belgo Cen traal, waar zo'n 400 gasten kon den eten. En nog weer wat later verrees Belgo Zuid. Tegenwoor dig zijn de heren ook overzee actief: onlangs is in New York een Belgo-restaurant geopend, en de eerste recensies in Vanity Fair zijn lovend. Zoals ook de recensies positief waren. Belgo Centraal werd in 1996 uitgeroe pen tot hét restaurant van Lon den. Het succes is vermoedelijk het gevolg van een uitgekiende marketing door de beide heren (eigentijdse vormgeving van het restaurant, de presentatie van het Belgisch eten als 'eerlijk, volks en goedkoop'), maar ook door de kwaliteit van het voed sel zelf. Blais en Plisnier hadden al van kinds af het idee ooit een res taurant te beginnen en het ple zier van het koken en alles er omheen straalt van ze af. Mede daarom hebben ze hun kunsten in een kookboek neergelegd, dat oorspronkelijk twee jaar ge leden in Engeland verscheen en nu in paperbackversie in het Nederlands is uitgekomen. Het Belgo Kookboek is geen traditioneel kookboek. De vele illustraties zijn niet alleen een weergave van de heerlijke ge rechten, maar vooral van de beide heren zelf, die in diverse posen de Belgische keuken pro beren uit te beelden. In de u hoofdstukken 'De mosselbak- gids' en 'De frietbakgids' zien we hen in een soort stripver haal de lezer langs de frieten en de mosselen leiden - inderdaad de belangrijkste onderwerpen van het boek -en het bier en biergebruik van de Belgen wordt eveneens helder in kaart gebracht. Naast friet, bier en mosselen - let even op het recept voor de 'moules po'pei, ofwel Popeye- mosselen met spinazie en spek jes, het water loopt in de mond - staan er natuurlijk ook Belgi sche klassiekers als waterzooi, asperges meunière en paling in het groen in het boek. Verder de toptien van Belgische liedjes die je tijdens het koken moet opzetten (op nr. 2 Plastic Ber- trand, op nr. 10 Soeur Sourire met 'Dominique'), van Brussel se restaurants met grappige na men (op nr. 7 'Radijs met bre tels') en van beroemde Belgen (op nr. 1: 'de vader van André', ook wel 'een krak met een Spitfire'). Het boek bevat verder een 'kor te geschiedenis' van België, een wandeling door Brussel en een handleiding voor het drinken van Belgisch bier. De schitte rende vormgeving heeft een ze kere neo-lulligheid, met dito kleurtjes en jaren vijftig styling. Een vrolijke manier om lekker eten aan de man te brengen. Want vergis u niet, de heren kunnen koken. (Belgo Kookboek, door Denis Blais en André Plisnier, uitg. Schuyt Co, 29,50 gulden) JAQUES HERMUS Op de een-na-laatste dag van het jaar, of liever gezegd van de eeuw. kan ik er bijna niet omheen iets over oliebollen te schrij ven. Deze traditionele oerhollandse lekkernij is in ons land on losmakelijk verbonden met oud en nieuw. 'Bolvormige koek in olie gebakken luidt de verklaring in de Dikke van Dale. Een simpele omschrijving van de oudejaarslekkernij die echter veel meer voeten in de aarde blijkt te hebben dan menigeen denkt. Het Algemeen Dagblad neemt de oliebol zelfs zo serieus dat ze er jaarlijks - dit jaar al voor de zesde keer - een Nationa le Oliebollentest op na houden. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat warme bakkers de lekkerste oliebollen maken. Het bakken van oliebollen is een chemisch circus waaraan vier gouden regels ten grondslag liggen, zo las ik op de Intemet-site van de Universiteit van Twente. Het is allesbehalve het 'even' husselen van wat bloem. melk. gist. rozijnen en krenten, maar een uiterst serieus productieproces. Een goede oliebollenbakker dient als volgt te werk te gaan: al lereerst het nauwkeurig afwegen van de ingrediënten, dan het zorgvuldig kneden van het beslag (totdat het in stukken van een houten lepel iult), het rijzen op een u>arme plaats en het uiteindelijke bakken. Dat ook de laatste stap een uiterst belang rijke is herinner ik me maar al te goed uit mijn jeugdjaren. Vader had het vet op het vuur gezet terwijl het beslag stond te rijzen. Om het oude jaar alvast uit te luiden had hij het onver wachte middagbezoek voorzien van wat alcoholische versnape ringen. Door alle gezelligheid vergat hij de olie waardoor ook de brandweer noodgedwongen opgetrommeld moest worden. Niks geen oliebollen dat jaar. Al wat restte was een zwartgebla kerde keuken en om de feestvreugde nog enigszins te redden spoedde moeder zich naar de dichtstbijzijnde oliebollenkraam. Zelf bak ik ze dan ook al jaren niet meer. Voor diegenen die toch de stoute schoenen willen aantrekken heb ik vaders recept op papier gezet. Men neme (voor circa 15 stuks): 250 gram bloem of meel. 50 gram krenten. 50 gram ro zijnen (goed gewassen en gedroogd). 13 gram verse gist (of 5 gram gedroogde). 2 1/2 dl lauwe melk en 5 gram zout. Wanneer u net als ik verzot bent op gember kunt u er twee gesnipperde bolletjes aan toevoegen. Vermeng de gist met de helft van de lauwe melk. Doe de bloem in een kom. maak in het midden een kuiltje en giet hierin het gistmengsel. Voeg de overige melk toe en maak. vanuit het mid den beginnend, een glad beslag. Roer er de krenten, rozijnen en eventuele gembersnippers met een houten lepel doorheen en laat het. afgedekt met een natte doek. op een warm plaatsje of op een teiltje met warm water ongeveer een uur rijzen. Vorm er dan met behulp van twee lepels, bollen van en laat ze in slaolie of frituurvet glijden dat zo heet is dat het dampt. Wie geautomatiseerd te werk gaat houdt een temperatuur aan van 180C. Bak ze vlug bruin en gaar (circa 5 minuten). Neem ze met een schuimspaan of breinaald uit de pan en laat ze even op bakpapier of keuken rol uitlekken. Dien ze bestrooid met poeder suiker liefst warm op. Ik wens u veel succes. Tot slot voor u allen de allerbeste wensen voor het nieuwe jaar. JOHN BEEREN. eigenaar van de Bokke doorns, een met twee Michelin-sterren ge decoreerd restaurant in de duinen van Bloemendaal KAASFONDUE MET GROENTEN Nodig voor 4 - 5 per sonen: 250 gram verse room kaas, zoals Mon Chou; 450 gram belegen Goudse kaas; 4 dl melk; 1 stukje foelie, 4 theel. maïzena; witte peper uit de molen; 2 eetl. fijngehakte (plat te) peterselie; Voorts: 200 gram wor teltjes; 2 rode papri ka's; 4 - 6 bleekselde- rijstengels; 8-10 kleine uien. r- Deze kaasfondue kun je bij wijze van spreken wel elke dag op tafel zetten. De smaak is vrij neutraal. Begin met de kaas, omdat deze op kamertemperatuur in de fon due verwerkt moet worden. Snijd de roomkaas in kleine stukjes en rasp de Goudse kaas grof. Laat ze daarna tot verder gebruik in de keuken staan. Maak daarna de groenten schoon. Schrap de worteltjes. Snijd het vruchtvlees van de pa prika's in vingerbrede repen met een lengte van ca. 4 cm. Snijde de bleekselderijstengels in stukken van ca. 4 cm. Pel de uien. Kook hierna de groenten, elke soort apart, net niet helemaal gaar. Ze moeten na het koud spoelen nog een beetje knapperig zijn. Breng in een caquelon of andere geschikte pan de melk samen met de foelie aan de kook. Voeg, on der voortdurend roeren, de kaas bij kleine gedeelten toe. Blijf zo lang roeren tot de kaas is gesmol ten. Maak maïzena aan met 2 eetle pels koud water. Roer het meng sel door de kaasmassa. Dpe er daarna, naar eigen smaak, wat peper bij. Roer vlak voor het op dienen de peterselie er door. Ver wijder het stukje foelie. Plaats de caquelon of andere pan op het rechaud op tafel. Zet de schaal met de groenten erbij en vergeet het stokbrood niet. Tip: ook geblancheerde bloem kool- en broccoliroosjes, repen of blokjes knolselderij en koolraap lenen zich goed om bij de kaas fondue op te dienen. Kruiswoordraadsel HORIZONTAAL: 1 Smaragd; 7. moeilijk buigbaar; 8. reputatie. 10. buidel; 12 wintersportartikel; 13 naast; 16. metalen bak; 18. alcoholische drank; 20 op de manier van, 21. lekkernij; 23. wisselborgtocht; 26. vriend (Sp.); 28 hoeveelheid; 30 kunsttaal; 32 slag; 34. geestdnft; 35. strak trekken. VERTICAAL: 1 Griekse letter. 2. Zwitsers rauwkostgerecht; 3. landbouwwerktuig; 4 klaar; 5 werpkoord; 6 deel van een gebouw; 7 steun; 9 gebarenspeler. 11 Frans lidwoord; 14 gereedschap; 15. gaarne; 17. ik (Lat 19 groente; 21 nader overeen te komen (afk 22. gang van een paard. 24 sluier. 25 beloning; 27 persoonlijk vnw (Fr 29. indien; 31 judograad. 33 familielid; 34. voegwoord Oplossing van woensdag: Horizontaal: 1 Wasbak, 4 stamhuis; 6 rage; 8 beer; 9. antilopen Verticaal: 1 Was. 2 slang; 3. acht; 5 soepel; 6. raam. 7. eris; 8. brok. Anders dan elders in Europa is in de Lage Landen de kledingdracht somber, zij het wel met de nodige luxe gemaakt. foto De kaasfondue werd in de jaren '50 door Het Nederlands Zuivelbureau in ons land geïntroduceerd. Het succes liet niet lang op zich wachten en de mooiste verhalen over de herkomst van de kaasfondue werden ons voorgeschoteld. De fondue kwam van oorsprong uit Zwitserland en met name Nederlandse kaas was er bij uitstek voor geschikt. Kaasfondue is Nederlands gezel ligheidseten bij uitstek, want er is geen an der Europees volk dat zich zo graag voor een dergelijk etentje rond de tafel schaart. Met de constatering dat Nederlandse kaas zich zo goed voor de kaasfondue leende zat het Zuivelbureau goed. Dat het om een Zwitserse specialiteit zou gaan. klopte ech ter niet helemaal. Natuurlijk kent men in Zwitserland kaasfondue. Men kent er trou wens nog altijd speciale fondue-restau rants. Die waren er destijds ook in ons land. Veel daarvan zijn in de loop der jaren verdwenen. Slechts een enkeling heeft de concurrentie, van meestal restaurants met een buitenlandse keuken, kunnen weer staan. In de Nederlandse fondue-restau rants staan naast de kaasfondue ook de fondue Bourguignonne (met vlees) en ver schillende fondues met bouillon op de kaart. De kaasfondue is eigenlijk al heel erg oud. net zo oud als het kaasmaken zelf. Bij het rijpingsproces van de kazen komen ook de gebreken aan het licht. De kazen met ge barsten of zwakke korsten en kazen die juist een te zware korst hebben, zijn niet of nauwelijks geschikt om te verkopen. Zelf- zoals wortelen, knollen en rapen. Van de Goudse kaasdoop is bekend dat ze al in de 12e eeuw op boerderijen in de wij de omgeving van Gouda werd gegeten. Men kan zich voorstellen dat overal waar kaas werd gemaakt de 'misbaksels' op die manier werden verwerkt. Echt Zwitsers is de kaasfondue dus niet. Wel moet worden toegegeven dat de Zwitsers de kaasfondue zoals wij die vandaag de dag kennen, heb ben ontwikkeld tot een gerecht dat zowel thuis als in een restaurant kan worden op gediend. Hoewel de basis vrijwel altijd dezelfde is, kan men met kaasfondues die met de mil dere Nederlandse kaassoorten worden be reid vele kanten uit. Door het toevoegen van een gefruit uitje, een Spaans pepertje en een stukje verse gemberwortel maak je er een fondue van die in de kosmopoliti sche of ïiision-keuken past. Met ui en fijn gesneden chorizo-worst maak je met Jala- peno-pepertjes een Mexicaanse fondue (Queso fundido)en met veel verse tuin kruiden en knoflook wordt het een Proven- Waalse kaasfondue. Met groene pesto en basilicum wordt het een Italiaanse fondue en wanneer je er si naasappel. amandelen, ui en knoflook in verwerkt dan kom je al gauw in Noord-Afri kaanse sferen terecht. Door te spelen met kruiden en specerijen maak je er steeds weer iets nieuws van, waarbij je dan ook kunt variëren met hetgeen je aanbiedt om in de kaasmassa te dopen. HANS BELTERMAN VEtNZ Ho£ fi'P te ftesrT&Z STÖNP 72T soiv/z&s hm? c&t&s&y AL P&006 HiAS W&GO 01ZE&- &COt£> M£T CX30* ce &UL/&/ROUW kazende boeren in ons land gebruikten dergelijke kazen voor eigen gebruik. Men maakte er een kaasdoop van. Daarvoor liet men de kaas samen met melk en wellicht een glaasje brandewijn in een pannetje smelten. Dat pannetje kwam op tafel en men doopte er geen brood in, maar ge kookte aardappeltjes en in strikken gesne den. eveneens gekookte, stevige groenten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 10