Spanjaarden bedreigen tonijn en zwaardvis In Natura Schieten uit de neus Krabnevel scherper dan ooit Medischf technologi vak toekon Vlaamse gaai zoekt groene woonwijken WOENSDAG 15 DECEMBER 1999 160 redactie: margot klompmaker en saskia stoelinga 02} In Engeland woont een mevrouw die het wereldrecord niezen op haar naam heeft. Ze heet Donna Griffith en ze niesde aan een stuk door van januari 1981 tot september 1983. Toen ze eindelijk tot bedaren was gekomen, had ze er precies 977 ellendige dagen opzitten. Ze haalde alle kranten en iedereen had met haar te doen, maar niemand scheen zich af te vragen wat de oorzaak van de onstuitba re niesbui was geweest. Was mevrouw Griffith vreselijk al lergisch of had ze iets in haar neus gekregen, dat er niet meer uit wilde gaan? Men brak er zich het hoofd niet over. Niezen is immers zoiets alledaags, dat we ons er niet over verbazen: het komt niet in ons op om te vragen naar het hoe en waarom. Onze neus is een goed bewaakte grenspost tussen de bui tenwereld en het inwendige van het lichaam. Van buitenaf trachten massa's bacteriën bij ons binnen te dringen. Aangezien de luchtwegen een prima opening bieden, is daarop de aanval gericht. Maar in de neus stuiten de in dringers op een barrière van slijm, waarin chemische stof fen zitten die korte metten maken met de ziekteverwek kende infiltranten. De bacteriën die desondanks weten te overleven, worden achterin de keel gedreven, ingeslikt en uiteindelijk door het maagzuur om zeep gebracht. Op deze vijand is de overwinning gemakkelijk behaald, maar er zijn ook krachtiger tegenstanders, die groot van formaat zijn of veel irritatie teweeg brengen. Door juist deze twee eigenschappen prikkelen die indringers bepaal de zenuwen, die op hun beurt uiterst geprikkeld reageren, hetgeen wij ervaren als een sterk kriebelend gevoel. Deze prildceling veroorzaakt in de neus een zeer heftige reactie: met een snelheid van soms wel 150 kilometer per uur wordt lucht uitgestoten, zodat de indringers naar buiten worden geblazen. De neus werkt op dat moment als een dubbelloops jachtgeweer. De nies is het schot. De neus doet dus dienst als kanon en heeft daarnaast de taak de van buiten aangezogen lucht te verwarmen, voor dat deze naar de longen gaat. Veel meer heeft hij niet te betekenen. Als reukorgaan stelt hij weinig voor. Slechts vijf vierkante centimeter van het neusinterieur bestaat uit reukgevoelige cellen. Een herdershond is uitgerust met 150 vierkante centimeter van dit materiaal, dat, keurig ge plooid en opgevouwen, ruim tweehonderd miljoen reuk- cellen bevat, terwijl de mens er maar vijf miljoen heeft. Omdat de reukcellen van de hond bovendien veel gevoeli ger zijn dan die van de mens, ruikt een herdershond een miljoen keer beter dan wij! Zoals een hond geen besef heeft van de wereld waarin wij leven, zo kunnen wij ons niet verplaatsen in de honden- wereld. Wat weet Rex, Wolf of Wodan van Internet. Big Brother of de boeken van Stephen King? Helemaal niets en precies zo weinig als wat wij weten van geurvlaggen, reuksporen en de specifieke lucht van niet alleen elk men selijk of dierlijk individu, maar ook van planten en leven loze materialen. Een hond herkent mensen, dieren en dingen aan hun geur, maar ruikt ook gemoedsstemmin gen en lichamelijke conditie. Hij neemt via zijn neus waar of zijn baas zich goed voelt of niet, vrolijk is of verdrietig, bekommerd of onbezorgd. Misschien ruikt een hond zelfs wel de toekomst, zoals hij overal het verleden opsnuffelt in de vorm van voorbije passanten en afgestorven orga nismen. Alles wat dood is valt tenslotte uiteen in losse moleculen en met iedere ademteug komen die moleculen bij ons naar binnen, zodat we nu eens moleculen opsnui ven van Cleopatra of Hitier, dan weer die van de Gouden Koets of een dinosaurus. Wij merken het niet op, maar wie kan uitsluiten dat een hond ze wel waarneemt? De wereld bestaat uit moleculen en de hoeveelheid ervan is dus onvoorstelbaar groot. Gangbaar is de stelling dat er in één lepel water net zoveel moleculen zitten elis lepels water in alle oceanen, zeeën, rivieren, kanalen, sloten en meren bij elkaar. Zelfs het aantal moleculen dat wij achter ons laten bij elke stap die we zetten is gigantisch. Het zijn zweetmoleculen, moleculen van onze kleding, haar- en huidmoleculen en ga zo maar door. Onze neus snuift ze op, maar neemt ze niet waar, terwijl ze door een hond wel degelijk worden geroken. Zes miljoen zweetmoleculen per liter lucht is feitelijk minder dan niets, en wij slagen er dan ook in de verste verte niet in ze te ruiken, maar voor een speurhond is deze concentratie al voldoende om een spoor te volgen. In de opvatting van sommige andere dieren is echter zelfs onze speurhond een gebrekkige stumper. Er zijn vlinder soorten die de geur van het andere geslacht op meer dan tien kilometer afstand ruiken. En bekend is dat palingen een bepaalde stof in het water al kunnen ruiken in een verdunning van een op de drie triljoen! Gieten we een em mertje van die stof leeg in de Grote Oceaan, dan nemen na verloop van tijd onze Nederlandse palingen de geur er van waar. Dat is pas een wereldrecord! THEO SCHILD KAMP Muziek verhoogt werkprestatie Mensen die eentonig werk ver richten, kunnen beter presteren door opwindende muziek op de achtergrond te draaien. Omge keerd kunnen mensen die on der stress hun boterham ver dienen, worden gekalmeerd door rustige muziek. Dat blijkt uit psychologisch onderzoek aan de universiteit van Leices- ter. Iemands prestatie wordt beïnvloed door de mate van opwinding. Men presteert opti maal bij een gemiddelde op winding. Echter, sommige ba nen dwingen de werknemers tot een staat van uitersten. Zo leidt de invoer van data in een computer tot verveling, terwijl het werken tegen een deadline een hoge mate van mentale spanning veroorzaakt. Beide condities zitten een optimaal eindresultaat in de weg. Muziek is dus in staat om extre me niveaus van opwinding, die bij specifieke werktaken beho ren, te matigen, waardoor de productiviteit toeneemt. In een nagebootste werksituatie in het laboratorium is deze theorie ge test. Proefpersonen kregen sti mulerende, rustgevende of geen muziek te horen, terwijl ze taken uitvoerden. Bij de een voudige opdracht werkten de deelnemers het snelst en met de minste fouten onder het ge not van stimulerende tonen. De lastige klus werd het snelst en kwalitatief beter geklaard bij kalmerende muziek. Zoals Spanjaarden kokkels uit Nederland in hun tapas, paella en zarzuela doen, zo eet de Ja panner in zijn sushi tonijn en zwaardvis, die hem worden ge leverd door Spaanse vissers. Over zowel de kokkelvisserij in de Nederlandse kustwateren, waarvoor vorige week al veel geschreven is, als de tonijn- en zwaardvisvangst in de Atlanti sche Oceaan en de Middelland se Zee wordt gezegd dat ze schadelijk zijn voor de biologi sche rijkdom van de zeeën en oceanen. Een recent rapport van Traffic Europe maakt hoe dan ook aannemelijk dat de Spaanse vissersvloot, als een van de grootste ter wereld, de bestan den van de Atlantische tonijn (blauwvintonijn, Thunnus thynnus) en van de zwaardvis (Xiphias gladius) in gevaar brengt. De internationale af spraken die er bestaan, blijken systematisch genegeerd te wor den. De meest gevangen vissen zijn een stuk kleiner dan ze - om verhandeld te worden - mo gen zijn: in 1997 bijvoorbeeld gold dat voor niet minder dan 75 procent van alle zwaardvis sen. Traffic, een soort onderzoeks bureau voor het World Wildlife Fund (WWF) en de Internatio nale Unie tot Bescherming van Tonijn de Natuur (IUCN), onder streept dat Spanje niet de enige is die de afspraken schendt. Uit vergelijking tussen wat toege staan is en de gemelde vang sten blijkt dat Frankrijk, Italië, Marokko en Japan in dezelfde of zelfs grotere mate in de fout gaan. Maar omdat Spanje voor zwaardvis in de Atlantische Oceaan met 45 procent verre weg het grootste aandeel in de vangst heeft en voor de tonijn met 20 procent Italië (24 pro cent) en Frankrijk (21) op de hielen zit, geeft juist een onder zoek van de Spaanse praktijk het beste inzicht in de ernst van de bedreiging. Ondanks het feit dat de regels van het verdrag bindend zijn en zelfs bekrach tigd in de Spaanse wetgeving, blijkt er van de naleving op de Spaanse schepen en de Spaan se vismarkten bijna niets te recht te komen. Sinds vier jaar wordt voor de Atlantische tonijn en de zwaardvis ook jaarlijkse quota gehanteerd. Ook die worden overschreden, in twee van de drie geregistreerde jaren voor zwaardvis met meer dan tien procent en voor tonijn zelfs met meer dan vijftig. In aantallen wordt er ruwweg twee keer zo veel vis gevangen als twintig jaar geleden. En hoewel de groei er sinds kort een beetje uit is, blijft de vraag onverminderd hoog. Vooral Japan is bereid voor tonijn steeds meer te beta len. De druk op het zeeleven strekt Zwaardvis foto cpd zich ten slotte uit naar meer vissen dan de tonijn en de zwaardvis alleen. In de onder zoeksperiode brachten Spaanse schepen een bijvangst van maar liefst 68 procent aan blau we haaien (Prionace glauca) en makreelhaai (Isurus oxyrhinch- us) aan land. Alsof haaien het in de wereldzeeën al niet moei lijk genoeg hebben. Voor hen bestaan er zelfs op papier nog minder beschermende regels dan voor tonijn en zwaardvis, zoals hetzelfde Traffic al in 1996 constateerde. De grootste telescoop ter we reld geïnstalleerd op de top van de Chileense berg Paranal, is erin geslaagd de scherpste foto ooit te maken van de Krabne vel. De Krabnevel, in het ster renbeeld Stier, is het uiteenge reten overblijfsel van een su pernova, een ontplofte, zware ster. Dit mysterieuze verschijn sel, naar zijn vorm vernoemd, was als object gekozen, omdat het ook nog een pulsar her bergt: een razendsnel roterend sterretje met dezelfde massa als onze zon, maar met slechts een middellijn van amper 30 kilo meter. De pulsar is een van de vreemdste objecten die in de kosmos te vinden zijn. De Krab- pulsar draait maar liefst 30 maal per seconde om zijn as en knippert even vaak aan en uit. Hij lijkt een beetje op een vuur toren waarvan de lichtbundels 30 maal per seconde over de aarde 'vegen'. De sterrenkijker slaagde er in die razendsnelle lichtwisselingen van de Krab- pulsar te registreren en wel met een nauwkeurigheid van min der dan het ééntienmiljoenste deel van een seconde. Chinese astronomen zagen al in het jaar 1054 na Christus, op de plaats waar nu de Krabnevel staat, een ster opvlammen die maandenlang zelfs midden overdag zichtbaar bleef. De pulsar is het overgebleven, cen trale deel van de supernova. De kern daarvan schrompelde on der invloed van de ontketende zwaartekracht in elkaar tot een pulsar. Een vingerhoed pulsar materie weegt meer dan het he le rijdende materieel van de Nederlandse Spoorwegen. Dat komt, omdat door de druk van de supernova de atomen be roofd werden van hun elektro nen die vervolgens in de atoomkernen (protonen en neutronen) werden gedrukt. Zo ontstond veel en veel meer massa in een veel kleinere ruimte dan normaal. We weten niet hoe het uitziet er op zo'n exotisch superzwaar sterretje, waarvan het opper vlak harder is dan diamant. We zullen het ook nooit weten want wie het ooit zou wagen op het oppervlak van een pulsar te gaan staan, wordt door de ont zaggelijke zwaartekracht ogen blikkelijk als een superdunne olievlek over het oppervlak van het sterretje uitgespreid. Er is verder nóg weinig bekend over dit soort hemellichamen uit de wat griezelige fase van de ster- evolutie. ben apeldoorn Patiënten die vanwege k in het strottenhoofd woi opereerd, moeten niet a een stukje van hun lucli missen, maar zijn ook le hun stem kwijt. In same king met andere (inter)n le centra wordt voor dez enten aan de Rijksunivei Groningen (RUG) ondei gedaan naar een stempi of kunststrottenhoofd. D wikkeling daarvan en de wikkeling van de studem medische technologie si centraal op een minisyn um dat afgelopen maani Groningen werd georgai „Voor veel technologisd passingen in de geneesh een natuurkundige basis groot belang," zegt prol H. Duifhuis, hoogleraar dische technologie (BM1 stemprothese is daar eei beeld van - daar komt m aalkunde bij kijken, hetv ook inzicht in stemvorn spraaktechnologie. Volgens Duifhuis bestaai grote behoefte aan mens een natuurkundige basis ben, maar ook weten h« menselijk lichaam, hoed neeskunde in elkaar zit! twee jaar bestaat er in G gen een opleiding biomi technologie die uiteinde vijfjaar, een ingenieursli levert. „We hebben geko voor een tweejarige basi technische natuurkunde jaren daarna gevolgd doi medische vakken als ara fysiologie, celbiologie en mechanica. De studie s[ zich in de loop van hetvi jaar, naar gelang de intei van de student, in 'biom len', 'beeldvormende te< ken' of 'medische instrui tie', een richting die zich bezighoudt met meet- e techniek. Kenmerkend voor de Gr benadering is de central tie van de patiënt. „Op h nisymposium over het k strottenhoofd begonnen eerst met een patiënt die ziektegeschiedenis vertel Vervolgens sprak een KN en daarna kwam de sten these aan de orde. Op wi problemen stuitten we m nu in ontwikkeling zij nek prothese, zoals goede spi productie en de aantastii biomaterialen door schh en bacteriën in luchtpijp slokdarm", aldus Duifhii Aan beroepsmogelijkhed voor biomedisch technol zal het naar verwachting ontbreken. Duifhuis: „Q moment is er binnen de zondheidszorg grote aan voor de biomedische tec gie. Zowel in ziekenhuifl in medisch georiënteerd! drijven bestaat er behoel academici die zowel een dosis natuurkunde als g( kunde in hun bagage hel henk hellema Het is even schrikken, zo'n schel krijsende Vlaamse gaai in je achtertuin. Het komt steeds vaker voor - vooral in de winter - en straks is een gaai op de voerplank net zo gewoon als een merel. De schuwe bosvogel is hard bezig om, net als de me rel indertijd, zijn leefgebied fit te breiden naar de stad. Vooral in het westen kan de nieuwko mer goed aarden. Daar zijn vele steden sinds de jaren zeventig rijkelijk voorzien van groen. De Vlaamse gaai (Garrulus glandarius) ontvlucht de oude bossen in oostelijk Nederland, omdat hij daar zijn leven niet meer veilig is. De noodzakelijke beschutting verdween door houtkap. „Roofvogels als havik en sperwer maken tegenwoor dig de dienst uit in het oor spronkelijke leefgebied van de \flaamse gaai", zegt Jasper de Ruiter van Vogelbescherming Nederland. „Haviken slaan zonder pardon volwassen gaai en in hun klauwen en sperwers plukken jonge gaaien zo uit de lucht. Niet verwonderlijk dat de gaai uitwijkt naar groene bui tenwijken met veel loofbo men." Een andere reden voor migratie is het toenemend voedselge brek in de oostelijke bossen. De forse kraaiachtige leeft voorna melijk van kevers en rupsen. Maar die staan ook op het me nu van andere bosvogels die sterk in aantal groeien. Voor de winter legt de gaai een voorraad eikels aan die hij onder de grond verstopt, vaak gemar keerd door een steentje of an der voorwerp om ze terug te vinden. Maar in de winter is het voedselgebrek het grootst, en trekt de gaai naar de stad. De bosvogel heeft zijn dieet aange past. De gaai stelt geen hoge eisen aan zijn habitat. Het is geen kri tische vogel die een oerwoud nodig heeft om te overleven, zegt De Ruiter. „Een beetje bos, met wat eiken en beuken plus een laag struweel voor het broeden is al voldoende." En hiervan is de laatste jaren door allerlei stedelijke groenprojec ten steeds meer voor handen. Ook vaart de kraaiachtige, ook wel meerkol of houtekster ge naamd, wel bij de aanleg van jonge bossen in de Flevopol- ders en op het Friese platte land. Uit tellingen blijkt dat niet al leen het verspreidingsgebied sterk wijzigt, maar ook het aan tal. In 1980 werden er dertig tot zestigduizend broedparen geturfd, geconcentreerd in Drenthe, Overijssel en Gelder land. Volgens de laatste tellin gen, die worden verwerkt in de nieuwe broedvogelatlas die binnenkort verschijnt, leven er nu circa twintigduizend meer gaaien in ons land. „De zwer vers uit het oosten hebben meer plek gekregen. Ze kunnen hierdoor meer jongen veilig groot brengen, waardoor bin nen enkele generaties extra aanwas ontstaat", zegt De Rui ter. Dat aantal zal volgens de vogel- deskundige nog verder klim men als de nieuwe Flora- en Faunawet van kracht wordt. Nu mag er nog vrij op de gaaien worden gejaagd. Maar vanaf begin 2000 is schieten pas toe gestaan als er aantoonbare schade op de akker door de vo gels is aangebracht. Extra aan wezigheid kent Nederland af en toe door ware invasies uit Scan dinavië en Oost-Europa. Na een goed eikeljaar zijn daar teveel gaaien, het overschot aan blauwgestreepte vogels komt dan hier zijn geluk beproeven. Jonge gaaien leggen met gemak honderden kilometers af. Ook zij weten inmiddels de steden te vinden. De verovering van het stedelijk groen gaat soms gepaard met minder fraaie taferelen. Vooral als de gaai zelf jongen heeft, in mei en juni, lust hij graag eie ren en jonge vogels. Vooral lijs- De Vlaamse gaai is hard bezig om zijn leefgebied uit te breiden stad. Het bewijs, een jonge gaai, zat een paar maanden geleden speeltuin aan de Werfstraat in Haarlem, foto united photos ters, merels en mezen zijn hier van de dupe. „Maar een gaai is lang niet zo erg als een kauw of een kraai. Die roven veel meer nesten leeg. En de auto en de kat zijn nog steeds het gi gevaar voor alledaagse t gels", zegt De Ruiter. peter de jaeger* mm wmm HEINZ Cryptogram Horizontaal: 1 Straalde aan het been (6); 4 Soort bedevaart (8): 6 Een omwenteling op het gebied van breien (4); 8 Geen kunst voor de handel (4); 9 Volgens Frans zijn ze niet verzorgd in het klooster (9). Verticaal: 1 Haar beest (3); 2 Die hindernis was hoorbaar (5); 3. Dus U speelt daar een spell (4). 5 Aristocraten die aan de grond zitten (6); 6 Stom als je deze vis verliest (4): 7 het „j.,! in diumanri nm m h..,l ui Oplossing van dinsdag: maan-maand-Badman elan-angel-Aanleg raad-damar-Daarom riem-maire-Maaier dons-sonde-Edison idee-dieet-Editie asla-saale-Salade teil-talie-Taille deen-reden-Eender ir',- ,rl—' &-E-K-C-E-T-S-T, f-/e M-O-E T E-B \ACE-E^ £-£-/*-£ V-A-/*- P-O-CZFR f 0./r v-t-N-P J-E D-A-T 0-r*-6-é> LA&, W-£/**-Z W/-E-E-T* W-A-T t*-E-/*-£-r* E-R N -£-/*, /V\-A-AK N-U 0-E- TA /-<. M-O-V, E-f* T0-E-// '-K E-E-P &-£-&£**/>-£ T-E6-E-/* D-A-A-P H-E-0 /-*? M-E-E ST-AcAAJ P-G-A-T-EN E-P TCE-M PEEP-T CP-E M-/j E£-f* lr'-F-T ö-EEEKEP Et*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 12