'Het is een troostende gedachte dat er heiligen zijn' Leiden Regio Mens enfief jeslaagd jazzfestival met Yuri Honing Kevin Coyne nog niet uitgeblust Concert met scherpe randjes 'Dichters op muziek' weinig baanbrekend NDAG 13 DECEMBER 1999 972 11 Leidse kunstenaar Ernst Kamphuis vindt zijn inspiratie op straat PABLO CABENDA jranneer istie? '78?" Tsjees..., dat is i fél erg oud." En hij laat een bewonde- >esis uit zijn mond ontsnappen, mis is verzonken in een door de dist meegebrachte zwartwitfoto van i een. Neerlands trots in punkdagen, jasjes, elektrische gitaren en ge- rde spijkerbroekenbravoure. De der- 11 rechts, onzekere maar open blik in nera, aardige jongen, is de kunste elf. Nu, met een wat melancholischer islag. zachte stem, gaat hij het rijtje af. ird van Boeckel staat er niet op. Die in het bestuur van het Het Barok En- Ie. Evert Jan is volgens mij ergens maar. Tim Mullens, de zanger en de ran de band, zie ik bijna nooit meer. an de aardbodem verdwenen." Hij i foto neer want verder komt hij niet. at dat hè, je verliest elkaar uit het mis is desalniettemin, naast zijn naarsbeslommeringen, als bassist en ettist in de band gebleven tot '91. ia de hoogtijdagen van Ivy Green. Hij nu sporadisch met zijn kroegenband nant Ernesto, is stadsomroeper voor en is sinds 85 actief als beeldend inaar. Voorlopige hoogtepunten: bin- irt een expositie in het ministerie van wijs Cultuur en Wetenschappen in meer, en een loopt al bij theater Het lal in Vlissingen. En had hij al verteld wel De Lakenhal als het Leids Uni- kir Medisch Centrum dit jaar werk »m hebben gekocht? „Ik ben daar rel trots op ja. Mijn werken vormen lort sprookjeswereld waarin je kan ippen. Als ik me down voel maak ik rat nieuws." iaal genoeg. Zijn woonkamer fun- deels als uitdragerij van vergane glo- es wat oud, afgeschreven en mooi is. vensterbank houden een oude Sin- aimachine en een ontlede wandtele- ilkaar gezelschap. Hout uit oude vis- hepen leunt tegen de muur. Er zijn torens van ansichtkaarten, boeken- ivol plaatjes. Shiva's en Vishnu's madonna's en cherubijnen, bid es, pulppockets uit de jaren vijftig nakelijk kitscherige omslagen, dode voorwerpen die wachten om amphuis beademd te worden en te en in zijn recycle reliekkastjes. Als ral vergoot hij op de stoep tranen en afgedankte wasmachine omdat oeder het ding niet wilde 'adopte- Qeine Ernst heeft bij het grofvuil ge- ot het donker werd. „Mijn zoontje maakt nu ook al collages. Als hij iets tzegt hij steevast Pap: je gelooft je liet. Leuk hè." inst betekent troost. En of we het laar over kunnen hebben. Want met l een' heeft hij wel veel meegemaakt, dat is ook zo lang geleden', j. el zijn, maar van 1976 tot en met het ig jubileumconcert in het Amster- Paradiso was Ivy Green wel dé and van Nederland. Met een carrière jongensboek doet verbleken tot een lizer Almanak. Opnames in de var- :huur, repetities op slaapkamers. En isfactioft van de Stones te hard schal- i oude radioversterkers, draaide een kwaaie vader de stoppen er wel uit. In 1977 kreeg Hazerswoudes bekendste exportpro duct een contract bij het platenlabel War ner Brothers. Daarna ging het alleen nog maar hoger en sneller. „Alles was punk. En wij deden maar wat, dus wij waren ook punk, zonder dat we dat wisten. Man, ik was vijftien toen ik ging bassen en de drummer was twaalf. We hadden maar acht keer opgetreden en we mochten al in Paradiso." Muziekkrant Oor gaf Ivy Green het keurstempel van de Nederlandse Sex Pistols. En de hit I'm sure we're gonna ma ke it werd een lijflied voor elke rechtgeaar de Nederlandse punker. „Wil je het horen?" En over de boxen klinkt de overdonderen de kracht van de eenvormigheid, één drammend akkoord als unaniem en over tuigend argument om je onder te dompe len in bas, gitaar en drums. Over de ge luidsmuur probeert Kamphuis zich ver staanbaar te maken. „We dachten dat de bomen tot in de hemel groeiden. Er waren luxe etentjes, vrieskisten vol Belgische bon bons, en de volgende dag weer naar school. In de Groenoordhallen deden we het voor programma van AC/DC. Die gasten waren in de kleedkamer in de weer met groupies, overal blote vrouwen. Zeiden ze: 'We heb ben geen tijd om het af te maken, doen jul lie het effe?'... En de maandag erop vragen je klasgenootjes of je Starsky en Hutch hebt gezien?" Hij luistert nog even naar de gitaren. „Je bent en blijft toch een buitenstaander. Je leidt een dubbelleven, je observeert...." En loopt plotseling naar de draaitafel. „Ik vind dit trouwens helemaal niet zo'n goed num mer. Afzetten die narigheid." Ivy Green is weer verleden tijd. „Ik denk niet dat ik ooit nog aan een negen tot vijf baantje zou kunnen wennen. Je raakt ver pest door zo'n jeugd. Toen ze me ooit eens bij de sociale dienst vroegen wat voor be roep ik had, heb ik gewoon gezegd: leeu wentemmer. En dat ze me het moesten la ten weten als er weer een circus in de stad was. Drie weken later belden ze pas op om te zeggen dat dat toch eigenlijk niet kon. Ik heb nog zeven jaar gewerkt in een magazijn maar had het op een gegeven moment wel door: 'Dit ga ik niet doen'. Een kennismaking met de collages van de Amerikaanse kunstenaar Joseph Cornell, ('daar heb ik het van gestolen'), en een ex positie van popartkunstenaar Rauschen- berg in het Stedelijk deden de rest. „Ik wist: dit is het. Dit wil ik ook gaan doen. Kunst maken om te vertellen wat ik mooi of be langrijk vind. Ik heb me in 84/85 spontaan aangemeld bij de kunstacademie in Rotter dam. Kwam ik daar aan en vertelde ik dat ik eigenlijk al kunstenaar was en dat het me hoegenaamd geen bal kon schelen of ze me aannamen of niet. Grote bek, hè. Ik wilde indruk maken. Terwijl ik al mijn collages op A4 velletjes plakte omdat ik niet eens wist dat je andere papierfomaten had. Ze hebben me aangenomen." Het 'gepiel met vierkantjes' kwam hem na een jaar de de neus uit. En ook het feit dat hij destijds zonder vaste verblijfplaats zijn huiswerk in de kleedkamer of in de trein moest maken hielp niet echt. Hij is voor zichzelf gaan werken, verruilde zijn basis materiaal papier voor hout. Op de achter grond was er toch altijd weer die basison zekerheid. Totdat Kamphuis zijn eerste werk aan Willem van Scheijndel verkocht. „Dat heeft me gesterkt in mijn overtuiging. Mijn werk is nu wat rustiger geworden, misschien wat evenwichtiger." Hij laat een foto van één van zijn laatste werken zien. Een sober en weemoedig mannenportret met aureool, uit een tijd schrift dat jaren geleden al een verregaande staat van vergeling moet hebben bereikt, gekaderd in een kastje van donkerbruin vermolmd hout. 'De Heilige van Clignan- court'. „Die rommelmarkt in Parijs weet je wel. Een bedevaartplaats voor schrootlief- hebbers. Het voelde daar alsof ik thuis kwam. Ik vind het één van mijn beste, en wilde hem eigenlijk graag wel houden. Maar de schoorsteen moet roken hè." Bij zijn laatste grootste expositie in het LUMC bood hij vijftig van zijn collages, op A4 formaat aan voor slechts vijftig gulden per stuk. Een gebaar naar de armlastige Leidse burger die toch een stukje kunst wil hebben. Kamphuis weet zich te verkopen. „Leidse kunstenaars hebben over het alge meen geen kaas van pr gegeten. Er heerst een te passieve houding. In het kunstcen trum Haagweg 4 zitten maar een paar ex posanten. De rest zit wat te knutselen in de hoop dat ze ontdekt worden. Ze zeggen: 'Ik ben kunstenaar want ik maak kunst'. Je bent pas kunstenaar als je ook een publiek hebt. Aan de kwaliteit ligt het niet. Ik heb niet zo lang geleden de nieuwe aanwinsten in het CBK bekeken en ik was aangenaam verrast door het hoge peil. Misschien moe ten kunstenaars leren om meer te bellen, te zeuren en mensen te mobiliseren. En er moet meer subsidie komen voor beeldende kunst. Van het geld dat het CBK heeft voor nieuwe aankoop kan je nog niet één Van Scheijndel kopen. En het zou zeker ook geen kwaad kunnen als ze wat meer aan de publiciteit deden. Waarom kunnen bijvoor beeld studenten kunstgeschiedenis niet een keer een rondleiding krijgen bij alle kunstinstellingen in Leiden? Ik bedoel al leen maar: Verzin wat! Ik bel mezelf wezen loos om dingen gedaan te krijgen." Hij loopt naar de tuin waar zijn laatste werk staat. Een voodoo-altaar van buizen, een naaimachinemolentje, een plastic schedel, de hand van een paspop en een crucifix. „Het is nog niet af en je moet het eigenlijk met mooi weer zien. Als de zon recht op die crucifix staat, dan is het prachtig. Ik houd helemaal niet van dit weer. Dan blijf ik liever tot laat in mijn nest liggen." de kunstenaar draagt zijn depressies als een zware jas, maar wil er niet teveel over uit weiden. Een mislukte relatie, die informatie moet voldoen. Zijn gemoed lucht hij met kunst en muziek. „Patti Smith, de Beatles en bidprentjes. Ik ben misschien zo gegre pen door het beeld van heiligen omdat het een troostende gedachte is. Iemand die bij God voorspraak voor je regelt. Nee, nooit geprobeerd. Ik geloof er niet in. Maar het blijft een mooie gedachte. Hij loopt weer terug de kamer in want het is 'chagrijnig rotweer'. Van de tuin weer naar het bureau waar de foto van Ivy Green nog steeds ligt. Klaar om zo opgenomen te worden in het zoveelste Kamphuis-kijkkastje. De periode van school, drugs en rock 'n' roll mag dan hele maal aJfgesloten zijn, Hij zou zich mis schien nog wel kunnen verliezen in het sprookje van Ivy Green. Hij twijfelt even, maar vraagt het uiteindelijk toch. „Zou ik die foto mogen hebben?" MUZIEK «RECENSIE UDYVANDER SPEK Concert Leids Kamerkoor o.l.v. Ton Beckers met o.a Adventscomposities van Sweelinck, Byrd en Gabrieli Ge hoord: 10/12, Lokhorstkerk, Leiden. Ook de Lokhorstkerk heeft zich weer in wit bestoven kerstsfeer gedompeld. Waxi nelichtjes en dennengeur vragen om kerstliedjes en daar wordt rijkelijk voor ge zorgd. Het programma van het Leids Kamerkoor toont veel bekende, en enkele min der gezongen adventsliede- ren. Het verrassende ele ment ligt niet zozeer in de liedkeus dan wel in de diver se originele bewerkingen. Veel componisten hebben zich er aan gewaagd: Bach, Mendelssohn en Strategier. Becker neemt ruim de tijd voor elke zin, elke melodie- boog. Het Magnificat Primi Toni van P. Emmanuele Car doso is origineel van compo sitie. De lofprijzing van Ma ria is niet buitengewoon uit bundig, maar vol van inner lijke kracht. Meerstemmig heid wordt afgewisseld door eenstemmige Gregoriaanse zangen. De articulatie, dus verstaanbaarheid is hier op timaal en de timing is door dacht gekozen. Wat echter schort aan schoonheid is de wat kille gezamenlijke klank. Wellicht heeft dat iets te ma ken met de platte opstelling van het koor, waardoor moeilijk naar elkaar geluis terd kan worden. Of met de traditionele strenge schei ding van stemmen. Het feestelijke Hodie Christus Natus Est van Jan Pieterszoon Sweelinck wordt onder de betrokken leiding van Beckers heel knap ver tolkt. Alle stemmen worden bij herhaling helder opge licht Maar hier komt dat na re scherpe randje weer te voorschijn alsof er te hard geknepen wordt, met name bij de sopranen. De verteller Rik van Boeckel voegt helaas niets toe aan de feestvreug de MAARTEN BAANDERS Concert. 'Dichters op muziek' door Made in Leiden in samenwerking met LAKthea- ter en RSB Gehoord: 11/12 LAKtheater Leiden De revolutie begint niet in Lei den, althans niet op muzikaal gebied. Die indruk geeft 'Dich ters op muziek', een project van Made in Leiden, dat zeven Leidse componisten heeft ge vraagd muziek te schrijven op gedichten van Leidse dichters. Het Rotterdams Symfonisch Blaasorkest verzorgde de uit voering in wisselende bezetting. De sopraan Ingrid Kapelle voer de de solopartijen strak, sober en met een subtiel gevoel voor de teksten uit. Het project heeft mooie mu ziek opgeleverd, die echter wei nig baanbrekend is. Misschien heeft dit te maken met de keuze van de gedichten. Toegankelijk heid, vakmanschap, rijkdom aan observaties, beelden en ge dachten kenmerken de gedich ten van Lloyd Haft, Anton Kor- teweg, Wim Brands, Jan Wol kers en F.L. Bastet, maar een breuk met het conventionele is er niet in te vinden. De compo nisten zijn volgzaam met de poëzie omgegaan. Zo werd 'Dichters op muziek' een avond zonder scherpe kanten, maar wel met muziek waar je met plezier naar luistert en die vaak boeit door de heldere opbouw. Dit geldt zeker voor de ma nier waarop Rita Hijmans 'Blauwe reiger' van Haft op mu ziek heeft gezet. Eenvoudige motieven doorlopen de ver schillende instrumentgroepen en maken het vliegen van de reiger voelbaar. Ook Joke Nauta spreekt direct aan met haar toe passelijk lichte toonzetting van Kortewegs 'Weggaan'. Jeroen van Iterson verklankt met sug gestieve contrasten tussen de scheurend lage bastrombone en de hoge piccolo de in de nacht doorwerkende Leidse ambtenaar en de op gang ko mende ochtenddrukte uit een fragment van Brands. De ge moedelijke toonzetting van Bastets 'Regen' door Frank den Herder speelt treffend in op de eenvoud waarmee de dichter een bijzondere gemoedsge steldheid uitdrukt. Mark Harperink is nog het meest eigenzinnig in zijn verta ling van 'Ik heb de winter lief gehad' van Wolkers. Met sprin gerige noten en grillige triller tjes die door het orkest dwarre len en met lange tonen vol dis sonanten voegt hij een element van weidsheid toe aan het dichtbevolkte winterlandschap van Wolkers. De zangpartij is helaas wat vlak. Een komisch effect bij Kous- broeks 'Varkensliedje 4' bereikt Karin Klebe met knorrende lage klanken, een sukkelend tempo en een ironisch gecultiveerde zangpartij. Egbert Kernnet heeft jazzmuziek geschreven bij 'Aan Rika' van Piet Paaltjens. Deze muziek voor big band is mooi en prettig, maar het verband met de poëzie is onduidelijk. HANS KEUZERS Concert: Kevin Coyne/gitaar, zang, Ro bert Coyne/gitaar,toetsen, Stevie Smiths- /drums. Gezien 11/12, LVC, Leiden Zijn haren zijn als wit engelen- -haar, het zwarte pak eronder steekt heerlijk af en het flinke buikje hoort bij een man die de vijftig al gepasseerd is. Kevin Coyne neemt zijn cd's het liefst in twee dagen op waar collega's in dezelfde tijd nog geen be hoorlijke riff op de geluidsband krijgen, en begeeft zich na 25 jaar nog steeds in de periferie van het popspectrum, zonder echt wat in de melk te brokke len te hebben. 'Luna-luna-lunatic' zingt de 'beautiful loser', getrokken van het 'Dynamite Daze'-album uit '78, al in het tweede nummer. Coyne begint zijn concert so lo, gitaar losjes in de hand, zichzelf sober begeleidend met een elementair blues-schema- tje. De raspende, bijtende stem die overloopt van cynisme heeft Coyne nog altijd in huis, maar laat hem als een onvervalste gek bij 'Lunatic' lief omwente len. De Engelsman, tegenwoor dige standplaats Neurenberg .vervolgt met 'I want my crown' van de klassieker uit 1973, 'Marjory Razorblade'. Coyne geeft weer dezelfde basis-ak koorden aan, maar kan niet tip pen aan de subtiele slide-uitvoering op de plaat uit een ver verleden. Tijd voor de band. Zoontje Robert begeleidt de rest van de avond pa met lang vastgehou den slaapverwekkende akkoor den. Drummer Stevie Smiths drumt slap, stereotype, ziet er uit alsof hij net vier bergetappes in de Tour de France heeft afge legd en kijkt met angstaanja gende ogen naar het LVC-pla- fond. De monotone begeleiding stoort Kevin Coyne absoluut niet en sleept de jongere band leden er door heen. Bij 'Happy little fat man', ge zongen op een sigarenkistje, bijt de singer/songwriter in een halve rap lekker van zich af, en laat iedereen horen dat hij alive and kicking en 'in love' is. Love- -ballads worden afgewisseld met meer geëngageerd werk. 'Sunday morning sunrise' en 'Saviour' vallen in de eerste ca tegorie, 'House on the Hill' ook van dubbelaar 'Marjory Razor blade' duidelijk in de tweede. Oudje Coyne doet het met zijn stem en persoonlijke uitstraling nog opperbest, maar de zanger moet eens met een dikke stift door zijn eigen arrangementen heen en zeker op zoek naar bandleden die zijn werk zoek gaan s zijn we op niveau kunnen uitvoeren. De Leidse kunstenaar vindt zijn inspiratie op straat, bij het grofvuil, en verwerkt het tot driedimensionele collages van low budget voodoo. Ernst Kamphuis (39) maakt zijn werken, zijn altaren, van oud hout, verroeste spijkers, vergeelde bidprentjes en alles wat mooi en afgeschreven is. Toen hij de rommelmarkt van het Parijse Clignancourt bezocht viel alles op zijn plaats. „Het voelde alsof ik thuiskwam." Maar het was een lange weg. Van bassist van Nederlands beste punkband Ivy Green (voor 17 jaar), en Leidens enige leeuwentemmer (voor drie weken), tot stadsomroeper (voor de lol). Of wat er gebeurt met jongetjes die op school uit het raam zitten te koekeloeren. MUZIEK RECENSIE ale KEN VOS a 1 ming Festival met het Yuri Honing dl Me Courvoisier, Ab Baars, de New i e[ ming Band en Misha Mengelb op 10, 11 en 12 december ir Burcht, Leiden. en mist Yuri Honing heeft ee Ie laatste jaren ontwikkeld n van Nederlands meest ssante jazzmusici. Dat is la illeen te danken aan zijn teiten met zijn oudste het trio met Tony Over- en Joost Lijbaart. Ook ie hij zich in de kijker bij log bekendere generatie- 58 'I, pianist Michiel Borst- leze formaties wordt voor- 5 irtgeborduurd op de laat- ii3 innen van de postbop die derland juist dankzij Ho rn enkele van zijn genera- TE* loten een bijzonder avon- jk karakter hebben gekre- iTwfMet een première van zijn 'e band in het vooruit en zijn uitstapjes naar de geïmproviseerde muziek htig is de keuze van Ho- Jiiq voor een festival, georga- door de drie samenwer- podia, de X, Hot House Burcht, dan ook gelukkig, osiji basiselementen van het Honing Trio zijn na vijf «>g altijd dezelfde geble- Duidelijke thema's met :=- lip harmonisch tamelijk ana Improvisaties bepalen de rijze, waarbij vooral de aandacht aan het groeps- I opvalt. Met Tony Over- en Joost Lijbaart heeft het en zeer melodische ritme die het nogal directe ge- van Honing uitstekend ling speelt vooral in de a volumes met opvallend vibrato, terwijl contra- Overwater juist zijn im- ronde basgeluid zoveel Ijk laat uitklinken. Drum- >de jjbaart speelt exacter dan en meteen ontspannen die mooi geaccentueerd door uitstekend afge- 'e bekkens.Terwijl het trio Yuri Honing musicerend met de grand old man van de Nederlandse geïmproviseerde muziek, Misha Men gelberg. FOTO HENK BOUWMAN in het eerste deel van die avond voornamelijk bekend werk van de laatste cd liet horen, was de vraag vooral hoe de oorspron kelijk Zwitserse Sylvie Cour voisier in het gezelschap zou passen. De nu in New York wonende pianiste leek moeite te hebben haar solofeature tot een afge rond einde te brengen, maar in de ensemblestukken met het trio en saxofonist/klarinettist Ab Baars, overtuigde ze met haar avant-gardevocabulair aanzienlijk meer. Met haar ge prepareerde vleugel (allerlei za ken op de snaren), haar trek- werk binnen de klankkast en percussieve speelstijl bracht zij extra spanning in het tweede deel van het concert. Ab Baars' droge romantiek lijkt op het eerste gehoor veel moeilijker inpasbaar, maar zijn eigenzinnige spelopvatting past juist goed bij de meer jazz-achtige benadering van Honing. De tweede avond was gereserveerd voor Yuri Honings nieuwe band, een kwintet dat voor de gelegenheid de New Yuri Honing Band werd ge noemd. Ook hier speelt Joost Lijbaart met zijn losse benade ring een centrale rol, maar de ritmische context is veeleer aan de betere fusion van de jaren zeventig ontleend. Een onverwachte rol was er ook voorcontrabassist Frans van der Hoeven die met Lij baart de moeilijke taak op zich neemt om de grooves tegelijk strak en open te houden. Dat is ook de kracht van deze nieuwe band die met het schelle gitaar- werk van Frank Wingold die nu eens aan Bill Frisell, dan weer aan Scott Henderson soms aan subtiliteit inboet. Met de toe voeging van Bart Fermie op percussie en het haast anekdo tische karakter van Honings so li, doet de band met zijn losse, haast rommelige benadering soms denken aan Miles Davis" fusion-experimenten uit de ja ren zeventig. Een even informeel karakter had de duo-ontmoeting op zondagmiddag met de grand old man van de Nederlandse geïmproviseerde muziek, Misha Mengelberg. Aanvankelijk be paalde de grillige pianist vooral de gang van zaken met zijn on verwachte verdraaiingen en dissonanten van spontane the ma's die even zo snel verdwe nen als ze kwamen. Het hoog tepunt wat dat betreft was de uitvoering van het showtune- -achtige 'Japan, Japon', waarin Mengelberg telkens weer een andere wending gaf aan het makkelijk herkenbare thema. Yuri Honing kan terugkijken op een muzikaal geslaagd festi val, terwijl het publiek met dit oorspronkelijke initiatief een onverwacht brede kijk op de Nederlandse jazz en geïmprovi seerde muziek gegund werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 11