ZATERDAGS BIJVOEGSEL 'Verziekt imago moet verbeterd' T Leiderdorper Tijmen Meijer nieuwe voorzitter Landelijke Vereniging voor Thuiszorg ch Dagblad ZATERDAG 4 DECEMBER 1999 landelijke bekendheid ligt in het verschiet voor rdorper Tijmen Meijer. In zijn woonplaats had j al een bekende naam, omdat hij van 1990 tot 1998 namens het CDA in de gemeenteraad zat, waarvan de laatste vier jaar als vice- \ctievoorzitter. Nu gaat hij de voorzittershamer hanteren bij de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg. Meijer, al 27 jaar directeur van de :htingZorggroep Horst en Vlietstreek, is gepokt mazeld in het vak. Hij heeft zich voorgenomen it verziekte imago van de thuiszorg drastisch te verbeteren. ijmen Meijer wordt volgend jaar zestig. Hij zou met pensioen kunnen gaan, na 27 jaar algemeen direc- teur te zijn geweest bij de Stichting Zorggroep Horst en Vlietstreek. Deze thuiszorginstelling, met als werkgebied Rijswijk, Voorschoten, Voorburg, Leidschendam err Wassenaar, is het resultaat van vier fusies die Meijer in goede banen heeft geleid. In het tijdperk Meijer is Horst en Vlietstreek gegroeid - van negentig medewerkers en een budget van negen ton naar een personeelsbestand van 1700 medewerkers en een begro ting van zestig miljoen gulden. Toch vertrekt Meijer niet, sterker nog: hij neemt er een flinke baan bij. Per 8 december is luj voorzitter, van de Landelijke Ver eniging voor Thuiszorg (LvT). Een boBcfènbaan, zo,zal zijn voorganger, drs. H. Tjassing, kunnen beamen. Hij is al enige tijd de vaderlandse Kop van Jut. De frustraties over de wacht lijsten in de zorg - er worden aantallen genoemd van 23.000 wachtenden in de thuiszorg - worden dikwijls op de vereni ging, waarbij 115 instellingen voor thuiszorg zijn aangesloten, uitgeleefd. Vooral een artikel dat Vrij Nederland dit jaar publiceerde on der de kop 'Dure managers, grote auto's en lange wachtlijsten', heeft de sector enorme schade berokkend, stelt Meijer. 'Groot Rijnland', de thuiszorginstelling die in de Leidse regio verant woordelijk is voor kruiswerk, de zorg voor thuiswonende oude ren, gezinsverzorging en kraamzorg, werd daarin afgeschilderd als het prototype van een instelling die meer bezig is met 'crea tief zakendoen' dan met thuiszorg. De sector ligt al met al flink onder vuur. - Zei u direct ja' toen u werd gevraagd voorzitter van de Lande lijke Vereniging voor Thuiszorg te worden? „Nee. Toen mijn voorganger zijn aftreden bekendmaakte werd in eerste instantie in eigen gelederen gezocht. Ik ben nu zes jaar vice-voorzitter, en ik werd dus benaderd voor dit mooie ambt. Na ampele overwegingen heb ik in eerste instantie nee gezegd. Mijn 'nee' is na een - noem het maar - sluipend proces toch 'ja' geworden. Het was bepaald niet zo dat ik midden in de nacht wakker werd en een stem hoorde zeggen: Tijmen, dit moet je doen. Het was eerder zo dat ik geen 'nee' kon blijven zeggen. M'n eigen Raad van Toezicht van Horst en Vlietstreek vond het prima. Dat ik nu ook buiten de deur actief word, houdt me scherp, ik word sneller geconfronteerd met ontwik kelingen in de thuiszorg. Ik voer het overleg met staatssecreta ris Vliegenthart, ik zit op de eerste rij. Voor Horst en Vlietstreek kan dat ook gunstig zijn." - U mag wel oppassen, voor u het weet wordt u van belangen verstrengeling verdacht. „De kans dat ik daardoor in de knoei kom, acht ik uiterst theo retisch en klein. Zouden m'n twee petten toch gaan knellen dan prevaleert het algemeen belang van de thuiszorg en dat dien ik als voorzitter van de LVT, niet als directeur van de Zorg groep Horst en Vlietstreek. Nee, het pettenvraagstuk valt in het niet bij de andere problemen waarvoor ik zal worden gesteld. De thuiszorg is een kwetsbare sector en elke voorzitter van de LVT weet dat hij zijn borst kan natmaken. We zitten al een tijd je opgesloten in een glazen huis. Daar horen we ten dele ook thuis. Wij werken immers met gemeenschapsgelden en ik heb er zelf ook de pest aan als daarmee niet goed wordt omge sprongen. Als instellingen falen moet dan aan de kaak worden gesteld." - Toch heeft u geen goed woord over voor de wijze waarop de media over de thuiszorg berichten. „De media zijn doorgeschoten. Bij mijn voorganger lag bij wij ze van spreken een cameraploeg van een opiniërend televisie programma in de tuin want er moest een vlammende reporta ge over vermeende misstanden in de thuiszorg worden ge maakt. Maar er was geen journalist te bekennen, toen later de rapporten uitkwamen naar aanleiding van onderzoeken die we nota bene onszelf hadden opgelegd om transparant te maken hoe we het doen. De uitslagen waren geruststellend, of zelfs ronduit positief. Ik wil niet alles goedpraten. Er bestaan slechte thuiszorgin stellingen en er zijn er die door mismanagement te gronde gaan. Maar de media veralgemeniseren en de excessen worden overbelicht- Ik zeg altijd maar: als ik mijn krant niet bezorgd krijg, wil dat toch niet zeggen dat de bezorging in heel Neder land niet deugt? Het enige wat de media hebben bereikt, is dat het imago van de thuiszorg is verziekt. Daardoor'wordt het nog moeilijker om personeel te krijgen en te houden. Ze dragen op geen enkele manier bij aan het herstel. Vooral het beruchte, uiterst tenden tieuze artikel in Vrij Nederland is zeer schadelijk geweest. Het kost klauwen geld - gemeenschapsgeld - om het beeld dat zo ontstaat weer recht te zetten." - Des te vreemder is het dat de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg na die publicatie het stilzwijgen bewaarde. Waarom geen tegengas gegeven door Vrij Nederland voor de rechter te slepen of op z'n minst een persconferentie te beleggen? „Daar was inderdaad wel wat voor te zeggen geweest. De LVT heeft toch besloten niet te reageren. Dc twee voornaamste re denen daarvoor waren dat ze geen enkele garantie had dat de krant opneemt wat de vereniging naar voren brengt, maar ook Tijmen Meijer: „Het beeld dat die 23.000 wachtenden nu allemaal thuis liggen te creperen, is ook dringend aan nuancering toe." fo to taco van der eb dat door te reageren - door bij voorbeeld naar de rechter te stappen - de vereniging zelf allerlei vervolgverhalen zou heb ben gegenereerd. En hoe die verhalen uitpakken, moet je dan ook maar weer afwachten." - Maar die wachtlijsten beslaan echt. En dat is toch een schan de? „Zeker. Ik heb zelf een wachtlijst van driehonderd cliënten. Dat komt voor een klein deel door geldgebrek en voor het grootste deel doordat ik geen personeel kan krijgen. Ik kan zo honderd medewerkers gebruiken. Des te wranger is het dat in andere delen van het land het probleem van personeelsgebrek minder speelt, maar dat daar de budgetten weer te laag zijn. Zonder dat ik de indruk wil wekken dat ik de ernst van de problematiek bagatelliseer, is het toch goed erop te wijzen dat de wachtlijsten deels vervuild zijn. Als iemand een indicatie krijgt voor een verpleeghuis, maar het lukt niet om hem daar geplaatst te krijgen, wordt een beroep gedaan op de thuiszorg. Als die ook geen aanbod heeft, komt hij daar op de wachtlijst. In feite is dat een dubbeltelling. Dat houdt verband met aan loopproblemen met het automatiseringssyteem. Straks kunnen we de wachtlijsten beter beoordelen, dan weet je welke men sen waarop zitten te wachten. Nog steeds: ik wil niet badinerend overkomen, maar het beeld dat die 23.000 wachtenden nu allemaal thuis liggen te creperen, is ook dringend aan nuancering toe. De meesten wachten op huishoudelijke activiteiten, en die zijn uitstelbaar. Toilet en douche moeten bij voorkeur goed worden schoonge- houden maar het lappen van de ramen kan best eens een keer tje worden overgeslagen. En de meest urgente zorg, daarvan kan ik zeggen dat die zo snel mogelijk wordt gegeven. Daarbij moet je denken aan verpleegkundige activiteiten." - Inmiddels heeft de staatssecretaris extra geld ter beschikking gesteld. Maar dat is dus kennelijk maar een deel van de oplos sing. Hoe onoplosbaar is het andere deel, het personeelstekort? „Juist deze week is een campagne begonnen ter verbetering van het imago van banen in de zorg. Zodat er weer meer per soneel kan worden aangetrokken. Ik verwacht daarvan geen wonderen, maar wel effect. Na al die negatieve publiciteit, met hetze-achtige proporties, is de thuiszorg dringend aan een an dere uitstraling toe. Ik geef toe dat de wervingscampagnes wel wat creativiteit kunnen gebruiken. We hebben zelf ook al een poging gedaan. 'Wij zitten om je te springen', was de tekst en daar zag je dan een paar springende oudjes bij. Leuk, maar het klopte natuurlijk niet helemaal want als oudjes nog zo kunnen springen hebben ze geen behoefte aan thuiszorg. Maar goed, het was een geslaagde actie want ik heb er bij Horst en Vlietstreek 120 medewerkers bij. Wij blijven met onze wervingscampagnes dichtbij huis, let terlijk en figuurlijk. We adverteren in huis-aan-huisbladen en in regionale kranten. Ik zie nog te vaak advertenties in NRC Handelsblad en de Volkskrant staan. Dat is weggegooid geld. Die bladen worden niet gelezen door de groep mensen tot wie een thuiszorginstelling zich richt. Als je een zorgmanager zoekt dan zit je wel goed in die bladen, niet als je iemand zoekt die directe zorg verleent. Waar de thuiszorg ook hard aan moet werken zijn de secun daire arbeidsvoorwaarden - denk aan kinderopvang, aan de mogelijkheid om pan time te werken - en aan het carrièreper spectief. Er is nog wel wat arbeidspotentieel aan te boren. Ik denk aan gehuwde wouwen. In vergelijking met andere Europese landen zijn er in Nederland nog maar weinig getrouwde wouwen die betaald werk verrichten. Zonder dat ik nu een moreel beroep op die groep wil doen wil ik ze wel duidelijk maken dat de thuiszorg heel erg op ze zit te wachten. We moeten die wou wen zakelijk benaderen. Ik zie ze liever in de thuiszorg actief dan achter de kassa bij een grootgrutter." - Een mooi wervend verhaal maar over het salaris heeft u nog niets gezegd. Dat is toch het voornaamste obstakel? „Het salaris is al sterk opgetrokken en kan zich nu meten met dat van het personeel in verpleeg- en verzorgingshuizen. Een huishoudelijk medewerker krijgt zo'n zestien gulden per uur en de verpleegkundige tussen de dertig en veertig gulden. Ik geef toe: het is niet het hoogste salaris dat je kunt krijgen en ik WIM KOEVOET vind dat het zeker in de laagste schalen wel wat beter mag. Al met al is nu sprake van een redelijke honorering. De grote ach terstand is ingelopen. Ook hier wreekt zich weer dat de geld stromen niet helemaal goed zijn georganiseerd. Het meeste zo geheten groeigeld voor de zorg gaat naar de intramurale zorg terwijl het juist de bedoeling is de capaciteit van verzorgings- en verpleeghuizen terug te brengen. - Maar het beeld is ook dat de thuiszorginstellingen zelf een on evenredig groot deel van hun budget gebruiken om vergaderen deen administrerende waterhoofden te bekostigen. „Dat is een volstrekt onjuiste weergave van de werkelijkheid. Vijfenzeventig procent van «is budget wordt ingezet in de di recte zotg. Ik heb het nu over de directe salariskosten van de uitvoerende krachten. De -veelgehoorde kritiek is dat als je de onproductieve uren van de verpleegkundigen ervan aftrekt, je nog maar zo weinig handen aan het bed overhoudt. Wat is nu onproductief? Volgens de regelgeving is een verpleegkundige die - op kantoor - een zorgdossier bijhoudt niet productief, maar een verpleegkundige die bij een thuiszorgcliënt thuis te lefonisch overlegt met de huisarts wèl. De cliënt moet dan ook betalen voor de tijd die dat gesprek in beslag neemt. Het zou natuurlijk efficiënter zijn als de verpleegkundige op een ander moment belt, dan kan hij direct over meer cliënten tegelijk overleggen. Punt is alleen dat als hij dat 's middags een uurtje zou doen, dat uurtje wordt aangemerkt als een onproductief uur. Sterker- nog, als de thuiszorger naar een cliënt rijdt, dan produceert hij niet. Een loodgieter denkt daar heel anders over. Kijk maar op de nota die je van hem krijgt. Zeker weten dat daar gewoon voorrijkosten op staan. Niemand die daar gek van op kijkt. Het zijn dit soort knellende regels die ten koste gaan van de thuiszorg. Laat me even schetsen hoe het er met de medewer kers en cliënten van Horst en Vlietstreek aan toe gaat. De thuiszorgwerkers moeten elke minuut waarin zij zorg verlenen, registreren. Ze hebben allemaal een barcodepen bij zich en de cliënten hebben in hun meterkast een kaart hangen, waar bij aankomst die pen over gehaald moet worden. Geregistreerd wordt dan dat de thuiszorger om 08.12 bij cliënt X is aangeko men. Bij vertrek hetzelfde verhaal. Dat al die handelingen zo nauwgezet moeten worden vastgelegd is om de cliënt een retri butienota, in gewoon Nederlands: een rekening, te kunnen sturen. Die is mede gebaseerd op de financiële draagkracht van de cliënt. Een keer per vier weken sturen wij een diskette met alle gegevens naar het centraal administratiekantoor dat met behulp van het sofi-nummer het belastbaar inkomen vast stelt. De zorgmanagers lezen de pennen, die 700 gulden per stuk kosten, uit ten behoeve van de salarisadministratie. Dit is allemaal nodig omdat er is gekozen voor een systeem waarin alles per minuut moet worden vastgelegd." - En u gaat dat als LVT-voorzitter veranderen? „Ik zou wel een andere systematiek willen, ja. Maar ik ben noch als directeur van Horst en Vlietstreek, noch als voorzitter van de LVT bij machte om hierin verandering te brengen. Toch ben ik optimistisch want er gaat wel wat veranderen. Als ik nu al zie dat minister Borst een proefballonnetje oplaat over een basisverzekering voor de zorg." - Er zijn ook veel politieke partijen die het zogenoemde per soonsgebonden budget propageren. „Inderdaad. Daarbij wordt geen zorg in natura verleend, maar krijgt de cliënt een budget waarmee hij zelf zorg kan inkopen. Klinkt heel mooi allemaal maar een dementerende oudere kan dat niet. Dal moet een zorgmakelaar, bijvoorbeeld een familie lid, doen. Maar die persoonsgebonden budgetten waren oor spronkelijk bedoeld om een heel ander probleem op te lossen, dan waarvoor ze nu worden ingezet. Er is een ontwikkeling ge weest waarbij mensen die zelf hun eigen zorg konden regelen, botsten met het zorgaanbod. Ik geef dat beruchte voorbeeld van die gehandicapte die naar de Schouwburg wilde en bij thuiskomst, om elf uur, een verpleegkundige nodig had om naar bed te kunnen gaan. Die man liep tegen al die regelzucht aan en om dat te doorbreken zijn die persoonsgebonden bud getten uitgevonden. Daar is niets mis mee. Maar nu wordt het voorgesteld als een wondermiddel tegen alle problemen. Dat het dat niet is, blijkt uit het feit dat dertig miljoen gulden van het totaalbudget voor die pbg's niet is besteed. Het is dan wel heel curieus dat de politieke partijen, inclusief mijn eigen CDA. roepen: hoe meer pbg's, hoe liever Erger nog: van de extra gel den die staatssecretaris Vliegenthart ter beschikking heeft ge steld voor de thuiszorg is tien procent afkomstig uit de pot voor de pbg's. Dat is dus eigenlijk helemaal geen extraatje, dat is gewoon een sigaar uit eigen doos. Mij dunkt dat als een rege ling niet goed werkt, je die niet moet stimuleren maar er eens kritisch naar moet kijken. En dan nog iets. Het stimuleren van het pbg kan worden uit gelegd als een pleidooi voor meer marktwerking. Die stap, dat we de zorg aan de markt overlaten, mag nooit worden gezet. Er zal namelijk altijd schaarste zijn. Het doel van marktwerking, een competitie in prijsstellingen, blijft dan uit. Wat je wel krijgt, is een survival of the fittest. Het doet echt zeer aan m'n oren als ik pleidooien voor marktwerking hoor."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 37