>PORT UV S moet meer initiatief tonen' 9 de T oo£ MOOIER dan GOUD Randje BUITENSPEL uVV «LtyK. !DAG 4 DECEMBER 1999 991 21 Paul van der Zwaan over ratjes, passie en kleunen: doorGERTJAN VAN GEEN |t is een schande voor Leiden als UVS degra- [cht. Ik denk dat je een bepaalde verantwoorde nd hebt in het Leidse voetbal. Het potentieel is ezig om in de hoofdklasse te spelen. Degrade- ou dramatisch zijn. Maar we zijn nog niet gede- lerd en ik zeg ook niet dat we gaan degrade- t nieuwe spelers brengen niet wat ze zouden len brengen. ie onzin. Diezelfde nieuwe spelers brachten in lorbereiding alles en toen vond iedereen ze fan- jch. Mensen die zoiets beweren, kunnen dat ^taven. Die. weten niet wat er doordeweeks op aining gebeurt en welke afspraken er worden !akt. Die baseren dat op een bal die er wel of ngaat en op een bal die verkeerd ingepasst Ik vind dat geen maatstaf en het is te vroeg zeggen dat die mensen het niveau niet aan- jen. Menno Ooijendijk heeft zich nuttig ontwik- en je kunt moeilijk zeggen dat Wouter Verhey jiveau niet aan kan. Spelers die van een lager Inde club komen, moeten zich aanpassen aan liveau. Dus ik vind het allemaal loze kreten, die soort situaties geslaakt worden en daar doe ik teel mee." ervaren spelers brengen niet wat ze moeten gen. UVS mist een leider. heeft niet echt een persoonlijkheid als leider, s duidelijk. Er wordt onderling heel erg slecht acht. Op de momenten dat het tegen zit, wordt rstoppertje gespeeld of gaan mensen individu- roberen de zaken naar de hand te zetten. Dat ui het hedendaagse voetbal geen goede oplos- n. Verstoppertje spelen is nooit de bedoeling est en op een lager niveau kan je individueel proberen, maar op dit niveau niet. We voetbal- jegen ploegen die dat uitermate goed kunnen liten. UVS heeft niet de mentale weerbaarheid In de situaties waarin het wordt gevraagd, col- [f de mouwen op te stropen. Als het fout gaat, len we te veel jongens die de grassprietjes gaan ii in plaats van het gras op te vreten. We hebben pet vermogen om elkaar daarin te coachen. We iet in staat om elkaar te corrigeren. Dat valt me al van der Zwaan heeft als trainer van UVS in zijn eerste jaar nog niet veel succes. De Leidenaars staan onderaan in de hoofdklasse A. Van de tien jespeelde wedstrijden won UVS twee keer, speelde het één keer gelijk en verloor het zeven keer. De blauwwitten scoorden dit seizoen 16 keer en tegen 29 doelpunten tegen. De 43-jarige Leiderdorper Van der Zwaan, in I actieve carrière keeper bij Foreholte en Teylingen en voorheen als trainer rkzaam bij Vitesse Delft, WSB en RCL, kreeg 13 stellingen voorgelegd. Hij motiveert waarom hij het wel of niet met deze stellingen eens is. tegen. Het heeft te maken met gedrevenheid en be wust met iets bezig zijn. Ze zijn te lief voor elkaar in de zin dat ze denken: 'Dat ziet hij toch wel'. Het is niet altijd de verantwoordelijkheid van degene die de fout ingaat, maar ook van degene die dat ziet en het niet aangeeft." 4. De hoofdklasse is te hoog gegrepen voor Paul van der Zwaan. „Nonsens. Ook weer zo'n kreet van iemand die dat nergens op kan baseren. Ik heb geeneens zin om daarop te reageren. Ik had al hoofdklasse-ervaring voor UVS, dus wat moet je daar nou mee. Ik heb drie jaar bij Quick Boys in de keuken gekeken en drie jaar lang Vitesse Delft in de hoofdklasse gehouden, ter wijl het na mijn vertrek degradeerde. In opbouwen de zin heb ik voldoende kwaliteiten tentoongespreid bij WSB. Ik weet theoretisch en in de praktijk meer dan voldoende om mijn mannetje te staan." 5. Paul van der Zwaan is gpen kampioenenmaker. Het klopt wel dat ik me in het verleden meer heb bewezen in de opbouw en diet in het afmaken. Maar wat is een kampioenenmaker. Ik denk niet dat een trainer een kampioenenmaker kan zijn. Ik ben met WSB in mijn eerste jaar kampioen geworden en ben er voor een groot gedeelte verantwoordelijk voor dat WSB die stap naar de eerste klasse heeft kunnen maken. Voor RCL geldt precies hetzelfde. Ik heb daar een cultuuromslag proberen te maken en ook ge maakt. RCL had vorig jaar kampioen moeten wor den, dat is waar." 6. UVS is niet volwassen genoeg om de tegenstan der zijn wil op te leggen. Dat had je wel voor ogen. „Er loopt een kem rond die zes a zeven jaar hoofd klasse-ervaring heeft. Die spelers moeten dus vol wassen genoeg zijn. Ik vond, en vind, dat UVS meer initiatief moest tonen. In goeden doen kunnen we dat wel, maar we zijn niet stabiel genoeg. De absolu te winnaarsmentaliteit om de tegenstander je wil op te leggen ontbreekt. Je moet gedreven kort kunnen spelen. Maar het is nog te bleu en daar proberen we aan te werken. Het gaat niet alleen om technische hoogstandjes en het balletje rond laten gaan. Je moet ook op het juiste moment een kleun erin zet ten. Niet alleen in de wedstrijd maar ook drie keer Paul van der Zwaan: „Voormalige keepers hebben de individuele inslag om te slagen als trainer. Het zijn eigenwijze drollen en die eigenschap kan je als trainer goed gebrui- per week op de training. Die omslag is nog niet be werkstelligd." 7. UVS is te lief voor Paul van der Zwaan. „Ze zijn niet te lief, maar ze moeten meer passie en gedrevenheid tonen. Ze durven elkaar niet echt de waarheid te zeggen omdat ze bang zijn elkaar te kwetsen. Daardoor wordt het acceptatievermogen niet getraind. Een wedstrijd geeft stress en daar ho ren bepaalde reacties bij, die je nodig hebt om te presteren. Er wordt meer gevraagd dan alleen wed strijdje spelen. Je moet iets voor elkaar over hebben. We hebben ratjes nodig, die dat aanstoken en bespe len. Op training ben ik degene die altijd staat te pra ten, terwijl dat op dit niveau allang door spelers overgenomen moet worden. Bij Hollandia merkte je, dat er wat gebeurde toen wij de gelijkmaker scoor den. Dan gaat het tempo omhoog, dan worden er overtredingen gemaakt die anderen op scherp zetten en worden er dingen gezegd. Bij ons niet." 8. Paul van der Zwaan is te lief voor UVS. „Dat zijn luchtballonkreten. Wie weet nou of ik ze op hun flikker geef. Er is geen mens die drie keer per week in de bosjes staat om te zien wat er gebeurt. Op het trainingsveld worden best dingen gezegd die daar gezegd moeten worden. Ik ben niet te lief voor UVS." 9. UVS moet een profclub worden. „Nee, niet zoals bijvoorbeeld Sporting Flevoland of AGOW het doen. We moeten wel proberen erbij te zijn als de topklasse het daglicht ziet. Het zijn hecti sche tijden en belangrijke jaren in amateurvoetbal. UVS wil op het hoogste niveau spelen en hoeft wat dat betreft zijn cultuur niet op te offeren. Maar als je in de top wilt spelen, moet je op gebied van leider schap mensen halen. Dat is bepalend op dat niveau. Betalen wordt gelegaliseerd en dus moet je daarin mee. Als we er niet bij zitten als de topklasse er is, wordt het heel moeilijk om die later nog te halen." 10. Een keeper kan nooit een goede voetbaltrainer worden. „Lariekoek. Ik zal niet zeggen dat je het tegendeel moet beweren, maar voormalige keepers hebben de individuele inslag om te slagen als trainer. Het zijn eigenwijze drollen en die eigenschap kun je als trai ner goed gebruiken. Ik heb als keeper constant alles overzien. Keepers zijn altijd afhankelijk geweest van hun coachvermogen en van anderen. Als keeper moet je spelsituaties zo vormen, dat ze beheersbaar zijn voordat het gevaarlijk wordt. Dat je mij niet moet vragen om een halve omhaal te maken die in de kruising eindigt, is duidelijk. Maar de technische uitvoering is niet belangrijk, het gaat erom hoe je er moet komen. Als keeper weet ik dondersgoed wan neer een spits bij de eerste paal moet opduiken, om dat ik daar zelf vaak genoeg mee geflest ben. Als kee per weet ik dat spitsen bepaalde looplijnen moeten hebben, omdat daarmee de verdediging naar de gal- lemiezen gespeeld wordt. Dat heb ik zelf constant aan den lijve ondervonden." 11. Op het veld van UVS wil je je hond nog niet uit laten. „Dat klopt. Daar moet de gemeente Leiden op let ten. Je bent voor Leiden een visitekaartje en dan is het erbarmelijk om te zien hoe het hoofdveld erbij ligt. De staat van het veld is niet in het voordeel van UVS en dat gaat punten kosten. We willen verzorgd voetbal spelen en dat kan zo niet. We zouden al ge- FOTO TACO VAN DER EB holpen zijn als het veld op zondagochtend wordt ge rold. Desnoods ga ik zelf op die tractor zitten." 12. Bij UVS wordt het nooit zo gezellig als bij WSB. „Ik heb voor het begin van het seizoen gezegd dat er wat leven in De Kikkerpolder geblazen moet worden. UVS niet te vergelijken met WSB. Er is verschil tus sen een dorps- en een stadscultuur. In het dorp is de bevolking meer aan een club gebonden. De dorps mentaliteit sluit meer aan bij voetbal dan de stads- mentaliteit. In de stad zeggen ze: 'Er is meer in het leven dan voetbal', bij WSB was elk partijtje op de training net een Europacup-1 -finale." 13. Paul van der Zwaan wilde te snel te veel met UVS. „Ja en nee. Ik denk dat je, wil je presteren, een be paald initiatief moet hebben. Ik heb de lijn Wim van Zwam niet losgelaten, want we voetballen niet zo zeer anders. We willen alleen verder van het doel af spelen. Verdedigen op het middenveld in plaats van in het eigen strafschopgebied. De spelers hebben zelf gezegd, dat ze niet alleen met de kont naar ach teren willen spelen. Die lijn hebben we vastgehou den. Als we alleen maar achteruit hadden gevoet bald, waren de resultaten hetzelfde geweest. Dan was het tegen Hollandia niet 4-1 geweest maar 2-1. We hebben nu concessies gedaan. Noodgedwongen zijn we verdedigender gaan spelen, maar je kan met nog zo veel vrije mensen achter de laatste linie spe len; als je balverlies lijdt in je eigen strafschopgebied heeft dat niets met de verkeerde speelwijze te maken maar met slecht verdedigen. Het komt allemaal wel goed, maar de realiteit is dat we een maand voor de Kerst tegen Holland al een regelrecht degradatieduel spelen." Ik kies voor een aantal goede vrienden. En ik zie grand café De Toog in Sassenheim als het symbool V van die vriendschap, omdat ik ze daar vaak zie. De groep bestaat uit ongeveer vijftien mensen. Het hilt heel erg hoe lang ik ze ken. Eén meisje ken ik al sinds euterschool, met een aantal anderen voetbal ik bij Ter en sommige mannen of vrienden van vriendinnen ken ik naar heel kort. Er zijn er bij van 48 of 50 en de jongste is at is het mooie: het blijkt gewoon te klikken, ongeacht de jd, of wat iemand doet, of wat zijn achtergrond is. meestal op zaterdagavond naar De Toog. Ik kan er alleen toe gaan, want ik weet dat er altijd iemand van de'groep zijn er bijna nooit alle vijftien tegelijk, iedere keer zijn er anderen. nige van deze vrienden ontmoet ik op verjaardagen, of ik vier keer in de week op de training bij Ter Leede. Met an- ga ik wel eens borrelen, of die bel ik vaak. De groep )t geen enkele verplichting, maar toch weet je dat je altijd kaar kunt terugvallen. We maken heel veel plezier, maar •bben ook gigantisch veel respect voor elkaar, nooie van vriendschap is dat het iets is wat altijd blijft. Je een tijdje een vriendje hebben en die jongen nooit meer als het uit is gegaan. Dat geldt ook voor colle- Maar ik denk dat deze groep altijd blijft. Er zijn wel wat verschuivingen - dat heb je altijd - de basis blijft, en die is heel sterk en goed. JANET VAN DUK HIELCO KUIPERS Anja van Ginhoven is 24 jaar oud en is voorstopper of edigende middenvelder van Ter Leede 1, dat vanmiddag n Zeist speelt tegen landskampioen Saestum. Ter Leede ligde drie keer op de tweede plaats in de hoofdklasse en ril het gat met Saestum elk jaar kleiner maken. Het doel an Anja van Ginhoven is om een keer landskampioen te orden met de club waar zij op haar achtste lid van werd. De Sassenheimse voetbalster maakte deel uit van Jong ije, maar zal niet alles op alles zetten om geselecteerd te den voor het Nederlands elftal. De anderhalve dag extra ning in de week is niet te combineren met haar baan als edewerkster project- en evenementencommunicatic bij KNVB in Zeist. De Sassenheimse verzorgt de publiciteit id het vrouwen- en meisjeselftal, het olympisch elftal en de Amstel Cup. l Als het om voetbal gaat, leven we in Leiden beneden de ar moedegrens. Het beste wat deze topsportloze stad heeft te bieden is UVS en dat staat troosteloos onderaan in de zondaghoofd klasse. In de oudheid van het beroepsvoetbal, dat sinds 1954 door de KNVB wordt getole reerd, heeft datzelfde UVS nog een paar seizoenen lopen aan modderen in de tweede divisie, waarna het sjofele bestaan als semiprofclub werd opgegeven. Een verstandig besluit, want UVS werd een bloeiende ama teurvereniging die in stadgenoot Roodenburg een al even gezonde rivaal vond. De derby's tussen de club van de middenstand, nog steeds is UVS een beetje een winkeliersvereniging, en die van het volk uit Leiden Noord trok duizenden belangstellenden. In Lugdunum en LFC had de stad ook nog subtoppers op ama teurniveau. Maar halverwege de jaren zeventig trad het verval in. Sindsdien is het behelpen. Op de valreep van de eeuw is UVS de gradatiekandidaat in de hoofd klasse, Lugdunum in de tweede klasse en zijn Roodenburg en LFC weggezakt tot in de vierde klasse. Leiden mag de i>oetballiefhebber dan niets te bieden hebben, zo nu en dan weet een talent zich aan de troosteloosheid te ont worstelen. In de jaren dertig schopte UVS'erPiet Kantebeen het tot midvoor van Feyenoord, eind jaren negentig Lugdunum- mer Tim de Cler tot back van Ajax. Tussen die twee in zit Roo- denburger Wim Rijsbergen, de succesvolste Leidse voetballer al ler tijden (in 1974 landskampi oen en winnaar van de UEFA Cup met Feyenoord, plus WK-finalist met het Nederlands elftal). Behalve een elftal succesvolle profs (Rooclenburger Bert Jansen bij Sparta, UVS'er Fred Filippo bij AZ '67. LFC'er Alfons Groe nendijk bij FC Den Haag. Roda JC en Ajax, Roodenburger Wout Holverda bij Sparta en Fortuna Sittard), heeft Leiden enige tien tallen beloftevolle voetballers voortgebracht die hun talenten te grabbel hebben gegooid. Over die categorie (de nooit tot volle bloei gekomen talenten) raakte ik van de week op de re- Ik had van deze rebelse bende nog nooit gehoord dactie van het Leidsch Dagblad aan de praat met Wim van Dui- venbode, medewerker van de krant en onder meer ex -scheids rechter, ex-bestuurslid van Lug dunum en de Leidse afdeling van de KNVB, ex-kroegbaas (het Sportcafé in de Vrouwensteeg) en ex-directeur van wat nu een koeriersdienst zou heten, maar wat toen een stadspostbedrijfje was. Als Gé Rucht ontpopte hij zich tussen zijn bedrijven door in huis-aan-huisbladen als de betere roddelaar, maar voor mij is Van Duivenbode Willem of Duif, iemand die van wielren nen meer weet dan ik en van voetbal bijna net zo veel. Duif memoreerde Hans van der Starp (Lugdunum) en Piet Gub- ler (LFC) en ik Peter Gijsman (VTL, later LFC) en John van de Wetering (Roodenburg en even FC Den Haag), twee enorme ta lenten die mij als doelverdediger ooit verschrikkelijk in de luren hebben gelegd. En beiden herin nerden we ons Koos Bekooy, een alleskunner die af en toe geniale dingen deed. Zoals dat gaat wanneer je wroet in het verleden, van de ene kwam de andere naam en uit- eirldelijk rijpte een plan om een Leids elftal samen te stellen van beroepsvoetballers die de eredi visie hebben gehaald en een Leids amateurelftal aller tijden. Omdat 1999 toch op zijn eind loopt, maken we er maar met een de Leidse elftallen van de eeuw van. En omdat Duif en ik wel eens willen weten welke na men worden gekoesterd door Leidse voetballiefhebbers nodi gen we de lezers van het LD uit met ons mee te doen. De spelregels: voor beide elftal len komen alleen spelers in aan merking die in Leiden zijn gebo ren, of in elk geval getogen. Voorhouter Edwin van der Sar mag dus niet in het doel bij de profs. Omdat een tweede vereis te voor de profs eredivisie-erva ring is. hebben we meteen een probleem, want volgens Duif en mij heeft er nooit een echte Lei- denaar op het hoogste niveau gekeept. Voor de doelman ma ken we dus een uitzondering. Ons voorstel: Willem Planjer die in de jaren vijftig Lugdunum voor Haarlem verruilde). Voor beide elftallen mag de lezer kan didaten nomineren (liefst met motivatie). Een enkele naam is welkom, maar u mag ook hele elftallen aandragen. Voor de goede orde: onder profs verstaan we spelers die na 1954 in het betaald voetbal hebben gespeeld. Dus niet de Leidenaars die nu een grijpstuiver in het za terdagvoetbal verdienen of de avonturiers die vóór '54 uitkwa men voor de wilde profclub Lei den. Ik had van deze rebelse bende nog nooit gehoord, maar volgens Duif was het een initia tiefvan onder anderen Joop Riethoven, de man die in 1978 de Tourstart naar Leiden haal de. De Leidse illegalen speelden hun thuiswedstrijden in Den Haag, op Houtrust of het Malie veld, en omdat ze op recettebasis speelden, lieten ze hun wedstrij den afgelasten als het honden weer was. Volgende week onthullen Duif en ik onze Leidse elftallen van de eeuw. Ondertussen kunt u ons schrijven (Randje buiten spel, postbus 54, 2300 AB Lei den). faxen (071-5321921) ofe- mailen (randjebuitenspeKé' hotmail.com). JAAP VISSER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 25