Youp van 't Hek blikt terug op zijn carrière Onthutsende beschouwingen over zelfmoord Boeken Een eigentijds hooglied van Atte Jongstra Hudigers Hooglied Fascinerende staalkaart van vakmanschap Ellison Een frisse zwarte ki! Faction van Mend Jeroen Brouwers De zwarte zon VRIJDAG 26 NOVEMBER 1999 144 boek en cd's recensie wef? omschreven als 'slaapver- 7 hans visser/gpdwe^"d -Maar ook hoe hij Wt- "—Hl v^„n„an-nw, T.n.^w, II» eindelijk het vak onder de knie -73H hans visser/gpd Youp van 't Hek. Terugblik. 128 pag. Uit geverij Thomas Rap Prijs 49.95. De commotie rond Youp van 't Hek is weer een beetje weg geëbd. Zichtbaar geëmotio neerd maakte hij vorige maand bekend dat hij zijn Oudejaars conference niet rechtstreeks op televisie zou laten komen. Domweg omdat hij er van af zag om die voorstelling op de laatste avond van de eeuw op te treden voor een publiek dat op wellicht malafide wijze en voor veel te veel geld aan kaartjes was gekomen. Youp wenste niet op te treden voor zeg maar de 'nouveau riche'. Onlangs verscheen het boek Terugblik waarin hij terugkijkt op zijn carrière. Vreselijk leuk boek en zeker niet alleen om die twee cd's met een aantal heerlijke hoogtepunten uit al die theaterprogramma's. Flap- pie bij voorbeeld, maar ook Me neer Alzheimer en het verhaal over het in elkaar zetten van het Ikea-stapelbed. Bovendien is wat er valt te lezen en te zien aan foto's en illustraties verhel derend voor wie moeite mocht hebben met de recente opwin ding. Het boek laat een Van 't Hek zien die als kind veel luisterde naar Toon Hermans, die op be zoek ging bij Fons Jansen en bij hem achter de schermen mocht meekijken, die domweg hier en daar een zaaltje regelde om er op te treden, desnoods voor vijf bekenden maar die bezeten bleef doorspelen waar hij maar kon. Hoe hij recensies incas seerde waarin zijn cabaret Nar werd omschreven als 'slaapver wekkend'. Maar ook hoe hij uit eindelijk het vak onder de knie kreeg. En zo ontwikkelde zich de Van 't Hek die nu moeiteloos een zaal als Carré vol krijgt, maar daarnaast trouw is aan de kleine zaaltjes waar hij groot mocht worden. Die al die volle zalen, groot en klein, zeker niet als iets normaals is gaan zien. Die zegt dat het mooi meege nomen is als een cabaretier wordt leuk gevonden, maar het toch belangrijker vindt als hij iets losmaakt. En die daarom vindt dat hij tegenstanders no dig heeft, 'mensen die je ver schrikkelijk vinden'. Wie dat allemaal leest en ziet heeft die emotionele toelichting niet meer nodig om te begrij pen waarom Youp het feestje, zijn feestje op Oudejaarsavond afblies. Het had hem natuurlijk zo leuk geleken om op te treden voor het publiek dat hem al die jaren trouw had gesteund, dat voor drie tientjes naar het thea ter was gekomen. Verspreid over de pagina's 96 en 97 staat een foto van een on afzienbaar lange rij mensen, wachtend voor de kassa waar 'zijn' kaartjes worden verkocht. Want zijn kaarten gaan nu een maal nauwelijks per abonne ment. Wie wil komen moet moeite doen, dat garandeert naar zijn idee dat hij kan optre den voor een 'harde kern'. Mensen die moeite hebben ge daan brengen een speciale sfeer mee, die hebben er zin in, die maken dat de voorstelling kan 'knisperen als verse sneeuw', aldus de cabaretier. Een boek vol mooie herinne ringen, citaten, knipsels, foto's, overpeinzingen, verhaaltjes, teksten en noem maar op. En niet te vergeten ook zijn co lumns. Momenten van herken ning en openbaring. Een boei ende terugblik, wellicht voor Youp zelf. Maar beslist ook voor wie hem al die jaren heeft ge volgd en werd ontroerd of mocht lachen om wat hij uit de dagelijkse werkelijkheid tilde, om even bij stil te staan of mee dogenloos grappig tegen het licht te houden. Het is een boek dat hij maak te met de pas overleden uitge ver Thomas Rap. Het kwam ei genlijk te vroeg. Niet alleen om dat nu de terugblik ontbreekt op de laatste conference van de eeuw, maar ook omdat Van 't Hek nu niet kan ingaan op die bizarre gebeurtenissen van de afgelopen tijd. Grotesker wel licht dan hij het zelf had kun nen schetsen. In plaats daarvan blikt hij hier even vooruit. Tussen een afdruk van het affiche voor de Oudejaarsconference en een kennelijk ontwerp voor zijn de cor beschrijft hij 'Mijn eeuw'. Hij houdt van zijn werk, is ge lukkig op het toneel en zit vol met plannen. En indirect be looft hij dan ook nog terug te blikken op de recente commo tie, want: „Over vijfentwintig jaar kom ik weer met zo'n boek." Het moeizame evenwicht tussen man en vrouw roman recensie Roman wim vogel Atte Jongstra. Hudigers Hooglied. 187 blz Uitgeven] Querido. Prijs 37,50. Tweehonderdvijftigduizend moe ten het er zijn: Nederlanders met ergens in Frankrijk een tweede huis. Bij het ouder worden wil het eerste huis nog wel eens verdwij nen en begint het moeizame assi mileren met dorpelingen voor wie wij altijd buitenstaanders blijven. In de eenzame maanden tussen oktober en april zijn al die land verhuizers meer dan vroeger op elkaar aangewezen, of erger, tot elkaar veroordeeld. In zijn nieuwe roman Hudigers Hooglied kiest Atte Jongstra voor de stilte en ruimte van het Franse platteland, de Morvan. De vijftiger Hudiger, rijk geworden door de staatsloterij, trekt zich daar terug met zijn jongste vlam, Rosa. Zij is jonger, eigenzinnig, sensitief, kribbig, graag op zichzelf. Hij wil het liefst alles samen doen, houdt van praten, adoreert de stekelige, Walküre- achtige Rosa en koes tert, net als de schrijver van het bijbelse hooglied, de illusie nog eens helemaal in haar op te gaan. De twaalf hoofdstukken waar van de titels citaten zijn uit dat Hooglied, worden vooraf gegaan door een motto dat de mystieke en extatische opgewondenheid van de vroeg-joodse dichter relati veert: 'The miracle of love, can't take away my pain'. En precies die relativering en die 'pain' heeft de roman nodig om te blijven boei en. Want erg interessante perso nages schotelt Jongstra ons niet voor. Hun gesprekken, hun kleine en grote irritaties, ruzietjes, ver wijderingen en toenaderingen draaien voortdurend om hetzelf de: Rosa's behoefte aan vrijheid waar Hudiger haar eigenlijk het liefste in een doosje zou willen doen, er zelf bij zou willen krui pen en de wereld zou willen ver geten. Het resultaat is voorspel baar: 'Als hij haar dicht naderde, had zij zich van hem verwij derd, wat zijn vaart om te naderen slechts deed toenemen, wat haar verwijdertempo opschroefde...'. Het kan niet anders of deze ver schillende karakters en verlangens maken van de paradijselijke hof- tuin een doolhof waarin ze enige tijd hopeloos verdwalen. Feitelijk onderzoekt en analy seert Jongstra tamelijk pretentieus de liefde tussep man en vrouw te gen het einde van ons millenni um. Nogal wat therapeutenpsy- chologie ('Je haat de moeder in je zelf, 'Ik pas ervoor te zijn zoals jij mij droomt.') heeft hij daarbij no dig terwijl het resultaat niet erg verrassend is. Wat geven en ne men, vallen en opstaan, een mens is ook maar een mens, enzo voorts. Ook de rol van de autoch tone bevolking is voorspelbaar en voegt weinig aan de toch al be perkte dramatiek toe. Natuurlijk, de dood slaat eigenzinnig toe, maar echt nieuw is dat niet. En de liefde? Wat is daar na zo veel duizenden jaren nog van over? Trekt de oudtestamentische auteur aan het langste eind, of kunnen we maar beter, sadder and wiser, niet zo hoog inzetten en eikaars tekorten en eigenaar digheden aanvaarden? Tijdens de 'Thuisvlucht', verhalen van schrijver 'De onzichtbare man' verhalen recensie theo hakkert Ralph Ellison, Thuisvlucht. Vertaling door Ro nald Cohen van Flying Home and other sto ries. 175 blz Uitgeverij Vassallucci. Prijs 39.90 (gebonden) Ralph Ellison is, net als Hector Malot, Malcolm Lowry, Hilde- brand en Jan Cremer, de schrijver van één boek. Al het andere ver bleekte bij die ene klassieker, in het geval van Ellison The Invisible Man (De onzichtbare man), de ro man die hij in 1952 publiceerde en die nog nog altijd geldt als één van de grote Amerikaanse romans van deze eeuw. Ellison gaf in het boek stem aan een zwarte man uit Harlem, een gewone man, een onzichtbare, ie mand uit de massa die zich daar aan zou willen onttrekken, als de maatschappij hem dat nu maar zou toestaan en hem niet langer, voorzien van het stempel 'neger', in een verdomhoekje zou druk ken. Net zoals bij Harold Brodkey en A. Alberts, die lange, lange jaren in stilte aan nieuwe boeken werk ten, bijna net zoals bij J.D. Salin ger, die nog altijd zwijgt, zo zette de stilte bij Ralph Ellison (1914- 1994) de legendevorming in wer king. Hij beloofde wel van alles, maar er kwam maar bitter weinig afgerond werk uit zijn handen. Een paar verhalen, ja, maar een Nieuwe, Grote, Amerikaanse Ro man, ho maar. Ellison overleed in 1994 en in middels zijn de kluizen op een kier gezet. Eén van de grote lite raire sensaties in Amerika van dit jaar behelsde de publicatie van El- lisons tweede grote roman: Ju- neteenth. Allèen, is dit wel Ju- neteenth zoals Ellison het bedoeld heeft, zo vroeg de Amerikaanse kritiek zich af. De schrijver schermde wel met het gerucht dat het boek nabij de afronding was, maar in de nalatenschap werden diverse versies gevonden. Boven dien was niet helemaal duidelijk hoe hij de verschillende delen in elkaar had willen steken. John F.Call ah an, aan wie de taak en de eer Ellisons nalaten schap te beheren was overgelaten, besloot zelf te kiezen en dat is na tuurlijk vragen om moeilijkheden. Is Juneteenth een boek van Elli son, van Callahan of een interpre tatie door Callahan van een boek van Ellison? Ondertussen werkt Callahan stug door. Hij heeft een weten schappelijke editie beloofd, waar in dus waarschijnlijk alle frag menten een plaats krijgen en dan kunnen we zelf onze eigen versie van Juneteenth maken. Het boek is wel door uitgeverij Vassallucci aangekocht, maar nog niet vertaald. Toch hoeven we het in Nederland niet zonder Ellison te doen nu de in 1996 verschenen verhalenbundel Flying home and other stories is vertaald. Daarin staan de verhalen die de schrijver publiceerde in de jaren veertig, aangevuld met postuum versche nen werk. De bundel is een fascinerende staalkaart van Ellisons vakman schap. De verhalen, die grofweg zijn gecentreerd rond het thema 'ras' en de moeizame emancipatie en acceptatie van de zwarte man, zijn hard, maar begripvol; intelli gent, maar basaal. Ze getuigen van een groot inlevingsgevoel. Schrijnend, zelfs schokkend is het koel-registrerende verslag van een lynchpartij in het openingsver haal: 'Wat een taaie nikker was dat!' De bundel is meer dan een opmaat naar Juneteenth. Overigens, De onzichtbare man ligt voor een prikkie bij De Slegte. poezie recensie hans warren/gpd Lévi Weemoedt Rijk Verleden. 104 pag Uitgeverij Ad Donker. Prijs 27,50. Lévi Weemoedt is de schrijver van boeken als Geduldig lijden, Een treurige afdronk en Halte Tranendal. Zijn pseudoniem klinkt als een literair program. En die tittels zijn al even veel zeggend. Weemoedt (51) laat in zijn verhalen en zijn gedichten zien dat lichte literatuur toch heel zwaarmoedig kan zijn. Aan de andere kant demonstreert hij dat je over droefenis wel de gelijk leuk kunt schrijven. Al leen een heel norse lezer zal niet vallen voor de charmes van een versje als Rijk Verleden. Dat lachwekkend treurige kwatrijn luidt zo: 'Ik was dronken toen ik je ontmoette/ Ik was dronken toen ik je verloor/ Wat kan er nog een hoop gebeuren/ Tus sen twee dronkenschappen door'. Naar dit gedicht is zijn nieu we bundel vernoemd. Alhoe wel, echt nieuw is Rijk Verleden niet. De schrijver nam er de verzen in op die hij sinds de verzamelbundel Van harte be terschap (1982) geschreven heeft. Veel van die poëzie was al eerder te lezen, vooral in Liedjes van Welzijn, Volksgezondheid Cultuur (1987). De publicatie geschiedenis maakt duidelijk dat zelfs voor Weemoedt de bronnen van het verdriet niet onuitputtelijk zijn. Dat is hier en daar ook aan de (teksten zelf te merken. Dan wordt de droe ve vrolijkheid een maniertje en is deze poëzie flauw inr van pregnant. Met dat beperkte oeua hem, heeft de auteur tcr aanzienlijk aantal uitgev1 sleten. Na Thomas Ra?l Bakker en Contact is hji< zee gegaan met Ad. Doi1 Rotterdam. Over die11 schreef Weemoedt een belovend versje: 'O waar u kwam:/ 't was ergals Rotterdam'. Mi'l moedelijk is zijn groot niet aan plaats of tijd den. Het leed zit in de hij schrijft: 'Ik stam i boommet nederige ste Ik heb geen blauw bloe een hoop blauwe plek! baby zag hij de dingen ber in. Hij dacht toen, je z'n gedicht Wegen geloven mag: "t Zal worden. En de weg is lai Over die trieste let gaat het in deze poëzie de schim van Piet Paaltj rond te waren, de man Snikken en grimlachjes. staan is in Weemoedts lange aanloop, een reek zame oefeningen 'om één meter vijf/ onder d te springen'. Het is vc liefde die de schrijver en zijn lezer vermaak 1- In Werkloos wordt vergt droomd: „Hoe lang sta t daag al weer/ voor 't ra<\ droefheid ziek?/ O, was een passpiegel/ in eei meisjesboetiek!' De dich Rijk Verleden bewijst zwarte kijk op het levi verfrissend kan zijn. viering van de eeuwwisseling, 'knalpunt 2000' genoemd, worden onze Hollandse vrienden door de dorpelingen tot hun verbijstering en ergernis in een groene koets geplaatst en aan de omstanders tamelijk ironiserend gepresen teerd als het 'lichtend exempel van liefde'. En met die kwalitatief heel wat minder extatische maar natuurlijk wel reëlere liefde zullen we het dus de volgende duizend jaar moeten doen. De thematiek van Hudigers Hooglied is confronterend. Maar de wijze waarop Atte Jongstra die in zijn roman verwerkt, boeit nau welijks. Zijn personages blijven te schematisch, wat ook geldt voor de wel erg duidelijke overeen komsten tussen de seizoenen en de kwaliteit van de liefde. Daar komt bij dat ik zijn pogingen in metaforen, motieven, zinswen dingen en beeldspraak het klas sieke hooglied erbij te betrekken te opgelegd vind. Meer dan een goed essay zat er misschien ook wel niet in. Maar wat is daar te gen? thriller «recensie arno ruitenbeek/gpd Bob Mendes De smaak vari vrijheid. Uit geverij Van Holkema Warendorf. Prijs 39,90 Twee schrijvers uit het Neder landse taalgebied betoonden zich in het bijna voorbije de cennium meesters op het ge bied van faction: fictie op basis van feiten. De Nederlander To- mas Ross en de Belg Bob Meiï- des. Van de laatste verscheen onlangs een smakelijke en smaakvolle roman vol emotie en met de nodige spanning, De smaak van vrijheid. Ross en Mendes zijn beiden meervoudig winnaar van de prijs voor de beste Nederlands talige roman, de Gouden Strop. Ze schrijven uitstekend gedocu menteerde verhalen en beper ken zich nooit tot een subgen re. De Belgische ex-accountant bijvoorbeeld werd bekend met de spionagethriller Vergelding. Schreef even zo vlot een aan klacht tegen de Belgische poli tiek (De fraudejagers), bezag de gevolgen van de zaak-Rodney King (Rassen/Rellen) en legde met De kracht van het vuur Iran op de pijnbank. Een alleskunner, wat hij weer bewijst met De smaak i heid. In 1985 zit journa as gin Friedmann in het ee Oost-Duitse Weimar a een galadiner ter ere Duitse industrieel Kei plek en de omstand voeren de gedachten vaj mann veertig jaar tei hij als vijftienjarige joo vangene ontsnapte uit tratiekamp Buchenwald De levensgevaarlijke uit de verschrikking own hij met de joodse arts Si 25-jarige oorlogsweduw ht met wie Megin een verhit', had én met SS-majoorii mann. Friedmann heef gedacht dat de andere res loodje hebben gelegd komst van de Amer s. troepen. In Weimar k( kje hoofdpersoon voor gen te staan. Omdat de relaties tui R de tegenstrijdige belang isti de vier vluchtenden staan, is er aan het einde nel ruimte over voor de klap it i ontknoping. Voor de re dan lof. Dat Mendes Strop aan zijn prijzenki ra; toevoegen, is zeker nieiiin sloten. Even wachten, wpk; Ross komt. dt •ru j Xl/ \A r bi ioi essays recensie hans warren/gpd Jeroen Brouwers De zwarte zon. Essays over zelf moord en literatuur in de twintigste eeuw 280 pag. Uitgevenj Atlas. Prijs 39,90. Jeroen Brouwers (59), de sombere man uit Zutendaal, is een bevlogen schrijver van in memoriams. Zelfmoord is een van zijn favoriete onderwerpen. Dat leidde in 1983 tot de uitgebreide bundel De laatste deur, een verzameling be schouwingen over Nederlandstalige au teurs die de hand aan zichzelf sloegen. Sindsdien heeft hij zich nog regelmatig als suïcidoloog bewezen. Een aantal verspreide publicaties is bijeengebracht in het pas verschenen De zwarte zon. De essays ontstonden opnieuw onder het motto: „Ik wil het wel op mij ne men, de geschiedenissen van al dezen te schrijven, mijn toon is die van solida riteit." Die toon is inderdaad opmerkelijk in deze stukken. Ze zijn niet alleen het product van uitgebreide studie, hij voelt zich ook op een of andere manier ver bonden met de schrijvers die zelfmoord pleegden. Hij herkent hun verdriet, en vooral de figuren die nooit succesvol waren, bejegent hij met mededogen. Voor zover ze integer waren tenminste, jegens blaaskaken stelt Brouwers zich nu niet bepaald lief op. Zo mag Adriaan Venema niet rekenen op het genadiglij- ke adagium 'van de doden niets dan goeds'. Hij wordt zonder omhaal gety peerd als de persoon die hij nu eenmaal was, als een aansteller en als een charla tan dus. Zijn boeken waren ondoor dachte prullen: „En als hij voor zijn ge leverde waren op zijn donder kreeg, be gon hij te simmen als een jongetje met rood haar dat wordt gepest en gediscri mineerd." In deze nieuwe galerij van zelfmoor denaars zijn nóg twee Nederlandstalige schrijvers bijgezet. Nico Slothouwer, die zich in 1987 ophing en wiens oeuvre volgens Brouwers bestaat 'uit onrijp be- ginnerswerk, ingebed in epigonerij, uit mondend en doodlopend in labyrinten van leegte en schemer'. En Daniël Rob- berechts, wiens dagboeken hem 'de schok der herkenning (bezorgden), die vooral bestond uit het besef van karak- teriële verwantschap'. Verder gaat het in De zwarte zon over buitenlandse schrij vers. Het lijkt wanneer je deze essays leest of de zelfmoorden een volstrekt lo gisch einde van een levensverhaal zijn. In dat verhaal vindt Brouwers steevast een serie dwingende vooruitwijzingen. Heel mooi, maar misschien te mooi om waar te zijn. Niet iedereen met suïcidale neigingen zal namelijk zelfmoord ple gen. Terwijl mensen van wie je het niet verwacht daartoe soms wel overgaan. Hoe dan ook, de beschouwingen zijn indringend, onthutsend en niet al te zwaar op de hand. De zelfmoordenaars zelf zijn evenmin stuk voor stuk treurige figuren. Een van hen schreef zelfs een ronduit vrolijk boekje Mijn zelfmoord. Brouwers verdiepte zich in leven en werk van Vsevolod Garsjin (liet zich in een trapgat vallen), Ryunosuke Akutagawa (slaaptabletten), Osamu Dazai (verkoos de dood door verdrin king), Harry Crosby (revolver), Hart Crane (wierp zich van een schip), Hora- cio Quiroga (cyanide nadat hem verteld was dat hij ongeneeslijk ziek was), An- dré Baillon (slaappillen), Stig Dagerman sch Sr (liet z'n garage vol uitlaatgas stro Jean Améry (vijftig slaaptablettei »es hannes Robeck (verdrinking), Roorda (revolver), Klaus Mann ten pillen), Victor Escousse en Augus en bras (lieten zich samen vergiftiger ffei koolmonoxyde). ler De zelfmoordcultuur in Japan, d erli thoden om er een eind aan te n :ht mensen die gemeenschappelij is dood ingaan: Jeroen Brouwers hi rsel gevaarlijk veel belangstelling voor. wellicht houdt juist het schrijver 0 j. zelfmoord hem persoonlijk van en moord af. Wie kan dat warmer slepender? Ergens door dat sor Igeb hoofd van hem zal daarom een sche gedachte spelen: als ik er niet ben, is er niemand meer om de logie te maken die ik verdien. d e hc hi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 22