België heeft met
lutroux les geleerd
ieklemmende stilte rond Tsjetsjenië
Chamonix wil nooit meer een
vrachtwagen in de buurt zien
Buitenland
)AC 13 NOVEMBER 1999
fiandse seksuoloog noemt aanpak pedofielen 'baanbrekend'
;omt uit onverdachte hoek. „België loopt in Euro-
rop bij de behandeling van pedofielen", zei on-
e Nederlandse seksuoloog J. Frenken van het In-
voor Sociaal Seksuologisch Onderzoek in Utrecht,
lederland de roep om harde maatregelen tegen
ielinquenten steeds luider klinkt, rijst de vraag:
we wat leren van onze zuiderburen?
JjT l
Ifaalse elektricien Mare
zich opnieuw aan kin-
iu kunnen vergrijpen,
end toen in april 1992
ïgenispoorten van Ber-
r hem openzwaaiden,
it geen enkel berouw
dogen, ziet vooral zich-
lachtoffer, en reageert
lagzaam en impulsief
islag", waarschuwde de
van de strafinrichting,
En dus werd een
maatschappelijke
aangeraden, met een
e 'opvolging' door een
psychiater,
ner van 1996, ruim vier
ontdekte België met
iQ ik dat die 'strenge
in de praktijk vrijwel
1 voorgesteld. Dutroux
isychiater nooit, de
hield op zijn beurt
itact met de gevange-
teiten. Ongestoord kon
zes kinderen ontvoe-
isluiten, van wie er vier
ling niet overleefden.
;r de sociaal assistente
nkele keer wél bij hem
klaagde hij dat hij
ld geleden onder zijn
ïisstraf. Niettemin be-
ïtroux stipt op tijd het
hreven smartengeld
eerdere slachtoffertjes,
lat vrij nobel van zich-
Et> ieft geleerd van de fou-
ank zij de recidivist
aan het daglicht kwa-
politiediensten, die bij
Isabelle Storme.
foto cpd rob keeris
hun zoektocht naar vermiste
kinderen vooral elkaar hadden
bestreden, werden gereorgani
seerd. Justitie, verouderd en
onderbemand, ging op de
schop. Minder bekend is dat
België ook de begeleiding van
zedenmisdadigers verregaand
heeft hervormd. De Nederland
se seksuoloog J. Frenken vestig
de daar onlangs de aandacht
op, toen hij zei dat België in
middels in Earopa een voor-
sprong_heeft op dit terrein.
Valt er iets op te steken van on
ze zuiderburen, nu in Neder
land na twee lustmoorden op
jonge meisjes de roep om harde
maatregelen steeds luider
klinkt? Directeur Isabelle Stor
me, bij Justitie in Brussel ver
antwoordelijk voor de coördi
natie van de psychologische be
geleiding van Vlaamse gedeti
neerden, wil niet te hoog van de
toren blazen. ,,Ik weet het niet",
zegt ze bescheiden. „Maar we
zijn al wel een paar jaar inten
sief met deze materie bezig. En
door de zaak-Dutroux is het al
lemaal inderdaad in een
stroomversnelling gekomen."
Net als in Nederland nu kende
de Belgische publieke opinie
drie jaar geleden na de ontmas
kering van Dutroux geen gena
de met zedenmisdadigers. Mil
joenen handtekeningen werden
verzameld voor herinvoering
van de doodstraf. In het parle
ment gingen stemmen op om
zedenmisdadigers niet meer
vervroegd vrij te laten. Ook wa
ren er pleidooien voor gedwon
gen (chemische) castratie.
Maar de gemoederen zijn in
middels tot bedaren gekomen
en justitie heeft samen met uni
versiteiten, maatschappelijke
instellingen en strafinrichtin
gen een beleid uitgewerkt dat
moeilijk nog onder de noemer
'repressief is samen te vatten.
„Er heerst nu een andere cul
tuur, met veel meer aandacht
voor de behandeling van de da
der en voor het slachtoffer",
zegt Storme. In 1996 werden in
twaalf gevangenissen proefpro
jecten opgezet voor de begelei
ding van zedenmisdadigers.
Teams van psychologen, maat
schappelijk assistenten en psy
chiaters werden gevormd en
specifiek voor deze taak (bij) ge
schoold.
„Nog tijdens de strafuitvoering
beginnen we met voorberei
dende therapie", zegt Storme.
„Het doel is dat de pedofiel zijn
verantwoordelijkheid voelt, een
idee krijgt wat hij aan de situa
tie kan veranderen en gemoti
veerd raakt aan zichzelf te wer
ken en aan het herstel van het
slachtoffer. Dat klinkt niet spec
taculair, maar het zijn stuk voor
stuk doorbraken. Want het is
niet eenvoudig een pedofiel zo
ver te krijgen; je stuit bij hen
vaak op ontkenning en weer-
'De doodstraf voor kindermisbruikers!', stond in 1996 te lezen op dit spandoek naast foto's van Dutroux-slachtoffertjes Julie en Mélissa.
standen."
Het 'persoonlijkheidsonder
zoek' van de daders is de afge
lopen jaren verder geperfectio
neerd. De pre-therapie en het
onderzoek samen bepalen of de
gevangene voor vervroegde vrij
lating in aanmerking komt, en
wat er vervolgens gebeurt: am
bulante therapie in bijvoor
beeld een ziekenhuis, of opna
me in een open of gesloten psy
chiatrische inrichting. Hiertoe
wordt met de betreffende per
soon een 'prestatieverbintenis'
gesloten. Ook moet de dader
zelf een reclasseringsplan op
stellen. „Voorheen kon men vrij
passief blijven, nu moet er ver
antwoordelijkheid worden ge
nomen", zegt Storme.
Met name rond de vervroegde
vrijlating is er veel veranderd.
Vóór Dutroux werd die ver
vroegde invrijheidsstelling vrij
wel automatisch toegekend, ze
ker als de gevangene zich voor-
•HANS DE BRUUN
voor de vluchtelingen in Rwanda op, en ga
zo maar door. Of toch niet helemaal? Al en
kele weken is het oorlog in Tsjetsjenië.
Tienduizenden mensen zijn voor het ge
weld op de vlucht geslagen. Zij bivakkeren
langs wegen en in velden, bij vrieskou, in
de sneeuw, verstoken van de meest ele
mentaire levensbehoeften. Velen zullen het
niet redden. Maar andermaal is Nederland
soliNee, dit keer niet. Nederland zwijgt.
Tsjetsjenië? Waar ligt dat? En Ingoesjetië?
Dat kunnen we niet eens uitspreken.
Twee weken geleden hield een orkaan huis
aan de oostkust van India. Het dodental
staat nu al op tienduizend, en zal naar
wordt gevreesd nog stijgen. Anderhalf mil
joen mensen zijn dakloos. Onvoorstelbare
aantallen. De toch al straatarme bevolking
is alles kwijt. Er is een tekort aan voedsel en
aan medicijnen. Besmettelijke ziekten ste
ken de kop op.
En Nederland? Stilte. India? Tienduizend
doden? Na twee weken stuurde het Jour
naal eindelijk een verslaggeefster. De kran
ten volstaan met een foto met onderschrift.
Ach, overstromingen zijn daar toch ge
woon? Ook deze krant is er niet bij. Het
neerstorten van een vliegtuig krijgt meer
aandacht dan een natuurramp met tien
duizenden doden.
Het blijft een merkwaardig fenomeen.
Waarom weet de ene ramp bij ons enorme
gevoelens van medeleven en het verlangen
om 'iets te doen' op te roepen, en laten an-
beeldig had gedragen. Na de
vrijlating namen andere dien
sten de begeleiding over, zon
der dat er verder nog veel con
tact was met justitie, met alle ri
sico's van dien. Storme bena
drukt: „Dutroux was een mo
delgevangene. Tegenwoordig
maakt voorbeeldig gedrag in de
gevangenis ons eerder argwa
nend. Van voorwaardelijke vrij
lating is nu pas sprake na suc
cesvolle pre-therapie. Een an
der verschil is dat justitie en de
maatschappelijke diensten bui
ten de gevangenis veel nauwer
met elkaar contact houden."
De Nederlandse specialist Fren
ken noemde met name de sa
menwerking tussen de Belgi
sche justitie en onder meer de
centra voor geestelijke gezond
heidszorg en welzijnszorg een
'modelvoorbeeld'. Storme licht
toe: „De overgang tussen de be
handeling in de gevangenis en
daarbuiten moet naadloos ver
lopen. Er wordt veel beter toe
zicht gehouden. Binnen een
maand na de voorwaardelijke
vrijlating moeten de therapeu
ten een verslag opstellen over
de behandeling, en daarna mi
nimaal eens per halfjaar of zo
veel eerder als justitie vraagt.
De behandelend specialist is
verplicht aan de alarmbel te
trekken als hij een gevaar ziet
ontstaan voor de samenleving.
Daarover hebben we, wegens
het beroepsgeheim, overigens
nog lang moeten palaveren."
Een sleutelrol is weggelegd voor
het slachtoffer zelf. Vóór de ver
vroegde vrijlating wordt het
slachtoffer geïnformeerd, tenzij
hij of zij dat uitdrukkelijk niet
wil. Er wordt gevraagd of er be
hoefte is aan een confrontatie
met de dader. Niet onbelang
rijk, want het slachtoffer kan
kenbaar maken of het de dader
na zijn vrijlating nog in de
buurt duldt. Negen van de tien
keer luidt het antwoord 'nooit!'
en wordt met de dader naar een
nieuwe woonplaats gezocht.
Met confrontaties tussen da
ders en slachtoffers is de afgelo
pen maanden in België al enige
ervaring opgedaan. De eerste
resultaten zijn volgens Storme
zeer bemoedigend. „Je brengt
de twee werelden dichter bij el
kaar. De dader wordt met de
gevolgen van de feiten gecon
fronteerd, het slachtoffer kan
geholpen worden bij het over
winnen van zijn angst voor de
dader. Stond justitie vroeger
vooral in het teken van straf, nu
zijn we veel meer gericht op het
herstel. We willen er uiteinde
lijk naar streven dat zowel de
dader, het slachtoffer als de
maatschappij er klaar voor zijn
als de gevangenispoort open
gaat."
En Dutroux? Met de Waalse
elektricien was het - zo hoopt
Storme van harte - anders gelo
pen als het nieuwe regime al in
1992 had gegolden. Een dader
die zichzelf als slachtoffer ziet,
is volgens de nieuwe aanpak
immers niet klaar voor de vrij
heid. En als Dutroux toch op
vrije voeten was gesteld, had de
Brusselse psychiater hem daad
werkelijk op zijn spreekuren
moeten ontvangen en tijdig
alarm moeten slaan. Zijn voor
malige slachtoffertjes had
Dutroux niet louter met een
maandelijks smartengeldje
kunnen afkopen.
Zeker weten dat een nieuwe
Dutroux nooit meer een kans
zal krijgen, doet uiteraard nie
mand. Storme: „Het belangrijk
ste is dat wij proberen te leren
van onze fouten en van de suc
cessen van anderen. Voor onze
aanpak zijn we bijvoorbeeld
onder meer te rade gegaan in
Canada. Hopelijk zien we ook
binnen Europa meer samen
werking tot stand komen."
aukasus speelt zich een grootschalig vluchtelingendrama af, waarvan we in tegenstelling tot bijvoorbeeld Kosovo niets lijken te willen
foto ap aleksandr daniuoesjin
dere - zeker zo erge - rampen ons onver
schillig? Natuurlijk, het hemd is nader dan
de rok. Kosovo, dat was dichtbij. Boven
dien deden we zelf mee aan de strijd. Een
beetje schuldgevoel, dat kon helemaal geen
kwaad.
En Turkije, met al die honderdduizenden
Turken in Nederland, dat lag ook voor de
hand. Toch? Maar Mitch dan? Wat 'heb
ben' wij in Nederland meer met de inwo
ners van Honduras dan met die van India?
Of met die van Rwanda meer dan met de
Tsjetsjenen? Niets. Of kwam het gewoon
omdat Honduras in de achtertuin van de
VS ligt, en wij hier werden overstroomd
met beelden van de Amerikaanse televisie.
En cameraploegen Tsjetsjenië niet of nau
welijks binnen kunnen.
Of is Nederland ineens gewoon hulpmoe
geworden? Na Rwanda, Honduras, Kosovo
en Turkije. Zijn meer dan twee hulpacties
in één jaar te veel? Natuurlijk, we kunnen
niet bij elke al dan niet door mensen ver
oorzaakte ramp ergens in de wereld met
een honderd miljoen uit de portemonnee
toveren. Maar de hulporganisaties durven
nu niet eens meer bij de Nederlanders aan
te kloppen. Te weinig draagvlak voor wéér
een actie, heet het. Toch doen zij - het Ro
de Kruis, Artsen Zonder Grenzen, de VN -
ook in Tsjetsjenië en in India hun werk,
ook zonder ons geld. In stilte. Zoals altijd.
Het is ónze stilte die juist nu zo opvalt.
CHAMONIX CEES VAN ZWEEDEN
CORRESPONDENT
Een brandende vrachtwagen
veranderde de Mont-Blanc-
tunnel in maart in een hel,
waarin 41 mensen een ellen
dige dood vonden. Chamonix
vreesde voor zijn toekomst,
toen de tunnel voor onbepaal
de tijd dicht ging. Maar een
half jaar later wil het stadje
nooit meer een vrachtwagen
op zijn grondgebied zien.
Als berggids nam Georges Inia
nooit veel water mee. „Bij de
hutten boven kon je gewoon
de sneeuw smelten", zegt hij.
„Maar zelfs op 3.500 meter
hoogte was dat afgelopen
voorjaar onmogelijk gewor
den. De sneeuw was te ver
vuild." Georges Inia werkt als
berggids in Chamonix, dat aan
de voet van de Mont Blanc
ligt. Maar dezer dagen brengt
hij meer tijd door in rokerige
zaaltjes dan op de alpenwei
den. Inia is de voorzitter van
de ARSMB, een organisatie die
ageert tegen de heropening
van de Mont-Blanctunnel
voor vrachtwagens.
De tunnel is gesloten sinds op
24 maart 1999 een vrachtwa
gen vlam vatte, en de tunnel
veranderde in een brandende
hel waarin 41 mensen de
dood vonden. Aanvankelijk
vreesde Chamonix dat de slui
ting van de tunnel een dom
per zou zetten op het toerisme
in de streek, maai- het omge
keerde was het geval. Veel Ita
lianen, die via de tunnel in
een oogwenk in Chamonix
waren, bleven weg. Dat was
een klap voor het plaatselijke
casino, dat voor de helft op li
res draaide. Maar daar stond
tegenover dat tienduizenden
Franse toeristen het gebied
herontdekten. Inia verbaasde
zich daar nauwelijks over.
„Chamonix was voor veel
mensen een stad geworden
die werd geassocieerd met
vrachtwagens. Dagelijks gin
gen er 4.000 door de tunnel,
waarmee de vallei werd veran
derd in een riool."
Er bestaan weinig betrouwba
re statistieken over de vervui
ling in het gebied. Maar de
meeste experts gaan ervan uit
dat Chamonix met zijn 10.000
inwoners even vervuild was
als een miljoenenstad. Inia:
„Om bij de tunnel te komen,
moet een vrachtwagen over
een afstand van 17 kilometer
Vorige week bouwden inwoners van Chamonix een denkbeeldige
muur voor de ingang van de Mont Blanctunnel. Het was er een in
de reeks van vele demonstraties tegen de aanstaande heropening
van de verbinding. foto ap Patrick cardin
ruim 700 meter klimmen. Af
hankelijk van hoe modern die
wagen is, vereist dat 26 tot 60
liter brandstof. U kunt zich
voorstellen wat het effect
daarvan is in een stadje als
Chamonix, dat in een wind
stille kom ligt."
De sluiting van de tunnel ver
anderde Chamonix van de
weeromstuit in een 'groene'
stad. Inwoners die waren
grootgebracht met het geden
der van vergif spuitende ko
lossen, hoorden bij de tunnel
plotseling weer het geluid van
een wilde beek. Bij de Europe
se verkiezingen dit voorjaar
kregen de Groenen er 25 pro
cent van de stemmen, ruim
drie keer zo veel als voorheen.
Maar het verzet tegen de
vrachtwagens is geen mono
polie van de traditionele mi-
lieuridders. Bij een betoging
tegen de tunnel enkele weken
geleden, liepen duizend inwo
ners uit, een vijfde van alle
volwassenen. De helft van de
winkels ging dicht, opdat het
personeel mee kon marche
ren. Een van de betogers was
burgemeester Michel Charlet,
een rechtse politicus. Hij zegt:
„Ik denk niet dat de tunnel
ooit nog open zal gaan voor
vrachtwagens. Dat zou voor
de inwoners onaanvaardbaar
zijn."
Voor Charlet, die burgemees
ter is sinds 1983, staat meer
op het spel dan de kwaliteit
van de lucht. De tunnel, zegt
hij, is volstrekt ongeschikt
voor zwaar vrachtverkeer. De
geruchtmakende brand in
maart werd veroorzaakt door
een nieuwe Volvo, waarvan de
motor oververhit was geraakt
door de steile klim naar de
tunnel. Volgens Charlet is dat
een veelvoorkomend pro
bleem, waar geen oplossing
voor is. „Er is bij de tunnel
ook geen ruimte om vracht
wagens te parkeren, totdat
hun motoren zijn afgekoeld."
Zelfs voor vrachtwagens die
de tunnel uitkomen en aan de
afdaling beginnen, loert ge
vaar. Chauffeurs worden in
vier verschillende talen (waar
onder Nederlands) gewaar
schuwd voor het risico van
kantelen. „Desondanks valt
twee keer per maand een
vrachtwagen op zijn kant,
soms met dodelijke gevol
gen", zegt Charlet.
De burgemeester spreekt te
gen dat hij nu een gehate fi
guur is bij de mensen die in
de vallei wonen van de Tunnel
du Fréjus. Daar heeft het
vrachtverkeer nu epidemische
vormen aangenomen. „De
mensen daar weten dat er
nooit iets zal veranderen als
wij in Chamonix de strijd te
gen de vrachtwagens verlie
zen." De cijfers lijken hem ge
lijk te geven. In Frankrijk
wordt 76 procent van alle goe
deren over de weg vervoerd,
tegen slechts 60 procent in
Oostenrijk en 27 procent in
Zwitserland. Als voorlopige
oplossing wil de burgemeester
de bestaande spoortunnels
door de Frans-Italiaanse Al
pen beter benutten. Maar uit
eindelijk moet er een perma
nente oplossing komen in de
vorm van een soort Kanaal
tunnel.
Deze mogelijkheid was al ge
opperd vóór de brand in de
Mont-Blanctunnel, maar
wordt nu serieus door de re
gering onderzocht. Het
vrachtverkeer tussen Frankrijk
en Italië groeide tussen 1984
en 1994 van 15,9 miljoen ton
per jaar tot 36 miljoen ton.
Rond 2001 zal het naar schat
ting tot rond de 60 miljoen
ton zijn gezwollen. De burge
meester: „We kregen hier En
gelse vrachtwagens die op
weg waren naar Griekenland."
De kustweg tussen Genua en
Nice was al voor de ramp in
de Mont-Blanctunnel verza
digd, en hetzelfde gold voor
de Tunnel du Fréjus. Doel is
om binnen tien jaar een
spoortunnel te bouwen die er
gens tussen Lyon en Turijn,
steden met 1,5 en 2 miljoen
inwoners, de Alpen door
snijdt. De tunnel zou even
lang en breed moeten worden
als de Kanaaltunnel, en uitge
rust moeten zijn met treinen
die hele vrachtwagens tegelijk
kunnen vervoeren. Charlet:
„Ik ben er vóór, ongeacht de
kosten. Als ik vroeger wakker
werd, hing er altijd een bruine
mist. Die wil ik nooit meer te
rug."