teeds vaker dreiging van overstromingen olstoelers en NS: een ongemakkelijke relatie Honderd miljoen voor randmeren Binnenland Maatschappelijk werker staat vaak in de vuurlinie RDAG 13 NOVEMBER 1999 ter binnenlaten beter dan dijken ophogen ANP Algemeen Nederlands Persbureau CPD Geassocieerde Pers Dienstel] Ingrijpen in watergebieden hard nodig LELYSTAD GERARD BERENDSEN Evenwicht tussen natuur en recreatie, die allebei een abso lute hoofdrol krijgen. Daar mee is een punt gezet achter een twee jaar durende discus sie over de toekomstige inrich ting van de Veluwerandmeren (Veluwemeer, Wolderwijd, Nuldernauw, Nijkerkernauw) tussen het oude Gelders/Over ijsselse land van Nijkerk tot Kampen en de Flevolandse ge meenten Dronten en Zeewol- de aan de overkant. Om de meren aantrekkelijk te houden voor zowel natuur als recreatie ligt voor zo'n honderd miljoen gulden aan plannen klaar. Hard nodig, want zonder ingrijpen zullen deze waterge bieden volgens deskundigen in de versukkeling raken. Net als begin jaren zeventig, toen de meren veranderden in een groene soep met giftige algen. Geld lijkt geen probleem. Rijkswaterstaat heeft al 70 pro cent 70 miljoen) toegezegd. Tien gemeenten (samen 10 pro cent), drie provincies (samen 10 procent) en twee waterschap pen (samen 10 procent) zitten daarmee voor een dubbeltje op de eerste rang. Terwijl voor wat betreft recreatieve ontwikkelin gen ook al hoopvol naar private investeerders wordt gelonkt. Rode draad in de plannen is de Groene Vangrail Plus, een compromis tussen natuuront wikkeling en toerisme. Con creet: uitdiepen om ook grotere recreatievaart te trekken, extra aanlegplaatsen, sportvisaccom modaties, een fietspontje tus sen Nunspeet en Bremerberg- sehoek, een jetskibaan in het Veluwemeer, een eiland tussen Zeewolde en Harderwijk voor prestigieuze zeilwedstrijden, schiereilanden tussen de stran den Horst en Nulde, waar no dig geluidsschermen langs de A28 om recreanten het autola- waai te besparen, sanering van illegale verblijfsrecreatie tussen Nunspeet en Elburg en het we ren van autoverkeer. Maar ook moerasachtige beekdelta's voor kleinere flora en fauna, natuureilanden als ecologische schakels tussen Ve- luwe en Flevoland en ondiepe waterpartijen voor (zeldzame) vogels. Of, zoals projectleider Paul Licht onderstreepte bij de presentatie van de plannen in Lelystad: „Het wordt afwegen, steeds weer opnieuw. Natuur en recreatie eisen allebei de halve aandacht op. Niet alle plannen en maatregelen ver dragen elkaar echter in die zin." En natuurlijk zijn onderdelen voor bepaalde partijen voorals nog 'onbespreekbaar'. Dronteh bijvoorbeeld ziet een ver keersluwe Harderdijk niet zitten zonder goed alternatief, Ermelo vindt een hoge klimtoren langs het Nuldernauw of een paalres- taurant in het Wolderwijd 'hori- zonvervuiling' en diverse ge meenten willen nieuwe, diepe re vaargeulen op grotere, veili ger afstand van hun zvvem- stranden. „We moeten voor veel zaken nog het midden zien te vinden", aldus Floris Plate, hoogste baas van Rijkswater staat in het IJsselmeergebied. Toch staat uitvoering sinds gisteren al vlak voor de deur. In april 2001 moet alle handteke ningen onder de uitgewerkte plannen staan en bankgaranties zijn afgegeven. Direct daarna begint het werk, dat over een jaar of tien wordt uitgesmeerd. Begonnen wordt met de alge meen geaccepteerde maatrege len. Bijvoorbeeld een bewegwij- zerd fietspad rond elk rand meer, het aanleggen van visstei- gers met parkeerplaatsen, de bouw van trekkershutten bij Strand Horst en een drijvend informatiecentrum bij Nulde. Wel onzeker, maar voor wat be treft alle deelnemers niet meer ter discussie staat de toekom stige Hanzespoorlijn in het ge bied moet krijgen. Zelfs hoofin- genieur-directeur Plate is er kraakhelder over: „De Hanze- lijn gaat nabij Kampen het Ve luwemeer kruisen. Dat moet geen spoorbrug worden, maar een tunnel." DEN HAAG ANOUK MIDDELKAMP Drie uur zat Trudy de Bruin in doodsangst bij een huis bezoek aan een junk, een cliënt van de maatschappe lijk werkster. Ze mag pas weg 'als ze een kopje koffie met hem heeft gedronken'. Want anders 'schiet hij haar voor haar kop', zegt hij met een pistool in zijn hand. „Een nette jongen die er niet uit zag als verslaafde", vertelt ze. „Maar van wie ik het gevoel had dat hij een lo pende tijdbom was." Haar vermoedens kwamen uit, toen hij na cocaïnegebruik compleet doordraaide. „Ei genlijk had ik meteen al rechtsomkeer moeten ma ken", zegt ze achteraf. „Maar dat stond hij niet toe. Ik moest blijven om met hem te praten. En omdat hij met dat pistool zwaaide, kon ik niet anders dan hem gehoor zamen." De Bruin had destijds wei nig ervaring met drugsver slaafden. „Ik was nog maar net begonnen met een pro ject bij het consultatiebu reau voor alcohol en drugs (CAD) en had tot dan toe al leen maar vriendelijke cliën ten gehad. Op dit extreme geweld was ik dus helemaal niet voorbereid." Toch bleef ze koel op het moment dat ze het pistool op zich gericht zag „Intuïtief maakte ik ge bruik van de trucjes die ik heb geleerd tijdens mijn op leiding, zoals langzaam spre ken en de woorden van de cliënt herhalen. Ik ben blij dat ik niet in paniek ben ge raakt. Dan had het veel slechter af kunnen lopen." De maatschappelijk werk ster doelt hiermee op zes Britse collega's die de afgelo pen vijftien jaar tijdens hun werk werden vermoord door hun cliënten. „In Nederland is dat gelukkig nog nooit ge beurd, maar er zijn wel maatschappelijk werkers verkracht of ernstig ver wond", vertelt psycholoog Huub Buijssen, die een boek over het onderwerp heeft ge schreven. In de praktijk blijkt driekwart van de maatschap pelijk werkers wel eens te maken te hebben met ge weld. Dat varieert van uit schelden tot een vechtpartij. De psycholoog geeft toe dat verbale agressie op het eerste gezicht niet zo trau matisch lijkt. „Maar als je nog maar net als maatschap pelijk werker meedraait, is zo'n eerste aanvaring met een cliënt heel aangrijpend. /Vis je eenmaal meer ervaring hebt, kijk je er niet zo snel meer van op." De Bruin ver telt dat de meeste agressie plaatsvindt bij de gemeente lijke sociale dienst. „Daar heb je invloed op de financi ële situatie van de cliënt en dat ligt vaak gevoelig. Als ie mand geen uitkering krijgt, ziet hij jou als de schuldige. Als maatschappelijk werker sta je echt in de vuurlinie." Bij alle vormen van agres sie is de nazorg van cruciaal belang, weet Buijssen. „Het is belangrijk dat je meteen na een traumatische erva ring terecht kunt bij je colle ga's. Als die je niet serieus nemen, gaat het vaak mis. Een op de vijf geweldslacht- offers ontwikkelt een psychi sche stoornis. Dat kan ertoe leiden dat ze nooit meer aan het werk komen." De Bruin vond een luiste rend oor bij haar chef, die haar overhaalde aangifte te doen tegen haar cliënt. Die belandde uiteindelijk in de gevangenis. „Daar voelde ik me wel schuldig over", zegt ze. „Je voelt je toch verant woordelijk voor zo'n man. En als hij dan, hoe terecht ook, door jouw toedoen in de cel terechtkomt, is dat even slikken." Buijssen ziet deze houding bij veel maatschappelijk werkers terug. „Ze hebben het idee dat ze gefaald heb- ben, omdat ze de situatie niet in de hand konden hou den. Ze gaan dan twijfelen aan hun eigen deskundig heid en praten er maar niet over met collega's. Dat moe ten ze juist wel doen." Buijssen en De Bruin plei ten dan ook voor grootscha lige nazorgprojecten voor hulpverleners. „Die worden nu nog maar mondjesmaat opgezet, maar kunnen veel professioneler worden aan gepakt", zegt Buijssen. Volgens De Bruin moet in de opleiding tot maatschap pelijk werker meer aandacht worden besteed aan eventu ele agressie. „Maar we moe ten de studenten natuurlijk niet onnodig ongerust ma ken. Want ondanks mijn ver velende ervaring ga ik toch iedere dag fluitend naar mijn werk." boezemsystemen in de polders boven het dzeekanaal zijn niet be- 1 tegen periodes van lang- ;e en zware regenval. Pro- J ebestuur en deskundigen waterschappen zijn van ing dat het ophogen van •n en installeren van ïtiger gemalen niet de oplossing is om water- st tegen te gaan. Het en' van water door pol met grasland opzettelijk iten overstromen wordt n als een veel betere me- e. Het overtollig water dan op een later tijdstip ipompt. ;end is dat de combinatie tijgende zeespiegel, dalen- )dem en overvloedige re- il nu al tot gevolg heeft dat er< -treffende polders in Hol- Noorderkwartier eens in en jaar onder water kun- lopen. Het systeem van y (ms en dijken is destijds orpen om slechts eens in inderd jaar te falen. Studie je wateroverlast van de af- - len jaren in Noord-Hol- leeft uitgewezen dat er nu ippen dienen te worden om op termijn het veilig- ïiveau in de polders te ;n handhaven, liddels wordt Nederland (1 meer plaatsen door wa dast geteisterd, zoals het id, de Noordoostpolder, jngen en zelfs Drenthe. Bij jrs als de Haarlemmer meer is het risico van overstro mingen veel kleiner door de grote capaciteit van de gema len. Wel kunnen door hoog grondwater de landerijen lang durig onder water blijven staan. De studie 'Levende Berging' laat zien dat door niets te doen de situatie er in Noord-Holland alleen maar slechter op wordt. Door klimaatsverandering rijst de zeespiegel met 60 centime ter per eeuw sneller dan ge dacht. Door inklinking daalt de polderbodem al vanaf de drooglegging. Over 50 jaar zou het verschil tussen zeespiegel en bodem van veenweidegebie- den al met 80 centimeter zijn toegenomen. Hoger zeewaterpeil betekent dat spuien van boezemwater moeilijker wordt. Langdurig hoog water, dat niet wegge pompt kan worden naar zee, verhoogt de kans op dijkdoor braken en vormt zo een drei ging voor polders met dure ge wassen, stedelijk gebieden, in dustrieterreinen en gevoelige natuur. Het provinciebestuur heeft 28 mogelijke lokaties voor water berging in het noorden van Noord-Holland laten onderzoe ken. Volgend jaar wordt beslo ten welke vier gebieden in aan merking komen. Het gaat om polders zonder bebouwing, met eventueel wonen aan het water, waarin landbouw wordt -bedre ven die overstroming kan ver dragen, en gebieden bestemd voor recreatie of natuurontwik keling. Indien nu geen maatregelen worden genomen om het water te keren, zullen zandzakken een steeds vaker terugkerend beeld in Nederland wor den. FOTO »GPD ANNE MARIE KAMP S onderhouden een moei- relatie met rolstoelers. Op r, in het spoorboekje, is er n ander geregeld voor )ij het in-, uit- en over- en. Rolstoelers moeten, :e per trein op pad gaan, ilp een etmaal van te vo- lefonisch bestellen. In de ^rnk gaat er nogal eens wat "np enkele grote stations is iistentie, in de persoon ;n bijverdienende stu- Ivoortdurende beschik- Maar onlangs kwam het :lem voor dat een trein ivartier vertraging opliep, it er niemand was om de jnlift voor een rolstoeler in lin te bedienen. Vervelend idere reizigers, gênant le rolstoeler in kwestie. NS hun levensgeschiede- iheel opnieuw zouden n beginnen, zouden ze le techniek van heden ichijnlijk voor achtige treinen en per ezen. De treinvloer zou lp precies de hoogte van kt jerron langs komen schui- et slechts een paar centi- s smalle spleet tussen ■fen perron. Rolstoelers len dan moeiteloos in- en Jlen. f zo is het niet. De NS sle- jnmiddels ruim anderhalve spoorweggeschiedenis tich mee. Een grote varia- materieel, met allerlei ver tin instaphoogten, tree ken, stangen, en deursluit- pieken, is daarvan het ge- I Ook verschillen in perron- pen komen nog voor, als- k soms bochten in de per- Boeiend voor de hobbyist, Rvoor rolstoelers en reizi- Hie moeilijk lopen, e in breedte vaderende jf tussen trein en perron te puggen heeft de NS op de Ite stations (maar niet op [verrijdbare liften klaar De perronlift, waarmee rolstoelers in- en uit de trein worden geholpen. staan, die alleen door NS-personeel mogen worden bediend. Ze zitten met een slot vast en moeten met een specia le sleutel worden los gemaakt. Dat is nodig, omdat er altijd weer dronkenlappen blijken te zijn, die er niet van kunnen af blijven. Op een klein station was onlangs verzuimd de per ronlift vast te leggen, zodat on verlaten het ding op de rails es in dubbeldekstreinen en de kloof tussen perron en trein vormen onneembare obstakels "wisioeiers, ook stations zijn soms ontoegankelijk. De nieuwe NS-halte Spaamwoude bij Haarlem is iffin vnnrhooM wanFOTO» UNITED MOTOS DF ROFR 1UR ENGEL CHOR kieperden. Een nachttrein liep grote schade op en er onstond een gevaarlijke situatie. De ge ketende bruggen zorgen echter weer voor allerlei incidenten met niet of niet tijdig terug te vinden sleutels. Liften aan de treinen zelf, zoals die ook aan kleine busjes voor invalidenvervoer worden ge monteerd, zouden een oplos sing kunnen zijn. Dat is echter een naar verhouding dure ope ratie gezien de betrekkelijk klei ne omvang van de groep. De lif ten zouden vandalisme-bestendig moeten zijn, alleen te bedienen door bijvoorbeeld de conducteur, per treintype verschillend, en bovendien geen obstakel bij het in- en uitstappen voor andere reizigers noch een bron van storingen. Vervoer op maat, per taxibusje, is inmiddels een beschikbaar alternatief. De bepaling dat die op stations 24 uur van te voren moet worden aangevraagd past niet meer bij de dynamiek van de samenleving. Daarom deed het ministerie van sociale zaken het rolstoelenvervoer 'in de aanbieding'. Twee 'marktpartij en' deden een 'bod' op dit ge subsidieerde sociaal-recreatieve vervoer: een dochteronderne ming van de NS zelf en de dochter Traxx van het busbe drijf Connexxion. Traxx haalde de order binnen, en zorgt nu voor het vervoer van deur tot deur, veelal volledig buiten het spoor om. Alleen bij langere rpi7' i Hnpf Hp frpin als fncQpn- schakel in dit vervoer op maat nog mee. De NS hebben hun eigen rege ling op de stations intussen ge handhaafd omdat daaraan toch behoefte bleef bestaan. Im mers, net als veel andere klan ten die ook kunnen terugvallen op een alternatief (hun auto), vinden ook sommige rolstoelers het reizen per trein simpelweg leuk. Bovendien geldt de subsi dieregeling waarvan Traxx ge bruik maakt alleen voor het so ciaal-recreatieve vervoer. Voor het woonwerkverkeer in de spits, waaraan werkende invali den als ieder ander willen deel nemen, bestaat een dergelijke subsidie tot ergernis van de be langenorganisaties nog niet. De treinen zelf verschillen sterk in hun technische mogelijkhe den om het recht op gelijke be handeling van alle soorten rei zigers waar te maken. In het oudste materieel van de NS wacht de rolstoeler een naar geestige ruimte, bestemd voor fietsen en andere vracht. Nieu were treinen, de zogenoemde 'koplopers' bijvoorbeeld, be schikken ten behoeve van ge handicapten over een openge laten ruimte waar een rolstoel kan worden geplaatst. Tussen de andere reizigers. Een probleem apart vormen de dubbeldekkers. De NS hebben daar twee soorten van, dubbel deks stoptreinrijtuigen en de 'regionrunners' voor de lange afstand. De trapjes, naar bene den en naar boven, zijn in bei rolstoelers. Invaliden komen er niet verder dan de (verlengde) balkons aan de uiteinden van de rijtuigen. In de regiorunners bevindt zich per treinstel een rolstoeltoilet. Tussen de trap pen en de gangen is in ieder rij tuig van deze treinstellen een smal liftje weggewerkt. Dat is echter uitsluitend bedoeld voor de koffiekarretjes, voor perso nen is het te smal en ook rol stoelen gaan er niet in. De Tweede Kamer heeft er deze week op aangedrongen dat de dubbeldekstreinen met liften voor rolstoelers worden uitge rust. Die wens is gemakkelijker uitgesproken, dan uitgevoerd in de krappe treinen waar toch al vindingrijk met ruimte is ge woekerd. Maar wellicht dat de ingenieurs er toch nog wat op vinden. In elk geval kost een verbouwing van de dubbeldek kers voor liften zitplaatsen en veel geld. De Kamer suggereer de dat de overheid de NS in die kosten met subsidie tegemoet zou kunnen komen. De tech- niekrzou ook nog op geheel an dere wijze tehulp kunnen ko men. Er bestaat immers al een rolstoel die trap kan klimmen. De NS doen vooralsnog geen uitspraken over de mogelijkhe den en onmogelijkheden. Zij wachten de presentatie van een rapport van een Europese com missie af, waarin aanbevelingen worden gedaan voor het (beter) toegankelijk maken van het openbaar vervoer voor gehan dicapten. Die presentatie is op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 5