)PORT Een sieraad dat nog niet glimt Randje BUITENSPEL :RDAG 13 NOVEMBER 1999 Patrick Khiivert raakt wilde haren maar niet kwijt Is Patrick Kluivert in potentie de beste spits van de wereld, zoals Barcelona-trainer Louis van Gaal ooit zei? Of is hij een zelfmoordcommando op noppen? Misschien wel beide. De 23 jaar jonge voetballer met het zeer roerige verleden is waarschijnlijk omstreden voor altijd. Co Adriaanse: „Een karakter verander je niet." De mental trainer. „Iemand moet hem naar het stille gebied brengen. Ik zou het kunnen." Maar 'de straatjongen' zal het niet willen. door HENK HOIJTINK rode kaart in de WK-wedstrijd van vorig jaar >en België, geprovoceerd door Staelens. Een rend doelpunt, uitgesteld tikje over de doellijn, oefeninterland van dit jaar tegen België. Een kaart onlangs tijdens Barcelona - Real Madrid, ns belediging van de scheidsrechter. Willem II- :r Co Adriaanse ziet bij Patrick Kluivert nog s'trekjes' terug, die hij als directeur jeugdoplei- n bij Ajax in het begin van de jaren negentig )f. iet TlPS-rapportagesysteem (over techniek, in- persoonlijkheid, snelheid) scoorde de A-junior ;rt een 4 voor persoonlijkheid. „Hij had zijn es niet onder controle. Wat je nu soms ziet, oen bij hem schering en inslag", herinnert anse zich. ar het is verbeterd, vindt hij. „Kluivert heeft in Al twee jaar een goede coach gehad. Ik eel scherp op hem geweest, heb hem heel veel rigeerd. Dat is belangrijk geweest voor zijn ont-*. ling. Daarna is Louis van Gaal, even scherp, op de lijn verder gegaan. Kluivert kan zich' geen vakspecialist wensen dan Van Gaal. Louis weliswaar geen psychologie gestudeerd, maar eelgebieden ervan heeft hij in zijn opleiding te gehad. Ik zou Kluivert nu voor persoonlijk- nschalen op 5,75, onvoldoende dus nog." ondanks zijn de recente ontsporingen van irt voor Adriaanse incidenten. „We hebben het wee of drie gevallen van onprofessioneel ge vind ik in zo'n wereld van spanning en wel meevallen." Dat ziet de 62-jarige psycho- eut Ted Smiet anders. Hij constateert 'stereo- edrag' bij de spits, in zijn vakjargon 'een nega- ettingreactie'. et heeft als gezondheidspsycholoog annex trainer een eigen praktijk in Utrecht. Sinds jaar richt hij zich op sport. Hij begeleidt on teer olympische sporters. „Jongens 'als Klui- zegt hij, „staan model voor successtory's van lsnel omhooggeschoten, snel rijk geworden en. Elk mens heeft zijn eigen ruimte. Die moet in met anderen. En die ruimte staat weer on der druk van de sociale ruimte, de opvoeders. Jon gens als Kluivert schieten dwars door die ruimtes, maar ze staan wel met lege handen. Toch voelen ze zich boven dat kader verheven. Ze hebben geen ver binding meer. Alles wordt een grapje, een spelletje." Voor de wetenschapper is Kluivert het slachtoffer van zijn eigen talent. Smiet ziet de frustratie van een sporter die zijn begaafdheden ('Hij barst van het ta lent') maar niet ten volle kan tonen. Hij ziet Kluivert worstelen met de stap naar het kleine gebied van de 'echte toppers': de smalle strook boven de top waar de voetballer al is gearriveerd. „Soms zit hij even in dat gebied, maar even snel duikelt hij er weer uit. De persoon Kluivert is er niet aan toe." Idool Zo onverstoorbaar als zijn idool Marco van Basten was, zo zou Kluivert ooit moeten zijn. „Er was be trekkelijk weinig aandacht rond de overtredingen te gen Van Basten", zegt Lesley Hellings, sportcom- mentator van het Surinaamse blad Obsession en als amateurvoetbaltrainer volgens eigen zeggen de ont dekker van Kluivert. „Van Basten toonde weinig emotie, zijn enkel moest incasseren en de scheids rechters namen hem te weinig in bescherming. Klui vert vecht terug na overtredingen. Dat komt zijn spel niet ten goede. Te vaak is hij door irritatie fracties van een seconde te laat." „Wij Surinamers kunnen emotioneel en heftig rea geren. Maar dat betekent niet dat we willen vechten. Toch kan Kluivert er moeilijk mee omgaan. Je ziet hem vaak met de hand in de lucht slaan, dat afkeu rende gebaar. Hij wil alleen maar bescherming. Maar het wekt agressie op. Onderling kunnen we het wel beteugelen. Je ziet nu dat Bogarde, die vroeger ook van die uitbarstingen had, als eerste bij Kluivert is. Dan praat hij in het Surinaams op hem in." Smiet: „Kluivert is altijd gericht op de buitenkant, nooit op de binnenkant, zijn binnenkant. En de ruimte om hem heen is onveilig. Dan heeft hij het gevoel dat hij op een eiland staat. Dan wordt hij gek. Dan gaat hij doelloze acties ondernemen." Kluivert, eerder al kritisch na de interland tegen Patrick Kluivert in hel speelt. Denemarken, klaagde na het laatste duel van Oranje tegen Brazilië over de speelwijze. Hij had geïsoleerd in de spits gestaan. Adriaanse: „Ik heb dat niet als kritiek op de tactiek of de bondscoach gezien. Klui vert wilde aan de bal zijn; hij wilde juist tegen Brazi lië iets laten zien. Het was de teleurstelling van de liefhebber. Bombarda (spits van Willem II, red.) zegt bij mij ook wel eens dat hij op een eiland staat." Maar mag Kluivert, de vroege twintiger, zoiets al zeggen? Heeft hij er genoeg voor laten zien? Volgens Adriaanse wel. „Op z'n negentiende maakte hij voor Ajax het beslissende doelpunt in de finale van de Champions League. Hij speelde voor Milan, nu is hij eerste spits bij Barcelona en vaste spits van Oranje. Me dunkt dat hij een internationale topspeler is." Prikkel Hij is er weer bij, als Oranje vanavond tegen Tsjechië oefent. Bondscoach Frank Rijkaard koos voor een gesprek met Kluivert, niet voor bijvoorbeeld een schorsing als disciplinaire straf. Daarin kan Adriaan se zich vinden. „Kluivert moet altijd worden geselec teerd. Een schorsing werkt niet. Daarmee dupeer je ook het team, en het volk. Want het Nederlands elf tal is van het volk. Je zou hem wel eens op de bank kunnen zetten. Dat zou een prikkel kunnen zijn." Een middel in de eeuwige strijd, beseft Adriaanse. „Een karakter verander je niet. Patrick zal altijd Pa trick blijven." Smiet ziet geen heil in het onderhoud van de bondscoach met zijn querulant. „Het zal een goed gesprek zijn geweest. Maar een goed gesprek is hier niet op zijn plaats. Want zoiets gaat over het spel of over regeltjes in de groep: 'Dat moet je niet meer doen'. Het heeft niets met Kluivert als persoon te maken." Het geval Kluivert is geen zaak meer voor trainers, betoogt Smiet. „Petje af voor Adriaanse en Van Gaal. Zij zijn de twee beste trainers van Nederland. Dat is de mazzel van Kluivert geweest. Maar in de voetbal wereld moet altijd de schijn worden opgehouden dat de coach alles kan. Hij kén niet alles. Dit moet je er uitlichten. Je moet Kluivert kunnen laten zien dat zijn gedrag uitzichtloos is. Als Van Gaal dat al zou kunnen, dan zou hij er de tijd niet voor hebben en hij zou het niet mogen. Want dan zou hij één speler buitenproportioneel veel aandacht geven." „Mentale training is onontbeerlijk in de top. Er wordt aan alle kanten aan zo'n speler getrokken. Hij wordt omhoog gegooid, omlaag gedrukt. Dan moet je meer kunnen dan alleen goed voetballen. Je moet kunnen relativeren. Dat heeft Kluivert niet geleerd. Maar die relativering is hij waard. Hij is een sieraad dat nog niet glimt." „Kluivert zegt steeds dat het niet weer zal gebeu ren. Dat hij meer over zichzelf moet nadenken. Dat komt, omdat hij de signalen wel krijgt. Maar hij komt nog niet tot stilstand. Er is geen inzicht. Mijn metho diek beslaat drie stappen. Eén: kijken naar gedrag le vert begrip op. Twee: erbij stilstaan levert inzicht op. De derde fase is dan de verstilling: die leidt pas tot werkelijk besef, tot bezinning. Iemand moet hem naar het stille gebied brengen. Ik zou het kunnen." Identiteit Weinig kans, weet Lesley Hellings. Hij zegt dat Klui vert zijn identiteit heeft verloren. Terechtgekomen in een 'nieuwe wereld van geld en glamour'. En 'aange vallen door de gemeenschap' na een ongeluk met dodelijke afloop en een verkrachtingszaak waarin hij werd vrijgesproken. Het is, vindt ook Hellings, de hoogste tijd om in te grijpen. Maar dat kan in Klui- verts milieu alleen door de familie, legt hij uit. „Zijn vader en moeder zijn de enigen die invloed op hem hebben. Hij moet door zijn familie tot de orde wor den geroepen. Een gesprek met Rijkaard gaat puur over tactische dingetjes. Maar alleen zijn familie kan hem erop wijzen dat hij zijn eigen ik kwijt is, en daar met hem over praten." Smiet, de mental trainer: „Bij Kluivert is de eerste stap naar verbetering nog niet gezet. Iemand die te veel gezopen heeft, vindt zichzelf even een klootzak. Maar dat is zo weer weg, hè. Pas als hij beseft dat hij bijvoorbeeld gehoor geeft aan de algemene opvat ting dat je het nodig hebt om één keer in de week door te zakken, denkt hij: tja, waarom eigenlijk? Dan gaat hij nadenken, zichzelf vragen stellen. Kluivert stelt zichzelf nog geen vragen." MOOIER dan GOUD ijn allebei vrij gek van dieren. Toen we spontaan in de dieren- yngen kijken, gaf het meisje dat daar werkte ons een pape- legaf'm eerst aan Jolanda en toen aan mij. Als zo'n beestje in kruipt om warmte te zoeken, ben je meteen verkocht, kregen 'm toen hij acht weken oud was, we hebben hem toen grootgebracht met pap, melk en water. Het grote voordeel is jdaardoor nu niet naar één persoon trekt. Hij ziet ons als zijn en moeder. Hij krijgt nu speciale voeding, maar eigenlijk lust 'es. Momenteel is hij helemaal gek van m&m's, die krijgt -ie 'tje. e papegaai is een grijzeroodstaart. Hij heet Woody. Boven zijn wngt een stok en daar zit hij eigenlijk de hele dag op. En als lis zijn, dan zit hij op mijn schouder of bij mijn vriendin. d om een papegaai eens in de zo veel tijd te wassen. De ren trekken veel stof aan en ze fabriceren dat zelf ook. Er zich een soort donslaagje en dat moet er echt af anders kan vriendin blijven stoffen. Dus gaat-ie gezellig mee onder de e. En soms slaapt hij ook bij ons, maar dat moet je niet te ioen, want dan wil -ie niet anders meer. We nemen dan een loek mee, hij legt z'n kop op het kussen, en de andere ochtend ie wakker want dan tikt -ie tegen je neus. praat ook, ja. Na een maand ging hij de telefoon al nadoen en hij alles. Hij zingt zelfs poessie-mauw. Hij kan alle letters tken en zegt zo veel zinnen, van 'goeiemorgen' tot 'Woody 'kker slapen'. En als het mooi weer is, zegt -ie: 'Woody wil lek- vir buiten'. Dat komt omdat hij alles onthoudt. Als het mooi ts' dan zeggen we: 'Het is mooi weer, wil Woody lekker naar Dat onthoudt hij, en als het dan mooi weer is, zegt -ie dat. P< eigenlijk alles na. Als ik me druk maak, dan zit ik nagels te Als hij zich niet zo op zijn gemak voelt omdat er bijvoorbeeld temde bij zijn kooi staat, dan gaat hij ook nagels bijten, iwaait ook. Als hij op zijn stok zit en je zwaait naar hem, dan ie terug met zijn pootje. Als ik naar bed ga, dan zeg ik al- Voody, welterusten'. En dan krijg ik een paar zoenen. Igt zo veel liefde van zo'n dier. Als -ie op je schouder zit. dan ■ie in je nek, dat vindt hij veilig en lekker. Het is echt een we- ennie de Romijn is profvoetballer bij NEC in Nijmegen. Hij werd 31 jaar geleden geboren in Leiden, waar hij met zijn endin Jolanda en papegaai Woody een woonboot bewoont. Romijn voetbalde achtereenvolgens bij VTL, Roodenburg, en}H, Excelsior, NEC, FC Den Haag, Dordrecht '90 en weer ■Zijn contract bij de eredivisieclub loopt aan het einde van Pizoen af. Vorige week hebben speler en trainer de intentie uitgesproken om in principe met elkaar door te gaan. De ü)n is linksback. Hij werkt part time als vertegenwoordiger in kitten voor de professionele markt. A uick Boys-Rijnsburgse Boys \J beloofde zaterdag een heug lijke derby te worden, maar het slappe potje zonder winnaar (1- 1) zal niet lang in de herinne ring voortleven. Stormachtig werd het achter de Katiuijkse duinen alleen vanwege de wind. Die blies zijn partij zo hard mee dat geen speler behoorlijk met de bal uit de voeten kon. 'Denk om de wind', is een ge vleugelde kreet op de Katwijkse voetbalvelden waar de wind va ker dan in het binnenland de kop opsteekt. Zelf heb ik eens op het hoofdveld van Nieuw-Zuid een doeltrap genomen waarbij de bal, gegrepen door de tegen wind, hoger en hoger klom en uiteindelijk terug over de ach terlijn zeilde. Ik was even bang dat de scheidsrechter een hoek schop zou geven, maar ik mocht de achterbal overnemen. Van de wind valt soms, zoals zaterdag, niet te winnen, maar omdat dat ook voor de tegen partij geldt, maakt het per saldo weinig uit of het nu vier of acht Beaufort waait. Ruud Bröring is evenwel een andere mening toe gedaan. In de krant van maan dag las ik dat de trainer van Noordwijk de wind de schuld van de thuisnederlaag tegen Zwart-Wit '28 gaf. Omdat zijn elftal op papier de beter voetbal lende ploeg was, zou het tegen de boerenkoolvoetballers uit Rotterdam Zuid in het nadeel zijn geweest. Wat een larie. Vol gens mij is de technisch vaar digste ploeg juist in het voordeel omdat die het best in staat is in te spelen op de grillen van de elementen. Het valt me tegen van Bröring dat hij met zo'n slap excuus kwam. Ik heb de oud-midvoor van Noordwijk altijd een stoere kerel gevonden. In elke wed strijd ging hij tot het gaatje en nog verder. Als het even kon kroop hij er zelfs doorheen. De rossige Gerd Muller van het za terdagvoetbal was recht voor zijn raap en noemde de dingen bij hun naam. De voetballer Bröring zou zijn nederlaag nooit hebben verklaard met de quatsch dat alleen de tegenstan der wind mee had. Maar als verliezend trainer deed hij dat zaterdag wel. En Bröring Amper duizend man kwam zaterdag van een kouwe kermis thuis verkocht nog meer onzin. Hij pleitte voor een voetbalverbod op dagen dat de wind harder dan met kracht zes blaast. Een kolderiek plan. Zes plus waait het aan de kust bijna altijd. Bröring had net zo goed kunnen voorstellen het voetbal aan de zeekant af te schaffen en de vel den voor de bollenteelt beschik baar te stellen. In Katwijk ging de wind zater dag net zo hard tekeer als in Noordwijk, maar niemand die daar moeilijk over deed. Alleen, het publiek liet de derby der der by's voor wat die was en zocht beschutting thuis. Bij Quick Boys, dat sinds mensenheugenis niet zo laag heeft gestaan als dit seizoen, wordt met man en macht gewerkt aan het bezwe ren van een sportieve crisis en Rijnsburgse Boys gaat sinds ja ren weer eens op kop in de hoogste zaterdagklasse. Aanlei ding genoeg zou je denken voor een schermutseling op het scherp van de snede, gadeslagen door duizenden aanhangers der aartsrivalen. Maar nee, amper duizend man kwam zaterdag van een kouwe kermis thuis. Quick Boys-Rijnsburgse Boys voltrok zich in stilte en dat bracht mij tot het besef dat de derby wegkwijnt. De verzakelij king van het zaterdagvoetbal vemreemdt dorpen van hun voetbalclubs. Tekengeld, hand geld, puntengeld, kilometerver goedingen en secundaire ar beidsvoorwaarden doen club liefde verbleken. Quick Boys- Rijnsburgse Boys is niet langer een botsing van rivaliserende dorpen, maar een wedstrijd tus sen voetballers-die door schnab bels in plaats van eerzucht wor den gedreven. Tien jaar geleden schreef ik voor de Volkskrant een bijna pagina grootartikel over 'de eeuwenou de vete tussen de haringkoppen en de stinkuienHet ging over de meedogenloze verdediger Bab Kralt uit Rijnsburg die het gips van zijn gekwetste enkel bikte om mee te kunnen doen aan het gevecht tegen Quick Boys. Het ging ook over Huug Aandewiel die na zijn geruchtmakende overstap naar Rijnsburgse Boys in Katwijk werd uitgemaakt voor uienneuker. Het ging over het verleden, toen op de zater dagen van Quick Boys-Rijns burgse Boys (of omgekeerd) aan het eind van het Oegstgeesterka- naal een bord werd geplaatst met de tekst: 'Hier houdt van daag alle mensdom op'. Maar het ging ook over de toekomst en de plannen die de KNVB toen al had om de doorstroming van het amateur- naar het beroeps voetbal mogelijk te maken. Daarover zei Arie Guyt, de Quick Boys-voorzitter die vorig seizoen dooreen opstandige bu sinessclub de duinen werd inge stuurd: 'We leven in een presta tiegerichte maatschappij met materialistisch ingestelde men sen. Met de reglementen van de KNVB in de hand betalen wij onze selectiespelers. Wij willen topamateurvoetbal bedrijven en beschouwen juist de derby's als de grote charme daarvan. Een tegenstander als Rijnsburgse Boys of Noordwijk spreekt hier tien keer meer tot de verbeelding dan pakweg Emmen. Dat was tien jaar geleden. Verleden tijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 21