Huiveringwekkende moraliteit
artus
Boeken
'Littekens': Ragfijn literair
spel en liederlijke inhoud
'Sprong naar de sterren' biedt veel kwaliteit De giraffe is het zachtmoedigste diei
N
Leonard Nolens is een rinoceros in de poëzie
L'SSJJU
Cynische Toni Davidson kan geweldig knap schrijven
Ambitieuze tweede roman van Russell Artus is in veel opzichten mislukt
ROMAN RECENSIE
MARGOT ENGELEN/GPD
Toni Davidson. Littekens. 320 blz. Vertaling: Annelies Konijnen
belt. Uitgeverij De Bezige Bij, Prijs 39,90.
Het debuut van de jonge Schot Toni Davidson,
Littekens, werd hoog geprezen in de Britse pers.
En terecht. De debutant combineert in zijn ro
man een ragfijn literair spel met een liederlijke
inhoud van incest en geweld.
De lezer in het ongewisse laten over waan of
werkelijkheid, het is al decennialang een be
proefd literair middel. In Littekens werkt het per
fect, geregeld vraagt de lezer zich af of de perso
nages het beschrevene echt beleven of fantase
ren, zich herinneren of juist verdringen. De on
zekerheid wordt nog vergroot wanneer een psy
chotherapeut zijn opwachting maakt en hoofd
persoon wordt. Dr. Curtis Sad doet onderzoek
naar 'psychoseksuele paradoxen inherent aan
interfamiliaire relaties'. Daartoe speelt hij, zoals
een psychotherapeut betaamt, voyeur en luister
vink bij zijn patiënten. Maar hij had zelf ook een
patiënt kunnen zijn, met een incestverleden dat
nog dag en nacht in hem doorwerkt.
De roman begint overrompelend. Een zwij
gende jongen, Klik, maakt met een instantcame
raatje opnamen van zijn vader Paniek en zijn
moeder Exit in en om de gebutste, gammele ca
ravan waarin ze wonen. Eindeloos tuurt hij door
de zoeker, dagen achtereen, om weloverwogen
zijn beelden vast te leggen. Tegelijkertijd maakt
hij 'kopfoto's', beelden die hij in zijn geheugen
opslaat. Akelige beelden zijn dat, van zijn moe
der met smetvrees die hem wreed schoon-
schrobt of midden in de nacht verschoont, van
zijn ouders samen als ze vechten, van zijn vader
Paniek die zich afzondert, mantra's danst en zijn
zoontje schunnig betast. Hun ellendig bestaan
wordt ons gepresenteerd in beschrijvingen van
foto's, 'echte' of beelden die het jongetje maakt
met zijn 'kopcamera'. Er heerst een verstikkende
sfeer in de caravan, het blijft onbeslist wie de
grootste schoft is, de vader of de moeder. Ze zit
ten elkaar veel te dicht op de huid, ongezond
dicht. Exit tegen haar stomme zoontje dat ze zo
juist verwond heeft: „Jij begrijpt het wel hè? Er is
niets van jou wat ik niet heb gezien, aangeraakt
of geroken. Niets. Wat doet een beetje bloed er
nou toe bij familie?" En als Klik door zijn vader
in zee is geslingerd en hij bijna verdronk: „Nie
mand had me mond-op-mondbeademing gege
ven. Zij deed zeep in mijn mond. 'Zeewater is
smerig.' Mijn vader sloeg me in het gezicht,
streelde toen teder mijn haar." Uiteindelijk loopt
de moeder weg (Exit), wordt Paniek gearresteerd
en verdwijnt Klik in een opvanghuis.
Het tweede deel van het boek, de lezer is dan
Toni Davidson heeft het niet erg begrepen op
psychologen. publiciteitsfoto
al aardig murw, heet Zombie en gaat over twee
broertjes die een hel op aarde hebben door hun
vader, die hen mishandelt en verkracht. Zom
bie maakt geen foto's maar spreekt met korte,
elliptische zinnen zijn verhaal op cassetteband
jes in voor de dokter. Zijn moeder is dan al
door zijn vader vermoord, en ook zijn geliefde
broertje valt een gruwelijk lot ten deel.
Zombie en Klik ondergaan aan het eind van
de roman een experimentele therapie, die er op
neerkomt dat de omgeving waarin ze hun kwel
lingen ondergingen zo getrouw mogelijk wordt
nagebootst. Het experiment loopt, je kunt niet
anders verwachten, uit op een fatale misluk
king.
De therapeut is zelf patiënt. Dr Curtis Sad
had deugdzame, lieve ouders die zich echter
geen raad wisten met hun zoon, die niet van
zijn zusje af kon blijven en ook nog al zijn expe
rimenten met haar nauwlettend opschreef. Hij
verwoest het leven van zijn kleine zusje en
wordt zelf later psychotherapeut. Een die zijn
zusje in zijn fantasie nog altijd bij zich heeft.
Toni Davidson heeft het niet erg begrepen op
psychologen, 'psychosloven' zoals hij ze
noemt. Genadeloos maakt hij ze belachelijk,
wat nog versterkt wordt doordat het in de ik
vorm gaat, zogenaamde zelfkritiek. 'Psychosek-
sueel onderzoek is een groei-industrie' zegt de
therapeut-patiënt ergens broodnuchter. De
context maakt het tot een wrange observatie.
Littekens heet in het origineel Scar Culture,
wat meer een indruk geeft van een wereld vol
ellendelingen en hun machteloze slachtoffer
tjes. Dit is geen roman om vrolijk van te wor
den, maar een om van onder de indruk te ra
ken. Toni Davidson is een cynische, boze jonge
man, maar hij kan geweldig knap en suggestief
schrijven.
Ruben van Gogh bundelt dichters van de toekomst
Michael Allin, schrijver van 'Zarafaverliefd op zijn onderweip
POEZIE RECENSIE
HANS WARREN/GPD
Sprong naar de sterren. De laatste, generatie dich
ters van de twintigste eeuw. Samengesteld en inge
leid door Ruben van Gogh, 96 pag., Uitgeverij
Kwadraat. Prijs 29,90.
Wordt Ilja Leonard Pfeijffer een nieuwe
P.C. Boutens? Zal Hagar Peeters de Ju
dith Herzberg van de eenentwintigste
eeuw zijn? Schuilt er in Bart FM Droog
een nieuwe Marsman? Nee, zo zal het
uiteraard niet gaan met de Nederland
se poëzie. Al die nieuwe dichters heb
ben ook een nieuwe stem. De sterk uit
eenlopende stemmen van vijfentwintig
van hen kunnen we beluisteren in
Sprong naar de sterren, een bundel
waarin Ruben van Gogh 'de laatste ge
neratie dichters van de twintigste
eeuw' voorstelt. Deze bloemlezing met
figuren die, zoals hij in het voorwoord
schrijft, 'gaandeweg de jaren negentig -
vooral in de tweede helft daarvan -
naar voren kwamen schuiven', begint
waar andere bloemlezingen ophou
den. Want die bieden doorgaans een
overzicht van het verleden, terwijl je
hier een blik in de toekomst wordt ge
gund.
Nieuwe poëzie moet altijd haar posi
tie op de oude bevechten. Vandaar dat
Van Goghs inleiding strijdbaar klinkt.
Hij verwijt de traditionele critici doof
te zijn voor de eigentijdse geluiden.
Ook sommige van de jonge dichters
zijn zich ervan bewust dat ze een
plaats moeten veroveren. Maar waar
eigenlijk? De talentvolle Ingmar Heytze
heeft, afgaande op het gedicht Uitzicht
van de allesvrezer een erg somber
beeld van de vaderlandse poëzie. Links
ziet hij 'een Jurassic Park/ van diep
mystieke symboliek/ en doorgeroeste
hermetiek/ met cryptofiele onderla
gen,/ brakke sloten koffiedik/ dat
stinkt. Geen ander leven hier/ dan
grachtengordel-fabeldieren/ die elkaar
ten grave dragen'. Wat hij aan de rech
terkant ziet, trekt hem evenmin aan:
'de slangenkuil/ van ruige shit op wre
de beats:/ de firma Scheet en Donder
slag,/ papaver in de longen, preekt/
van rap en poetry van niets/ met dub-
belgrote muil, het gif/ uit de gespleten
tongen mild/ en slap als taptemelk'.
Heytze ten spijt is in het werk van
sommige jonge dichters de echo van
rap en hiphop sterk. Van Gogh wijst
ook nog op de beïnvloeding door de
snelle beeldcultuur van de film, de vi
deoclip en andere moderne media. In
derdaad stuit de lezer op verwijzingen
naar ET en Jurassic Parkop een buz
zer, op 'glasvezelvervoer en satelliet
communicatie', en ander nieuwerwets
decor. Er is verder meer stadsleven dan
ooit in deze poëzie. Het sterkst valt
evenwel de interesse voor de kosmos
op. Alleen al daarom is Sprong naar de
sterren - onüeend aan een gedicht van
Arjan Witte - een toepasselijke titel
voor de bundel. Samensteller Ruben
van Gogh zelf schrijft over een ruimte
schip, Heytze vergelijkt het heelal met
een 'sprookjesbos', Peter Theunynck
heeft het over de melkweg, en van Olaf
Zwetsloot is er een Ballade voor een
kosmonaut.
Maar de oude dingen blijven na
drukkelijk aanwezig in deze nieuwe
poëzie. De liefde wordt nog altijd be
zongen. De seizoenen worden als van
ouds gevolgd: de herfstbladeren han
gen bij Ronald Ohlsen 'als dode vogels
in de boom' en bij Menno Wigman
'woedt het voorjaar'. De dichters van
later zijn regelmatig in gesprek met de
dichters van vroeger. Heytze ant
woordt Slauerhoff, onder meer in zijn
re-make v an Voorde verre prinses.
De gemiddelde kwaliteit van het ge
selecteerde werk ligt hoog. Gedichten
als Twentieth Century Fox van Droog,
het nuchtere Bij het eerste en laatste
bezoek aan dichteres M. van Lernert
Engelberts, de Maanbekering door Van
Gogh, de aandoenlijke Oude boxer van
Erik Menkveld krijgen wie weet over
enige tijd een klassieke status. Hoe de
toekomst van onze dichtkunst er uit
zal zien, valt uiteraard ook met deze
bundel hooguit in zeer grote lijnen te
voorspellen. Maar dat zij een prachtige
toekomst heeft, staat voor de lezer van
Sprong naar de sterren min of meer
vast.
'Voorbijganger' tussendoortje in merkwaardig oeuvre
POEZIE RECENSIE
LU
HANS WARREN/GPD
Leonard Nolens. Voorbijganger, 72 pag. Uitgeverij
Querido. Prijs 32,50.
De dood van Herman de Coninck in
het voorjaar van 1997 heeft veel sporen
nagelaten in de recente Vlaamse litera
tuur. Bij niemand was het verdriet zo
groot als bij de 52-jarige bard Leonard
Nolens. Men had nauwelijks anders
verwacht: hij is zo'n beetje de laatste
figuur die in poëzie de grote gevoelens
en de grote woorden zoekt in plaats
van schuwt.
Blijkbaar wordt dat door heel wat le
zers op prijs gesteld: terwijl de dicht
bundels waarin afstand wordt gescha
pen nauwelijks aftrek vinden, moesten
in betrekkelijk korte tijd al vier druk
ken worden opgelegd van zijn verza
melbundel Hart tegen hart. Nu ver
scheen een nieuwe bundel van No-
lens, die ook als schrijver van dagboe
ken, naam maakte. Voorbijganger heet
die nieuwe uitgave. Het opvallendste
onderdeel is een reeks van liefst drie
entwintig gedichten In memoriam
Herman de Coninck.
Inherent aan Nolens' werkwijze is
dat hij niet op veilig speelt. Hij tast de
grenzen af van wat nog net wel en wat
niet meer kan in poëzie. Natuurlijk
gaat dat nogal eens verkeerd, zijn werk
wordt dan al te barok en oeverloos.
Met alle respect voor het lef van de au
teur: die naar aanleiding van De Co-
nincks overlijden geschreven verzen
klinken soms wel erg schril en gemak
zuchtig. 'Je kreeg/ De volle laag, je
vond/ Het holle pond', schrijft hij er
gens. In een volgend gedicht stelt hij
vast: 'De kennis van sterfelijkheid was
ginder in Lissabon/ Je opengesneden
schedel en borst, je dampende buik/
Besnuffeld en dichtgenaaid door botte
doktoren en naalden.' Wie is hier ei
genlijk bot, vraagt men zich na zulke
regels af.
Nolens heeft zich kennelijk in het
hoofd gehaald dat hij tijdelijk het werk
van zijn gestorven collega moest over
nemen. Hij formuleert het eerst nog
onhandig en onduidelijk: 'Tijd heeft je
pen in mijn handen genomen.' Later is
de bedoeling ondubbelzinnig: 'Ook jij
hebt iemand nodig/ Om je zelfportret
nog rond/ Te krijgen van die va1.1/
Morgen
Morgen, altijd morgen was de reis, ik
kon niet slapen.
Altijd ging mijn hart tekeer in het hart
van de nacht.
Altijd morgen liep ik school in de wol
ken, de bergen.
Altijd morgen vroeg ik de weg aan de
langzame grillen
Van de rivier, zij had elk landschap
meegemaakt.
Altijd morgen was de reis. Laat het
weer morgen zijn.
Altijd morgen was de reis. Laat het
weer altijd zijn.
Ook jij hebt iemand nodig/ Om je dag
boek bij te houden/ Van een dode.'
Gretig neemt hij de honneurs waar. Hij
put daarbij uit een bron 'die jij nu al
maanden hier óp laat borrelen'. Zestig
dagen en niet te vergeten zestig nach
ten blijft hij thuis 'om je weg te bren
gen/ /Is mijn slaap je achternage-
reisd/ En hebben mijn dromen de
wacht gelopen/ Bij je verstenende
schaduw'. Nuchter bekeken is het een
dwaze onderneming. Maar een gedicht
is en blijft voor hem, zoals hij lang ge
leden heeft betoogd, 'orakel en orgas
me'. In zo'n geval een bezonnen oor
deel geven is zoiets als met een niet
passende sleutel in een slot morrelen.
Desondanks kan worden vastgesteld
dat Voorbijganger een tussendoortje is
in dit merkwaardige oeuvre. Er staan
nogal wat gedichten in het boek waar
in de bevlogenheid niet waarachtig,
maar gespeeld lijkt. Het hierbij afge
drukte Morgen is een gunstige uitzon
dering. Vaak stuit je evenwel op diep
zinnig bedoelde prietpraat als 'Zij heb
ben ons hart ingepikt', of: 'Zij hebben
de zwarte zak/ Van hun afwezigheid
strak/ Over ons heen getrokken' of
'Mijn keel is blind/ En zingt in de
vroegte'. Je blijft je afvragen waarom
zo'n wazige auteur zich met de heldere
dichter De Coninck identificeert. De
laatste was met zijn elegantie en licht
voetigheid de flamingo onder de dich
ters. Nolens komt met zijn plompheid
en zwaarwichtigheid eerder over als de
rinoceros onder de poëten.
NON FICTIE INTERVIEW
JAN-HENDRIK BAKKER/GPD
Michael Allin. Zarafa. De geschiedenis
een giraffe Uitgeverij Atlas. Prijs: 39,90.
In 1826 zet een giraffe voor het
eerst na de Romeinse tijd voet
op Europese bodem. De Ameri
kaanse schrijver Michael volgt
in zijn boek Zarafa, de geschie
denis van een giraffe het spoor
terug, in de ruimte en de tijd,
van dit sierlijke dier.
Een boek wordt geboren uit
een enkele poëtische flits, zo
gaat het vaak. Voor Michael All
in geldt dat zeker. In de New
Yorker van 1827 las hij een be
richt over de eerste giraffe, die
in Frankrijk kwam. Het dier was
helemaal uit Ethiopië naar
Marseille gebracht en was van
daar naar Parijs gelopen. „Toen
ik dat eenmaal voor mij zag, die
giraffe met zijn lange nek hoog
verheven boven zijn begelei
ders, door het prachtige land
schap van Zuid-Frankrijk, toen
wist ik dat ik er een boek over
zou maken. Met dat beeld is al
les begonnen: Zarafa, wande
lend van Marseille naar Parijs,
naar de Jardin des Plantes."
Michael Allin is een Ameri
kaanse scenario- en filmschrij
ver. Hij maakte onder meer het
script van een Bruce Lee film.
In eerste instantie dacht hij er
over om het verhaal van Zarafa
aan te bieden als plot voor een
film. Maar de uitdaging om elk
detail, elk feit rond deze bizarre
wandeling, die te maken had
met hogere politiek en die, om
gerekend naar onze begrippen,
vele honderdduizenden of zelf
miljoenen gekost moet hebben,
werd hem te veel. Nu meldt hij
vol trots: „In dit boek is geen
komma gelogen. Alle feiten heb
ik nagezocht."
Voordat de Amerikaan zich
op het verhaal wierp, wist ei
genlijk niemand in Frankrijk
het fijne van de geschiedenis
met de giraffe. Er bestonden
wat verhalen over, dat wel. De
giraffe had in het Parijs van het
begin van de vorige eeuw ook
hevig het modebeeld beïnvloed.
Dames lieten hun haar opste
ken in een 'giraffe-coup' en ook
de heren lieten zich inspireren
door het wonderlijke beest,
waar de kranten over vol ston
den en dat in de Jardin des
Plantes te bezichtigen was. Na
haar dood kwam Frankrijks eer
ste giraffe terecht in een soort
rariteitenkabinet in La Rochelle.
Zoveel was wel bekend.
Maar meer niet. Allin: „Het
eerste wat is gedaan heb, is
naar La Rochelle gaan. Daar
heb ik oog in oog gestaan met
dat prachtige dier. Geen giraffe
is gelijk, elk is weer anders gete
kend, maar deze had wel een
hele sprekende en ongelooflijk
lieve kop. Ik was volkómen ver
kocht."
Tien jaar werkte Allin aan de
research van de geschiedenis
die hij zo graag wilde schrijven,
voordat hij zich daadwerkelijk
aan het boek kon zetten. Eerst
verbleef hij lange tijd in Zuid-
Soedan om iets te weten te ko
men over de oorsprong van Za
rafa. „Als ik vertelde waar ik
voor kwam, wantrouwde ieder
een me. Je zag de mensen kij
ken. Er was eigenlijk niemand
die mij geloofde. Giraffen? Die
zijn hier helemaal niet! In heel
Soedan zijn geen exotische, wil
de beesten meer. De jacht heeft
aan hun bestaan daar een eind
gemaakt. Dus die mensen
dachten dat ik een spion was.
Later heb ik ze wel uit kunnen
leggen dat het om een giraffe
van lang geleden ging."
Zachtmoedig
'Zarafa' is het woord waarmee
de Arabieren de giraffe aandui
den. Ons 'giraffe' is daar een fo
netische afleiding van. 'Zarafa'
betekent 'zachtmoedig' en 'lief
lijk'. In onze contreien werd het
dier, dat natuurlijk nauwelijks
bekend was, 'camelopard' ge
noemd. De wetenschappelijke
benaming 'Giraffa camelopar-
dalis' is eigenlijk een pleonas
me, weet Allin. „De Franse na
tuurvorser Pierre Belon heeft de
dieren voor het eerst gezien in
Cairo, in 1546. Hij noemt ze
dan 'zarafa', omdat hij ze zo
ongelooflijk zachtaardig vindt.
Het woord is via de Moren en
de Spanjaarden naar Europa
gekomen. Maar in de Romeinse
tijd zijn er ook al vele giraffen
naai- Rome gehaald. De Ro
meinse geschiedschrijver Dion
Cassius heeft het over de 'ca
melopard'. Honderden zijn er
toen verscheept, allemaal om
voor de sport gedood te worden
tijdens spelen in circus Maxi-
mus of het Colosseum. Wij
hebben het nu wel eens over
ecologische misdaden, maar
toen konden ze er ook wat van!
Ondanks het feit dat een
giraffe het zachtmoedigste dier
ter wereld is, is het ook het
wildste. En het sterkste. Het
dier kent geen natuurlijke vijan
den. Het kan een volwassen
leeuw met een trap van zijn po
ten, die als mokers zijn, doden.
Giraffen zijn ook niet te tem
men. In gevangenschap gaan
zij dood van verdriet of zij ver
minken zichzelf zodanig, dat zij
het niet overleven. Wie een
giraffe wil hebben, moet het
beest als het nog heel jong is
vangen en dan zelf groot
gen. Dat betekent dat de
der gedood moet worden
die staat niet toe dat haa
jong wordt afgenomen,
als zo'n giraffejong ee
opgegroeid is met men
het vreselijk lief en trout
vond ik ook zo ontroerer
het verhaal over Zarafa. H
beest zich eerst drieduize
lometer over de Nijl heef
verschepen. Toen de M
landse Zee over, van Alex
naar Marseille, waarbij
hele reis midscheeps hei
staan, in het ruim met
dek een gat waardoor hat
ge nek stat. Drie weker
heeft zij zo gestaan. Kun
je voorstellen?"
Michael Allin is nog
hevig verliefd op zijn
werp. Hij moet een rotsva
trouwen hebben gehad d
zou lukken. Zo is hij acht
onderwerp aan blijven
„Van de Fransen heb ik
maar medewerking geha
moeten aangevoeld hebbi
ik een bijzonder verhaal u
geschiedenis naar bover
beerde te halen."
Historische achtergro
Het verhaal van Zarafa
zich af tegen de contoure
het vroege negentiende-&
kolonialisme. Allin put zi
in korte, treffende besch
gen van de historische a
grond. Het idee om de
cadeau te doen aan de I
koning Karei X kwam v
consul-generaal van E
Bemandino Drovetti. Hij
seerde direct aan Meheiw
de onderkoning van E
Deze stond op het pun
oorlog tegen de Grieken
ginnen en moest de Fran
ning te vriend zien te houi
Allin beschrijft in kort I
de historische lijnen, van
Egypte van de farao's tc
Mehemed Ali. Daarbij k
de Napoleontische vero'
van Egypte, de slag tegi
Mammelukken en de op!
van de egyptologie nati
uitvoerig aan de orde. Zo
rafa behalve een mooi vi
over een exotisch dier o
geschiedenis van het t
Oosten in een notendop g
den. Michael Allin moet 1
lemaal voor zich gezien
ben, toen hij in La Rochel
onderwerp in spe opzocl
haar kop iets schuin, zoda
enorme zwarte ogen je vo
lijken aan te kijken als je d
op klimt. Een bordje duid
eenvoudig aan als 'giraf
Sennar'."
Allin heeft haar met zijn
een naam gegeven: 'Zaral
zachtmoedige.
WIM VOGEL
Russell Artus. Onpersoonlijkheid 470 blz.
Uitgeverij Meulenhoff. Prijs 39,90.
Een van zijn afwijkingen is de
volgende. Een boek mag geen
einde hebben, dus scheurt Joris
Roozen de laatste katernen er
uit. Alles moet doorgaan, geen
ontknopingen, motieven en
pointes doen niet ter zake, het
waarom blijft onbeantwoord.
Iets dergelijks heeft zijn beden
ker, Russell Artus (1969), ook
uitgehaald met zijn tweede,
ambitieuze roman Onpersoon
lijkheid waarin deze Joris
Roozen, een twintigjarige me-
ao-leerling, centraal staat. De
lezer, in elk geval deze, blijft
verward, onthutst en geschokt,
met nogal wat vragen zitten.
Dat het goede niet beloond
wordt, het kwaad niet gestraft,
ach, de bewijzen daarvoor drin
gen zich dagelijks aan je op.
Maar iemand die weloverwo
gen anderen tot zelfmoord
drijft, die zijn ego opblaast tot
een hoogstindividuele religie
waarvoor alles en iedereen
dient te wijken, zo'n triomfe
rend maar zeer antipathiek ro
manpersonage zou je met ple
zier zelf iets willen aandoen.
Onpersoonlijkheid is in vele
opzichten een mislukt boek.
Middelbare scholieren worden
begiftigd met een taalgebruik,
woordkeus, zinsbouw en ab
stractievermogen die ongekend
zijn in ons land. Ouders zijn
machteloze wezens, niet in
staat hun kinderen te helpen,
laat staan te begrijpen of te cor
rigeren. Sekteleiders kunnen ja
renlang jongeren zo gek krijgen
dat honderden de hand aan
zichzelf slaan, zonder dat ook
maar iemand in onze samenle
ving daar weet van heeft en
alarm slaat. Een roman die na
drukkelijk een spiegel van de
werkelijkheid wil zijn, wint door
dit soort ongerijmdheden niet
aan geloofwaardigheid. Zoek
tochten naar het hoe en het
waarom van zelfmoorden lopen
onbevredigend af, worden in
ieder geval nauwelijks afge
rond. Daar komt bij dat de ro
man pretentieus wordt opge
tuigd met een opdracht, een
dankbetuiging, met zeven mot
to's en een verantwoording en
door herhalingen en uitweidin
gen ook nog eens te dik is.
Maar het is ook een schok
kende en cynische analyse van
onze eeuw waarin we kicken op
de rotzooi in de wereld, die ons
dan ook dag in, dag uit wordt
voorgeschoteld. De vragen die
Artus stelt, zijn vragen over on
ze moraal. Zijn roman kan ik
niet anders lezen dan als een
moderne variant van de mid
deleeuwse moraliteit. Het on
heil, de ellende en de misère
die de mensen elkaar aandoen,
het is allemaal hetzelfde, met
dit verschil dat de God van de
middeleeuwen definitief afwe
zig is zodat de mens het alle
maal zelf uitzoekt. Slechts een
enkeling weet daarbij zichzelf te
overstijgen door de ander te be
handelen als zichzelf. Het tragi
sche, ook in deze roman, is dat
juist die enkeling het zelden
bolwerkt.
Joris Roozen heeft een inces
tueuze verhouding met Maud,
zijn zusje die niet weet dat ze
een jaar voor Joris' geboorte
geadopteerd is. Joris chan
teert zijn ouders. Belazert,
onteert, vernedert Maud. Zet
haar aan tot zelfmoord. Doet
alsof hij verliefd is op een
ander meisje, de zestienjari
ge, idealistische en vitalisti
sche Liedewij. Ook met
haar speelt Joris hetzelfde
perfide spel. Hij liegt, be
driegt, maakt gebruik van,
vermorzelt illusies, ver
trapt idealen, drijft ook
haar tot zelfmoord en dat
alles tot meerdere eer en
glorie van zichzelf, van
zijn eigen morbide idee
enwereld. Zijn eigen ex
treme ik op de troon, klaar om
zijn opvattingen en ideeën uit
te laten groeien tot de sport van
de eenentwintigste eeuw.
De bijna vijfhonderd pagina's
van deze morbide roman over
de buitenissigheden van een
door
geen enkele instantie ge
controleerde menselijke wil,
heb ik met stijgende bewonde- ris en zijn sekte naar.
ring en groeiende huiver gele- Naar doen wat je niet wilt, en schrijft Russell Artus o
zen. niet doen wat je wilt. Hoe klein
Onpersoonlijkheid, daar stre- lijkt de kloof tussen het goede
en het kwade. Hoe
die kan worden
ideologie niet geki
wordt aan een mora