Huiveringwekkende moraliteit artus Boeken 'Littekens': Ragfijn literair spel en liederlijke inhoud 'Sprong naar de sterren' biedt veel kwaliteit De giraffe is het zachtmoedigste diei N Leonard Nolens is een rinoceros in de poëzie L'SSJJU Cynische Toni Davidson kan geweldig knap schrijven Ambitieuze tweede roman van Russell Artus is in veel opzichten mislukt ROMAN RECENSIE MARGOT ENGELEN/GPD Toni Davidson. Littekens. 320 blz. Vertaling: Annelies Konijnen belt. Uitgeverij De Bezige Bij, Prijs 39,90. Het debuut van de jonge Schot Toni Davidson, Littekens, werd hoog geprezen in de Britse pers. En terecht. De debutant combineert in zijn ro man een ragfijn literair spel met een liederlijke inhoud van incest en geweld. De lezer in het ongewisse laten over waan of werkelijkheid, het is al decennialang een be proefd literair middel. In Littekens werkt het per fect, geregeld vraagt de lezer zich af of de perso nages het beschrevene echt beleven of fantase ren, zich herinneren of juist verdringen. De on zekerheid wordt nog vergroot wanneer een psy chotherapeut zijn opwachting maakt en hoofd persoon wordt. Dr. Curtis Sad doet onderzoek naar 'psychoseksuele paradoxen inherent aan interfamiliaire relaties'. Daartoe speelt hij, zoals een psychotherapeut betaamt, voyeur en luister vink bij zijn patiënten. Maar hij had zelf ook een patiënt kunnen zijn, met een incestverleden dat nog dag en nacht in hem doorwerkt. De roman begint overrompelend. Een zwij gende jongen, Klik, maakt met een instantcame raatje opnamen van zijn vader Paniek en zijn moeder Exit in en om de gebutste, gammele ca ravan waarin ze wonen. Eindeloos tuurt hij door de zoeker, dagen achtereen, om weloverwogen zijn beelden vast te leggen. Tegelijkertijd maakt hij 'kopfoto's', beelden die hij in zijn geheugen opslaat. Akelige beelden zijn dat, van zijn moe der met smetvrees die hem wreed schoon- schrobt of midden in de nacht verschoont, van zijn ouders samen als ze vechten, van zijn vader Paniek die zich afzondert, mantra's danst en zijn zoontje schunnig betast. Hun ellendig bestaan wordt ons gepresenteerd in beschrijvingen van foto's, 'echte' of beelden die het jongetje maakt met zijn 'kopcamera'. Er heerst een verstikkende sfeer in de caravan, het blijft onbeslist wie de grootste schoft is, de vader of de moeder. Ze zit ten elkaar veel te dicht op de huid, ongezond dicht. Exit tegen haar stomme zoontje dat ze zo juist verwond heeft: „Jij begrijpt het wel hè? Er is niets van jou wat ik niet heb gezien, aangeraakt of geroken. Niets. Wat doet een beetje bloed er nou toe bij familie?" En als Klik door zijn vader in zee is geslingerd en hij bijna verdronk: „Nie mand had me mond-op-mondbeademing gege ven. Zij deed zeep in mijn mond. 'Zeewater is smerig.' Mijn vader sloeg me in het gezicht, streelde toen teder mijn haar." Uiteindelijk loopt de moeder weg (Exit), wordt Paniek gearresteerd en verdwijnt Klik in een opvanghuis. Het tweede deel van het boek, de lezer is dan Toni Davidson heeft het niet erg begrepen op psychologen. publiciteitsfoto al aardig murw, heet Zombie en gaat over twee broertjes die een hel op aarde hebben door hun vader, die hen mishandelt en verkracht. Zom bie maakt geen foto's maar spreekt met korte, elliptische zinnen zijn verhaal op cassetteband jes in voor de dokter. Zijn moeder is dan al door zijn vader vermoord, en ook zijn geliefde broertje valt een gruwelijk lot ten deel. Zombie en Klik ondergaan aan het eind van de roman een experimentele therapie, die er op neerkomt dat de omgeving waarin ze hun kwel lingen ondergingen zo getrouw mogelijk wordt nagebootst. Het experiment loopt, je kunt niet anders verwachten, uit op een fatale misluk king. De therapeut is zelf patiënt. Dr Curtis Sad had deugdzame, lieve ouders die zich echter geen raad wisten met hun zoon, die niet van zijn zusje af kon blijven en ook nog al zijn expe rimenten met haar nauwlettend opschreef. Hij verwoest het leven van zijn kleine zusje en wordt zelf later psychotherapeut. Een die zijn zusje in zijn fantasie nog altijd bij zich heeft. Toni Davidson heeft het niet erg begrepen op psychologen, 'psychosloven' zoals hij ze noemt. Genadeloos maakt hij ze belachelijk, wat nog versterkt wordt doordat het in de ik vorm gaat, zogenaamde zelfkritiek. 'Psychosek- sueel onderzoek is een groei-industrie' zegt de therapeut-patiënt ergens broodnuchter. De context maakt het tot een wrange observatie. Littekens heet in het origineel Scar Culture, wat meer een indruk geeft van een wereld vol ellendelingen en hun machteloze slachtoffer tjes. Dit is geen roman om vrolijk van te wor den, maar een om van onder de indruk te ra ken. Toni Davidson is een cynische, boze jonge man, maar hij kan geweldig knap en suggestief schrijven. Ruben van Gogh bundelt dichters van de toekomst Michael Allin, schrijver van 'Zarafaverliefd op zijn onderweip POEZIE RECENSIE HANS WARREN/GPD Sprong naar de sterren. De laatste, generatie dich ters van de twintigste eeuw. Samengesteld en inge leid door Ruben van Gogh, 96 pag., Uitgeverij Kwadraat. Prijs 29,90. Wordt Ilja Leonard Pfeijffer een nieuwe P.C. Boutens? Zal Hagar Peeters de Ju dith Herzberg van de eenentwintigste eeuw zijn? Schuilt er in Bart FM Droog een nieuwe Marsman? Nee, zo zal het uiteraard niet gaan met de Nederland se poëzie. Al die nieuwe dichters heb ben ook een nieuwe stem. De sterk uit eenlopende stemmen van vijfentwintig van hen kunnen we beluisteren in Sprong naar de sterren, een bundel waarin Ruben van Gogh 'de laatste ge neratie dichters van de twintigste eeuw' voorstelt. Deze bloemlezing met figuren die, zoals hij in het voorwoord schrijft, 'gaandeweg de jaren negentig - vooral in de tweede helft daarvan - naar voren kwamen schuiven', begint waar andere bloemlezingen ophou den. Want die bieden doorgaans een overzicht van het verleden, terwijl je hier een blik in de toekomst wordt ge gund. Nieuwe poëzie moet altijd haar posi tie op de oude bevechten. Vandaar dat Van Goghs inleiding strijdbaar klinkt. Hij verwijt de traditionele critici doof te zijn voor de eigentijdse geluiden. Ook sommige van de jonge dichters zijn zich ervan bewust dat ze een plaats moeten veroveren. Maar waar eigenlijk? De talentvolle Ingmar Heytze heeft, afgaande op het gedicht Uitzicht van de allesvrezer een erg somber beeld van de vaderlandse poëzie. Links ziet hij 'een Jurassic Park/ van diep mystieke symboliek/ en doorgeroeste hermetiek/ met cryptofiele onderla gen,/ brakke sloten koffiedik/ dat stinkt. Geen ander leven hier/ dan grachtengordel-fabeldieren/ die elkaar ten grave dragen'. Wat hij aan de rech terkant ziet, trekt hem evenmin aan: 'de slangenkuil/ van ruige shit op wre de beats:/ de firma Scheet en Donder slag,/ papaver in de longen, preekt/ van rap en poetry van niets/ met dub- belgrote muil, het gif/ uit de gespleten tongen mild/ en slap als taptemelk'. Heytze ten spijt is in het werk van sommige jonge dichters de echo van rap en hiphop sterk. Van Gogh wijst ook nog op de beïnvloeding door de snelle beeldcultuur van de film, de vi deoclip en andere moderne media. In derdaad stuit de lezer op verwijzingen naar ET en Jurassic Parkop een buz zer, op 'glasvezelvervoer en satelliet communicatie', en ander nieuwerwets decor. Er is verder meer stadsleven dan ooit in deze poëzie. Het sterkst valt evenwel de interesse voor de kosmos op. Alleen al daarom is Sprong naar de sterren - onüeend aan een gedicht van Arjan Witte - een toepasselijke titel voor de bundel. Samensteller Ruben van Gogh zelf schrijft over een ruimte schip, Heytze vergelijkt het heelal met een 'sprookjesbos', Peter Theunynck heeft het over de melkweg, en van Olaf Zwetsloot is er een Ballade voor een kosmonaut. Maar de oude dingen blijven na drukkelijk aanwezig in deze nieuwe poëzie. De liefde wordt nog altijd be zongen. De seizoenen worden als van ouds gevolgd: de herfstbladeren han gen bij Ronald Ohlsen 'als dode vogels in de boom' en bij Menno Wigman 'woedt het voorjaar'. De dichters van later zijn regelmatig in gesprek met de dichters van vroeger. Heytze ant woordt Slauerhoff, onder meer in zijn re-make v an Voorde verre prinses. De gemiddelde kwaliteit van het ge selecteerde werk ligt hoog. Gedichten als Twentieth Century Fox van Droog, het nuchtere Bij het eerste en laatste bezoek aan dichteres M. van Lernert Engelberts, de Maanbekering door Van Gogh, de aandoenlijke Oude boxer van Erik Menkveld krijgen wie weet over enige tijd een klassieke status. Hoe de toekomst van onze dichtkunst er uit zal zien, valt uiteraard ook met deze bundel hooguit in zeer grote lijnen te voorspellen. Maar dat zij een prachtige toekomst heeft, staat voor de lezer van Sprong naar de sterren min of meer vast. 'Voorbijganger' tussendoortje in merkwaardig oeuvre POEZIE RECENSIE LU HANS WARREN/GPD Leonard Nolens. Voorbijganger, 72 pag. Uitgeverij Querido. Prijs 32,50. De dood van Herman de Coninck in het voorjaar van 1997 heeft veel sporen nagelaten in de recente Vlaamse litera tuur. Bij niemand was het verdriet zo groot als bij de 52-jarige bard Leonard Nolens. Men had nauwelijks anders verwacht: hij is zo'n beetje de laatste figuur die in poëzie de grote gevoelens en de grote woorden zoekt in plaats van schuwt. Blijkbaar wordt dat door heel wat le zers op prijs gesteld: terwijl de dicht bundels waarin afstand wordt gescha pen nauwelijks aftrek vinden, moesten in betrekkelijk korte tijd al vier druk ken worden opgelegd van zijn verza melbundel Hart tegen hart. Nu ver scheen een nieuwe bundel van No- lens, die ook als schrijver van dagboe ken, naam maakte. Voorbijganger heet die nieuwe uitgave. Het opvallendste onderdeel is een reeks van liefst drie entwintig gedichten In memoriam Herman de Coninck. Inherent aan Nolens' werkwijze is dat hij niet op veilig speelt. Hij tast de grenzen af van wat nog net wel en wat niet meer kan in poëzie. Natuurlijk gaat dat nogal eens verkeerd, zijn werk wordt dan al te barok en oeverloos. Met alle respect voor het lef van de au teur: die naar aanleiding van De Co- nincks overlijden geschreven verzen klinken soms wel erg schril en gemak zuchtig. 'Je kreeg/ De volle laag, je vond/ Het holle pond', schrijft hij er gens. In een volgend gedicht stelt hij vast: 'De kennis van sterfelijkheid was ginder in Lissabon/ Je opengesneden schedel en borst, je dampende buik/ Besnuffeld en dichtgenaaid door botte doktoren en naalden.' Wie is hier ei genlijk bot, vraagt men zich na zulke regels af. Nolens heeft zich kennelijk in het hoofd gehaald dat hij tijdelijk het werk van zijn gestorven collega moest over nemen. Hij formuleert het eerst nog onhandig en onduidelijk: 'Tijd heeft je pen in mijn handen genomen.' Later is de bedoeling ondubbelzinnig: 'Ook jij hebt iemand nodig/ Om je zelfportret nog rond/ Te krijgen van die va1.1/ Morgen Morgen, altijd morgen was de reis, ik kon niet slapen. Altijd ging mijn hart tekeer in het hart van de nacht. Altijd morgen liep ik school in de wol ken, de bergen. Altijd morgen vroeg ik de weg aan de langzame grillen Van de rivier, zij had elk landschap meegemaakt. Altijd morgen was de reis. Laat het weer morgen zijn. Altijd morgen was de reis. Laat het weer altijd zijn. Ook jij hebt iemand nodig/ Om je dag boek bij te houden/ Van een dode.' Gretig neemt hij de honneurs waar. Hij put daarbij uit een bron 'die jij nu al maanden hier óp laat borrelen'. Zestig dagen en niet te vergeten zestig nach ten blijft hij thuis 'om je weg te bren gen/ /Is mijn slaap je achternage- reisd/ En hebben mijn dromen de wacht gelopen/ Bij je verstenende schaduw'. Nuchter bekeken is het een dwaze onderneming. Maar een gedicht is en blijft voor hem, zoals hij lang ge leden heeft betoogd, 'orakel en orgas me'. In zo'n geval een bezonnen oor deel geven is zoiets als met een niet passende sleutel in een slot morrelen. Desondanks kan worden vastgesteld dat Voorbijganger een tussendoortje is in dit merkwaardige oeuvre. Er staan nogal wat gedichten in het boek waar in de bevlogenheid niet waarachtig, maar gespeeld lijkt. Het hierbij afge drukte Morgen is een gunstige uitzon dering. Vaak stuit je evenwel op diep zinnig bedoelde prietpraat als 'Zij heb ben ons hart ingepikt', of: 'Zij hebben de zwarte zak/ Van hun afwezigheid strak/ Over ons heen getrokken' of 'Mijn keel is blind/ En zingt in de vroegte'. Je blijft je afvragen waarom zo'n wazige auteur zich met de heldere dichter De Coninck identificeert. De laatste was met zijn elegantie en licht voetigheid de flamingo onder de dich ters. Nolens komt met zijn plompheid en zwaarwichtigheid eerder over als de rinoceros onder de poëten. NON FICTIE INTERVIEW JAN-HENDRIK BAKKER/GPD Michael Allin. Zarafa. De geschiedenis een giraffe Uitgeverij Atlas. Prijs: 39,90. In 1826 zet een giraffe voor het eerst na de Romeinse tijd voet op Europese bodem. De Ameri kaanse schrijver Michael volgt in zijn boek Zarafa, de geschie denis van een giraffe het spoor terug, in de ruimte en de tijd, van dit sierlijke dier. Een boek wordt geboren uit een enkele poëtische flits, zo gaat het vaak. Voor Michael All in geldt dat zeker. In de New Yorker van 1827 las hij een be richt over de eerste giraffe, die in Frankrijk kwam. Het dier was helemaal uit Ethiopië naar Marseille gebracht en was van daar naar Parijs gelopen. „Toen ik dat eenmaal voor mij zag, die giraffe met zijn lange nek hoog verheven boven zijn begelei ders, door het prachtige land schap van Zuid-Frankrijk, toen wist ik dat ik er een boek over zou maken. Met dat beeld is al les begonnen: Zarafa, wande lend van Marseille naar Parijs, naar de Jardin des Plantes." Michael Allin is een Ameri kaanse scenario- en filmschrij ver. Hij maakte onder meer het script van een Bruce Lee film. In eerste instantie dacht hij er over om het verhaal van Zarafa aan te bieden als plot voor een film. Maar de uitdaging om elk detail, elk feit rond deze bizarre wandeling, die te maken had met hogere politiek en die, om gerekend naar onze begrippen, vele honderdduizenden of zelf miljoenen gekost moet hebben, werd hem te veel. Nu meldt hij vol trots: „In dit boek is geen komma gelogen. Alle feiten heb ik nagezocht." Voordat de Amerikaan zich op het verhaal wierp, wist ei genlijk niemand in Frankrijk het fijne van de geschiedenis met de giraffe. Er bestonden wat verhalen over, dat wel. De giraffe had in het Parijs van het begin van de vorige eeuw ook hevig het modebeeld beïnvloed. Dames lieten hun haar opste ken in een 'giraffe-coup' en ook de heren lieten zich inspireren door het wonderlijke beest, waar de kranten over vol ston den en dat in de Jardin des Plantes te bezichtigen was. Na haar dood kwam Frankrijks eer ste giraffe terecht in een soort rariteitenkabinet in La Rochelle. Zoveel was wel bekend. Maar meer niet. Allin: „Het eerste wat is gedaan heb, is naar La Rochelle gaan. Daar heb ik oog in oog gestaan met dat prachtige dier. Geen giraffe is gelijk, elk is weer anders gete kend, maar deze had wel een hele sprekende en ongelooflijk lieve kop. Ik was volkómen ver kocht." Tien jaar werkte Allin aan de research van de geschiedenis die hij zo graag wilde schrijven, voordat hij zich daadwerkelijk aan het boek kon zetten. Eerst verbleef hij lange tijd in Zuid- Soedan om iets te weten te ko men over de oorsprong van Za rafa. „Als ik vertelde waar ik voor kwam, wantrouwde ieder een me. Je zag de mensen kij ken. Er was eigenlijk niemand die mij geloofde. Giraffen? Die zijn hier helemaal niet! In heel Soedan zijn geen exotische, wil de beesten meer. De jacht heeft aan hun bestaan daar een eind gemaakt. Dus die mensen dachten dat ik een spion was. Later heb ik ze wel uit kunnen leggen dat het om een giraffe van lang geleden ging." Zachtmoedig 'Zarafa' is het woord waarmee de Arabieren de giraffe aandui den. Ons 'giraffe' is daar een fo netische afleiding van. 'Zarafa' betekent 'zachtmoedig' en 'lief lijk'. In onze contreien werd het dier, dat natuurlijk nauwelijks bekend was, 'camelopard' ge noemd. De wetenschappelijke benaming 'Giraffa camelopar- dalis' is eigenlijk een pleonas me, weet Allin. „De Franse na tuurvorser Pierre Belon heeft de dieren voor het eerst gezien in Cairo, in 1546. Hij noemt ze dan 'zarafa', omdat hij ze zo ongelooflijk zachtaardig vindt. Het woord is via de Moren en de Spanjaarden naar Europa gekomen. Maar in de Romeinse tijd zijn er ook al vele giraffen naai- Rome gehaald. De Ro meinse geschiedschrijver Dion Cassius heeft het over de 'ca melopard'. Honderden zijn er toen verscheept, allemaal om voor de sport gedood te worden tijdens spelen in circus Maxi- mus of het Colosseum. Wij hebben het nu wel eens over ecologische misdaden, maar toen konden ze er ook wat van! Ondanks het feit dat een giraffe het zachtmoedigste dier ter wereld is, is het ook het wildste. En het sterkste. Het dier kent geen natuurlijke vijan den. Het kan een volwassen leeuw met een trap van zijn po ten, die als mokers zijn, doden. Giraffen zijn ook niet te tem men. In gevangenschap gaan zij dood van verdriet of zij ver minken zichzelf zodanig, dat zij het niet overleven. Wie een giraffe wil hebben, moet het beest als het nog heel jong is vangen en dan zelf groot gen. Dat betekent dat de der gedood moet worden die staat niet toe dat haa jong wordt afgenomen, als zo'n giraffejong ee opgegroeid is met men het vreselijk lief en trout vond ik ook zo ontroerer het verhaal over Zarafa. H beest zich eerst drieduize lometer over de Nijl heef verschepen. Toen de M landse Zee over, van Alex naar Marseille, waarbij hele reis midscheeps hei staan, in het ruim met dek een gat waardoor hat ge nek stat. Drie weker heeft zij zo gestaan. Kun je voorstellen?" Michael Allin is nog hevig verliefd op zijn werp. Hij moet een rotsva trouwen hebben gehad d zou lukken. Zo is hij acht onderwerp aan blijven „Van de Fransen heb ik maar medewerking geha moeten aangevoeld hebbi ik een bijzonder verhaal u geschiedenis naar bover beerde te halen." Historische achtergro Het verhaal van Zarafa zich af tegen de contoure het vroege negentiende-& kolonialisme. Allin put zi in korte, treffende besch gen van de historische a grond. Het idee om de cadeau te doen aan de I koning Karei X kwam v consul-generaal van E Bemandino Drovetti. Hij seerde direct aan Meheiw de onderkoning van E Deze stond op het pun oorlog tegen de Grieken ginnen en moest de Fran ning te vriend zien te houi Allin beschrijft in kort I de historische lijnen, van Egypte van de farao's tc Mehemed Ali. Daarbij k de Napoleontische vero' van Egypte, de slag tegi Mammelukken en de op! van de egyptologie nati uitvoerig aan de orde. Zo rafa behalve een mooi vi over een exotisch dier o geschiedenis van het t Oosten in een notendop g den. Michael Allin moet 1 lemaal voor zich gezien ben, toen hij in La Rochel onderwerp in spe opzocl haar kop iets schuin, zoda enorme zwarte ogen je vo lijken aan te kijken als je d op klimt. Een bordje duid eenvoudig aan als 'giraf Sennar'." Allin heeft haar met zijn een naam gegeven: 'Zaral zachtmoedige. WIM VOGEL Russell Artus. Onpersoonlijkheid 470 blz. Uitgeverij Meulenhoff. Prijs 39,90. Een van zijn afwijkingen is de volgende. Een boek mag geen einde hebben, dus scheurt Joris Roozen de laatste katernen er uit. Alles moet doorgaan, geen ontknopingen, motieven en pointes doen niet ter zake, het waarom blijft onbeantwoord. Iets dergelijks heeft zijn beden ker, Russell Artus (1969), ook uitgehaald met zijn tweede, ambitieuze roman Onpersoon lijkheid waarin deze Joris Roozen, een twintigjarige me- ao-leerling, centraal staat. De lezer, in elk geval deze, blijft verward, onthutst en geschokt, met nogal wat vragen zitten. Dat het goede niet beloond wordt, het kwaad niet gestraft, ach, de bewijzen daarvoor drin gen zich dagelijks aan je op. Maar iemand die weloverwo gen anderen tot zelfmoord drijft, die zijn ego opblaast tot een hoogstindividuele religie waarvoor alles en iedereen dient te wijken, zo'n triomfe rend maar zeer antipathiek ro manpersonage zou je met ple zier zelf iets willen aandoen. Onpersoonlijkheid is in vele opzichten een mislukt boek. Middelbare scholieren worden begiftigd met een taalgebruik, woordkeus, zinsbouw en ab stractievermogen die ongekend zijn in ons land. Ouders zijn machteloze wezens, niet in staat hun kinderen te helpen, laat staan te begrijpen of te cor rigeren. Sekteleiders kunnen ja renlang jongeren zo gek krijgen dat honderden de hand aan zichzelf slaan, zonder dat ook maar iemand in onze samenle ving daar weet van heeft en alarm slaat. Een roman die na drukkelijk een spiegel van de werkelijkheid wil zijn, wint door dit soort ongerijmdheden niet aan geloofwaardigheid. Zoek tochten naar het hoe en het waarom van zelfmoorden lopen onbevredigend af, worden in ieder geval nauwelijks afge rond. Daar komt bij dat de ro man pretentieus wordt opge tuigd met een opdracht, een dankbetuiging, met zeven mot to's en een verantwoording en door herhalingen en uitweidin gen ook nog eens te dik is. Maar het is ook een schok kende en cynische analyse van onze eeuw waarin we kicken op de rotzooi in de wereld, die ons dan ook dag in, dag uit wordt voorgeschoteld. De vragen die Artus stelt, zijn vragen over on ze moraal. Zijn roman kan ik niet anders lezen dan als een moderne variant van de mid deleeuwse moraliteit. Het on heil, de ellende en de misère die de mensen elkaar aandoen, het is allemaal hetzelfde, met dit verschil dat de God van de middeleeuwen definitief afwe zig is zodat de mens het alle maal zelf uitzoekt. Slechts een enkeling weet daarbij zichzelf te overstijgen door de ander te be handelen als zichzelf. Het tragi sche, ook in deze roman, is dat juist die enkeling het zelden bolwerkt. Joris Roozen heeft een inces tueuze verhouding met Maud, zijn zusje die niet weet dat ze een jaar voor Joris' geboorte geadopteerd is. Joris chan teert zijn ouders. Belazert, onteert, vernedert Maud. Zet haar aan tot zelfmoord. Doet alsof hij verliefd is op een ander meisje, de zestienjari ge, idealistische en vitalisti sche Liedewij. Ook met haar speelt Joris hetzelfde perfide spel. Hij liegt, be driegt, maakt gebruik van, vermorzelt illusies, ver trapt idealen, drijft ook haar tot zelfmoord en dat alles tot meerdere eer en glorie van zichzelf, van zijn eigen morbide idee enwereld. Zijn eigen ex treme ik op de troon, klaar om zijn opvattingen en ideeën uit te laten groeien tot de sport van de eenentwintigste eeuw. De bijna vijfhonderd pagina's van deze morbide roman over de buitenissigheden van een door geen enkele instantie ge controleerde menselijke wil, heb ik met stijgende bewonde- ris en zijn sekte naar. ring en groeiende huiver gele- Naar doen wat je niet wilt, en schrijft Russell Artus o zen. niet doen wat je wilt. Hoe klein Onpersoonlijkheid, daar stre- lijkt de kloof tussen het goede en het kwade. Hoe die kan worden ideologie niet geki wordt aan een mora

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 24