'Middelgrote brouwer moet inventief zijn' 'Aan zweverige idealisten heb je weinig' Voorzichtigheid geboden met beleggen in aandelen Economie Werknemer verwenne zodat-ie niet weggaat MAANDAG 1 NOVEMBER 1999 Champagne, Antillenreis, massage r Dagelijks een koeler met cham pagne op het bureau, een mountainbike met kerst, een cursus op de Antillen. Of kun nen kiezen voor kinderopvang of extra vrije dagen. Er is bedrij ven veel aan gelegen om de werknemer te verwennen. Want het is niet alleen moeilijk om personeel te krijgen, het is ook lastig om het te houden. De hoogte van het loon speelt daarbij nauwelijks een rol vol gens M. Sauer, deskundige bij de beroepsvereniging voor per- Voor secundaire arbeidsvoor waarden - allesbehalve het loon - geldt eigenlijk precies hetzelf de. Onderzoek toont aan, dat ze geen reden vormen om voor een bepaalde firma te kiezen. ,,Maar zijn ze slecht, dan is het personeel gauw weg." Daarbij is het voor een onder neming lastig, dat de werkne mer inmiddels een aantal din gen heel vanzelfsprekend vindt. Een beetje automatiseerder heeft immers een optieregeling? En iemand op middenkader-ni veau is beledigd als hij het zon der lease-auto moet stellen. En de dertiende maand, kerstgrati ficatie of winstdelingsregeling wordt ook al niet meer gezien als een extraatje. Je kunt nog zeggen dat gratis koffie of thee noodzakelijk is om goed te kunnen werken. Dat een congres nodig is om bij te blijven. Dat de computer op de zolderkamer (gefinancierd via een pc-privé-project) han dig is om thuis iets af te ronden. Dat een survivalweekend goed is voor de teamspirit. Dat een vijfweekse trektocht door Tibet nodig is om te voorkomen dat een manager opgebrand raakt. Maar het noodfonds voor de beugel van dochterlief, het hor loge bij een jubileum, de goed kopere collectieve verzekerin gen, de bijdrage aan het spaar loon, het mega-feest en de mo gelijkheid om geld te lenen zijn niet direct aan het dagelijks werk gekoppeld. Vaak zijn medewerkers zich er niet van bewust dat ze iets krij gen wat geld kost. CMG, leve rancier van software voor sala risadministratie, signaleert dat ondernemingen hun personeel steeds vaker een overzichtje ge ven van alle 'cadeautjes'. De leeftijd van het personeel is van invloed op het soort secundaire arbeidsvoorwaarde. Veel jon kies in een bedrijf vergt een an der pakket. Een voorbeeld. Het Australi sche bedrijf One.tel in Amster dam is een belfabriek. Niec paald een ideale werkom^ t voor de generatie van 'je 1 c jong en je wilt wat'. Daarc r trekt de onderneming van g uit de kast om personeels c aan zich te binden. Ze pre een fun environment te si c pen. Het grachtenpand is richt volgens de principes 1 de trendy Chinese binneqJ architectuur Feng Shui; 01 z staan aquaria; de muren zz geel, groen en roze geschi 2 Geregeld staat een koeler c champagne voor de dorst bellers klaar. De company r ziet de medewerkers dage|s van vers fruit. Om de and* week is er voor de telefooi krachten een massage var drijfswege. En de persone r den mogen de president-*) teur bij haar voornaam, Jov noemen. er uit. „Bij hen moet je nie aankomen met aangekledjj pensioenregelingen. Ze ml r zich geen zorgen over hur, dag. En wie er bij stilstaat, denkt later wel iets te regel j met een koopsompolisje. i s Voor wat ouder personeel r een onderneming op and^ gelingen uit die meer pass r de levensfase: tweeverdien c met jonge kinderen. De pt omstandigheden van persj spelen een steeds belangd rol bij (werven en) vasthoi! i ervan, signaleert Sauer. ,,E bedrijf dat meebetaalt aan f deropvang kan doorgaans meer sympathie rekenen." Maar ook belangrijk is, dai soneelsleden het gevoel hl j dat ze zelf kunnen kiezen. alleen voor de inhoud, del c en de werkplek, maar ook15 de voorzieningen eromhei f De Utrechtse automatisee) Cap Gemini is daar heel rij t reus in. Het softwarehuis I een zogeheten cafetaria-sf teem, zodat werknemers i eigen pakket van secundaj beidsvoorwaarden kunne) menstellen. Ze kunnen kiezen of ze m| vrije dagen willen of eerde de vut gaan, of ze een dik! lease-auto willen rijden oj een hoger pensioen genie Het bedrijf gelooft niet in I mene regelingen. Immers; i geen relatie heeft, hoeft ge nabestaandenpensioen. E;_ kinderloze heeft immers n aan een bedrijfsplaats in ei crèche en gelooft ook bep| niet altijd in solidariteit ml mensen die wel een of me kinderen hebben. Bavaria-baas kreeg boze brief RVD over reclame met beeltenis Kok Baveria-topman P. Swinkels schonk zichzelf glimla chend een pilsje in, toen hij de boze brief onder ogen kreeg. Hij was van plaatsvervangend hoofddirecteur G. van der Wulp van de Rijksvoorlichtingsdienst. Of hij de beelden van premier Kok, die Swinkels voor zijn bierreclame gebruikte onmiddellijk kon stopzetten? Bavaria kreeg waar het bierconcern op uit was; aan dacht. LIESHOUT MIKE BELINFANTE JEROEN KOSTENSE Topman Swinkels praat graag over de familiebrouwerij, over reclame, ano nimiteit en de menselijke maat. „Na tuurlijk was het niet zo chic van ons om premier Kok commercieel te ge bruiken. We hebben de spot dan ook meteen stopgezet." Om dan grijnzend te vervolgen met: „JJavaria probeert met de reclames altijd een speciaal gevoel over te brengen. We moeten als middelgrote brouwerij wel inventief zijn om met de grote jongens mee te kunnen blij ven gaan. Dat hebben we met de spraakmakende spotjes van Lee van Cleeve gedaan. Met Joan Collins en Jeroen Krabbé, met Don Johnson, met Marco van Basten en nu ook weer met Wim Kok." Het was de bedoeling dat Bavaria, zo vlak voor Prinsjesdag, in het middel punt van de aandacht zou staan. En dat is goed gelukt. Peter Swinkels ver telt zijn verhaal gezeten aan de im mens grote directietafel in zijn Lies- houtse kantoor, waar hij dagelijks sa men met zijn zeventien familieleden de toekomststrategie van het bedrijf uitstippelt. Petrus Johannes Jozef Maria Swinkels (54) oogt als een zakenman. Hij ziet er goed gesoigneerd uit. Swinkels rijdt, zoals het behoort met mannen van zijn kaliber, in een enorme, be veiligde, limousine mét televisie. Het is maar uiterlijk vertoon. Binnen bor relt bij Swinkels nog steeds het stu- dentenbloed, dat af en toe het kook punt nadert. Swinkels studeerde keurig economie in Rotterdam, maar was in de jaren zestig ook betrokken bij tal van stu dentenprotesten en zelfs bij de bezet ting van het Maagdenhuis. „Ik ben ie mand die opkomt voor zijn mening", zegt hij. „Dat was vroeger zo en dat geldt nog steeds." Hij vecht niet alleen voor zijn bedrijf. Swinkels maakt zich ook druk om za ken die niets met bier te maken heb- ben. Van seminars, congressen en luxe zakenreizen moet hij niets heb ben. Hij is er dan ook niet de man naar om vanuit een ivoren toren te regeren en kent de meeste van de achthonderd werknemers van gezicht en velen van naam. Overal heeft hij een mening over; de plaatselijke muziekvereniging, de op voeding van de hedendaagse jeugd maar ook over het alcoholprobleem in Nederland. Swinkels vindt dat de boel afglijdt in Nederland. „Het gaat er om dat we langzaam maar zeker steeds minder aandacht hebben voor de normen en waarden. Dat komt door ons kabinet geen oog meer heeft voor de menselijke maat. Alles moet groter en sneller. Er is minder tijd voor de mensen om wie het gaat. Als je leerfabrieken formeert, ge meenten bundelt en bedrijven fu seert, werkt dat de anonimiteit in de hand." Volgens Swinkels kennen scholieren, mensen in steden of dorpen of arbei ders op de werkvloer elkaar niet meer. „Men wordt onverschilliger. Met alle gevolgen van dien. Het kabi net heeft nu de mond vol over het verhogen van de kwaliteit van het le ven. Ik ben benieuwd of er ook aan dacht is voor de mensen." Peter Swinkels, in een zakenblad met een fortuin van één miljard genoemd als een van de rijkste mensen van Ne derland, heeft daar wel aandacht voor. Hij is voorzitter van de plaatse lijke harmonie, zit in het bestuur van een school. „Ik ben geen man van veel poespas en zit het liefst met vrouw en kinderen en wat vrienden in de tuin." Het verhaal over zijn vermogen is volgens hem 'klinkklare onzin'. Swin kels: „We hebben een familiebedrijf dat door de jaren heen een bepaalde waarde vertegenwoordigt. Het geld zit in de fabriek. In staal en stenen. Toen dat verhaal over dat miljard in de wereld kwam, durfde ik bij wijze van spreken niet eens meer het dorp in. Wat zouden al die mensen niet van me denken?" Swinkels doet juist zijn best om met de beide benen op de grond te staan. Hij voedt zijn kroost dan ook niet als rijkeluis kinderen op, maar zorgt dat ze midden in het leven staan. „Denk je nu werkelijk dat toen mijn oudste zoon 18 werd, hij meteen een sport auto kreeg? Ik zei: Peer, je moet er zelf voor werken. Hij kocht een zes dehands Fordje, die hij de dag daarna als een bezetene stond te poetsen. Nu hij zijn kar zelf had verdiend kreeg die auto ineens extrawaarde." Een productielijn van Bavaria in Liehout. Bij de Noord-Brabantse brouwgigant worden ook de huismerken van Dirk van der Broek, Spar en Super gemaakt. foto gpd peter magnee Groenfondspionier Triodos Bank gelooft in 'vergroeningeconomie ZEIST FOKKO BOSKER Nog voor de invoering van de fiscale regeling die het groen beleggen en sparen een zetje in de rug gaf, had de Triodos Bank in Zeist het groene geld al ont dekt. Directeur P. Blom stond aan de wieg van het duurzaam bankieren. „Wij zijn de pio niers. De huidige populariteit van de fiscale groenregeling is een erkenning van onze bezig heden vanaf 1980 op dat ter rein." Het zijn lang niet alleen meer ijle hemelbestormers die hun geld steken in windenergiepro jecten, biologisch-dynamisch boeren of duurzaam bouwen. Het groene bankieren heeft een grote vlucht genomen. De fisca le regeling die sinds januari 1995 een volledige vrijstelling biedt over de rente en dividen den die groene financiële in stellingen uitkeren, bleek een gouden vondst. Blom: „Andere banken zijn snel op de grote mogelijkheden ingesprongen. Met succes". De Triodos Bank heeft niet de indruk overtroefd te worden door de nieuwkomers. „De grootbanken bereiken een markt die wij niet kunnen be spelen. Zij hebben plaatselijke kantoren waar ze hun eigen groenfonds kunnen presente ren." Als de interesse eenmaal is gewekt, gaat de belegger in spe zich alvragen waar zijn geld het beste rendeert. „Dat wij al zo lang bezig zijn, wekt vertrou wen", meent Blom. „Het heeft ons geen windeieren gelegd." Het groenfonds van de bank in Zeist bevat 150 miljoen gulden. Blom rekent op een groei tot zo'n 200 miljoen voor het eind van het jaar. Bij het Friesland Groen Fund is de teller op 15 miljoen blijven steken. Afgezet tegen de omvang van Postbank Groen (1,2 miljard), lijkt Trio dos een onderdeurtje. Volgens Blom gaat die vergelijking mank. In verhouding speelt het duurzaam bankieren bij zijn bank een zwaardere rol dan bij de grote broers. Bij de Triodos Bank ligt het ac cent op de beleggingen in bio logische landbouwproducten (51 procent) en windenergie (38 procent). De Postbank en ING zitten veel meer in grote stads- verwarmings- en waterzuive ringsprojecten. Met een rende ment van drie procent boert 'Zeist' buitengewoon goed. Blom: „Door het fiscale voor deel verdubbelt de opbrengst. Het is ook nog eens een flink zekere beleggingsvorm. Verge lijkbaar met obligaties". De banken beschouwen de fi nanciering van groene projec ten als een groeimarkt. De ban kiers rekenen op een jaarlijkse stijging van een miljard gulden. Geen van hen zou de koe met de gouden hoorns willen slach ten. Blom gaat er dan ook van uit dat de fiscale regeling voor lopig nog jaren van kracht blijft. „We lopen daarmee in Europa voorop. Het behoud is een ge zamenlijk belang." De groenfi- nanciering geeft een sterke im puls aan de duurzame produc tie. „Die vergroening van de economie is een absolute noodzaak. Het komt nu aardig op gang." Het genoten belastingvoordeel kost de staat geld. Maar Blom onderstreept dat al die groene projecten ook werk opleveren. „Beginnende ondernemers spelen creatief in op de rege ling. Daardoor verandert het economisch denken." Groen zakendoen wordt een factor van belang. Doordat het tal projecten groeit, hoeven ban ken niet langer ondernemers voor eikaars neus weg te kapen. Bij de Triodos Bank overstijgt het aantal aanvragen voor groen geld inmiddels zelfs de fi nanciële draagkracht. „We zijn alweer op zoek naar nieuwe be- leggers." Blom weet op wie hij aast. „De groene belegger is goed opge leid en van middelbare leeftijd. De sekse doet er amper toe. Al vanaf de studententijd speelt het milieu en de zorg voor de omgeving bij deze groep een rol." Een goede baan met een mooi inkomen waarvan prettig wordt geleefd, completeert de profielschets. De combinatie van een gewetensvolle beleg ging die toch een leuk zakcentje oplevert, maakt het groenfonds populair bij dit type geldschie ters. De Triodos Bank bewijst vol gens Blom dat idealen en ge zond zakendoen goed samen gaan. „We krijgen geen cent subsidie en toch groeien we als kool. Aan zweverige idealisten heb je net zo weinig als aan mensen die alleen maar beze ten zijn van geld. Een goede boer verdient in de biologische landbouw een prachtig inko men. Verder heeft windenergie zich bewezen en breken wind energie en zonnecellen door." Een recent aangelegd windmolenpark bij de Ketelbrug bij Dronten. De Triodos Bank is vaak betrokken^ projecten voor windenergie. foto anp hans steb DEN BOSCH COR WYTVLIET NIEUWSANALYSE Het gaat goed met Nederland. Na meer dan vijf tien jaar hard werken, reorganiseren en herstruc tureren om het door velen bekritiseerde beleid uit de jaren zeventig ongedaan te maken, lijkt Neder land definitief uit het dal gekropen. Hoe goed het gaat laat zich misschien het best illu streren aan de ontwikkeling van het Bruto Binnen land Product (BBP) per hoofd van de bevolking. Vanaf het einde van de jaren zeventig was Neder land op de ladder van rijke landen steeds lager ko men te staan. Aan het begin van de jaren negentig lag dat be steedbaar inkomen nog steeds royaal onder het Eu ropees gemiddelde. Met het einde van de eeuw in zicht is Nederland terug aan de top van de ladder en gelet op de hoge consumptie genieten we er met volle teugen van. Nederland is eenter een klein land met heel veel buitenland en dat maakt onze wel vaart erg gevoelig voor invloeden van buiten af. Naar het zich nu laat aanzien, is er weinig gevaar te duchten uit het buitenland. De belangrijkste econo mische macht, de Verenigde staten, zullen in 2000 economisch gezien een zachte landing maken. De groei komt daar naar verwachting uit op ongeveer 2,25 procent. Dat is een percentage waarmee de be leggende wereld redelijk tevreden zal zijn. Van over verhitting is dan geen sprake meer eri dus kan de rente weer omlaag. Anderzijds, hoe vaak is al niet voorspeld, dat de economie van de Verenigde Sta ten gaat afkoelen? De vooruitzichten voor Japan zijn aanmerkelijk minder gunstig. Weliswaar komt de groei op gang, maar die leunt nog steeds teveel op stimulering door de overheid. De burger trekt voorlopig te wei nig de portemonnee om de economie autonoom meer vaart te geven. Van de Nederlandse exporten gaat zestig tot zeven tig procent naar de rest van Europa en dus is de economische ontwikkeling van het oude continent van vitaal belang. Die lijkt nu in orde. Voor dit jaar ligt een groei van 1,75 procent in het verschiet en voor volgend jaar moet dat 2,5 procent worden. Het enige land dat voorlopig roet in het eten kan gooien is Duitsland. Het beleid van voorman Schro der heeft immers iets weg van een Echternachtpro- cessie; twee stappen vooruit en een achteruit. In deze redelijk gunstige omgeving gedijt de Neder landse economie goed. Voor dit jaar bedraagt de verwachte economische groei 2,75 procent Dat is ietsjes minder dan de oorspronkelijke drie procent, maar aanmerkelijk beter dan de twee procent waai' we mee moesten rekenen aan het begin van 1999. Gelet op de razendsnelle verbetering van zowel het consumenten- als producentenvertrouwen kan de groei in 1999 misschien nog wel hoger uitkomen. In 2000 vlakt de groei volgens het Centraal Planbureau (CPB) nog verder af naar 2,5 procent. Dat gebeurt onder invloed van toenemende concurrentie, in zakkende investeringen en een zekere consumptie vermoeidheid. Dat laatste lijkt echter niet zo waarschijnlijk, omdat de burger en vooral de minder vermogende burger met ingang van 1 januari 2000 een lastenverlichting tegemoet mag zien van in totaal 1 miljard gulden. Het is niet onwaarschijnlijk dat het vrijkomend geld gewoon wordt uitgegeven. Op deze manier komen we vanzelfbij een zwakke plek in de miljoenennota. Voor 1999 verwacht het CPB een inflatieniveau van twee procent, precies in lijn met de richtlijnen van Maastricht. In 2000 moet de inflatie uitkomen op 1,75 procent. Die daling in 2000 zou te danken zijn aan net doorstrepen van de omroepbijdrage. Daar staat echter tegenover dat de inflatie met 2,6 procent op dit moment de hoogste in EMU-land is en, zoals we al meerdere malen betoogd hebben, Nederland heeft niet langer de zelfstandige be voegdheid om de rente te verhogen. Voeg daarbij de lastenverlichting die consumptief besteed gaat worden en de verhoging van de BTW in 2000 met 1,5 procent naar negentien procent en men kan al leen maar hopen dat de berekening van het CPB correct is. Eri dan praten we nog maar niet over de belasting verlichting ter waarde van 5 miljard gulden die vrij valt in 2001 als gevolg van de invoering van het nieuwe fiscale stelsel. Natuurlijk zal dit bedrag niet ten volle opgesoupeerd worden en wellicht trekt de beurs ook profijt van het vrijkomend bedrag. Don de afvlakkende groei, toenemende concurrentie maar ook door de geleidelijk stijgende loonkoste gaat het in 2000 minder met de winstgevendheic! van het Nederlands bedrijfsleven. Een groei van de winstgevendheid met tien proc, lijkt realistisch. Dat vertaalt zich in een daling va,, rendement op eigen vermogen van 10,8 procent 1998 naar 9,25 procent in 1999. Naar onze menir zal het internationaal werkend bedrijfsleven ont, snappen aan deze trend. Zij werken immers we-J reldwijd en kunnen hun winstgroei door acquis! sturen. Een gemiddelde stijging van de winstgevendheid van ongeveer vijftien procent is niet uitgesloten. Daar staat tegenover dat met een gemiddelde koers/winst verhouding van 22 en een stijging vf de lange rente met ongeveer 25 procent aandeler nu relatief duur zijn. Voorzichtigheid in belegger lijkt dus geboden. r Cor Wytvliet is beursanalist bij F. van Lanschot 2r kiers. „c

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 6