Zuchten onder stempels en etiketten
\T
ZATERDAG 30 OKTOBER 1999
Twintig jaar geleden speelde ze de dochter, nu
vertolkt Trudy Labijde moederrol in 'Er volteen
traan op de tompoes', de sterkste komedie van
Annie M.G. Schmidt. Topcomédienne wordt ze
genoemd, maar dat soort etikettenplakkerij
bevalt haar niet. De actrice spreekt zich uit over
hokjesgeest, premières (je doet rijexamen, elke
keer weer'), het leven op golven en de weinige
zekerheden in het leven. „Ik ben vaak bezig om
de lach tegen te houden.
M t M eet je waarom ik zo'n
ml hekel heb aan inter-
W W views? Je vertelt iets aan
iemand wat je op dat moment wilt uitdragen
als boodschap of waar je op dat ogenblik
hinder van hebt. Dan ben je drie jaar verder
en is dat onderwerp totaal onbelangrijk ge
worden in je leven. Ben je het misschien ver
geten. Dan komt er iemand je met die oude
uitspraken confronteren. En als je iemand
hoort praten, gaat dat meestal gepaard met
'Ja, misschien' of 'Ik weet het niet', 'Ik heb
geen idee', 'Volgens mij'. Maar in interviews
wordt dat weggelaten, dan staat het er zo ex
pliciet. Mijn karakter is dan weg, ik zeg dan
dingen die soms veel harder overkomen dan
dat ik van binnen heb willen zeggen."
Het statement van Trudy Labij laat niets
aan duidelijkheid te wensen over. De actrice
is ook maar een vat vol twijfels. Een tikkeltje
argwanend en afhoudend reageert ze dan
ook op vragen. Denkt lang na voor ze ant
woordt. Aangesneden kwesties die 'te dicht
bij' komen, pareert ze met een besliste glim
lach. „Dat zeg ik lekker niet. Dat is mijn le
ven. Volgende vraag." Ze vertelt over eerdere
ervaringen met vraaggesprekken. Zo beëin
digde ze ooit abrupt het gesprek met een
journaliste van een damesblad die maar
bleef emmeren over leeftijd en schoonheid.
Lichtelijk traumatisch was haar ontmoeting
met een 'quasi-linksige' verslaggever die
haar met vervelende insinuaties bleef besto
ken.
Aan de koffie in het chique Hotel Des In-
des. De actrice komt hier graag. „Prachtig
gebouw. Een heerlijke plek als je gewoon
even met iemand relaxed wil zitten. Ze heb
ben er ook van die heerlijke zelfgemaakte ge
bakjes." Op enkele steenworpen afstand van
het Haagse etablissement ligt een andere
plek waar ze met liefde over praat: de Ko
ninklijke Schouwburg. Ze heeft al een kijkje
genomen in het gerenoveerde theater. „Het
is zo mooi geworden! Het is helemaal uitge
broken, er is een nieuw trappenhuis in geko
men. Een belevenis om te zien. Het is een
beetje mijn theater, ben er ook begonnen, bij
de Haagsche Comedie." Ze wijst op de zoete
versnapering bij de koffie. „Eet je dat dinge
tje niet?"
Hernieuwing
Evenals in vele andere theaters in het land,
staat ze ook in de herbouwde 'Koninklijke'
dit seizoen met 'Er valt een traan op de
tompoes'. Voor Trudy Labij is het een her
nieuwde kennismaking met de komedie van
Annie M.G. Schmidt. Twintig jaar geleden
speeldè ze de dochter, dit keer neemt ze de
rol van moeder op zich. Nu ze het stuk aan
het instuderen is, dringen flarden uit 1979
zich aan haar op. „Nel Koppen, die speelde
toen de moeder, die zie ik weer voor me in
haar blauwe jurk. Van de dochter herinner ik
nu meer en meer de tekst." De actrice be
stempelt zich als iemand 'die heel erg het
verleden vergeet'. „Er blijven maar enkele
dingen hangen. Sommige zaken zijn al zo
lang geleden gebeurd, al verdrongen door
andere in je leven. Het ene herinner je je met
meer plezier omdat het meer succes oplever
de dan het andere."
Ze verheugt zich op deze komedie van An
nie M.G. Schmidt, met 'Foxtrot' een van haar
favorieten van de in mei 1995 overleden
schrijfster. „Wat er zo mooi aan is: het is een
komedie, maar gaat tegelijkertijd over een
man die ziek is, die er geen zin meer in heeft.
Die man heeft vroeger een vriendin gehad en
dat altijd tegenover zijn vrouw verzwegen.
En die vriendin komt natuurlijk nu weer op
de proppen. Dat stuk verraad dat er in zit,
dat zie ik nu heel erg."
De actrice had een bijzondere band met
de schrijfster. „Ik heb Annie M.G. Schmidt
vaak ontmoet. Om het voorzichtig uit te
drukken: ze was een beetje een fan van me.
Trudy Labij (midden) en (v.l.n.r.) Robin Rienstra, Margot Dames, Jules Hamel en Peggy-Jane Schepper met wie zij optreedt in de komedie 'Er valt een traan op de Tompoes'.
Ze vond het wel leuk wat ik deed, geloof ik.
De manier waarop ik met haar teksten om
ging, dat beviel haar. Een beetje cynisch.
Tussen neus en lippen van die scherpe din
getjes zeggen."
Ook al gaat het om een bekend stuk, ze be
reidt zich net zo nauwgezet voor als op nieu
we rollen. En dat betekent thuis leren, leren,
leren. „Dan zit het script al goeddeels in
mijn hoofd als ik op de repetitie kom. Dan
heb ik mijn boek niet nodig, want dat om
slaan en kijken waar je bent, is heel lastig.
Een regisseur zei ooit tegen mij: 'Hoe meer je
meeneemt, des te verder je bent'. Als ik de
tekst al ken, voel ik me ontspannen en hoe
vrijer ik me voel, des te creatiever ik ben.
Dan kan je ook eens zeggen: 'Mag ik het eens
zó proberen?"
Met acteren ga je om, zoals een beeldend
kunstenaar ook zijn werk benadert, vindt ze.
„Jullie kijken tegen de buitenkant aan, maar
die is onbelangrijk. Van binnen moet alles
ontstaan. Net zoals een schilder die weken
lang bezig is met een doek, die gaat ook door
zo'n proces. En neem bijvoorbeeld Jan Wol
kers, die ik fantastisch vind. Als je hem hoort
praten en doen over, ik noem maar wat, een
meeuw. Die man neemt zoveel tot zich. Hij
gaat er helemaal door heen, het zit allemaal
van binnen. Dat verwerkt hij dan in een boek
en wij kijken daar tegenaan. Je kunt er in
meegaan als je het mooi vindt, en zo gaat het
met toneel ook, denk ik."
Het spijt haar geenszins dat tegenwoordig
de dochtersrollen aan haar voorbijgaan. „Die
tijd hebben we gehad", zegt de actrice van
'ergens boven de vijftig'. „Als je je te veel van
je leeftijd bewust bent, word je daar zo moe
van. Ik denk er nooit aan. Je moet blijven le
ven en actief zijn." Dat ze desondanks geen
fotograaf bij dit interview wil, maar zelf voor
een foto zorgt, vindt ze haar goed recht.
„Vaak gaat het van knip, snap, boem, klap.
Mijn vakantiekiekjes zijn soms leuker. Ik heb
zo vaak zo lelijk op de foto gestaan, daar heb
ik gewoon geen zin meer in. Waarom zou je
raarder overkomen dan je bent, het is toch
leuk als mensen een soort illusie van je hou
den?"
Etiketten
Vorig seizoen was ze een ambitieuze carriè
revrouw in het blijspel 'Ja, ja, de liefde' van
Alan Ayckbourn, nu dus opnieuw in een ko
medie, haar zoveelste. Het hoeft weinig ver
bazing te wekken dat in dit land van hokjes
op Trudy Labij steevast het etiket van pure
blijspelactrice plakt. Haar eigen impresariaat
noemt haar een topcomédienne. De actrice
zucht. „Die stempels die je voortdurend
krijgt opgeplakt, dat vind ik dus een van de
ergste dingen van het vak. Ko van Dijk speel
de ook komedie, maar dat stond vroeger ge
woon voor toneelspelen. Later kreeg het pas
een andere betekenis. Ik heb vroeger in mu
sicals gestaan. Toen was Trudy Labij de mu
sicalactrice. Vervolgens werd ik door toneel
groep De Appel gevraagd en stonden er grote
koppen in de krant: 'Trudy Labij verlaat de
musical'. Ik geloof dat ik er maar drie gedaan
heb.
Je kunt met teksten zo omgaan dat je op
de lach speelt. Ik probeer altijd om niet op
één lijn te blijven, tracht ook de zielige mo
menten eruit te tillen. Anders wordt het on
interessant. Niet alleen voor mijzelf, maar
ook voor het publiek. In komedies zitten veel
meer dingen dan alleen die grappen. Als je
het niet serieus neemt, wordt een komedie
niet leuk. Een 'lach' in een tekst moet je ei
genlijk zo nonchalant mogelijk behandelen.
Ik ben vaak bezig om het tegen te houden."
Als ze dan toch in een hokje moet worden
geduwd, dan zou er 'van alle (toneel)mark-
ten thuis' boven moeten staan. „Ik heb bij
het RO Theater Kniertje gespeeld in 'Op
Hoop' van Heijermans. Een fantastisch stuk,
maar helaas werd het maar voor korte tijd
geprogrammeerd. Ik heb 'Kleist' gedaan,
werd ervoor genomineerd, 'Reien' van Von
del voorgedragen, twintig minuten aan één
stuk, 'De thuiskomst' van Pinter, 'Private Li
ves' van Coward. Maar er blijft altijd maar
één ding hangen: blijspel." Ze haalt haar
schouders op: „Misschien heb ik wel te veel
komedie gedaan."
Ze sluit niet op voorhand uit dat ze ooit
weer in een musical te zien zal zijn. „Als ze
me willen hebben, moeten ze me maar vra
gen. Het ligt er ook aan of het een mooie rol
is. Wat je erin te doen krijgt. Het hoeft geen
grote rol te zijn, maar je moet er wel iets mee
kunnen uithalen. Al ben je vijf minuten op
het toneel, het kan net zo dankbaar zijn als
een hele avond op. Als het op dat moment,
bam!, ineens raak is, is het heel fijn, dan kan
je de avond een beetje breken. Zoals Willem
(Nijholt, red.) bijvoorbeeld in 'Miss Saigon'.
Dat fantastische nummer op die auto. Hij
was maar kort op het toneel, maar hij was zó
goed. De anderen ook hoor, maar hij tilde
het stuk omhoog."
Altijd spanning
Een kleine 35 jaar is ze nu 'aan het toneel'.
De hartstocht voor het theater werd gevoed
op de MMS in Arnhem, 'een vreselijke
school, dat wel', maar een die veel aandacht
besteedde aan de schone kunsten. „Als kind
las ik al gedichten, zong liedjes, luisterde
naar muziek en liep te balletten op zolder,
terwijl de rest van ons gezin er helemaal
niets aan deed. Wij lazen thuis niet. Op
school kreeg ik er echter wel veel van mee.
We gingen naar een 'Vondel', ik geloof dat
het de Gijsbrecht was, en dat vond ik zo
grandioos dat ik dacht: dat wil ik ook gaan
doen. Ik had misschien ook operazangeres
kunnen worden. Toen ik jong was, kon ik dat
al heel goed imiteren. Maar dat is een zwaar
vak, hoor."
Gepokt en gemazeld is ze, achter de scher
men, tussen de coulissen en voor het voet
licht. Maar nog steeds raakt ze nerveus als de
try-outs voorbij zijn en 'de grote avond' na
dert. „Je hebt wel eens dat het er meteen in
knalt, maar ik ben geen premièrespeelster,
hoor. Het is altijd zo'n chaotische avond. Al
die drukte in de gangen, die kleine toitoi-
dingetjes die ze op je deur plakken, daar
word ik heel onrustig van. Als je een stuk al
vijftig keer hebt gespeeld, kan je - ik zeg
maar wat - nog een handstandje doen voor
je opgaat. Maar zo'n première: het is of je rij
examen doet, elke keer weer. Voor het acte
ren zelf ben ik niet bang, wel dat ik bijvoor
beeld een stukje tekst oversla, dat ik een
black-out krijg."
Hoe lang een acteerloopbaan ook is, het
wordt er volgens Trudy Labij niet makkelij
ker op. „Je leeft op golven. Je moet je steeds
opnieuw waar maken, bewijzen dat je het
nog kan. Je mag het niet op de automatische
piloot doen. Ik ben ook zo n twijfelaar. Zal ik
het zo doen, of zo? Eigenlijk ben ik op mijn
best als een hele goede regisseur bij mij het
onderste uit de kan haalt. Maar dat maak ik
maar weinig mee."
Er zijn in Nederland maar enkele goede re
gisseurs, vindt ze. „Hans Croiset is er zo een
tje. Erik Vos bij De Appel destijds. Lodewijk
de Boer, die vorig jaar nog 'Scènes uit een
huwelijk' heeft geregisseerd, ook goed. Ik
weet nu onderhand wel wie er zo'n voorstel
ling kunnen maken. 'Er valt een traan op de
tompoes' wordt geregisseerd door Peter
Pluymaekers. Een nieuw gezicht, heeft vorig
jaar Trainspotting gedaan, een enorm suc
ces. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar."
In je leven maak je maar een paar 'top
pers', is de stellige overtuiging van de actrice.
Haar 'Private Lives' met Nijholt was er zeker
een. 'Foxtrot' ook. „Daar zaten mooie liedjes
in, zoals over abortus; was toen hartstikke
actueel. Aan het eind schreeuwde ik het uit:
'Was er maar een kliniek!' Maar je weet het
nooit van tevoren of het een knaller wordt, of
hoe goed je erin wordt, of je het haalt. Of je
collega ook zo goed is, dat je samen de hoog
te in gaat."
--Wordt 'Er valt een traan op de tompoes'
een piek?
„Weet ik niet. Kan ik niet zeggen. De vori
ge editie waarin ik speelde, was trouwens
wel een succes."
--Was 'Ja, ja, de liefde' een piek?
„Vond ik niet. Ik had me er meer van voor
gesteld. Mijn rol was een mooie: de vrouw
bedriegt haar vriendin door verliefd te wor
den op haar man. Er zaten ook gekke, kluch
tige dingen in. Maar het is niet geworden wat
ik ervan verwacht had. Het had intenser ge
kund. Het kwam door de manier van spelen,
door de hele groep. Maar verder zeg ik er
niks over, anders heb ik het gedaan."
De actrice stelt grenzen bij het accepteren
van een rol, maar heeft moeite de criteria te
omschrijven. „Het is mijn gevoel. Dat kan ik
niet uitleggen. Van sommige schrijvers is het
stuk altijd goed. Als ik het lees en weet: o, bij
die wending, daar weet ik wel raad mee, dat
is interessant om te spelen. Maar bij andere
scripts gaat er een belletje rinkelen: niet
doen. Dat merk ik na tien bladzijden al. Dan
denk ik: dat kan ik niet, daar ga ik aan kapot.
En meestal klopt mijn voorgevoel, dan wordt
het stuk niet eens opgevoerd. Als je steeds de
verkeerde keuzes maakt, is het afgelopen, dat
is wat ik zeker weet."
Van een andere zekerheid in het leven is ze
inmiddels ook doordrongen. „Dat ik de
mens dus niet altijd zo fantastisch vind. Kijk
maar naar het Journaal. Het is mensonte
rend wat ze laten zien. Neem nou dat Oost-
Timor. Zie je dat ze een man over de grond
slepen, die niets meer kan en dan staan ze
nog op hem in te trappen. Ik begrijp niet dat
het kwade in de mens er zo uit kan komen.
Maar mijn moeder zei altijd al: 'Als de oorlog
uitbreekt, verraden de buren elkaar.
De agressie is enorm toegenomen, ook
hier in ons land. Ik maak 's nachts nog wel
eens wat mee, als ik uit het theater kom en
naar mijn auto loop die op een verre par
keerplaats staat. Het gebeurt soms in de
kleinste stadjes. Maar je mag niet bang zijn,
geen angst uitstralen. Vroeger was het veel
rustiger, maar de wereld is zó veranderd.
Jammer, hè?"
PETER KUIJT
'Er valt een traan op de tompoes' wordt
gespeeld van 5 november tot half april
volgend jaar. De première is op 19 no
vember in de Stadsschouwburg in
Haarlem.