Joop wandelt gewoon de deur uit ïr woont weer iemand op nummer tien Hakkinen of Irvine? Sport ATERDAG 30 OKTOBER 1999 CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071-5356464. PLV -CHEF JANET VAN DIJK, 071-5356463 Van der Reijden verlaat met goed gevoel gerenoveerd NOCNSF VT iets is simpeler dan afscheid nemen. Je schudt N wat handen, zegt de aanwezigen gedag en loopt de deur uit. Zelfs op je laatste dag als voor zitter van een voorname organisatie als NOCNSF. Aan Joops lijf geen polonaise. Als dinsdagavond de klus is geklaard, gaat Van der Reijden gewoon naar huis. Alle initiatieven om zijn vertrek met een officieel sausje te overgieten, heeft de interim-voorzitter vriendelijk doch zeer beslist afgekapt. De Oegst- geestenaar liet bijna dreigend weten van nog niet de geringste franje gediend te zijn. Zijn ze helemaal gek geworden. En met een gezicht alsof hij over een enge ziekte spreekt: „Er bestonden plannen om ter gelegenheid van mijn vertrek een symposium of zo te houden. Niet dus, geen sprake van." En op een toon waar de afschuw vanaf druipt: „Of een recep tie, ook zoiets. Met toespraken zeker. Ik moet er niet aan denken. Néééééé." Zelfs ten aanzien van een afscheidscadeau heeft hij tot matiging gemaand. Voor hem hoeft een ge schenk niet, maar dan zou hij breken met een tradi tie op Papendal. En zo onbeleefd wil-ie niet zijn. Bij NOCNSF wil de beloning nog wel eens bestaan uit een snoepreisje naar de eerstvolgende Olympische Spelen. Maar daarvoor heeft Van der Reijden wel gewaarschuwd. Hem zullen ze in Sydney niet te genkomen. Sterker nog: „Mij zien ze nergens meer. k ben namelijk gewend om mijn opvolger niet voor de voeten te lopen." De gaande man van de sportkoepel was alleen te porren voor een etentje met zijn bestuursleden. Maar dan wel zonder impact, zonder status en zon der partners. Gewoon een ontspannen hapje tussen mensen met wie hij anderhalf jaar prettig beleid heeft gevoerd; als maatjes onder elkaar. Van der Reijden maakt volgende week ruim baan voor Hans Blankert, de werkgeversvoorzitter die zijn pensionering aangrijpt om de opgedane wijs heid in dienst van de sport te stellen. Iemand zon der de profileringsdrang van Wouter Huibregtsen en zonder de jovialiteit van Van der Reijden, maar volgens zijn ontdekker een talent met koppie-kop- pie. Zo op het oog is Blankert een formele, wat saaie man. „Maar als dat wordt uitgelegd als lijzig, vergist men zich deerlijk", waarschuwt Van der Reijden. „Hij is intelligent, erudiet, scherp in zijn reactie en G sterk in zijn analyses. Van binnen brandt een vuur tje, dat verzeker ik je." ranaf het ogenblik dat Van der Reijden de opdracht ee accepteerde om als troubleshooter orde op zaken te ins stellen bij NOCNSF en tevens tot taak kreeg een voorzitter te zoeken, lag de naam Blankert in zijn voornemen verankerd. „Omdat hij uitermate ge schikt is", luidt de simpele verklaring. En ter nadere ■erklaring: „Blankert heeft, wat ik noem, geen af- jreukrisico. Hij hoeft straks geen verantwoording aan derden af te leggen; geen commissaris die hem straks voor zijn daden bij NOCNSF op het matje ;an roepen. En als hij de job niet meer leuk vindt, ;an-ie simpel zeggen: ik stop. Maar de kans op mis likken acht ik gering, want hij is een ervaren be stuurder. Bovendien hoor ik nooit een negatief ge- uid over de voorzitter van de werkgeversorganisatie JCW-VNO." )e suggestie dat Van der Reijden een CDA-vriendje 'apendal heeft binnengeloodst, werpt hij verre van ich. Is volgens de scheidende man ook een aperte inwaarheid. Met lichte stemverheffing: „Nu over- lrijf ik een beetje, maar bij het CDA heb ik Blankert looit ontmoet. Natuurlijke kende ik hem, maar niet lusdanig close als wordt verondersteld. We kwa- nen elkaar her en der tegen, maar veel verder dan iet niveau 'hé, hallo' ging onze verhouding niet. 4aar ik wist desondanks hoe kundig hij is. Boven Joop van der Reijden: 'Mij zien ze nergens meer. Ik ben namelijk gewend om mijn opvolger niet voor de voeten te lopen.' dien is-ie goed ingevoerd in Den Haag. En daar heb je er niet veel van. Blankert is zo'n persoon die ie mand in Den Haag rechtstreeks kan bellen, begrijp je. Dat is héél belangrijk." Het heeft de geboren Leidenaar naar zijn zeggen weinig moeite gekost om Blankert te interesseren voor een van de moeilijkste bestuursfuncties in Ne derland. „Eerst heb ik het verzoek bij hem in de week gelegd. Zo van: 'Joh, ik zoek een vent zoals jij, weet je iemand?' Na enkele maanden heb ik hem gezegd: 'Ik wil jou, denk er eens over na.' Dat heeft- ie gedaan en korte tijd later zei hij: 'We doen 't'. Zo is het gegaan en niet anders, 't Hoeft toch ook alle maal niet zo ingewikkeld. Op die manier heb ik ook het huidige bestuur bijeen gescharreld." De nieuwe man kan aan de slag bij een ingrijpend gereorganiseerd NOCNSF. Van der Reijden heeft op de werkvloer nieuwe piketpaaltjes geslagen, een nieuwe directeur benoemd en het bestuur gereno veerd. De tussenpaus wekte met zijn daadkracht de indruk Papendal te willen zuiveren van alle Hui- bregtsen-elementen. Van der Reijden lacht min zaam om die veronderstelling, maar kenschetst haar resoluut als onzin. „Huibregtsen heeft mij zelfs geadviseerd om nog verder te gaan en ieder be stuurslid eruit te doen. Maar ik heb de notaris, Ernst Faber ja, laten zitten. Hem viel namelijk niets verwijten, hij zat er amper een jaar als penning meester. Ik heb wel gezegd hem niet geschikt te vin den voor die functie. Penningmeester behoort een accountant te zijn, niet een notaris." Huibregtsen was dominant aanwezig. Van der Reij den: „Maar NOCNSF was onder Huibregtsen geen eenmansbedrijfje. Er zat wel degelijk een bestuur dat verantwoordelijk was. Het is te gemakkelijk om de beschuldigende vinger alleen richting Huibregt sen te wijzen. Maar de schoonmaak was nodig, sim pelweg om een nieuwe start te maken. Een voor beeldje: bestuursleden waren toentertijd gewoon om buiten de directie om zaken te doen die hun portefeuille aanging. Er heerste te veel de gewoonte om één-op-één te werken. Het was in die cultuur ook beter om de directie te vervangen. Dat werd me eenvoudig gemaakt, want Wim de Heer was al bijna vertrokken en Ben Verkerke gaf aan geen bezwaar te hebben de optie in zijn contract te lichten om na vier jaar te vertrekken. Bovendien vond ik dat er een sterkere persoonlijkheid moest komen dan zij bei den zijn." Sinds Van der Reijden tijdelijk de plaats van Hui bregtsen heeft ingenomen, is de relatie trouwens al lerminst hartelijk. Waar de verstotene en de puin ruimer elkaar voorheen nog in harmonie troffen, was de liefde na twee gesprekken bekoeld. „Ik wist toen wat ik wilde weten en had geen informatie meer nodig", houdt Van der Reijden zich op de vlakte over de oorzaak van de breuk. „Ik wilde het risico vermijden om te worden beïnvloed. Boven dien had ik geen zin om met hem van mening te verschillen. Deze tijdelijke opdracht moest nu een maal gedaan worden en dan kun je niet iedereen te vriend houden." Met Anton Geesink daarentegen bracht Van der Reijden wel een werkbare relatie tot stand. Hij was de eerste NOCNSF-voorzitter die daarin slaagde. Een bewuste zet, omdat hij snel in de gaten had dat het als preses lastig manoeuvreren is zonder de steun van het IOC-lid. De verstandhouding werd zwaar beproefd, omdat Geesink betrokken raakte in het omkoopschandaal van het IOC. Desondanks wist Van der Reijden zijn vertrouwen te winnen en kreeg hij het zelfs voor elkaar dat de Stichting Vrien den van Anton Geesink wordt ontmanteld. Volgens afspraak moet dat proces per I januari 2000 zijn voltooid. Tot de eeuwwisseling neemt NOCNSF Geesinks overheadkosten voor zijn rekening. In Van der Reij- dens ogen overigens geen gelukkige situatie, omdat hij vindt dat ook het IOC de oud-judokampioen fi nancieel dient te steunen. Geesinks werk vindt hij in eerste aanleg een IOC-belang. Maar persoonlijke gesprekken met voorzitter Juan Antonio Samaranch ten spijt, is Van der Reijden er nog niet in geslaagd geld los te peuteren. Tot zijn onbegrip. „Ik snap dat Geesink in dat geval binnen het IOC een uitzonde ringspositie zal innemen en ook ik zie het gevaar van precedentwerking. Maar het mag toch niet zo zijn dat alleen rijke mensen lid kunnen worden. Geesink heeft eenvoudigweg het geld niet om zijn werk als IOC-lid naar behoren te kunnen doen. Kijk, Verbruggen heeft die bijdrage niet nodig. Hij is een geslaagd zakenman die geld heeft. Om over de prins maar te zwijgen. Ik heb dat Samaranch ook voorge houden. Maar hij is duidelijk niet gewend met vraagstukken van minder vermogenden om te gaan." Van der Reijden had gehoopt voor zijn vertrek de zaken voor Geesink in Lausanne geregeld te heb ben. Maar ook op het IOC-hoofdkantoor blijken molens op ambtelijke snelheid te werken. „Terwijl ik Samaranch een suggestie heb gedaan, maar dat bleek achteraf een ongelukkige. Ik heb hem voorge steld de declaraties aan Geesink onder de noemer Olympic Solidarity te brengen. Dat werd aanvanke lijk niet begrepen. En toen zijn medewerkers wel door hadden wat ik bedoelde, bleek het niet te kun nen. Dus wachten we nog steeds op antwoord." Geesink kan tot 1 januari nog tot een maximum van 100.000 gulden per jaar declareren bij NOCNSF. Daarna zal het bestuur de situatie per jaar bezien. De scheidende voorzitter vond het gewenst om de bijzondere positie van de drie Nederlandse IOC-le- den ten opzichte van het NOCNSF in een reglement vast te leggen. „Zij opereren weliswaar binnen het IOC en van ons wordt een soort afgeleid respect verlangd. Maar nergens staat of zij bijvoorbeeld stemrecht binnen ons bestuur hebben. Ik noem maar iets, maar zo zijn er meer zaken die mijns in ziens in zo'n 'status aparte' geregeld moeten wor den. En die zullen dan voor ieder verschillend zijn, want het spreekt voor zich dat prins Willem-Alexan- der een afwijkende verantwoordelijkheid heeft." Van der Reijden heet een evenwichtig mens te zijn, maar als hem wordt gevraagd naar die kwestie met zijn zoon Joppe schiet hij uit zijn slof. De suggestie die onlangs in de pers werd gewekt, dat hij zoonlief aan de opdracht had geholpen om de internetsite voor NOCNSF te verzorgen, is Van der Reijden compleet in het verkeerde keelgat geschoten. De voorzitter ontkent in alle toonaarden ook maar iets met dat besluit van doen te hebben gehad. Woe dend: „Een zaak die geheel is afgehandeld door di recteur Bart Vos en bestuurslid Frits Brink. Ik heb geen enkele poging gedaan om mijn zoon naar vo ren te schuiven. Ik kijk wel uit, zeg." In de algemene ledenvergadering van dinsdag komt het voorstel aan de orde om de opdracht aan Van der Reijden junior te verstrekken. Aanvankelijk was het onderwerp opgevoerd als agendapunt na de be noeming van Blankert tot nieuwe voorzitter. Maar dat is op gezag van Van der Reijden gewijzigd. Hij staat erop tot de laatste snik verantwoording af te leggen. En het idee om Blankert het punt te laten af handelen, maakte hem tot een getergd mens. „Wat denken ze wel zeg. Ik ben geen lafaard, ben je nou helemaal gek." HILVERSUM HENK STOUWDAM fhard Knopper weet precies wat hij wil bij Ajax ITERDAM YPE MINKEMA woont weer iemand op nmer tien. Het doorgangs- s van Ajax, daar mochten ze allemaal proberen. Kinklad- Arveladze, Reuser, Gorré, ïdrup, Sibon, Dani. Ze esten hun boeltje pakken, of rden verjaagd door de gees- van hun illustere voorgan- Dennis Bergkamp en iral Jari Litmanen. Nummer bij Ajax is nu weer be- Dnd. En Richard Knopper zich er thuis te voelen, arom hij wel? werden miljoenen geïnves- rd om de moeilijke positie te vullen - het bleek wegge- id geld. Want het antwoord im, zoals zo vaak bij Ajax, uit eugd. Richard Knopper (22) die specifieke kwaliteiten te itten; een kruising tussen aanvaller en een midden- Ier. nopper speelde vorig sei- n elf competitiewedstrijden, ging naar huis met nul doel- iten. Dit voetbaljaar waren d acht treffers in de eerste en competitieduels. Wat is gebeurd, deze zomer? „Ik gewoon vakantie gehad", hij. Het verschil zat-em in )ositie. Knopper verhuisde, rechts op het middenveld, achter de spits, naar num- tien. De vergelijking. Knop- gaat 't niet eens uit de weg. is, als we dan even niet de manier van voetballen ;n, opvallend. Het levens- laal van de jonge, leergieri- ambitieuze Fin Jari Litma- en dat van zijn opvolger onen gelijkenissen. Litma- die er alles voor over had de top te bereiken, die altijd zichzelf, met de bal bezig die alleen maar beter wilde den. Maar die altijd een so- karakter bleef houden; een nspeler. En Knopper, eigen- lit hetzelfde hout gesneden, et doel is hetzelfde. Simpel, creet. „Ik wil alles uit mijn balcarrière halen wat er in En daar heb ik alles voor Zo simpel is dat natuur- tiet. Er is een speciaal soort mens voor nodig. Van het type 'geef-nooit-op'. Litmanen had dat, Knopper heeft het. „Als ik eenmaal iets voor ogen heb, dein moet dat ook lukken." Op het pleintje al, had Knop per een bloedhekel aan verlie zen. „Dat zat er inderdaad al vroeg in. Typisch Haags? Ik weet het niet. John Nieuwen- burg heeft dat ook en hij komt ook uit Den Haag. Wij geven nooit op. Verliezen heeft me al tijd al heel erg geïrriteerd. Zeker als je er niks aan gedaan hebt. Soms kreeg ik op het pleintje ruzie met jongens die niet alles gaven. Ik doe er alles aan. Om later mezelf niets te kunnen verwijten. Want daar heb ik moeite mee." Litmanen trok op zijn acht tiende de wijde wereld in, op zoek naar topvoetbal. Knopper was zestien toen hij Feyenoord doodleuk meedeelde dat hij naar Ajax, de rivaal, zou over stappen omdat hij de top wilde halen. „Er was moed voor no dig, om zo maar naar Ajax over te stappen. Maar ik zag daar geen toekomst meer. Ik wist op mijn zestiende al dat het Ajax- systeem beter bij me zou pas sen." Hij liet zelfs spelers van Ajax die boodschap overbren gen bij hun trainers. Net als bij Litmanen zit het sociale aspect diepgeworteld. Knopper: „Ik ben een teamspe ler. Ik speel liever een goede wedstrijd zonder goal dan een slechte met een doelpunt. Ie moet nooit verslappen. Als het elftal niet draait, maar er zijn er twee, drie die wel goed in hun vel zitten, kunnen die het team er misschien overheen helpen." Maar net als zijn voorganger voelt Knopper het dualisme. „Aan de 'tien' zitten twee kan ten. Je moet heel veel aan het elftal denken, als een midden velder denken, maar als aanval ler plotseling aan jezelf, aan doelpunten. Nee, ik vind dat niet zo moeilijk. Ik heb zes jaar op die positie gespeeld. Het gaat bijna vanzelf." Daarom, zegt hij, is het voor hem ook makkelijker dan voor de spelers van buiten. „Ze zijn zo'n speel wijze niet gewend." Net zoals Litmanen is Knop per altijd aanspeelbaar. „Je moet niet bang zijn om te falen. Dat is misschien wel het be langrijkste op die plek. Mentaal moet je heel sterk in je schoe nen staan. Je moet niet denken: o jee, Jari heeft daar gespeeld. Dan ga je misschien rare din gen doen. Je moet je hoofd hel der houden. Heel veel spelers hebben het niet gemaakt op die positie. Ze zijn conditioneel ka pot gegaan, mentaal ging het niet goed. Ik nam een risico, ja. Maar ik wilde het op die positie proberen waar te maken." Maar anders dan Litmanen is Knopper niet bescheiden en te ruggetrokken. Het zal de jeugd wel zijn. Jong Oranje, Oranje, hij neemt de elftallen zo maar in de mond. Over de jeugdop leiding en het talent in Neder land: „Al die verhalen, ik vind het eigenlijk onzinverhalen. Ik hoop dat wij, en niet alleen bij Ajax, dat kunnen laten zien." Haagse bluf, Amsterdamse kap sones? Misschien iets dat Ri chard Knopper kan toevoegen aan de inrichting van het huis op nummer tien. En wellicht mag Richard Knopper, van 29 augustus 1977 te Den Haag, wel heel voorzichtig aan een naam bordje gaan denken. Zondagochtend (zes uur Nederlandse wintertijd) wordt in Ja pan de strijd om de wereldtitel in de Formule 1 beslist. Wie gaat het winnen? De koploper in het klassement, Eddy Irvine (Ferrari), of de kampioen van vorig jaar, Mika Hakkinen (Mc Laren/Mercedes) Nico Verdoes uit Katwijk, racet in de Ferrari/Porsche Chal lenge in een Porsche: „Ik race in een Porsche, maar ik bezit wel een Ferrari. Het racen in een Porsche is financieel wat aantrekkelijker. Maar eigenlijk geef ik de voorkeur aan Ferrari. Het design van die wagen is zo mooi. Een Porsche is echt lelijk als je 'm naast een Ferrari zet. Ik hoop ook dat Ferrari de titel pakt. Ik gun ze het van harte om dat zeal vanaf het begin in de Formule 1 bezig zijn. Mercedes heeft er wel veel geld ingepompt, maar ze hebben niet de beste coureur. Sandra van der Sloot, autocoureur uit Alphen, won afgelo pen weekeinde de titel in de Citroën Saxo: „Ik zie Eddy wel winnen. Ik hoop het ook, Hakkinen was vorig jaar al kampioen. Ik denk dat Eddy ook de beste kans heeft, ze ker met de steun van Schumacher. Ik gun het 'm van harte, 'tis een normale vent, die zegt wat hij denkt. Ik verwacht niet dat er nog eens een vrouw een stoeltje krijgt in de Formule 1. Het is fy siek te zwaar. De G-kracliten die op je imperken in de bochten, schijnen echt enorm te zijn. Aan de snelheid zou ook een vrouw wel wennen. Frank Bloem, Formule 1-freak uit Alphen aan den Rijn: „Mijn interesse in deze sport is bij vlagen extreem. Autosport fascineert me enorm. Ik ga ook naar races kijken. Thuis speel ik op de computer ook 'Formule 1 -games'. Je hebt tegenwoordig van die stuurtjes, die gaan trillen als je uit de baan raakt. Het is allemaal net echt, alleen je loopt geen gevaar. Ik hoop dat Hak kinen wint, zeker na dat geintje van Ferrari bij de vorige race. Ik hoop het niet alleen, ik denk het ook. Robert Riegen, afdeling marketing van Mercedes-dealer LIAM uit Leiden: „De races in de Formule I worden bij ons bedrijf tijdens de lunch uitgebreid besproken. Zelf hoop ik dat McLaren/Mercedes de titel pakt, maar er zijn bij ons ook supporters van Ferrari. Nee, die zijn nog niet met ontslag bedreigd. Ik twijfel nog of ik zondagochtend vroeg opsta, we hebben zaterdagavond een be drijfsfeest. Misschien, ga ik in één keer door. Woordvoerder van Ferrari-dealer Kroymans uit Hilversum, die zestig Ferrari's per jaar verkoopt: „Ik vind dat Ferrari de wereldtitel verdient. Als Schumacher niet was uitgevallen, was hij vermoedelijk al lang wereldkampioen geweest. Goede prestaties van het Formule I -team van Ferrari zijn goed voor het merk. Mensen die hier een auto kopen, zijn vaak ook in Formule 1 geïnteresseerd. De kopers worden ook in de gelegenheid gesteld een race te bezoeken. Of wij het maandag vieren, wanneer Ferrari wereldkampioen wordt? U brengt ons op een idee. TEKST WILLEM SPIERDIJK ARCHIEFFOTO ANP Richard Knopper. FOTO CPD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 25