PORT
'DIOK had net zo
makkelijk nog tien
titels kunnen pakken'
X
Randje BUITENSPEL
TERDAG 30 OKTOBER 1999
j\TERD/
s
EF WILLEM SPIERDIJK. 071 -5356464, PLV -CHEF JANET VAN DIJK, 071 -5356463
Coach Iain Krysztofiak zoekt combinatie van plezier en prestatie
Hij wordt gezien als de best gekwalificeerde trainer die DIOK ooit aantrok.
Tegelijkertijd is hij met 'slechts' één kampioenschap in twee jaar en de huidige plaats
in de middenmoot van de ereklasse de minst succesvolle oefenmeester uit het recente
verleden. Volgens de 32-jarige Engelsman Iain Krysztofiak móést er na de mijlpaal van
tien titels op rij wel een terugval komen. Het ging de speler/coach te ver om er ten
koste van alles een elfde en twaalfde aan vast te willen plakken. Sfeer, spelplezier en de
verdere ontwikkeling van de rugbysport in de breedte zijn hem liever. Desondanks
hecht Krysztofiak, die zelf door een blessure aan de hand ontbreekt, veel waarde aan
het behalen van de Euro Cup, dat morgen in het Duitse Hannover moet gebeuren.
Want winnen is natuurlijk niet verboden.
Hoe komt een ervaren rugbyer met
Poolse voorouders die in Engeland op
het hoogste niveau uitkwam bij het
Leidse DIOK terecht?
„Vreemd genoeg is dat via Zuid-Afrika
gelopen. In Engeland heb ik gespeeld
voor mijn county en ik ben ooit gese
lecteerd voor het nationaal studenten
team, samen met latere internationals
als Underwood en De Glanville. Later
ben ik ben een beetje een 'rugbyreizi-
ger' geworden. Om de zoveel tijd ver
trek ik naar een ander land waar ik spe
len, coachen en lesgeven kan combine
ren. Op die manier zie ik wat van de
wereld. In de provincie Natal ontmoet
te ik iemand die me wees op de moge-
lijkheid om bij DIOK speler/coach te
worden. Oorspronkelijk was het de'be
doeling om één jaar te blijven, maar
het zijn er, als we aan het einde van het
huidige seizoen zijn, dus al drie. Daar
uit mag je opmaken dat ik het naar
mijn zin heb."
Je begon bij DIOK gelijk meteen kam
pioenschap, het tiende op rij, maar
daarna viel er weinig meer te vieren
aan de Smaragdlaan.
„Het probleem was dat prijzen winnen
bijna gewoon was geworden. De tiende
titel was een soort afsluiting en ook het
begin van een periode van verande
ring. Het huidige team is geheel anders
van samenstelling dan dat van pakweg
vijf jaar geleden toen DIOK op zijn top
zat. Daarbij komt nog dat andere clubs,
met name HRC, het gat met ons heb
ben gedicht. Die hebben nu ook een
handvol buitenlanders in de gelederen.
Bedenk wel, DIOK had er net zo mak
kelijk nóg tien titels aan vast kunnen
plakken. Maar dat zou ten koste van
een hoop andere zaken zijn gegaan zo-
door LOMAN LEEFMANS
als het spelplezier en de sfeer binnen
de club. Onze spelers zijn best profes
sioneel met hun sport bezig, maar het
zijn geen profs."
Wat wil je. Rugby staat in Nederland
niet eens in de top 10 van de meest po
pulaire sporten. Veel geld zal dit An
gelsaksische spel in de lage landen
niet genereren.
„Het is doodzonde dat er in Nederland
op lagere en middelbare scholen hele
maal niets aan rugby wordt gedaan.
Dat is véél belangrijker dan meer geld
in de sport pompen of meer media-
aandacht krijgen. De jeugd heeft hier
niet eens een kans om met rugby in
aanraking te komen, terwijl het toch
een sociale sport is waaraan iedereen
kan meedoen. Dat weet ik uit mijn ei
gen jeugd en nu als sportleraar op de
British School in Voorschoten merk ik
dat opnieuw. Kijk eens naar buiten.
Daar speelt een Engels schoolteam te
gen de jeugd van DIOK. Natuurlijk zijn
de Engelsen verder in hun ontwikke
ling. Maar al na een kwartiertje zie je
dat die DIOK-jongens bepaalde hande
lingen van hun tegenstanders nadoen
en uitproberen. Het is prachtig om
zo'n leerproces van dichtbij mee te
maken. De basis van elke sport ligt in
het onderwijs en als die wordt gelegd
dan is de popularisering van rugby
echt geen mission impossible meer."
Oranje ontbreekt momenteel op het
WK. Het is misschien typisch Neder
lands om te zeggen: daar zouden ze
ook niets te zoeken hebben.
„Daar ben ik het dus niet mee eei)s.
Spanje is er bijvoorbeeld wel bij en dat
land staat niet op een hoger niveau,
maar doet nu wel een hoop internatio
nale ervaring op in wedstrijden tegen
Nieuw-Zeeland of Zuid-Afrika. Neder
land heeft momenteel een spannende
competitie, een eigen nationaal stadi
on en de beste spelers ter wereld ko
men af op een Nederlands 'sevens'-
toernooi. Op papier zijn ze hier dus
een stuk verder dan pakweg België,
Duitsland of zelfs Uruguay, dat ooit
een topper was. Nee, onze sport staat
er in Nederland zo slecht nog niet
voor."
Er zit, onder bepaalde voorwaarden,
dus toekomst in het Hollandse rugby.
Blijft DIOK daar een prominente rol
in vervullen?
„De tijd dat elf van de vijftien interna
tionals afkomstig waren van DIOK is
voorbij, maar deze club heeft de laatste
jaren binnen de internationale rugby-
wereld naam gemaakt. Ik word regel
matig gebeld door Engelsen met de
vraag: 'ik kom toevallig een tijdje in de
buurt wonen, kan ik bij jullie komen
spelen?' Dat zijn dan vaak welkome
aanvullingen voor bijvoorbeeld het
tweede of derde team. Verder merk je
dat - ondanks dat het eerste team niet
meer zo'n dominante rol in de compe
titie speelt - de club meer leeft dan
ooit. De lagere teams en de jeugd heb
ben ervaren trainers en het ledental
groeit. Dat is ook een hoop waard en
het is een ontwikkeling waar ik graag
aan meehelp.
Klinkt heel leuk en aardig. Toch heeft
datzelfde DIOK regelmatig mot met de
bond. Nu dreigt weer puntenaftrek
voor het vlaggenschip omdat tivee
spelers, center Mark Schoon en flyhalf
Troy Raitt, niet speelgerechtigd zou
den zijn.
DIOK-coach lain Krysztofiak: 'Onze spelers zijn best professioneel met hun sport bezig, maar het zijn geen profs.'
FOTO TACO VAN DER EB
„Over dit specifieke geval is het beter
dat ik niets zeg omdat het bij de bond
nog in behandeling is. Ik vind het alle
maal zonde van de tijd en de energie.
Dachten ze nou werkelijk dat wij van
DIOK stiekem goeie spelers opstellen
om zo te winnen? Dat zou mijn eer en
ook die van DIOK te na zijn. Ik ga ervan
uit dat in deze zaak het gezonde ver
stand overwint."
Het mag dan in de competitie minder
gaan en er hangt de club dus ook nog
een straf boven het hoofd, zondag
lonkt het succes van de Euro Cup. Een
gelijkspel in en tegen Hannover is vol
doende om het clubkampioenschap
van Nederland, Diutslatui en België
binnen te halen.
„Ik hecht in zoverre waarde aan deze
prijs dat het een nieuw begin zou kun
nen zijn. Ik hou van strijd en inzet en
dat krijg ik meestal ook van de spelers.
Een aantal van hen heeft, ondanks dat
ze een hoop successen hebben meege
maakt, toch besloten nog een jaartje
door te gaan. Dat ervaar ik als heel po
sitief. Twee weken geleden tegen HRC
ging het helemaal mis, maar ach, dat is
menselijk. Soms ontmoet je op een
slechte dag wel eens een betere tegen
stander. Het winnen van de De Euro
Cup zou na deze dip voor een omme
keer kunnen zorgen."
Het streven is dit seizoen om de Final
Four te halen, zeg maar de play-offs
om het kampioenschap. Is die doel
stelling niet wat minnetjes voor een
club als DIOK?
„Tien seizoenen lang lag er een grote
druk op de schouders van de ploeg.
Door bewust je doelen wat lager te
stellen, neem je wat druk weg bij met
name de nieuwe en jonge spelers die
moeten worden ingepast. Als we de
laatste vier halen in de competitie - en
daar moet ook al best hard voor wor
den gewerkt - dan is daarna alles mo
gelijk en merken we wel hoe ver we
zijn. Ik acht een kampioenschap dan
echt niet uitgesloten. In januari ga ik
met het bestuur om de tafel zitten om
over contractverlenging te praten en
wie weet blijft het wel bij drie jaar. Wat
is er dan mooier om met een titel te
eindigen."
„Ik heb sinds 1990 een volkstuin in Voorschoten,
langs het spoor, achter zwembad Het Wedde. Het
is een volkstuin van 460 vierkante meter, en ik
teel voornamelijk fruit. Er staan appelbomen,
pruimen- en perenbomen, perzik-, vijgen- en
terbeibomen. In de kas teel ik abrikozen en druiven. Ik
b ook wel wat groenten, maar fruit vind ik het leukste,
ben een liefhebber van de natuur en op de volkstuin kun
het hele proces goed volgen. Elk jaar begint het weer op-
mw. Het is ook lekker om daar te zijn als je last hebt van
ess. Je bent er helemaal weg van de drukte. Ik heb er echt
f idee dat ik op het land ben, en niet in de stad met zijn
to's en beton. Nederland is best wel een druk land, we le
lt met veel mensen op een klein stukje aarde, maar daar
je niemand, behalve soms de buren.
\a er vrijwel elke ochtend naar toe, met de hond. Dan blijf
minstens een uur. En verder ben ik er tussendoor, als ik
n, soms lang, soms minder lang. In deze periode is er wat
nder werk te doen. De drukste maand is september, als je
iet oogsten. Maar het leukste vind ik de voorbereiding, het
'\tten en schoonmaken. Meestal moet ik er hard werken,
jtar dat vind ik niet erg. Ik zet graag de turbo erop.
$et onwijs veel fruit, soms zes of zeven appels als ontbijt,
geven ook wel fruit weg, en we hebben een droogmachi-
om het fruit te drogen.. Ik kan niet zeggen of het fruit uit
'olkstuin lekkerder is dan het fruit uit de winkel, want
eet ik bijna nooit. Maar ik gebruik geen bestrijdingsmid-
en of kunstmest, het is een soort biotuin.
Vond het verbazingwekkend dat ik het zelfal-
naal kon. Ik heb het wel geleerd met vallen en
ftaan. Ik heb wat boeken gelezen en geluisterd
!r wat mensen zeggen. Maar ik heb zelf ook al-
mijn eigen ideeën over dingen.
r» JANET VAN PUK
HIELCO KUIPERS
lid Bruinsma werd 44 jaar geleden geboren in Friesland
n verhuisde op 2-jarige leeftijd naar Holland, Michigan
de Verenigde Staten. In 1977 kwam hij terug om in
lederland te kunnen basketballen. Hij bleef tot 1983 en
as een belangrijke speler in het toen zo succesvolle BS
iden, waarmee hij kampioen werd in 1978. Daarna had
genoeg van Nederland, waar de ideeën over basketbal
niet strookten met de zijne, maar na 3,5 jaar kwam hij
inieuw terug. Hij speelde bij Haaksbergen en, even, bij
n Helder. Sinds 1990 is Sid Bruinsma coach bij Blitz in
'oorschoten, waar hij nu de heren onder zich heeft. Als
Üe nood aan de man is, speelt hij nog mee. Bruinsma is
trouwd met Trudy, en samen hebben zij drie dochters:
Wendy, Lynn en Vicky.
MOOIER dan GOUD
TATe stonden ons zaterdag net om te
r kleden voor de bekerwedstrijd te
gen Valken '68 toen we te horen kre
gen dat er geen scheidsrechter was.
De man had op het laatste moment
afgebeld. Bij nader inzien had hij op
zijn vrije zaterdag wel wat beters te
doen dan twee bendes eigenwijze,
zichzelf overschattende voetballers
uit elkaar houden.
Ik kon hem geen ongelijk geven.
Niemand loopt in deze grimmige tijd
zo'n groot afbrandrisico als een voet
balscheidsrechter. Wilden we dat on
ze wedstrijd zou doorgaan dan
moesten we zelf maar wat regelen.
Natuurlijk wilden we voetballen,
want het was van dat heerlijke zach
te herfstweer en dan wil je maar één
ding: de wei in.
Maar waar vind je zo gauw een
scheidsrechter als er alleen maar wat
beker- en inhaalwedstrijden op het
programma staan? Op De Bloemerd
kon je zaterdag een kanon afvuren
zonder iemand te raken. Gewoonlijk
tref je in de kantine nog wel eens een
scheidsrechter buiten dienst aan, of
een andersoortig dienstverlenend ty
pe dat zich een fluitje in de handen
laat drukken. Maar zaterdag waren
die in geen velden of wegen te beken
nen.
Omdat ik vanwege een onwillige
kuitspier een beetje met het rechter
been trok, zou ik de eerste helft aan
de kant blijven. Toen het uur waarop
de aftrap was voorzien naderde, gin
gen er stemmen op dat ik dan maar
de wedstrijdleiding in handen moest
nemen. 'Als het om voetbal gaat weet
jij het altijd beter. Laat nou maar
eens wat zien', was een argument
waarmee ik werd uitgedaagd. Maar
i ik weigerde omdat ik ooit had be
zworen dat ik nooit meer de baas op
een voetbalveld zou spelen.
Drie keer heb ik mij laten overha
len om voetballers fluitend tot de or
de te roepen. De eerste keer was een
seniorenwedstrijd die mij als junior
werd toevertrouwd. Ook die zaterdag
moet de opkomst van echte scheids
rechters bedroevend zijn geweest. Met
kordate fluitsignalen probeerde ik de
hopeloos slechte voetballers, kerels
Niemand loopt in
deze grimmige tijd
zo'n groot
afbrandrisico als een
voetbalscheidsrechter
van wie ik een zoon had kunnen
zijn, in het gareel te houden. Maar
daar was geen beginnen aan. Twee
elftallen behoorlijk motorisch ge
stoorden verpesten eikaars humeur
én het mijne. Elke keer dat ik zo'n ge-
irriteerde stuntelaar terugfloot, was
het getier niet van de lucht. Ik geloof
dat ik het potje gezever minstens tien
minuten te vroeg heb afgeblazen.
Daarna heb ik nog twee pupillen-
wedstrijden gefloten die werden ver
ziekt door ongezond fanatieke ou
ders. Eerst schold een vader mij ver
rot toen de bal bij een vrije trap in
het strafschopgebied in één keer in
het doel van zijn zoontje vloog. Ik gaf
een doelpunt, maar dat kon natuur
lijk niet. want een vrije trap binnen
de zestien is indirect. Anders zou het
een penalty zijn. Wisten die ventjes
veel. En ik had er even geen erg in.
Nou, ik heb het geweten.
De week daarop was mijn maat
vol. Een opvoeder met een veel te gro
te bek schreeuwde tegen een in het
nauw gedreven verdedigertje dat hij
de bal aan de keeper moest geven.
Het jongetje kon geen kant meer op.
Behoorlijk uitverdedigen zat er niet
meer in. Alleen de weg naar de kee
per lag nog open. Maar door het ge
brul van zijn vader CGeefdie bal dan
aan de keeper klootzak) was de pu
pil zo in paniek dat hij ten einde
raad de bal oppakte en inderdaad
aan de keeper overhandigde. De te
genstanders en hun ouders vonden
dat het hands was (wat het ook was)
en eisten een strafschop, maar ik be
sliste anders: opgooibal en een uit
brander voor de verbouwereerde va
der.
Toen waren de rapen gaar.
Omdat ik voet bij stuk hield, trok
onze aanvoerder er zaterdag na zijn
eerste vruchteloze strooptocht nog
één keer zuchtend op uit. En ver
domd, hij keerde terug met een
scheidsrechter, althans met een arge
loze kantinebezoeker die geen nee
meer durfde te zeggen toen hem
krachtig te verstaan was gegeven dat
hij anders de afgelasting van een be
kerwedstrijd op zijn geweten zou
hebben. Bedaard, bekwaam en in
burger maakte de debuterende arbi
ter de negentig minuten vol waarna
zelfs de spelers van Valken, hoewel ze
aan het kortste eind hadden getrok
ken, hem bedankten voor zijn lei
ding.
Toen ik van de week in Voetbal In
ternational las dat de KNVB in alle
districten en op alle niveau's naarstig
naar talentvolle scheidsrechters
speurt, dacht ik: had maar een scout
naar RCL-Valken gestuurd. Maar dat
John Blankensteijn, de hoogste amb
tenaar in het scheidsrechterswezen,
er dan een aanwinst zou hebben bij-
gekregen, is twijfelachtig. Want na
zijn laatste fluitsignaal verzuchtte
onze scheids: 'Zo, dat was eens maar
nooit weer.Ik kon hem geen ongelijk
geven.
Jaap Visser is redacteur van Vrij
Nederland en centrale verdediger
van RCL 7.