De geheimen van de alchemie In Natura Glanzende hoeden en stelen Insect zaait paniek onder Califomische wijnboeren WOENSDAG 27 OKTOBER 1999 In het berkenbosje achter in mijn tuin staat een reus achtige bruine paddestoel, eekhoorntjesbrood ge naamd, te midden van een kring vliegenzwammen. Dit is paddestoelkundig gezien nogal merkwaardig, maar niet verbazingwekkend genoeg om er een heel ver haaltje aan te wijden. Fraai is het zeer zeker, die grote donkere hoed, omgeven door zoveel rood met witte stippen! Ik ga er vaak even naar kijken en dat brengt met zich mee dat je op andere toevalligheden kunt stuiten. Zo zag ik in de rusteloze schemering van een regen achtige namiddag een egel rondscharrelen tussen de paddestoelen. Het was me niet duidelijk wat het dier daar allemaal uitspookte: het dribbelde doelloos heen en weer: snuffelde eens hier en stak daar weer zijn spitse neus in het gevallen blad; krabde wat grond weg en snoof onderzoekend aan een vliegenzwam. Soms leek hij verdwenen, maar ineens dook zijn stekelige verschijning weer op tussen de van de regen glanzen de hoeden en stelen. De winter is op komst. Niet leuk, wel onvermijdelijk. Het zal niet lang meer duren tot de kou intreedt en er voor zo'n egel niets meer te halen valt. Een egel leeft van wormen, kevers, rupsen, eieren en aas. Bovendien is hij dol op slakken. Misschien was hij bij het eek hoorntjesbrood te vinden omdat daar vaak slakken en kevers op zitten. Die zijn namelijk weer verzot op eek hoorntjesbrood. Gaat het echter straks vriezen, dan zullen ze zich op beschutte plekjes terugtrekken om de winter aan zich voorbij te laten gaan. Vanaf dat mo ment is er voor de egel vrijwel niets meer te halen in de natuur. Er staat het dier dus niets anders te doen dan zich in de herfst kogelrond te eten en vervolgens zelf ook in winterslaap te gaan. En dat is precies wat hij doet. Hij maakt een nest van bladeren en dor gras, rolt zich op, sluit de ogen en teert tot het voorjaar op zijn ves. Hij ligt al die tijd in een soort co ademhaling en lichaamstemperatuur zijn t nimum teruggebracht. Bewusteloos, droomloos en be wegingsloos ligt de stekelbal in zijn bladerennest. Als het gedurende de winter koud blijft, zal hij er tot eind maart, begin april bivakkeren. Treedt er echter een periode op waarin de tempera tuur tot een graad of vijftien stijgt, dan wordt hij eerder wakker en komt hij te voorschijn in het idee dat de lente is aangebroken. Er is dan echter nog steeds geen voedsel voorhanden en dit, alsmede de plotseling weer invallende winterkou, wordt egels vaak fataal. Ook laat in de zomer geboren egels overleven de winter vrijwel nooit. Hun lichaamsklachten en vetreserves zijn nog te gering. Gemakkelijk is het winterprobleem dus niet. Alle dieren proberen zich op hun eigen wijze voor de winter te beschermen. Vogels hebben het wat dit be treft goed voor elkaar. Ze vliegen gewoon naar het zui den, waar warmte en voedsel is. Uiteraard zijn het vooral de insecteneters die deze tocht ondernemen, 's Winters is er immers bij ons geen rups of vlieg te vin den. Sommige insecteneters blijven weliswaar thuis, maar schakelen over op een menu van zaden en ande re plantaardige kost. Mezen zijn hiervan een goed voorbeeld. In het zomerseizoen eten ze rupsen, spin nen, spinneneitjes en ga zo maar door, terwijl er gedu rende de herfst een inwendige verbouwing plaats vindt, zodat ze 's winters zaden kunnen verteren. Ook merels, die in de zomer voornamelijk wormen en slak ken eten, leggen zich dan toe op een dieet van vruch ten en bessen. Andere dieren zorgen ervoor dat ze over een voedsel voorraad kunnen beschikken. Muizen hamsteren za den, granen en noten; eekhoorns vullen'een provisie kast met noten; Vlaamse gaaien verzamelen vooral ei kels, die ze op allerlei plekjes verstoppen. Ook bijen en mieren vullen hun nesten met wintervoorraad, maar wespen bijvoorbeeld zijn nooit op dit briljante idee ge komen. Van een wespenvolk sterven in de herfst alle exempla ren, behalve de koninginnen, die immers het volgende seizoen weer voor nieuwe volken moeten zorgen. In tegenstelling tot deze stakkerds overleven veel kever soorten de winter wel. Ze verstoppen zich op plekjes waar het niet te koud, maar vooral niet te vochtig is en blijven daar tot het voorjaar zitten. Zo treffen we soms grote groepen lieveheersbeestjes aan tussen het opge stapelde hout voor de open haard. Trossen van deze diertjes kunnen we ook vinden in de hoek van een raamkozijn. Insecten die de warmte van de menselijke woning opzoeken zullen dit echter slechts zelden overleven. Voor hun in winterslaap verkerende lijfjes is kamertemperatuur te hoog, zodat hun lichaamshou ding in verwarring en uit balans geraakt. THEO SCHILDKAMP Altijd al willen weten wat alche mie nou precies inhoudt en er nooit achter gekomen? Geen wonder. Alchemisten zijn er zelf ook nog niet uit. Met een expositie in de Bibliotheca Phi- losophica Hermetica in Amster dam wordt geprobeerd wat licht te werpen op deze gehei me wetenschap. Het zit er niet in. De alchemie bestaat al eeuwen, maar het is ons met z'n allen nog niet ge lukt om er een fatsoenlijke defi nitie van te geven. En dat is te kenend. Alchemie valt onder de geheime wetenschappen, ook wel occulte wetenschappen ge noemd. Daaronder vallen disci plines als theosofie, kabbala, mystiek, hermetische filosofie en het gedachtegoed van de Rozekruisers. Dat deze weten schappen vaak ook nog eens nauw verwant zijn of nadrukke lijk met elkaar vermengd zijn, maakt het er voor de buiten staander niet overzichtelijker op- Thomas Hofmeier (30), een van de samenstellers van de vorige week geopende tentoonstelling Geheimnisse der Alchemie, heeft zich een beetje bij de dis cussie over de definitie neerge legd. Hij weet dat die nog lang zal voortduren. „Sommigen be schouwen de alchemie als een duister bijgeloof of als een pri mitieve voorloper van de mo derne scheikunde. Anderen er kennen haar geestelijke inhoud, vermoeden in de alchemie als het ware een soort mysteriereli gie of een symbolische formu lering van zielstoestanden", zegt hij in een door hem ge schreven werkje over alchemie. „Het lijkt erop dat de buitenge woon rijke en wijdvertakte al chemie niet in een laatje van de moderne geleerdheid past." Dat neemt niet weg dat Hof meier aan de hand van een mo del zelf heeft geprobeerd het onderwerp te duiden. Het mo del gaat ervan uit dat je de al chemie in brede zin kunt zien als een cirkel die wordt door sneden door drie kleinere, gro tendeels erbinnen vallende cir kels: Praktijk, Mystiek en Theo- Van de Mystiek behoort zelfon- dervinding er wel in. maar reli gie en psyche niet. Die laatste twee zijn voor de persoonlijke loutering op weg naar de vol brenging van Het Grote Werk echter wel noodzakelijk. Van Theorie valt antieke filosofie er buiten; natuurfilosofie behoort er wel bij. Van Praktijk passen handwerk en technologie er niet in, al zorgen ze wel voor het inbrengen van het materiële in de alchemie. Materie is nodig voor destillatie, dat er wel bij behoort. Deelgebieden Waar de kleine cirkels elkaar overlappen binnen de alchemie ontstaan nieuwe deelgebieden. Waar Mystiek en Praktijk sa menkomen noemt de alchemist dat Laboratorium, als daadwer kelijk hulpmiddel of als sym bool voor de inwendige, geeste lijke verandering van alchemis ten. Waar Mystiek en Theorie samenkomen, ontstaat iets dat alchemistische theologie wordt genoemd. De overlapping van Theorie en Praktijk heet Iatro- Gott Vater uit 'De Humido Radicali' van Martin Sturtz. De afbeeldingen in het rijkelijk geïllustreerde handschrift uit 1597 geven op diverse manieren weer hoe de goddelijke kracht in de aarde valt via de levensboom terugkeert in de hemel. illustraties schwabe verlag Hermes Trismegistos zoals hij begin achtiende eeuw stond afgebeeld op een schilderij in een apotheek in Innsbruck. Hij is de patriarch van zowel de alchemie als de natuurmystiek, illustratie schwabe verlag chemie (scheikunde in dienst van de geneeskunde) of Medi cijn. Het centrum van de Alche mie in deze voorstelling, waar Praktijk, Mystiek en Theorie in gelijke mate samenkomen wordt gezien als Alchemie in engere zin. Een geluk is dat de alchemisten hun denkbeelden vqak in heel mooie afbeeldingen hebben la ten vatten. Ondanks de ge heimtaal is de alchemie daar door tamelijk toegankelijk. Daarbij hebben de samenstel lers er veel aan gedaan om ook leken in staat te stellen er iets van op te pikken, zo blijkt in de Bibliotheca Philosophica Her metica van Joost Ritman. De expositie is het eerste project van het drie jaar geleden door beide Zwitsers opgerichte Insti- tut für Geschichte und Herme- neutik der Geheimwissenschaf ten (IGHG). Hofmeier: „Tijdens mijn studie Egyptologie kwam ik in aanraking met occulte we tenschappen toen ik onderzoek deed naar de geschiedschrij ving over Egypte. Het bleek dat de mensen die rond 1600 Egyp tologie bedreven, zich ook be zighielden met alchemie en an dere occulte wetenschappen." Amsterdam is na Basel en Sankt-Gallen de derde plek waar de expositie te zien is. Gaten vullen Voor de Ritman-bibliotheek, sinds anderhalve maand defini tief terug in handen van de op richter na een jarenlange strijd, is alchemie een van de vier kernverzamelgebieden. De Bi bliotheca heeft de bronnen er van bijna compleet en vaak ook nog in de vorm van handschrif ten en incunabelen. Als vanzelf kwamen Hofmeier en Bach- mann in de Bloemstraat en aan de Bloemgracht in Amsterdam terecht. 'Ifitman zei: neem wat je wilt. Met zijn werk, vooral dankzij de handschriften, kon den we gaten vullen in de ten toonstelling'. 'Geheimnisse' is gevat in zes tien vitrines en een serie pane len. Het gaat om 120 vaak prachtige handschriften en boeken, afbeeldingen en alche mistische objecten en materia len. „Het is een representatieve doorsnede van de oorspronke lijke boeken en handschriften die er zijn over alchemie en een periode omspannen van onge veer 800 tot 1800", stelt Hof- In het tweede deel van de expo sitie worden attributen als des- tilleerkolven en keramische smeltbekers en een wonder schone serie afbeeldingen ge toond. Veel van de afbeeldin gen tonen op steeds weer een andere manier de filosofie van de alchemie, uitgedrukt met de drie-eenheid, de metalen en de levensboom. „De alchemie geeft graag beel dend weer. Dat is het mooie van de alchemie", vindt Hof meier. „In tegenstelling tot de huidige, moderne wetenschap pen lukt het om de boodschap in een beeld weer te geven. Dat maakt het zo spannend'. logus kost 95 gulden. Zweetsok voor malariamug Wageningse wetenschap pers werken aan een sys teem waarmee malaria muggen wereldwijd on schadelijk kunnen worden gemaakt. Een elektronisch apparaat lokt de gevreesde insecten met de geur van menselijk zweet en doodt ze. De Nederlandse vinding wordt ontwikkeld naar voorbeeld van de geurval voor de tseetseevlieg. De vlieg, die de slaapziekte verspreidt onder mens en dier, is de afgelopen tien jaar uiterst succesvol be streden. Negentig procent van de belangrijkste soort is ermee weggevangen. Promotieonderzoek van de Wageningse wetenschap pers J. Meijerink en M. Braks naar hoe malaria muggen hun gastheren rui ken, ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van de geurval. De entomologen ontdekten dat malariamug gen worden aangetrokken door menselijk zweet. Niet het verse transpiratievocht, verkregen door lichamelij ke inspanning, trekt ze aan, want daarin blijken nauwe lijks geurstoffen te zitten. Grote lokker is zweet dat al een tijdje op de huid zit. Op de huid aanwezige bacteri ën zetten het door de klie ren afgescheiden stoffen namelijk onder andere om in sterk geurend ammonia. De grootste aantrekkings kracht op malariamuggen blijken zweetsokken uit te oefenen. De geur die zweetvoeten afscheiden is door een hogere concen tratie ammonia sterker dan die van andere transpiratie- plekken. Als na verder on derzoek duidelijk is voor welke geurstoffen malaria muggen een grote voorkeur hebben, kunnen die in ho ge concentratie door een geurval worden verspreid. Muggen die erop afkomen, worden vervolgens geëlek- trocuteerd. Aan een wereldwijde intro ductie van een geurval voor malariamuggen kleven vol gens Meijerink mogelijk wel bezwaren. Veel mensen die wonen in malariagebie- den zijn door regelmatige steken immuun geworden voor de ziekte. Als veel muggen worden weggevan gen en mensen worden minder gestoken, kan dat betekenen dat de menselij ke immuniteit voor malaria afneemt. „Neemt de afweer af en worden mensen ver volgens ziek als ze een keer worden gestoken, dan is het effect van zo'n geurval juist averechts", aldus Meijerink. In eerste instan tie zal de geurval dan naar verwachting ook worden gebruikt om de omvang van de malariamugpopula tie in kaart te brengen. Aanpassing aan milieu „Het gaat niet om het aantal soorten in een leefgemeen schap, maar om de reactie van elke soort afzonderlijk op de omgeving", zegt Anthony Ives, hoogleraar zoölogie aan de Universiteit van Wisconsin in Madison (VS). Competi tie om ruimte en voedsel tussen dieren, planten en andere levensvormen is volgens hem slechts bijzaak. Een stabiele en gezonde leefgemeenschap kan het best worden geme ten aan de hand van de manier waarop enkele soorten zich aanpassen aan een warmer klimaat, een chemische verandering in de lucht of een nieuw landgebruik. Ives vindt dat ecologen hun aandacht moeten verleggen van de wisselwerking tussen soorten naar de manier waarop verschillende soorten reageren op een aangetast milieu. Hij baseert die stelling op een wiskundige analyse van de variatie in populaties van planten en dieren die te maken kregen met omgevingsstress. Het model kijkt naar de schommelingen in de tijd. De mate van stabiliteit wordt afgelezen aan hef aantal populaties dat onderhevig is aan die schommelingen. Hoe minder soorten reageren op een ingrijpende verandering, hoe gezonder het ecosysteem. npelt sschie u blijt bakke dt tijd< slechts fdrolle ledew maa de 43- die PETER VAN DER HOEST In Califomië is onder wijnboe ren paniek uitgebroken nu een betrekkelijk nieuw insect de wijngaarden bedreigt. Het beestje heet Xylella fastidiosa en het verspreidt de virusziekte Pierce's disease. Deze ziekte heeft al talloze wijngaarden in de regio Temecula bij San Die- go, en Lodi, een regio ten zui den van Sacramento, verwoest. Pierce's disease is de tweede ramp die de wijngaarden in het westen van de Verenigde Staten treft. Begin jaren tachtig was het de druifluis phylloxera, die wijnstokken op duizenden hec tare grond aantastte en veel wijnhuizen te gronde richtte. Pierce's Disease is echter veel gevaarlijker dan phylloxera, omdat er geen kruid tegen ge- Ramp Bruce Kirkpatrick, aan de uni versiteit Davis van Califomië belast met het onderzoek, zegt: „We hebben nog geen idee wat we tegen dit insect kunnen uit richten." En Corky Roche van Roche Vineyard Consulting in Monterey, voorspelt een ramp: „Als we niets doen of kunnen doen, dan betekent dat volgens mij het einde van de Califomi sche wijnindustrie." Pierce's Disease houdt sinds 1995 huis in Temecula bij San Diego, maar de omvang van de ziekte werd tot nu toe stil ge houden. Honderden hectaren zijn er aangetast. Al in 1997, toen de situatie langzaam maar zeker tot de overheid door drong, tekende gouverneur Pe te Wilson een maatregel die ge troffen wijnboeren een belas tingverlaging garandeerde. Er werd toen echter nog geloofd dat het insect, en daarmee het virus, aangepakt kon worden. Die verwachting was gebaseerd op het feit dat Pierce Disease al vanaf 1880 in de omgeving van Los Angelos zo nu en dan werd gesignaleerd. In die gevallen echter ging het om een insect dat zich niet verder dan vijftig meter van kreekjes of riviertjes ophield. Wie zich niet in de ge varenzone vestigde, hoefde ner gens voor te vrezen. Bruce Kirkpatrick: „Maar deze variant is veel vitaler. We heb ben hem de 'glossy wing shar pshooter' genoemd. Het is blauwgroen en vliegt waar het wil. Het zijn dus nu niet alleen de gaarden in de buurt van wa ter, die gevaar lopen." Jonge aanplant Volgens Kirkpatrick heeft Pier ce's Disease het gemunt op jon ge aanplant. En daar staan de wijngaarden in Califomië vol mee. „Veel wijnboeren die hun stokken hebben r men als gevolg van de phylloxe ra lopen nu weer het riciso door een volgende ramp getroffen te worden." Steven Kautz, eigenaar en wijn maker van Ironstone in het ge troffen gebied Lodi, bevestigt de ernst van de zaak. Volgens hem is inmiddels overal goed waar te nemen dat wijngaarden zijn aangetast. Die infectie vindt volgens Bruce Kirkpatrick op een heel andere manier plaats als de phylloxera-plaag. „Dit insect heeft maar vijf tot tien minuten nodig om een wijnplant te infecteren. Daarna vliegt hij weer verder. Omdat het een vimsinfectie is, worden O'0 1 Welde •Radio 1 jgloeienc Cryptogram Horizontaals Kaartkleur (4); 4. Hierop gekocht is het te groot (5); 7. Hij spreekt voor z'n beurt (7); 8. Vooruit, neem nog wat meer! (3); 9. Vergane glorie (3); 10. Alles uitgeven om er mooier van te worden (7); 12 Bescherming op het voetbalveld (7). Verticaal: 2. Een moment deelbaar (4); 3. Muntstempel van een drank (6); 4 Abnormaal onderbroken (8); 5. Rustige onderscheiding (4); 6. Het conserveren voor een grote nederlaag (6); 9. Zeldzaam leuk (4); 11. Er is weer vraag naar deze beker (3). naastgelegen gaarden makkt besmet." h-307 N( Paul Molleman, directeur Eif)o.o4 pa van het California Wine Ip Alle stitute, bevestigt de grote zoicht. 03. gen die men heeft over de p tot 06. plaag. „Er wordt met man eik.~ q macht gezocht naar de reder'U waarom bepaalde planten rè Thuis sistent zijn. Vooral de chardfreep 2C nay en pinot noir-ranken zijpntimen' nu ziek, maar een druif als muscadelle herstelt zich op jjin gen kracht. We willen nu wer u wat we daar mee kunnen vol ruudde soorten die er niet bovenop! 20 °4 I: men." Volgens Molleman isr1 Ki schade vooral in Temecula ftot c enorm. „Je moet het gezien [)|Q £1 hebben om het te geloven.' f NPS Th muziel )tte. Uit. .30 De Oplossing van dinsdag: echt-recht-Echter reet-enter-lntree lens-loens-Nelson tien-niets-Dienst taan-satan-Senaat reet-rente-Teneur roet-retor-Retort idee-dieet-Editie deen-reden-Eender plat-plaat-Panlat Gevraagd woord: EINDSTREEP 00.02 A/E& //T DAAGVOOÜ 01.02 F u£t tsymf/asks**''''"'- n ap6£lop£/v I0@

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 10