IB Alaska: nog steeds een rampgebied E Tien jaar geleden voltrok zich de grootste milieuramp uit de Amerikaanse geschiedenis: het scheuren van de olietanker 'Exxon Valdez' voor de zuidkust van Alaska. De zee werd vervuild met veertig miljoen liter olie. De gevolgen van de catastrofe blijven - zoveel jaren later - merkbaar. Op Kodiak - een eiland van vissers en beren in het zuidwesten van Alaska - is de sociale infrastructuur nog steeds ontwricht, evenals het ecologische systeem. 'Het eind van deze tragedie is niet in zicht'. Reinigingswerkzaamheden op Block Island waar vele verschillende technieken werden toepast om de oliekoek te verwijderen. foto archief ZATERDAG 23 OKTOBER 1999 De Exxon Valdez (links) met daarnaast de Exxon Baton Rouge die probeert olie over te nemen uit de gescheurde tanker. Rechts boven een sleepboot, bezig met het aan leggen van een scherm. foto archief voedde de onderlinge haat en nijd nog meer. „Wat je toen zag, was dat de gedupeerde vissers zich gingen ingraven", vertelt Picou. „Ze proberen kost wal kost aan mo dernere spullen te komen om de concurrentie aan te kunnen, maar die inhaalslag blijkt onmogelijk. Ze raken dieper en die per in de schulden. En dan zie je dat ze ineens hun Jeep Grand Cherokee verkopen, hun geweren verkopen, en ga zo maar door." Economische problemen leiden tot sociale problemen. De psychiatrische hulpverlening in Zuid-Alaska constateerde in de jaren na de olieramp een scherpe stijging (met 90 tot 99 pro cent) van het aantal patiënten dat worstelt met depressies, angsten en post-traumatische stress. Hoe zwaarder een regio getroffen werd door de olieramp, hoe omvangrijker de gezond heidsproblemen. Alcoholmisbruik en het gebruik van drugs nam explosief toe in de getroffen dorpen en stadjes. De politie kreeg in die gebieden bijna twaalf keer zo vaak te maken met mishandeling binnen het gezin dan elders in Alaska. Ook nam het aantal scheidingen er sneller toe. De klap kwam het hardst aan in de dorpen waar de oor spronkelijke bewoners van Alaska (de 'indianen') wonen en waar de armoede toch al relatief groot is. Talrijke familieban den en vriendschappelijke relaties werden doorgesneden naar aanleiding van onoverbrugbare meningsverschillen over de olieramp. Wie Exxon had geholpen, werd vaak buitengesloten. Zij namen niet langer deel aan festiviteiten of andere gemeen schappelijke activiteiten (kerkbezoek) in hun dorp of stadje. Het uiteenvallen van de sociale infrastructuur werd ook voel baar in het lokaal bestuur. Steven Picou kreeg bij zijn onder zoek in een gezondheidscentrum in Cordova in acht jaar tijd te maken met zes verschillende directeuren. „De primaire reactie van iemand die een traumatiserende gebeurtenis heeft meege maakt, is dat hij weg wil om nooit meer terug te keren. Zo ook in Cordova of Kodiak. De initiatiefrijke mensen vertrekken. Ge voegd bij de toch al afgenomen participatie aan gemeen schapstaken, werkt hun vertrek negatief door op het schoolbe stuur, het gemeentebestuur, de kamer van koophandel, et ce tera." Tien jaar na de ramp worden er onverminderd juridische procedures gevoerd over de consequenties van de olievervui ling. Een jury veroordeelde Exxon tot de betaling van vijf mil jard dollar aan schadevergoeding, maar de vissers van Kodiak en Cordova hebben van dit bedrag nog geen cent ontvangen. Exxon betwist de uitspraak. Het concern vindt dat het genoeg betaald heeft. Het handelt zoals mag worden verwacht van een bedrijf dat weet hoe het Amerikaanse rechtsstelsel opereert. „ik noem de procesvoering vaak de tweede ramp, een afge leide van de eigenlijke ramp", zegt Picou. In de nasleep van natuurrampen is er zelden sprake van gerechtelijke procedu res. Op een technologische ramp volgt in de VS per definitie een golf van schadeclaims. „Die slepende procedures houden de herinneringen van de gedupeerden levend en maken dat hun wonden nooit helen. De procesvoering - die in de VS moordend kan zijn - schept nieuwe onzekerheden. Ze draagt bij tot verdere verhoging van de stress." Exxon heeft gekozen voor de beproefde tactiek van vertra ging. Picou: „Als je als onderneming lang genoeg vertraagt, dan raakt het kamp van je tegenstander vanzelf uitgedund. Hoe meer lieden van de aanklagende partij overlijden, hoe groter de kans dat je als bedrijf uiteindelijk minder hoeft te betalen. De ramp met de Exxon Valdez is een tragedie waarvan het eind voorlopig nog niet in zicht is." JOHN WANDERS van Kodiak, waar een medewerker zalmen laadt. De visvangst in dit nog steeds ernstig te lijden van de olieramp. foto archief Zeehonden in nood na de ramp met de olietanker. Duizenden dieren stierven. r hangt een grijze sluier over Kodiak. De grauwe a wolken drijven zo laag over, dat het lijkt alsof je ze m vanaf het dak van de visafslag kunt aanraken. Een zachte motregen daalt neer op de kade. Dit is het weertype waarmee de eilandbewoners in het noorden van de Stille Oce aan vertrouwd zijn. Althans, in de zomer, 's Winters regeren hier sneeuw, ijs en bittere kou. „Welkom op Kodiak, beter dan dit wordt het niet", lacht een militair die gelegerd is op de plaatselijke basis. Hij dagdroomt hardop van zon en goudgele stranden: „Nog een paar weken en dan mag ik weg." Kodiak, na Hawaii het grootste eiland van de VS, ligt aan de rand van het westelijk halfrond, op een uur vliegen van de stad Anchorage. De in mist gehulde streek voelt aan alsof het is los- gehakt van de beschaving en nu als een eenzame ijsschots wegdrijft in het niets. De zevenduizend bewoners weten dat hun president en hun nationale overheid in Washington zete len, maar die stad ligt 5.500 kilometer en vier tijdzones bij hen vandaan. Als zij 's ochtends om acht uur uit bed komen, is het in de hoofdstad al middag. Vanuit Washington is het even lang vliegen naar Kodiak als naar Nederland. Aan de wand van het kantoor van kapitein Jimmy Ng (spreek uit: 'Ink'), piloot bij de Amerikaanse kustwacht, hangt een to pografische kaart die een idee geeft van het perspectief dat Ko diak heeft op de wereld. Rechts is de westkant van Alaska zichtbaar, in het midden de Bering Zee, de Aleoeten en de Noord-Pacific, links de oostkust van Siberië, Kamtsjatka en Ja pan.. Ng, een gedrongen officier van Vietnamese afkomst, wijst een visrijk gebied aan in de noordelijke helft van de Stille Oce aan. Het ligt op vier dagen varen van Kodiak, aan de andere kant van datumgrens, de zone die het verschil markeert tussen gisteren en morgen. Wie zich daar bevindt, is dichter bij Japan dan bij Amerika. Verwoestend De Oosterse invloed is op Kodiak onontkoombaar. Van de Fi lippijnse arbeiders die in de visafslag vers aangevoerde zalmen in kratten smijten, tot de blauwe, uivormige koepels op de Rus- sisch-orthodoxe kerk in de hoofdstraat. De kerk ligt schuin te genover het historisch museum dat de schatten van de eerste bewoners van het eiland, de'Koniag Alutiiq, tentoonstelt. Ook het museum 'ademt de Oosterse sfeer, zichtbaar in de Indiaan se maskers en in de gelaatstrekken van Christine Marasigan, de kordate archivaris van het Alutiiq Museum, die een verre na zaat is van de eerste eilandbewoners. Kodiak mag er vanaf de buitenkant uitzien alsof het een hal ve eeuw onaangeraakt is door de tijd, de milieuramp die Alaska tien jaar geleden trof, had een verwoestende uitwerking op de sociale infrastructuur. Het was in een ijskoude nacht in maait 1989 dat de olietanker Exxon Voldezvoor de zuidkust van Alas ka op een rif voer en scheurde, waarna veertig miljoen liter olie door de wanden van het schip heen in zee stroomde. Allereerst in de Prince William Sound, het water voor de kust van Valdez, het havenstadje waar de olie uit het 1.400 kilometer noordelij ker gelegen Prudhoe Bay van de Alaska Pijplijn overgaat in de buik van gereedliggende mammoettankers. De stroming bracht een grote hoeveelheid gelekte olie naar de Golf van Alaska en het zuidwestelijk gelegen Kodiak. Otters wreven zich de ogen stuk - ruim 2.800 van deze olijke dieren stierven, evenals een kwart miljoen vogels, driehonderd zee honden, een stuk of twintig orka's en miljarden planten. Twee jaar na de grootste milieurairip uit de Amerikaanse geschiede nis holde ook de visstand in het gebied dramatisch achteruit. De lange-termijngevolgen voor het ecologische systeem zijn onduidelijk. Tien jaar na het scheuren van olietanker Exxon Valdez Sommige vissers stelden na de ramp hun kotters beschik baar aan Exxon, voor de bergings- en schoonmaakoperatie. Vissen in het gebied was toch verboden. Ze verdienden er goed aan en lieten met het snel verdiende geld kapitale villa's bou wen. Nu worden ze door hun oude collega's met de nek aange keken en met een mengeling van spot en jaloezie aangeduid als de 'spülionaires' omdat ze hun vermogen danken aan de 'oil spill', de olievervuiling. De 'spillionaires' vormen een kleine minderheid in een be roepsgroep die ernstig gedupeerd werd door Exxon. „We wor stelen elke dag met de gevolgen van de olieramp", verzekert visser Bruce Schactler, voorzitter van de zalmvissers van Ko diak. „Er kwam'een hoop ellende uit voort: faillissementen, echtscheidingen, noem maar op." Steven Picou, docent sociologie aan de Universiteit van Zuid-Alabama,' verricht sinds 1982 onderzoek naar de sociale gevolgen van rampen. Tussen 1989 en 1997 verbleef hij vele zo mermaanden in het zuiden van Alaska om de effecten te on derzoeken die de ramp met de Exxon Valdez had op de inwo ners van Cordova, een kustplaats grenzend aan de Prince Wil liam Sound. Net als Kodiak lijdt ook Cordova nog steeds onder de gevolgen van de olieramp. Picou zag hoe anders de effecten van een natuurramp zijn, vergeleken met die van een techno logische catastrofe. Om te beginnen is het element van verrassing bij een tech nologische (lees: een door de mens veroorzaakte) ramp groter, zegt hij. „Dit draagt bij tot vergroting van de onzekerheid." Zo als er jaren na de vliegramp met de Boeing 747 van El Al in de Bijlmermeer nog gespeculeerd wordt over de vraag of bewo ners en hulpverleners al dan niet werden blootgesteld aan stra ling, zo wordt er vandaag in Alaska onverminderd gespecu leerd over de lange-termijneffecten van de olieramp. Wantrouwen hoort bij elke technologische ramp, constateer de Steven Picou. Gedupeerden hechten over het algemeen weinig geloof aan geruststellende verklaringen van de overheid of het grote bedrijfsleven. „Een natuurramp brengt een getrof fen gemeenschap dichter bijeen. Een technologische ramp drijft de gemeenschap uit elkaar. Een natuurramp brengt vaak het beste in de mens naar boven. Je zag onlangs na de aardbe vingen in Turkije en Taiwan hoe mensen met hun blote, soms bebloede handen vele uren achtereen groeven in het puin op zoek naar overlevenden. Een technologische ramp creëert daarentegen corrosie in de sociale infrastructuur." Een voorbeeld: in een woonwijk nabij een chemische fabriek raakt een onevenredig groot aantal kinderen ziek. De woede- die dit oproept, lokt in dezelfde wijk een tegenreactie uit. De directie van de chemische fabriek - die beweert dat er 'geen ri sico's' zijn voor de volksgezondheid - is de grootste werkgever in de regio. Een niet onaanzienlijk deel van de wijkbewoners is voor zijn inkomen afhankelijk van de fabriek. De wijk valt uit een in twee kampen. De een vecht voor de gezondheid van zijn kinderen, de ander voor het behoud van zijn inkomen. Weer anderen vrezen dat de negatieve berichtgeving over hun 'gif- wijk' de waarde van hun koophuis doet verminderen. De on verzoenlijkheid is groot. Verdeeldheid In Alaska ging het na de ramp met de Exxon Valdez niet an ders. De vissers die hun schepen ter beschikking stelden van de schoonmaak-operatie, werden uitgescholden voor 'Exxon- hoeren'. „Mensen waren geschokt over het feit dat hun eigen broer, neef of buurman zijn schip uitleende aan Exxon en geld aannam van het concern dat zo'n immense schade had ver oorzaakt in Alaska", zegt Picou. De verdeeldheid groeide toen de visstand tussen 1992 en 1996 dramatisch terugliep. De vissers die in 1989 hun schepen hadden uitgeleend aan Exxon kochten met hun nieuw verdien de geld modernere apparatuur, soms zelfs een nieuw schip of een tweede schip. Zij deden het daarom beter in de magere ja ren dan hun collega's die met verouderde spullen werkten. Dit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 45