Zoeken naar geluk yr\ 131 ZATERDAG 23 OKTOBER 1999 Ruut Veenhoven en de som van plezier en pijn Ruut Veenhoven, hoogleraar geluk, heeftin dertig jaar onderzoek gemerkt dat naarmate de jaren vorderen het voor mannen leuker wordt en voor vrouwen vervelender. Gesprek over de zoektocht naar geluk. ,,Als je de hele dag hoera roept ben je niet gelukkig, dan ben je gestoord, fik gelukkig ben? Ik onder- U scheid mij niet van de ge- middelde Nederlander en kom op een 7,9. Net als menig ander ben ik er na tegenslagen weer bovenop gekomen. De meeste mensen leren namelijk van hun fiasco's. Ze veranderen erdoor en pakken het de volgende keer beter aan. Dat geloof je na tuurlijk niet als je een tijdje aan de Prozac moet, maar het is wel waar. Ik heb een scheiding achter de rug waarbij ook nog eens twee kinderen betrokken wa ren. En mijn tweede huwelijk bleef kinder loos. Nu heb ik een geweldige dochter uit Sri Lanka, werkt een zoon uit mijn eerste huwe lijk hier aan de universiteit een verdieping boven mij, en ben ik net voor het eerst opa geworden. Kennelijk illustreert mijn leven een beetje het leven van zovelen, waarin je dingen uit probeert voordat je in een situatie komt waarin je je goed voelt, thuis voelt. Dat leidt er toe dat mensen een groter deel van hun leven met een passender partner doorbren gen. En dat weegt kennelijk op tegen de na delen van een scheiding. Maar dat ik geluk kig ben, betekent niet dat mijn leven alleen rozengeur en maneschijn is. Ik ken ook ver driet. Geluk is een gevoelsbalans, de som van plezier en pijn. Veel mensen komen dan toch uit op een ruime voldoende, ik dus ook. Geluk is niet dat je de hele dag hoera loopt te roepen. Als je dat doet ben je niet gelukkig, dan ben je gestoord. Er zijn mensen die pa thologisch gelukkig zijn, daar gaat het vaak niet echt goed mee. En er zijn mensen waar bij het licht voortdurend op rood staat terwijl er niets aan de hand is, net als een auto waarbij alle waarschuwingslampjes blijven branden terwijl-ie net uit de fabriek komt. "Dat is dus ook niet gezond." Criteria Baardje, spijkerbroek, vrolijk gezicht. Ruut Veenhoven, hoogleraar geluk. Geeft daarover les aan twee universiteiten. In Utrecht als bijzonder hoogleraar welzijn, op de leerstoel van het Humanistisch Verbond, en in Rotter dam als hoofddocent sociologie. Hij ont vangt in Utrecht, op de veertiende verdie ping van een grauw torencomplex. „Ik ben het levende bewijs dat je in een treurige om geving ook gelukkig kunt zijn." Hij bestudeert voornamelijk rapporten van anderen. Studies, wereldwijd, waarbij men sen soms tien tot twintig jaar worden ge volgd. Inmiddels heeft hij zo'n drieduizend onderzoeken onder ogen gehad, waarvan de helft als onbruikbaar in de prullenbak ver dween. „Dan moet je denken aan categorie- en waarin tien studies aantonen dat er geen verband is tussen schoenmaat en geluk, en eentje wel. Het belangrijkste selectie-criteri um is de meting van geluk. Daarbij moet de gene die wordt onderzocht zelf vertellen wat hij of zij van het leven vindt. Schattingen van vrienden worden bijvoorbeeld niet geaccep teerd. Het moet ook over het leven als geheel gaan. Dat iemand met plezier werkt betekent nog niet dat hij zijn hele leven ziet zitten." Bij de bruikbare rapporten gaat het om een systematische vergelijking van mensen, in dezelfde én in andere omstandigheden. Ze krijgen allerlei vragen voorgelegd en uit eindelijk ook de vraag wat ze nu alles bij el kaar van het leven vinden. „De één zegt: 'Ei genlijk niet zo leuk, slik'. En de ander: 'Valt wel mee'. Je kunt het leven op twee manier beoordelen: rationeel, door vergelijking van ideaal en werkelijkheid, en gevoelsmatig aan de hand van stemmingen. Die oordelen val len niet noodzakelijkerwijs samen. Er zijn mensen die zeggen dat ze zich prima voelen maar toch ontevreden zijn, en je hebt ze pre cies andersom, die alles hebben maar toch zo depri zijn als een deur. Ratio en gevoel zijn verschillende informatiebronnen. Bij be oordeling van sommige aspecten van ons bestaan laten we ons vooral door de ratio lei den, zoals bij de vraag of we wel genoeg geld verdienen. Het oordeel over de kwaliteit van ons leven als geheel wordt voornamelijk af geleid uit hoe we ons voelen." Een belangrijke filosofische stroming, het utilitisme, stelt dat geluk het belangrijkste is in het leven en dat je daar een samenleving naar moet inrichten. Maar zo eenvoudig is dat niet. Moet je een godsdienst hebben? (Onduidelijk) Moet je geld hebben? (Soms) Status? (Amper) Een partner? (Ja!!) Kinderen? (Nee!!) Of moet je domweg genoeg te eten hebben en een dak boven je hoofd? (Ja). Ge luk wil weliswaar zeggen dat je je prettig voelt, maar de grote vraag is: hoe komt dat? „Het is makkelijker vast te stellen öf je geluk kig bent dan waaróm je het bent. Wat dat be treft lijkt geluk op gezondheid. We weten heel goed of we fit zijn of niet, maar of kruid enthee goed is voor je gezondheid valt als in dividu niet te bepalen. Daar kom je alleen achter met onderzoek dat de ervaringen van meerdere mensen met elkaar vergelijkt. Of je plezier in het leven schept, hangt deels af van de leefomgeving en deels van je zelf. De leefomgeving moet natuurlijk vol- dpen aan een aantal minimumeisen, die voor alle mensen gelden. Dat zijn er meer dan je zo op het eerste gezicht zou zeggen. Alleen al qua lucht, licht en temperatuur moet aan tamelijk stringente eisen zijn vol daan, willen we ons überhaupt prettig voe len. Naast fysieke vereisten zijn er ook tal van sociale voorwaarden voor geluk. We zijn nog steeds sociale dieren, de mens is niet ge maakt om alleen door het leven te gaan. We hebben weliswaar een kleinere kring mensen om ons heen dan vroeger, maar we gaan er wel intiemer mee om. Contacten zijn veruit de belangrijkste voorwaarde voor geluk. En daarvan geven intieme contacten, waarvan seks een onder deel kan zijn, weer het grootste gevoel van geluk. Alleenstaanden zijn gemiddeld min der gelukkig dan mensen die samenwonen. Naarmate men langer alleen woont, wordt dat overigens wel iets minder, omdat vriend schappen deels het gemis van een partner kunnen opvangen. Maar niet volledig. Met je vrienden heb je geen seks en de behoefte aan seks Iaat zich niet helemaal onderdruk ken. Ja, ik hoor de laatste tijd ook wel stem men over de prettige kanten van het seksloze leven, maar optimaal lijkt me dat toch niet. Natuurlijk bestaat er intimiteit zonder seks, maar veel intieme relaties worden met seks verdiept en bestendigd." Relatiemarkt Als we ons beperken tot Nederland, dan maakt het voor ons geluk amper uit waar we wonen, speelt opleiding geen rol en is het evenmin belangrijk of je man bent of vrouw. Leeftijd heeft een klein effect. Jongeren en ouderen zijn een tikje gelukkiger dan de tus sengroep, de mensen van pakweg twintig tot vijftig. „Die staan in het volle leven. Druk, druk, druk. Maar ook: vast, vast, vast. Aan kinderen, hypotheek, werk. Van de jongeren zijn meisjes ietsje gelukkiger dan jongens, onder meer omdat ze beter in de relatie markt liggen. Ze hebben ook meer keuzes, bij hen is de kans groter dat ze kiezen wat bij ze past. Voor jongens is er maar één weg: werken." Vanaf de middelbare leeftijd worden de rollen omgedraaid. Oudere wouwen zijn ge middeld wat minder gelukkig dan oudere mannen. Dat ligt grotendeels aan de kansen op de huwelijksmarkt. „Mannen worden op latere leeftijd voor veel wouwen aantrekkelij ker en interessanter, terwijl wouwen voor mannen juist onaantrekkelijker worden. Vrouwen kicken voor een deel ook op macht en oudere mannen hebben nu eenmaal meer sociale veren dan jongere mannen. Te gen ongelukkige jongens zeg ik altijd: even geduld, de kansen keren. Naast de aantrek kelijkheid als partner speelt ook de beschik baarheid van partners een rol. Omdat wou wen vallen op oudere mannen en langer le ven, moeten ze de rit meestal alleen uitrij den. Over het algemeen sterft de man in de armen van zijn geliefde, die zeven jaar later in haar eentje in een verpleeghuis overlijdt. Vrouwen zijn dus over het algemeen langer alleen dan mannen. Plat gezegd: wouwen van boven de zestig vallen buiten de prij zen." Sociale vaardigheden zijn wel belangrijk. Als je een beetje neurotisch bent, is het leven voor jezelf al niet zo prettig, dus helemaal niet voor je omgeving. En wie depressief is, heeft helemaal minder kans op een partner. Geld is een hoofdstuk apart. „Het is welis waar geen belangrijke voorwaarde voor ge luk, maar het zou een ernstig misverstand zijn om te roepen dat geld niet gelukkig maakt. In Nederland is het weliswaar niet zo erg belangrijk, maar in India zijn de gelukki ge mensen wel de relatief rijke mensen. Hoe rijker de samenleving, hoe kleiner het ver schil tussen arm en rijk en hoe kleiner het verschil tussen wel of niet gelukkig." Kind van zijn tijd Even wat frisse lucht. Een korte wandeling door het weiland achter de aanpalende stu dentenflats, op zoek naar een idyllischer om geving. Ruut Veenhoven vleit zich in lotus houding in het hoge gras, vlak naast een donkere vlaai. „Geeft niks, want die is van een paard en lang niet zo smerig als van een koe." Hij heeft het nog niet gezegd of er ko men vier paarden aangestapt, die - alsof ze hem willen bedanken voor zijn wiendelijke opmerking - aan hem beginnen te snuffelen. Hij lacht, maar blijft onbeweeglijk zitten en praat gewoon verder. Over zijn vader, histo ricus, en moeder,econoom: een intellectueel gezin uit Den Haag. Zijn moeder werd een van de oprichters van de Consumenten bond. „Van haar heb ik overgenomen dat je niet de reclame moet geloven, maar kijken wat het oplevert." Een kind van zijn tijd, de jaren zestig. „Ik wilde erachter komen hoe je een samenle ving anders, leuker en aantrekkelijker kunt inrichten." Dus socioloog geworden. Maar tien jaar ook iets anders gedaan. Voorzitter van Stimezo, de stichting medische zwanger schapsonderbreking. „Ik zocht een goede zaak om me voor in te zetten en dat was voor mij abortus. Daar heb ik een stevige lobby voor opgezet en daar heb ik nog steeds geen grijntje spijt van. Tegenstanders van abortus zeiden, en zeggen, dat die anti-gevoelens te genover het ongewenste kind wel overgaan als het er eenmaal is. Apekool! Ja even, bij de bevalling, maar daarna begint de ellende. Veel ongewenste kinderen die toch zijn ge boren, zijn voortijdig overleden. Door ver waarlozing of omdat ze door de moeder van de trap zijn afgeflikkerd. Dat is maar het top je van de ijsberg. Ongewenste kinderen ko men vooral psychisch veel te kort. Ook voor de ouders is het meestal geen lolletje om een kind te krijgen als je dat niet wilt. Niet alleen omdat het je leven in de war stuurt, maar ook omdat je dan vaker faalt als ouder. Ik weet natuurlijk best dat sommige vrouwen achteraf problemen hebben met een abor tus, maar dat weegt toch echt niet op tegen de ellende van gedwongen ouderschap." Tot zijn grote verbazing merkte hij dat ge wenste kinderen het levensgeluk van ouders ook niet vergroten. „Ik ben een toegewijd va der en ik geniet van mijn kinderen, maar ik heb in mijn onderzoeken gezien dat er geen verschil is in geluk tussen stellen met kinde ren en stellen zonder kinderen. Mensen met kinderen zijn zelfs over het algemeen iets minder gelukkig, vooral als ze tussen de der tig en veertig zijn. Kinderen zijn geluksvre- ters, zeker in de moderne partnerrelatie waarin mensen zich vooral erg goed met el kaar willen voelen. Door kinderen komen ze minder aan elkaar toe. Ook al genieten ze op zich best van het bezig zijn met hun kinde ren, het gaat vaak ongemerkt toch enigszins ten koste van de relatie. Kinderloze stellen blijken niet alleen iets gelukkiger dan stellen met kinderen, ze hebben ook wat minder ge zondheidsklachten. Dat duidt erop dat men sen geen voortplantingsinstinct hebben. Kennelijk kunnen we evengoed zonder kin deren als onze sociale behoeften op een an dere manier worden bevredigd. Met vrien den en een hond kom je ook een heel eind. Bij hoogbejaarden, de 75-plussers, zie je het omgekeerde effect, die zijn juist wel gelukki ger als er kinderen zijn. Als je heel oud wordt, raken de vrienden op, en dan vervul len kinderen de behoefte aan contact." Geluk, zegt hij, is eigenlijk het resultaat van omstandigheden en vaardigheden, en vooral van de mate waarin die op elkaar aan sluiten. „In Nederland zijn de omstandighe den, de maatschappij, zodanig dat zelfstan digheid en zelfbewustheid het geluk bevor deren. Maar in Japan haal je je met die vaar digheden juist heel veel moeilijkheden op de hals." Tegelijk kwam hij er achter, dat de verzorgingsstaat geen enkele invloed heeft. „In Nederland en Zweden zijn de bewoners relatief gelukkig en die landen hebben ook alletwee een verzorgingsstaat. Dus dacht ik. dat zo'n stelsel van sociale voorzieningen een gunstig effect zou hebben. Maar in Ame rika, beslist géén verzorgingsstaat, zijn men sen even gelukkig. Ik heb ook nog gekeken naar levensduur, maar daar is ook geen ver schil. Het maakt dus niet uit of je bent verze kerd via de staat of op andere manieren. Dat had ik niet verwacht. Net zoals het ef fect van de individualisering. Onderhand hoor je toch bijna overal de klacht dat het te hard gaat. Dat het schadelijke effecten zal hebben. Nou, nee hoor. Uit al die onderzoe ken komt tot uitdrukking dat bij individuali sering het geluk blijft toenemen. Ten minste, als de groei aan keuzemogelijkheden ge paard blijft gaan aan groeiend vermogen om te kiezen. In de statistieken zien we de lijn schuin omhoog gaan. Met een grotere indivi dualisering valt dus wel degelijk iets te win nen. Het vergroot het vermogen van mensen om zelf keuzes te maken, zodat ze zich kun nen toeleggen op waar ze goed in zijn en op wat ze echt willen. Naarmate je meer kunt kiezen wat echt bij je past, word je gelukki ger." Vragen Het meeste heeft hij onderhand wel in kaart gebracht. Maar toch, na dertig jaar onder zoek zijn er nog enkele dingen waar hij niet zo goed grip op heeft. De individuele levens kunst, mensen die van een ontbijtje nog iets feestelijks kunnen maken, daarvan heeft hij geen idee wat voor rol het speelt. „Mensen die kunnen genieten, van lekker eten, van een wijntje en een sigaretje, die van iets kleins iets geweldigs kunnen maken, zouden die gelukkiger zijn? En wegen de negatieve effecten van een aantal van die genietingen op tegen het gevoel van geluk dat ze daarbij krijgen?" Zo wil hij ook nog graag weten wat de in vloed van cultuur is. „Kunst, theater, de me dia, zeg maar de culturele rijkdom, dat kun je niet goed meten. Ik zou er graag achter willen komen of mensen gelukkiger worden als ze naar concerten gaan, naar experimen teel toneel, dan wanneer het bij de jaarlijkse braderie blijft. Pas als je gegevens van veel landen hebt, kun je de onzuiverheden weg strepen en blijft er een eerlijk beeld over." Maar misschien wel het belangrijkste vindt hij de vraag wat nou de essentiële voorwaar den zijn voor geluk. „Wat hebben we mini maal nodig? Waar zou een land aan moeten voldoen om ménsen gelukkig te maken? En wat zijn de variaties daarin? In Japan zijn mensen niet zo gelukkig, maar ze leven wel lang, in een maatschappij die wij niet zo leuk vinden. Ik vind het interessant om te weten of dat op lange termijn ook zo is. Zijn Neder landers over dertig jaar net zo gelukkig als nu en Japanners net zo ongelukkig? Ik wil weten of, en waar, het meer en minder is. Het gaat mij vooral om de verschillen. Of het een zes of een zeven is, vind ik niet zo interessant. Wat moet je met die cijfers? Streven naar een tien? In menig sience-fiction verhaal wordt de gelukspil uitgevonden. Dat is een ramp. Een volmaakt gelukkige samenleving gaat aan zichzelf ten onder." DICK HOFLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 43