Pijnlijke mg en houten billen Relatie arts-patiënt Genetisch materiaal van ebola-virus bij dieren Gezondheid Brandwonden: voorkomen is beter 13 IS 1 loer )rg' MAANDAG 18 OKTOBER 1999 KNSC Meneer de Groot is een man van ongeveer vijfenzestig jaar, die van het leven houdt. Hij heefteen gezellig gezin, zijn vrouw verheft het koken tot een kunst, en hun grootste ple zier is samen met vrienden genieten van een heerlijke maaltijd met een goed glas wijn. Het is hem wel aan te zien. Hij heeft overgewicht, maar dat misstaat hem niet. „Al mijn broers zijn zwaar gebouwd, en ook mijn vader was fors. Ik ben er aan gewend", zegt hij. „Het zit me niet in de weg, maar nu heb ik van de cardioloog gehoord, dat ik aan mijn kransslagaderen geholpen moet worden. Dat moet gebeuren in een hart chirurgisch centrum. Daarom heb ik met u een afspraak gemaakt. Het is niet zo maar wat. Ik wil tevoren vastleggen wat ik wel en wat ik niet toesta na de operatie. Stel voor, dat het misgaat, dan leef ik verder als een plant, als ik niet bijkom. Dat wil ik onder geen voorwaarde. Hij zegt het rustig, zonder 'emotie. Heeft er kennelijk goed over nagedacht. We bespreken de procedure. Hij zal eerst gaan praten met de chirurg die zijn hart zal opereren, en dan terugkomen om haken en ogen door te spreken. Een week later zie ik hem weer. „De hartchirurg laat me geen keus: hij wil ook het onwerkzame stuk van de hartspier weghalen, zodat mijn hart na de operatie beter zal werken. Ik voel er niets voor, nu ben ik niet ziek. Ik leef op een aangename manier. Natuurlijk besefik wel dat dit elk moment kan veranderen, maar ik heb geleerd nu te ge nieten. Ik vraag me af of ik dat wel verkies. Al pratende komen we tot de conclusie, dat hij om vrede te vinden een 'second opinion'zal vragen aan een chirurg in een ander universitair ziekenhuis. Dat zal de beslissing makkelijker maken. Een paar weken later is dat achter de rug. Het medisch oor deel was gelijkluidend. Als ik hem weerzie, zegt hij, dat er wat van hem is afgevallen. Toch wil hij, voordat hij zich definitief inschrijft voor een opname, opnieuw met de chi rurg spreken. „De secretaresse was verwonderd, toen ze hoorde, dat ik weer wilde praten. De dokter een beetje kor zelig. Maar ik ben een man van afspraken: ik leg graag vast, wat er gaat gebeuren. Zo gezegd, zo gedaan. Dat kan ook in Nederland. Sinds 1995 heeft de patiënt in Nederland volgens de Wet op de Geneeskundige Behandeling, ook wel WGBO genoemd, het recht om zich volledig te laten informeren over de behan delingdie de arts aan hem voorstelt. Volgens een andere wet, die daar mee samenhangt, moet de patiënt zich daar mee akkoord verklaren: het zogeheten 'informed consent'. Bij experimentele behandelingen gaat dat zelfs zo ver, dat dit wordt bekrachtigd met een handtekening. Deze ontwikkeling heeft een nieuwe periode ingeluid in de arts-patiënt relatie. Er wordt niet langer als vanzelfspre kend van uitgegaan dat de arts voor de patiënt zorgt en dat het allemaal wel goed zit. Er wordt een andere houding van de dokter verwacht. Op zijn minst een gesprek, zeker als het gaat om een behandeling die niet altijd een goed re sultaat kan garanderen, en de patiënt kan kiezen om van de behandeling af te zien. Dat is voor een dokter niet altijd een makkelijke zaak. Het vertrouwde gevoel te weten wat goed is volgens normen en waarden binnen de geneeskunde verdwijnt, en het inzicht moet ook nog gedeeld worden met de patiënt. De macht van de geneeskunde staat ter discussie, maar anderzijds kan de arts met de patiënt in alle eerlijkheid de mogelijk heden bespreken, als deze van een ingrijpende behandeling afziet. Meneer de Groot heeft uiteindelijk zijn toekomst goed vast gelegd. Hij heeft zijn echtgenote, met wie hij lief en leed deelt, in de beslissing betrokken. Een schriftelijke weergave van deze gesprekken ligt bij hem thuis, in het ziekenhuis en bij mij in zijn dossier. Hij is tevreden, ziet de komende ope ratie met vertrouwen tegemoet. Ik zal hem opzoeken. Als alles goed gaat, is hij binnen afzienbare tijd weer thuis. In de andere situatie weten de dokters die hem Se*] I behandelen, waar hij aan hecht en waar M hij van afziet. De gevolgde procedure heeft hier duidelijkheid in verschaft. MARIEKE VAN SCHIE. huisarts HENK HELLEMA Franse onderzoekers hebben voor het eerst bij dieren gene tisch materiaal van het ebola- virus gevonden. Sinds de eerste ziektegevallen door dit virus bij mensen in 1976, in Soedan en het voormalige Zaïre, was die zoektocht tot nog toe tevergeefs geweest. Door zich te concen treren op gebieden in de Cen traal Afrikaanse Republiek, die deels uit savanne en deels uit bos bestaan, is inmiddels resul taat geboekt. Van 242 kleine, op de grond le vende dieren bleken er zeven in hun erfelijk materiaal stukken DNA van het ebola-virus te hebben. Levend virus heeft men in deze dieren echter niet aangetroffen. De dieren, ver scheidene soorten muizen, ver toonden geen tekenen van ziek te. Door deze resultaten en ver der onderzoek hoopt men meer te weten te komen over het na tuurlijke reservoir van het voor mensen levensgevaarlijke virus. Besmetting kan mensen heel ziek maken. Een aanzienlijk aantal van de besmette perso nen overlijdt vrij snel, nadat de ziekte zich heeft geopenbaard. Na een incubatietijd van 2 tot 21 dagen krijgt een besmet per- Zitcomfort sluitpost bij woninginrichting ANNE VELTHAUSZ Stramme benen en een stijve mg. Het kan haast niet anders of de koningin moet zich een dag na de Troonrede belabberd hebben gevoeld. Die prachtige antieke troon heeft geen grein tje zitcomfort. Een zetel was vroeger een symbool van sta tus. Maar ook in deze moderne tijd worden stoelen en banken nog altijd meer voor het uiter lijk vertoon aangeschaft dan voor het zitgemak. „We modderen maar wat aan", verzucht Harrie Staarink, indu strieel ontwerper en zit-expert. „We zitten het grootste deel van de dag op een stoel of bank, maar toch kopen we de onmo gelijkste meubels. Omdat wij ze nou eenmaal goed vinden staan in ons interieur. Zelfs ongemak hebben we er graag voor over. We gaan gewoon anders zitten. Desnoods pakken we er een kussentje bij en duwen dat op de plek waar we extra steun denken nodig te hebben. En we klagen er nauwelijks over." De meeste volwassenen bren gen gemiddeld zeventig pro cent van de dag en avond zit tend door. Ze hoppen van auto stoel naar kantoorstoel en han gen vervolgens urenlang voor de buis. Gevolg: pijnlijke rug gen en plakkende achterwer ken. Pas bij rugklachten of een muisarm staan mensen stil bij de manier waarop ze zitten, constateert Staarink. In zijn boek 'De kunst van het zitten', waarschuwt hij voor de slui pende gevaren van al het lang durige slecht zitten op slechte meubels: zere ruggen, stijve nekken, pijnlijke benen, muis armen. Wanneer zit je goed en wan neer niet? Wat gebeurt er met je lijf als je zit? Hoe voorkom je rugklachten en wat doe je als je die al hebt. In zijn boek geeft de zit-deskundige gedetailleerd antwoord. Een simpel advies heeft hij echter niet. Zo is er bij voorbeeld niet één zithouding. Het beste is om heel veel te 'verzitten'. Staarink houdt dan ook niet van eenduidige arbo-adviezen. Je kunt beter veel verzitten op een houten krukje dan de hele dag doorbrengen op een super- de-luxe kantoorstoel. Want zo'n kantoorstoel zit de hele dag aan je achterste vastgeplakt en daardoor kun je nauwelijks be wegen. En dat is dus heel belas tend, stelt hij. Ook de wieltjes mogen wat hem betreft onder de stoelen ver dwijnen. Op een stoel met vier vaste poten heb je houvast op de vloer, waardoor je vaker van houding verandert. Harrie Staarink heeft zich uitge breid verdiept in het zitten. Hij promoveerde op de functiona liteit van rolstoelkussens en is nu werkzaam als freelance-on derzoeker, ontwerper en do cent. Eerder publiceerde hij Het Zitboek, over zitproblemeri in rolstoelen. Ook is hij bedenker van de 'meetbil', een namaak- achterwerk met binnenin druk- sensoren om de drukverdelen- de kwaliteiten van kussens te meten. De stoelen en banken in de mo derne interieurs hebben veel te maken met status en macht, constateert Staarink. „De zit- functie, het comfort, is kenne lijk niet belangrijk. Wat veel meer speelt, is het aanzien dat de ontwerper geniet, en de prijs van de stoel. Een beetje bewo ner van de Amsterdamse grach tengordel heeft op zijn minst een Corbusier in huis, of een Philippe Starck. Het is allang niet meer de gewoonte dat een bankstel mee gaat tot het zilve ren huwelijk. Stoelen en ban ken zijn aan trends onderhevig. Meubelboulevards danken daaraan hun succes." „Je kunt het zo gek niet beden ken of de meubelwinkels bie den het aan: schuim op singels, afgestoffeerd met ribstof, leer of velours d'antique, rieten zittin gen, houten zittingen met bil- contour. Het heeft er alle schijn van dat de meubelfabrikanten bij materiaalgebruik en vorm keuze eerder denken aan mode dan aan zitcomfort." Ook in de uitgaansgelegenhe den zijn de stoelen niet neerge zet voor het comfort, maar puur voor de sfeer. „Bistro's staan vol met de bekende boe- renstoelen met biezen vlecht werk. Je kimt er onmogelijk lang op zitten. En op de voor namere stoelen met bolle zittin gen en medallionvormige rood fluwelen rugleuningen is lang tafelen ook bepaald geen pret je." Staarink legt uitgebreid uit wat er zoals met je lijf gebeurt als je zit. Hij heeft het over de functie van het menselijk achterwerk met z'n drukverdeling, over hellingshoeken en verzetprik- kels, ©ver draagconstructie en zitzweet. Het speelt allemaal een rol. Hoe dikker de billen, hoe beter de zit, dat is logisch. Maar zelfs stevige achterwerken houden het niet lang vol op een slechte stoel of een bekleding van schuim. „Dat laatste levert bij iedereen jeuk in de bilnaad op", aldus Staarink. „Ideaal is het materiaal Gore-tex, maar helaas wordt dat nauwelijks ge bruikt als bekledingsmateriaal." Het is dus zaak om goed op te letten bij de aankoop van stoe len en banken en niet alleen naar het fraaie uiterlijk van een meubel te kijken. Staarink: „Ga in een winkel gerust lekker lang op een stoel zitten en vóel nou eens hoe het zit. Heb je goede Er is niet zoiets als één zithouding. Het beste is om heel veel op een dag te 'verzitten'. FOTO CPD WER NER RAUWERDINK steun in de lende? Als je meteen naar voren schuift, of je romp klapt naar voren en je buik komt in de knel, dan zit de stoel niet goed. Ook als je onmiddel lijk de neiging hebt om je ene been onder het andere te leg gen, deugt de 'zit' niet. En let op: de voorrand van de zitting moet afgerond zijn." „Beter een te hoge stoel, dan een te lage. Vlakke zittingen en rugleuningen zijn sowieso uit den boze. Het is verrassend te constateren hoe goed de ge middelde goedkope tuinstoel is, en hoe slecht de gemiddelde eetkamerstoel. Ben je met twee mensen of nog meer: dan mag degene met het minste zitvlees het eindoordeel vellen. En doe dat vooral aan het begin van de dag, want aan het eind van een dag winkelen zit elke stoel of bank lekker." Maar hoe zit je nou het best? „Buik naar voren en af en toe recht vooruit kijken. Bewust met je ogen de horizon opzoe ken. En verder: veel bewegen. Zoals kinderen dat doen op een schoolstoeltje. Die stoeltjes zijn ook niet bepaald comfortabel en aangepast aan de kinderli chaampjes, maar de kinderen bewegen en verzitten zo veel dat ze er weinig last van onder vinden. Dat moeten volwasse nen ook doen." (De kunst van het zitten. Harrie Staarink, uitg. Aramith, 29,90 gulden) soon vrij plotseling koorts, voelt zich slap en heeft spier-, hoofd en keelpijn. Vervolgens geeft de patiënt over, krijgt diarree, de nierfunctie vermindert en de patiënt krijgt inwendige en uit wendige bloedingen. Van de ernstige zieke patiënten over lijdt 50 tot 90 procent. Het ebola-virus wordt overge bracht via direct contact met bloed, speeksel, urine of onüas- ting. Bij de mens openbaarden zich de eerste gevallen van dit virus in 1976 in Soedan en in het voormalige Zaïre. In Soedan werden 284 personen ziek, van wie er 150 overleden. In Zaïre werden 318 mensen door het virus besmet, voor 90 procent van hen met dodelijke afloop. Afgezien van enkele verspreide gevallen en relatief kleine uit braken, deed zich alleen nog in 1995 in Kikwit, Zaïre, een ern stige epidemie voor, waarbij van de 315 patiënten er 244 overleden. De laatst bekende gevallen van infectie met het ebola-virus werden in 1996 in Gabon gerapporteerd. Voor de ze virusziekte bestaat nog geen geneesmiddel. Een epidemie is alleen te bedwingen door be smette personen in quarantai ne te plaatsen. FRED VERMEER Wim Becude (45) mag naar huis. Maar wel na drie huid transplantaties, behandeling met zalfjes en het pijnlijke da gelijkse schoonmaken van zijn wonden. Wim is een van de vijftienhonderd slachtoffers die jaarlijks in een brandwonden centrum of ziekenhuis belan den. Dat is veel, om nog maar te zwijgen over de ruim dertien duizend patiënten die zich poli klinisch laten behandelen. Dit aantal moet omlaag, vindt de Nederlandse Brandwonden Stichting. Daarom heeft ze on langs het boekje De Brandwon- denwijzer uitgegeven om brand en brandwonden te voorko men. Dat is nog altijd beter dan genezen, blijkt uit de zorg en vooral tijd die nodig is om een wond te laten helen. En dan zijn er vaak nog de littekens, zo wel lichamelijk als psychisch, die menig slachtoffer zijn hele verdere leven met zich mee draagt. Vijftien procent van alle slacht offers loopt brandwonden op door vuur, maar ook bepaalde vloeistoffen of electrische appa raten kunnen gevaar opleveren. „Je hebt er geen idee van wat er allemaal moet gebeuren om een brandwond zo goed moge lijk te genezen", zegt Wim, die door een bedrijfsongeval derde graads brandwonden opliep aan arm en schouder. Hij heeft zes weken in het brandwon dencentrum van het Zuiderzie kenhuis in Rotterdam moeten doorbrengen. „De genezing van mijn wonden gaat nu aardig de goede kant op. Na drie opera ties begint nu het revalideren." Eenmaal in de week zal hij nog terug moeten naar Rotterdam om zijn wonden te laten behan delen. Tweemaal in de week gaat hij in therapie om zijn arm weer wat beter te kunnen be wegen. En dan is het nog maar de vraag in hoeverre de litte kens zullen genezen. De Nederlandse Brandwonden Stichting is een kleine organisa tie, afhankelijk van giffen. Zij wordt niet gesubsidieerd. In Beverwijk is het kantoor van de stichting gevestigd, met daar aan gekoppeld het brandwon dencentrum. Wat veel mensen niet weten is dat er naast dat centrum nog twee andere brandwondencentra in Rotter dam en Groningen zijn. „Bij brandwonden denkt men altijd direct aan Beverwijk", zegt Jos de Vries, verpleegkundige in het centrum van Rotterdam. „Ter wijl we groter zijn dan Bever wijk en zelfs één van de groot ste centra in Europa." Veertig verpleegkundigen wer ken in het brandwondencen trum in de Maasstad, waar het momenteel erg rustig is. „We hebben nu vier patiënten", meldt De Vries. „Dat is relatief gezien niet veel. Maar er is geen bepaalde tijd aan te wijzen waarin het erg druk is. Bij inci denten, zoals vliegrampen, kunnen we plotseling een aan tal spoedgevallen tegelijk krij gen. Maar meestal gaat het om ongelukken die overal en altijd kunnen gebeuren en niet aan een tijd gebonden zijn." (De Brandwondenwijzer is ver krijgbaar bij de apotheek voor 9,95 gulden) REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINGA 023-- Gezonde borrel Dat een borrel op zijn tijd goed is voor het hart, wisten we al. Maar pas nu is ontdekt hoe dat komt. Alcohol stimu leert het enzym paraoxanase dat dichtslibbing van de ade ren voorkomt, zo heeft voedingskundige Martijn van der Gaag ontdekt. De onderzoeker van de universiteit Wage- ningen liet mannen van middelbare leeftijd twaalf weken lang dagelijks vier glazen rode wijn, bier of jenever drin ken. Tijdens het experiment hield hij een aantal lichaanu functies in de gaten. Een daarvan was het enzym pa raoxanase. Alcohol blijkt dit enzym aan te zetten tot grote re activiteit. „Een eenvoudige ontdekking met grote gevol iCcld gen", meent Van der Gaag. „Want nu is immers bekend hoe alcohol dichtslibbing van aderen voorkomt." Hart ziekten worden veroorzaakt door transporteiwitten HDL en LDL, waaraan onder meer vetten en cholesterol zich binden. Naarmate er meer HDL eiwitten in het bloed zit ten wordt de kans op hart en vaatziekten lager. Reden is dat deze eiwitsoort als een vuilniswagen de verzamelde cholesterol afvoert naar de lever. Door matig alcoholge bruik wordt het HDL gehalte verhoogd. Sinds kort is be kend dat HDL de kans op dichtslibben ook op een andeti manier verkleint. Deze transporteiwitten beschermen ve linistt moedelijk de LDL eiwitten tegen aantasting. En bescha- eer wi digde eiwitten zijn een risico voor hartaandoeningen. Vai oor der Gaag: „Die beschermende werking komt door het en meter zym paraoxanase, dat was bekend. Maar niemand kwam P^' op het idee te kijken of alcohol effect heeft op dat enzyni Pric,lt re sta igina orei anc oni[ Slecht zien tud< Kinderen die te vroeg worden geboren hebben een ver hoogde kans om blind of slechtziend te worden. In de ei ste maanden na de geboorte kan prematurenretinopath 1 (ROP) optreden, een aandoening van het netvlies, die de ontwikkeling van het zien bedreigt. Bij kinderen die te vroeg worden geboren is de ontwikkeling van het netvlie n fcji nog niet voltooid. In de jaren daarna kunnen andere pro blemen optreden, zoals scheelzien, een lui oog of de mers noodzaak van een bril. Het hoogste risico lopen kindere |vencj die voor de 32e week van de zwangerschap zijn geboren me Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een onderzoek vj n drs. Nicoline Schalij-Delfos (Universiteit Utrecht). Het y'.^ aantal kinderen dat door ROP blind of slechtziend wordi n{enj stijgt nog steeds. In een vroeg stadium kan deze aandoe r ning met succes worden behandeld. Schalij-Delfos pleil dan ook voor om alle te vroeg geboren kinderen op de leeftijd van 1 jaar te onderzoeken. Bovendien blijkt het middel surfactant, dat wordt gebruikt bij te vroeg gebori kinderen om de ontplooiing van onrijp longweefsel te bi vorderen, ROP af te remmen. Schalij-Delfos voorziet ini rkp toekomst een toename van het aantal kinderen met oog afwijkingen, omdat door de voortschrijdende techniek steeds jongere kinderen in leven worden gehouden. kann Roken en seks Mannen die roken hebben minder seks en bovendien g rc nieten ze er minder van dan niet-rokers. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in het tijdschrift New Sciem J Panayiotis Zavos van de universiteit in Lexington, Ken tucky vroeg paren die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergingen naar hun seksleven. Daarbij werden de on dervraagden gesplitst in rokers en niet-rokers. Niet-roki hadden per maand gemiddeld twaalf keer gemeenscha! m met hun partner en waardeerden dat met een cijfer ne ^0I gen. Maar mannen die meer dan dertig sigaretten per d opstaken, hadden slechts zes keer per maand seks en g;na J yen de beleving een cijfer vijf. „Gifstoffen in tabak word opgeslagen in de testikels. Mogelijk dat hierdoor het m; IN G neüjk hormoon testosteron wordt aangetast", denkt Zavos. Permanente lens je 30 dagen onafgebroken kunt dragen. Je slaat ermeeo en je gaat ermee naar bed. Dat kan allemaal volgens de brikant omdat de lens is gemaakt van speciaal material waardoor er meer zuurstof en traanvocht in de lens wo opgenomen. En de oppervlakte van de lenzen is zo be handeld dat er minder vuil wordt afgezet. PUZZEL Kruiswoord-min-een Niet het gevraagde woord invullen, maar een woord dat bestaat uit de letters van het gevraagde woord in dezelfde volgorde min 1 letter. (B.v. Omschrijving "dierenverblijf" Antwoord zou zijn "stal", maar ingevuld moet worden "sta"of "tal". Welke van die twee het moet worden, moet blijken uit de kruisende woorden.) Horizontaal: 1. Bevrachten; 4. brandvrije bewaarplaats; 7. schaaldier; 9. weg; 10. dashond; 11. gesloten; 13. vrucht; 14. prent; 17. rivier in Frankrijk; 18. koude valwind; 19. serie; 21. stapel brandhout; 24. keten; 26. afgelegen; 27. ruim binnenwater; 29. echtgenoot; 30. verlosser; 32. trillen; 33. bloeimaand. Verticaal: 1. Hanger in een klok; 2. scheepsvloer; 3. vogelverblijf; 4. waterplant; 5. asvaas; 6. ruimtelijk; 8. klimwerktuig; 11. zitje bij een café; 12. tussenzetsel; 13. energie; 15 opnieuw; 16. houten bijenkorf, 17. schijf; 19. troep herten; 20. grasland; 22. deel v.d. vinger; 23. plek; 25. zwemvogel; 27. lichaamsdeel; 28. gordel; 30. herkauwer; 31. knaagdier Oplossing van zaterdag: HORIZONTAAL: 1 Dpa; 4 hik; 6. mokka; 9. parking; 11. ai; 12. kee; 13. er; 15 lama; 17. Rome; 19. dna; 20. rat; 21. rins; 23 pali; 24. as; 25. Ino; 27. eg; 28. trainen; 32. Amati; 34. wei; 35. nol. VERTICAAL: 1 De; 2. ama; 3. ikke; 4. Han; 5. ko; 7. orka; 8. kier; 9. pianist; 10. gemalen; 11. aldra; 14, retig; 16. man; 18. ora; 22. Siam; 23. pont; 26. Nias; 29. rai; 30. ein; 31. nw; 33. el. J/J BEMT P/£ LEl/EE /Kr BEHBET/B£NE/£ H Je W&T WEL. VAM HET HIPS HOTEL!! /B BE,V cSSSV BIPS- BAt1997 /B ESA/ &EEAV B£BB/E Ml EB BET B/PS BOTEL PA* BOM IB B00/T urbaa sle< eriui.; delijk daar zij h len c ■ikasj linde Ren wi het 1 25 o kunn spij [n. Da klima F wil crete de elka; derde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 28