OM In 'Zee-Binnen' verliest verstand het van gevoel Journalistieke reis wordt queeste naar innerlijke groei Biografie van H. Marsman is de geschiedenis van een ontluistering Boeken riljanf proza van Charlotte utsaers vaak behoorlijk dof tigende Zaag helpt dichten Om Zeep ©AG 16 OKTOBER 1999 ,Y5 EN VERHALEN RECENSIE "HANS WARREN/GPD Mutsaers. Zeepijn, 256 pag., Efd Uitgeverij Meulenhoff Prijs 39,90 vrouwen die geen af kunnen nemen van hun iheid. Wanhopig probe er mooi te blijven uit- [aar onvermijdelijk komt dat hun sexy kleding al- og belachelijk is, dat die nolle make-up een dwaas wordt. Zo zijn er ook at schrijvers die proberen one schijn op te houden, indruk willen wekken dat even boeiend zijn als [de reputatie wil. lotte Mutsaers (geb. die volgend jaar de Haar- [acobus van Looyprijs ubbeltalenten krijgt, be ar literaire loopbaan met end en speels werk. Al iele poos probeert ze achtig vol te houden dat minder origineel, spran- en fantasievol is als r. Maar die facade over- iet meer, achter het ver in geestigheid zie je nog- aanstellerij. Veel van dat iamd briljante proza i feite behoorlijk dof. de wervelend bedoelde, onuitstaanbaar uitgeval eken Rachels rokje en jam is er nu Zeepijn. Een ke verzameling opstellen boezemingen die samen (portret moeten vormen nand die het publiek wil bewijzen dat zij o zo'n ante schrijfster is. Som- lanbidders kunnen nog (stand van hun oude lief- ïen ook, zoals de recen- ten zien. Jammer alle- rant in haar nieuwe boek streert ze een paar keer al die geforceerde aan- kheid, die opsmuk van gedoe helemaal niet :eeft. jn is een boek vol be togen over dennenbo- en kerstmis. Charlotte ;rs zegt bijna een bundel :t op hoe apart ik weer len. Wanneer je dan haar in essay over jacht en ja- est, moet je vaststellen houding beneden haar gheid is. In het stuk po- ze nu eens niet, maar CHARLOTTE MUTSAERS schrijft ze helder over iets wat haar écht ter harte gaat. 'Nog steeds loopt het water me uit de mond als ik wildbraad ruik', be kent te. Omdat hunters buffers plegen te zijn, beheerst ze zich desondanks. Ze legt uit waarom ze tegen de jacht is en weerlegt alle argumenten waar jagers zich van bedienen. Ook Wee moed onverklaarbaar, over alle verschijnselen waardoor de we reld onttoverd kan raken, is een geslaagd essay. Verder is Zeepijn met al die gewilde dennengeur en opge legde kerstsfeer voornamelijk vervelend. Het begon allemaal met een zout-, peper- en mos- terdstel in de vorm van een vis met daarop een geschilderde dennentak. Wat moest die tak daar? Deze vraag houdt haar een boek lang bezig, wendt ze voor. Vanwege Le Carnet du bois de pin van Francis Ponge reist ze naar een bos in Frank rijk. Ze zoekt ook bij allerlei an dere schrijvers naar dennen en kerstmis. Gerrit Krols proza heeft 'een hoog dennengehal te'. Oostende is 'de koningin der kerststeden'. Zij heeft via de dennenboom rekenen en teke nen geleerd, beweert ze. Maar achter al die dennen takken en kerstbomen dringt Charlotte Mutsaers zich na drukkelijk te voorschijn. Met een blik waarin besloten ligt: wie is de leukste en de lenigste schrijver van het land? Een vraag waarop het antwoord he laas pijnlijk is. v\f. POËZIE RECENSIE JAN KUYS jubileumeditie van het literaire De Zingende Zaag door George Uitgeven) De Zingende Zaag, Oplage 1000. Prijs 25,00. 'aait Om Zeep in de jubi- !ie van het literaire tijd- e Zingende Zaag. Re- ontwerper en beden- jic iorge Moormann heeft tien jaar en 25 edities ivetensvraag gesteld. Hoe j t is poëzie? Zijn gedich- -hijn of werkelijkheid? v£ a gedachten als zeep uit iel len? otf6ste editie van De Zin- bestaat uit een doos met op de zijkan- 1 rondgeschreven motto. }t iets als 'de zeldzame ifken waarop de poëzie ifschóont, zich naakt en 'ied prijsgeeft om een niets'. De deksel ver twee keer het opschrift ar -'-P. waarbij de O figu- k middelpunt van de ti- woorden 'schuld' en fld' flankeren in kleine ie O. en vindt de beschouwer entg op de omslag van htbundel met elf gedich- Margriet de Moor en het gevaarlijke leven in de Bollenstreek ten van George Moormann. Voorts bevat de doos een zwart zeepje met aan de ene kant het opschrift 'schuld' en aan de an dere kant 'onschuld'. De verwij zing naar 'om zeep helpen' is onmiskenbaar. Allesoverheersend kenmerk van De Zingende Zaag is dat het kunst en poëzie in elkaar wil laten opgaan. De vormge ving vloeit voort uit de gedich ten, die op hun beurt vingerwij zingen geven naar de vormge ving. Alles in elke editie van het tijdschrift heeft een functie en een associatie. Aan de lezer is het te ontdekken hoe de won derlijke poëziewereld van De Zingende Zaag in elkaar steekt. Wie de gedichten van Moor mann volgt, signaleert de wor steling van de dichter met 'schuld en onschuld'. Of beter: met zin en onzin. Het is de twij fel van iedere kunstenaar, die zich afvraagt in hoeverre zijn werk bijdraagt aan het beïn vloeden van de samenleving - Moormann wil weten of zijn ge dachten de werkelijkheid ver anderen. Maar die zekerheid krijgt hij nooit. Gedachten glip pen namelijk als zeep uit je handen. ROMAN RECENSIE WIM VOGEL Margriet de Moor. Zee-Binnen. Roman 151 blz gebonden Uitgeverij Querido Prijs 37,50. De zes boeken die Margriet de Moor tussen 1988 en '96 publi ceerde, leverden haar evenzo- vele prijzen en nominaties op. Een ongekend succes voor een auteur maar ook voor de litera tuur. Spectaculair zijn haar boeken namelijk nooit. Ze ver oorzaken geen hype, geen rel. Wel zijn ze goed geschreven, verschillend van inhoud - maar thematisch zeer verwant. Bij Margriet de Moor is ieder mens een raadsel en in ieder raadsel schuilt een verhaal. Haar nieu we roman Zee-Binnen wijkt daar niet vanaf. Het is een intri gerende, intelligente vertelling over gewone mensen die tot hun verbijstering ervaren dat ook zij ingewikkelder in elkaar zitten dan zijzelf dachten. En natuurlijk verliest ook hun ratio het van de emotie. 'Want, leven is heel gevaar lijk...' die constatering van Gui- naraes Rosa introduceert als motto de op het eerste gezicht risicoloze levens van de drie hoofdpersonen: dierenarts Vin cent Lukas, zijn vrouw Noor en hun Noordwijkse plaatsgenote Gemma Meetiwenoord-van Rijn. Als er al gevaar op de loer ligt, dan is het de Oude Zeeweg waar elk jaar opnieuw doden vallen. Onbegrijpelijk overi gens: de weg is goed onderhou den zonder obstakels van bo men en toch klinken in de ro man voortdurend de sirenes, zien we zwaaiende politielich- ten en eist de weg als een klas sieke vertoornde god zijn prooi. Die weg kan niet anders dan als een metafoor voor het leven zijn bedoeld. Het motto inter preteer ik dan ook eerder als een aanmoediging dan als een waarschuwing. Want wat betekent ongevaar lijk leven? 'Onder het allerbe langrijkste in je leven wettig en duurzaam een streep' zetten, met het treurige gevolg dat 'Harten, bestemd tot allerlei moois, hun beste talenten (ver spillen) aan het afwikkelen van gespreksstof.' Als Vincent Lu- kas, na een veertienjarig geluk kig maar nauwelijks spannend huwelijk, 's avonds laat op straat een agendaatje vindt en daarin leest dat de eigenaresse ervan een paar dagen later hem als dierenarts zal consulteren, geeft hij toe aan de 'niet te be dwingen impuls (zich) in de diepte te storten'. Letterlijk leeft hij daarna met een verborgen agenda die eerst zijn dromen en zijn verlangens voedt, maar later ook leidt tot heimelijke be zoekjes en nachtelijke pret. En hoewel er overal gevaar en ver raad dreigt, is er niemand die er iets van merkt. Niemand die alarm slaat, niemand die in de gaten heeft dat in twee levens een paar details door een klein incident een beetje verschuiven waardoor twee mensen zich rücksichtlos overgeven aan hun gevoelens. Een venijnige rol is wegge legd voor de alwetende vertel ler. Dat bent u namelijk en ik en al die andere lezers. Wij, die enerzijds fungeren als bedenke lijke voyeurs van geheime, ver borgen hartstochten maar an derzijds als verteller ook alles bedenken en daarmee ook ge confronteerd worden met eigen gevoelens en verlangens. Het is dit geraffineerde spel dat van Zee-Binnen een gevaarlijk boek maakt, zoals het motto overi- Margriet de Moor Zee-Binnen Quehdo gens al aankondigde. Bij echte literatuur is dat overigens altijd het geval. Zee-Binnen speelt zich af in de Bollenstreek, dat wat saaie en lege land tussen Hilegom en Leiden. Er staan van die grote, oude bakstenen huizen, zeer geschikt voor 'ware familiero mans, nu eens overlopend van drama, dan weer een beetje ba naal...' Een eenzaam land, vind ik het, waar weinig lijkt te ge beuren. Een paar weken in het voorjaar bloeit en bruist het daar, dan trekt het corso erdoor en komen de mensen naarbui- ten. Margriet de Moor koppelt dat corso, de familiedrama's in die huizen en bollenschuren en die bijna banale liefde nadruk kelijk aan hun land van her komst. Zee-Binnen is mede daardoor een prachtige, even wichtige roman. Warm aanbe volen, ook voor lezers buiten de Bollenstreek. Jaap Goedegebuure is niet een echte verteller Hendrik Marsman: 'diepgewortelde ambivalentie'. BIOGRAFIE/BRIEVEN RECENSIE NOP MAAS Jaap Goedegebuure, Zee, berg, rivier. Het leveri van H. Marsman. De Arbeiderspers. Prijs 59,90. Tussen twee generaties, Briefwisseling A Roland Holst en H. Marsman (1922-1940). Bezorgd door H.T.M. van Vliet. Letterkundig Museum. Prijs 55,-. Op voorhand lijkt H. Marsman (1899 - 1940) een bijzonder geschikte figuur als onderwerp voor een biogra fie. Toen hij in 1924 met de bundel Verzen debuteerde, was dat een ge beurtenis in de literatuur. Marsman gaf de Nederlandse poëzie aansluiting bij de moderne - vooral Duitse - dichtkunst. Hij werd in één klap de leider van de jongeren, een positie die hij uitbouwde door de publicatie van een stroom geharnaste manifesten en recensies. In de volgende jaren speelde hij een vooraanstaande rol in het literaire le ven. Hij onderhield relaties met alle beroemde auteurs uit het interbellum, met Slauerhoff, A. Roland Holst, J.C. Bloem en E. Du Perron. Hij leefde het ideologische leven van zijn tijd mee in het bestuderen van anarchisme (via zijn vriend Lehning), de lectuur van Nietzsche en Spenglers Ondergang van het Avondland-, hij flirtte met het katholicisme en het fascisme (maar verwierp deze twee uiteindelijk). Met Nederland onderhield hij een haat-liefde-verhouding. In het per soonlijke leven grossierde hij in ver houdingen (met onder andere Char ley Toorop en Bep de Roos, de latere echtgenote van Du Perron) en - top punt van romantiek - hij overleed op betrekkelijk jeugdige leeftijd toen in juni 1940 het schip zonk waarmee hij naar Engeland wilde. Niemand is een groot man in de ogen van zijn kamerdienaar en bio grafen streven ernaar even goed geïn formeerd te raken als dergelijke fiinc- tionarissen. Ook Jaap Goedegebuure ontkomt er in zijn Marsman-biografie niet aan het 'menselijke, misschien wel al te menselijke' van Marsman te laten uitkomen. De literaire leider van de jongeren, de opper-vitalist, was een twijfelaar, die onderhevig was aan depressies en die voortdurend wor stelde met periodes van creatieve on macht: die tien jaar lang wanhopig en tevergeefs probeerde een prozaschrij ver te worden; die in zijn onzekerheid steeds meer afhankelijk werd van lite raire mentoren als Roland Holst en Du Perron. Volgens Goedegebuure laat Marsmans biografie een gefor ceerde ontwikkeling zien: 'Het is alsof je iemand met grote hardnekkigheid tegen de stroom op ziet roeien. Rivie ren gaan van het gebergte naar de zee, maar hij wilde met alle geweld de an dere richting uit. Zijn aanvankelijke hang naar het overzeese paradijs kwam voort uit een diepgewortelde ambivalentie: angst voor en verlangen naar het avontuur, de vrouw, en ten slotte ook de dood.' Toen Marsman zijn ambivalentie doorzag, regeerde de angst en ging hij op zoek naar hou vast in fascisme en katholicisme om zich uiteindelijk over te geven aan de natuurlijke loop der dingen. Het is voor een deel een ontluiste rend beeld dat Goedegebuure van Marsman schetst. Maar de geschiede nis van een ontluistering kan wel de gelijk een boeiend boek opleveren. Deze biografie van Marsman is echter een beetje taai en saai. Dat komt on der andere door het feit dat voor be paalde levensperiodes maar weinig materiaal voorhanden is. Maar het ligt toch ook aan de omstandigheid dat Jaap Goedegebuure niet een echte verteller is. Al die vrouwen in Mars mans leven bijvoorbeeld willen onder zijn pen maar niet tot leven komen. Het lijkt wel alsof hij niet echt losge komen is van de dissertatie (Op zoek naar een bezield verband) waarin hij in 1981 de literaire en maatschappelij ke opvattingen van Marsman be schreef. Deze biografie is een degelijk, informatierijk geheel, maar ze is meer een studieboek dan een leesboek. Tegelijk met de biografie van Mars man verscheen een uitgave van de correspondentie tussen A. Roland Holst en Marsman, althans van het deel daarvan dat bewaard gebleven is. De brieven geven vele details over het literaire leven tussen de twee wereld oorlogen. Als redacteur van De Gids probeerde Roland Holst - hoewel van een oudere generatie - de jongeren een publicatieplatform te bieden. Daarvoor moest hij heel wat tegen stand overwinnen van zijn medere dacteuren, doorgaans Leidse profes soren. De relatie tussen Roland Holst en Marsman wordt allengs vriend- schappelijker, niet in de laatste plaats waarschijnlijk omdat ze elkaar begrij pen in hun vaak langdurige creatieve blokkades. Deze brieven bevatten ook nogal wat informele uitlatingen die correspondenties zo vaak aantrekke lijk maken. Zo spreekt Roland Holst in verband met P.N. van Eyck bijvoor beeld van 'stopverfproza' en geeft hij deze messcherpe karakteristiek van J.C. Bloem: 'Blijkens enkele uitlatin gen schijnt hij het voornemen te heb ben gehad, mij achter te laten in de stellige overtuiging, dat het jonge meisje dat niet in zijn bed wil komen liggen nog geboren moet wórden. Hij slaagde niet. Ik nam mij voor hem wat zelfironie bij te brengen, en slaagde nog veel minder.' Elle Eggels in nieuw boek 'Het Godencomplot' in de ban van de maya's LITERATUUR INTERVIEW THEO HAKKERT/GPD Elle Eggels. Het Godencomplot 254 blz., Uitgeve- nj Vassallucci. Prijs 39,90 (gebonden). ,,Heel anders, hè," zegt Elle Eggels terwijl ze de koffiebekers op tafel zet. Ze doelt op haar boek Het Godencom plot. En dat is inderdaad niet zoals haar debuut Het huis van de zeven zusters een Limburgse streekroman geschreven in Latijns-Amerikaanse stijl, maar 'een spiritueel reisverhaal' dat grotendeels is gebaseerd op Eg gels' eigen leven. Het boek is volgens de achterflap 'vooral geen roman', al zitten er wel roman-achtige trekjes in. Zo mogen we de vrouw in het boek niet zo maar gelijkstellen aan Elle Eg gels zelf. „Natuurlijk ben ik het, maar ook weer niet." De bizarre reis die ze beschrijft en die in werkelijkheid op Koninginne dag 1996 begon, maakte zo'n diepe indruk op haar dat ze afstand moest scheppen om erover te kunnen schrij ven. „Ik moest loskomen van het ver haal, los van al die details. Pas toen ik afstand nam van de vrouw in het ver haal, kon ik aan het werk." Hoe zat het ook weer met Elle Eg gels? Was zij niet de vrouw die van de ene op de andere dag haar zekere be staan in de journalistiek opgaf en op goed geluk naar Midden-Amerika trok met de belofte dat ze ooit die ene ro man ging schrijven? Dat was zij inder daad, en die ene roman kwam er ook: Het huis v(in de zeven zusters. Het werd een groot succes. In Nederland gingen meer dan 50.000 exemplaren over de toonbank en er staan vertalin gen op stapel in landen als Amerika, Frankrijk, Duitsland en Engeland. Ze kan daarmee een lange neus ma ken in de richting van een aantal Ne derlandse critici dat Het huis van de zeven zusters neersabelde. Er werd zelfs gesuggereerd dat het boek gro tendeels door de uitgever was ge schreven. „Op die kritiek had ik wel gerekend. Ik wilde een boek schrijven in Zuid-Amerikaanse stijl. Voor mijn gevoel was dat gelukt. Ach, het is toch nooit goed. Of je wordt verweten dat je niet vernieuwend bent, of je komt met wat anders en dan krijg je het ver wijt dat het geen literatuur is. Ik zit er niet mee." In Het Godencomplot balt Elle Eg gels (53) in drie maanden een reis sa men die in werkelijkheid langer duur de. Ze neemt ons mee door Guatama- la en Mexico op een in aanvang jour nalistieke reis die langzaam transfor meert in een queeste naar innerlijke groei. Ze treft ter plekke een bonte stoet mensen aan die elk met een ei gen reis naar hun innerlijk bezig zijn. Een van hen, de Amerikaanse foto graaf Nelson, groeit uit tot haar grote liefde. Leidraad is de oude Maya-cul tuur waarvan in die contreien nog tastbare overblijfselen aanwezig zijn. Eggels ging zelf helemaal op in die wereld, maar ze schrijft er met gepas te ironie en relativerende humor over. Ze laat de zwevende new-agers in hun waarde. Niet in de laatste plaats om dat ze zelf veel ziet in de boodschap van de Maya's. Eggels: „Ik ben een pa troon gaan zien. Ik kwam overal Maya's tegen, ook in mijn dromen. Ik moest daar iets mee. Achteraf be schouwd ben ik niet met de cultuur van de Maya's bezig geweest, maar met de boodschap." De vrouw in het boek reist naar Midden-Amerika om reportages te schrijven. Ze laat zich leiden door het toeval. Een abusievelijk bij haar be zorgde fax ziet ze als een teken en ze besluit naar het adres te reizen dat in de fax vermeld staat. „Tja, het toeval. Het toeval zie je altijd achteraf. Soms denk je dat iets wel een reden zal heb ben en dan ga je op die reden zitten wachten. Ik miste een bus, iemand nam me mee. Later miste ik weer een bus, dan denk je dat er wel weer wat zal gebeuren. Maar dan blijkt dat je gewoon op de volgende bus moet wachten." Het boek is doortrokken van de Maya's. Het Godencomplot bestaat uit dertien hoofdstukken, omdat de Maya's telden tot dertien. Boven elk van de hoofdstukken staat een Maya- cijfer dat correspondeert met een be paalde kracht en energie. Eggels is bo vendien een warm pleitbezorger van de invoering van de Maya-kalender, waarin een jaar uiteraard uit dertien maanden van elk 28 dagen bestaat. „Die ene dag extra, de 365e, is een ge schenk van de goden. Leef je volgens die kalender, dan gaan je cellen an ders vibreren. Met dertien maal 28 da gen leef je in harmonie met de natuur en de kosmos." Ze gelooft sterk in het Maya-princi pe van gelijkheid: In Lakech. 'Ik ben jij, jij bent ik, jij bent mijn andere ik.' Eggels: „Je moet je 'ik' oplossen. Met dat idee van een sjamaan in het boek ben ik erg bezig geweest. Ego leidt tot macht. Bij macht wil je dat mensen naar je opkijken, maar dan ontstaat meteen de angst dat dat voorbij gaat. Je gaat vervolgens mensen kleineren en vernederen om ze in de positie te houden dat ze naar je blijven opzien. Macht is vooral de angst om macht te verliezen." Door de reis is ze gegroeid, zegt ze. „Ik heb door de reis afstand kunnen nemen van alle ideeën over hoe je le ven moet. Carrière maken, veel geld op de bank hebben, het zal allemaal wel. De familie van de vrouw in het boek is verzonnen. Ze heeft zich kun nen losrukken. Net als ik. Je laat je oh zo snel manipuleren door anderen. Daar ben ik los van gekomen. Ik kom veel meer aan mezelf toe." Van politiek heeft ze zich verre ge- Elle Eggels: „Macht is vooral de angst om macht te verliezen." FOTO CPD JORIS DEN BLAAUWEN houden. Geen toespelingen in haar boek op de politieke en sociale onrust in Midden-Amerika. „Ik ben niet maatschappij-kritisch, nee. Ik heb me overal buiten gehouden. Het is ook zo ingewikkeld. Je hebt wel eens journa listen die drie weken zo'n land bezoe ken en dan al menen te weten hoe het zit. Onmogelijk. Er zitten zo veel kan ten aan een zaak. Ik raakte er steeds meer in de war." Het meest kritisch is ze nog over de reisgidsen waarin voortdurend op de gevaren van een verblijf in Zuid- en Midden-Amerika wordt gewezen. „Ze waarschuwen zelfs tegen ijsblokjes, omdat het ingevroren water bedorven of smerig zou zijn. Maar in Mexico worden ijsblokjes gemaakt van water dat gezuiverd in speciale zakken uit de fabriek komt. Mexico is, in ieder geval in de steden, een geciviliseerd land hoor!" Haar relatie met Latijns-Amerika is een blijvende. Ze komt er regelmatig en ze heeft een huis in de Amerikaan se staat New Mexico. „Hier ben ik schrijfster, ginds ben ik Elly, zoals ze me daar noemen. Je wordt er gewoon genomen zoals je bent. Ik rijd daar rond in een oude Audi. Mijn design- vriendjes moesten me eens zien." In Nederland woont ze nu nog in 't Gooi, maar niet lang meer. „Door Het huis van de zeven Zusters heb ik Limburg herontdekt. Ik heb de roman geschre ven met in mijn achterhoofd het Lim burg zoals ik het me herinnerde. Later ben ik gaan kijken naar wat er nog was. Veel is verdwenen, maar de na tuur is er nog. Ik merk na dertig jaar dat ik er thuishoor. Ik heb mijn roots niet in Amsterdam of 't Gooi, maar daar. Ik moest er een boek voor schrij ven om dat te ontdekken." Het huis van de zeven Zusters heeft veel losgemaakt in Limburg. Lezers gingen meteen op onderzoek uit of het boek wel klopte met de werkelijk heid. „Maar er zijn vooral veel verha len losgekomen die anders verloren waren geweest." Ze verzamelt ze en ze zal straks in Limbuïg proberen nog meer verhalen los te peuteren. „Ik wil een kroniek gaan schrijven. Marquez achterna. Hij is ook met een dun boekje begonnen en later heeft hij al die verhalen bij elkaar gebracht in een dik boek: Honderd jaar eenzaamheid. Die kant ga ik ook op."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 37