OM
In 'Zee-Binnen' verliest verstand het van gevoel
Journalistieke reis wordt queeste naar innerlijke groei
Biografie van H. Marsman is de
geschiedenis van een ontluistering
Boeken
riljanf proza van Charlotte
utsaers vaak behoorlijk dof
tigende Zaag helpt
dichten Om Zeep
©AG 16 OKTOBER 1999
,Y5 EN VERHALEN RECENSIE
"HANS WARREN/GPD
Mutsaers. Zeepijn, 256 pag.,
Efd Uitgeverij Meulenhoff Prijs
39,90
vrouwen die geen af
kunnen nemen van hun
iheid. Wanhopig probe
er mooi te blijven uit-
[aar onvermijdelijk komt
dat hun sexy kleding al-
og belachelijk is, dat die
nolle make-up een dwaas
wordt. Zo zijn er ook
at schrijvers die proberen
one schijn op te houden,
indruk willen wekken dat
even boeiend zijn als
[de reputatie wil.
lotte Mutsaers (geb.
die volgend jaar de Haar-
[acobus van Looyprijs
ubbeltalenten krijgt, be
ar literaire loopbaan met
end en speels werk. Al
iele poos probeert ze
achtig vol te houden dat
minder origineel, spran-
en fantasievol is als
r. Maar die facade over-
iet meer, achter het ver
in geestigheid zie je nog-
aanstellerij. Veel van dat
iamd briljante proza
i feite behoorlijk dof.
de wervelend bedoelde,
onuitstaanbaar uitgeval
eken Rachels rokje en
jam is er nu Zeepijn. Een
ke verzameling opstellen
boezemingen die samen
(portret moeten vormen
nand die het publiek wil
bewijzen dat zij o zo'n
ante schrijfster is. Som-
lanbidders kunnen nog
(stand van hun oude lief-
ïen ook, zoals de recen-
ten zien. Jammer alle-
rant in haar nieuwe boek
streert ze een paar keer
al die geforceerde aan-
kheid, die opsmuk van
gedoe helemaal niet
:eeft.
jn is een boek vol be
togen over dennenbo-
en kerstmis. Charlotte
;rs zegt bijna een bundel
:t op hoe apart ik weer
len. Wanneer je dan haar
in essay over jacht en ja-
est, moet je vaststellen
houding beneden haar
gheid is. In het stuk po-
ze nu eens niet, maar
CHARLOTTE
MUTSAERS
schrijft ze helder over iets wat
haar écht ter harte gaat. 'Nog
steeds loopt het water me uit de
mond als ik wildbraad ruik', be
kent te. Omdat hunters buffers
plegen te zijn, beheerst ze zich
desondanks. Ze legt uit waarom
ze tegen de jacht is en weerlegt
alle argumenten waar jagers
zich van bedienen. Ook Wee
moed onverklaarbaar, over alle
verschijnselen waardoor de we
reld onttoverd kan raken, is een
geslaagd essay.
Verder is Zeepijn met al die
gewilde dennengeur en opge
legde kerstsfeer voornamelijk
vervelend. Het begon allemaal
met een zout-, peper- en mos-
terdstel in de vorm van een vis
met daarop een geschilderde
dennentak. Wat moest die tak
daar? Deze vraag houdt haar
een boek lang bezig, wendt ze
voor. Vanwege Le Carnet du
bois de pin van Francis Ponge
reist ze naar een bos in Frank
rijk. Ze zoekt ook bij allerlei an
dere schrijvers naar dennen en
kerstmis. Gerrit Krols proza
heeft 'een hoog dennengehal
te'. Oostende is 'de koningin
der kerststeden'. Zij heeft via de
dennenboom rekenen en teke
nen geleerd, beweert ze.
Maar achter al die dennen
takken en kerstbomen dringt
Charlotte Mutsaers zich na
drukkelijk te voorschijn. Met
een blik waarin besloten ligt:
wie is de leukste en de lenigste
schrijver van het land? Een
vraag waarop het antwoord he
laas pijnlijk is.
v\f.
POËZIE RECENSIE
JAN KUYS
jubileumeditie van het literaire
De Zingende Zaag door George
Uitgeven) De Zingende Zaag,
Oplage 1000. Prijs 25,00.
'aait Om Zeep in de jubi-
!ie van het literaire tijd-
e Zingende Zaag. Re-
ontwerper en beden-
jic iorge Moormann heeft
tien jaar en 25 edities
ivetensvraag gesteld. Hoe
j t is poëzie? Zijn gedich-
-hijn of werkelijkheid?
v£ a gedachten als zeep uit
iel len?
otf6ste editie van De Zin-
bestaat uit een
doos met op de zijkan-
1 rondgeschreven motto.
}t iets als 'de zeldzame
ifken waarop de poëzie
ifschóont, zich naakt en
'ied prijsgeeft om een
niets'. De deksel ver
twee keer het opschrift
ar -'-P. waarbij de O figu-
k middelpunt van de ti-
woorden 'schuld' en
fld' flankeren in kleine
ie O.
en vindt de beschouwer
entg op de omslag van
htbundel met elf gedich-
Margriet de Moor en het gevaarlijke leven in de Bollenstreek
ten van George Moormann.
Voorts bevat de doos een zwart
zeepje met aan de ene kant het
opschrift 'schuld' en aan de an
dere kant 'onschuld'. De verwij
zing naar 'om zeep helpen' is
onmiskenbaar.
Allesoverheersend kenmerk
van De Zingende Zaag is dat
het kunst en poëzie in elkaar
wil laten opgaan. De vormge
ving vloeit voort uit de gedich
ten, die op hun beurt vingerwij
zingen geven naar de vormge
ving. Alles in elke editie van het
tijdschrift heeft een functie en
een associatie. Aan de lezer is
het te ontdekken hoe de won
derlijke poëziewereld van De
Zingende Zaag in elkaar steekt.
Wie de gedichten van Moor
mann volgt, signaleert de wor
steling van de dichter met
'schuld en onschuld'. Of beter:
met zin en onzin. Het is de twij
fel van iedere kunstenaar, die
zich afvraagt in hoeverre zijn
werk bijdraagt aan het beïn
vloeden van de samenleving
- Moormann wil weten of zijn ge
dachten de werkelijkheid ver
anderen. Maar die zekerheid
krijgt hij nooit. Gedachten glip
pen namelijk als zeep uit je
handen.
ROMAN RECENSIE
WIM VOGEL
Margriet de Moor. Zee-Binnen. Roman
151 blz gebonden Uitgeverij Querido
Prijs 37,50.
De zes boeken die Margriet de
Moor tussen 1988 en '96 publi
ceerde, leverden haar evenzo-
vele prijzen en nominaties op.
Een ongekend succes voor een
auteur maar ook voor de litera
tuur. Spectaculair zijn haar
boeken namelijk nooit. Ze ver
oorzaken geen hype, geen rel.
Wel zijn ze goed geschreven,
verschillend van inhoud - maar
thematisch zeer verwant. Bij
Margriet de Moor is ieder mens
een raadsel en in ieder raadsel
schuilt een verhaal. Haar nieu
we roman Zee-Binnen wijkt
daar niet vanaf. Het is een intri
gerende, intelligente vertelling
over gewone mensen die tot
hun verbijstering ervaren dat
ook zij ingewikkelder in elkaar
zitten dan zijzelf dachten. En
natuurlijk verliest ook hun ratio
het van de emotie.
'Want, leven is heel gevaar
lijk...' die constatering van Gui-
naraes Rosa introduceert als
motto de op het eerste gezicht
risicoloze levens van de drie
hoofdpersonen: dierenarts Vin
cent Lukas, zijn vrouw Noor en
hun Noordwijkse plaatsgenote
Gemma Meetiwenoord-van
Rijn. Als er al gevaar op de loer
ligt, dan is het de Oude Zeeweg
waar elk jaar opnieuw doden
vallen. Onbegrijpelijk overi
gens: de weg is goed onderhou
den zonder obstakels van bo
men en toch klinken in de ro
man voortdurend de sirenes,
zien we zwaaiende politielich-
ten en eist de weg als een klas
sieke vertoornde god zijn prooi.
Die weg kan niet anders dan als
een metafoor voor het leven
zijn bedoeld. Het motto inter
preteer ik dan ook eerder als
een aanmoediging dan als een
waarschuwing.
Want wat betekent ongevaar
lijk leven? 'Onder het allerbe
langrijkste in je leven wettig en
duurzaam een streep' zetten,
met het treurige gevolg dat
'Harten, bestemd tot allerlei
moois, hun beste talenten (ver
spillen) aan het afwikkelen van
gespreksstof.' Als Vincent Lu-
kas, na een veertienjarig geluk
kig maar nauwelijks spannend
huwelijk, 's avonds laat op
straat een agendaatje vindt en
daarin leest dat de eigenaresse
ervan een paar dagen later hem
als dierenarts zal consulteren,
geeft hij toe aan de 'niet te be
dwingen impuls (zich) in de
diepte te storten'. Letterlijk leeft
hij daarna met een verborgen
agenda die eerst zijn dromen
en zijn verlangens voedt, maar
later ook leidt tot heimelijke be
zoekjes en nachtelijke pret. En
hoewel er overal gevaar en ver
raad dreigt, is er niemand die er
iets van merkt. Niemand die
alarm slaat, niemand die in de
gaten heeft dat in twee levens
een paar details door een klein
incident een beetje verschuiven
waardoor twee mensen zich
rücksichtlos overgeven aan hun
gevoelens.
Een venijnige rol is wegge
legd voor de alwetende vertel
ler. Dat bent u namelijk en ik en
al die andere lezers. Wij, die
enerzijds fungeren als bedenke
lijke voyeurs van geheime, ver
borgen hartstochten maar an
derzijds als verteller ook alles
bedenken en daarmee ook ge
confronteerd worden met eigen
gevoelens en verlangens. Het is
dit geraffineerde spel dat van
Zee-Binnen een gevaarlijk boek
maakt, zoals het motto overi-
Margriet
de Moor
Zee-Binnen
Quehdo
gens al aankondigde. Bij echte
literatuur is dat overigens altijd
het geval.
Zee-Binnen speelt zich af in
de Bollenstreek, dat wat saaie
en lege land tussen Hilegom en
Leiden. Er staan van die grote,
oude bakstenen huizen, zeer
geschikt voor 'ware familiero
mans, nu eens overlopend van
drama, dan weer een beetje ba
naal...' Een eenzaam land, vind
ik het, waar weinig lijkt te ge
beuren. Een paar weken in het
voorjaar bloeit en bruist het
daar, dan trekt het corso erdoor
en komen de mensen naarbui-
ten. Margriet de Moor koppelt
dat corso, de familiedrama's in
die huizen en bollenschuren en
die bijna banale liefde nadruk
kelijk aan hun land van her
komst. Zee-Binnen is mede
daardoor een prachtige, even
wichtige roman. Warm aanbe
volen, ook voor lezers buiten de
Bollenstreek.
Jaap Goedegebuure is niet een echte verteller
Hendrik Marsman: 'diepgewortelde ambivalentie'.
BIOGRAFIE/BRIEVEN RECENSIE
NOP MAAS
Jaap Goedegebuure, Zee, berg, rivier. Het leveri
van H. Marsman. De Arbeiderspers. Prijs 59,90.
Tussen twee generaties, Briefwisseling A Roland
Holst en H. Marsman (1922-1940). Bezorgd door
H.T.M. van Vliet. Letterkundig Museum. Prijs
55,-.
Op voorhand lijkt H. Marsman
(1899 - 1940) een bijzonder geschikte
figuur als onderwerp voor een biogra
fie. Toen hij in 1924 met de bundel
Verzen debuteerde, was dat een ge
beurtenis in de literatuur. Marsman
gaf de Nederlandse poëzie aansluiting
bij de moderne - vooral Duitse -
dichtkunst. Hij werd in één klap de
leider van de jongeren, een positie die
hij uitbouwde door de publicatie van
een stroom geharnaste manifesten en
recensies.
In de volgende jaren speelde hij een
vooraanstaande rol in het literaire le
ven. Hij onderhield relaties met alle
beroemde auteurs uit het interbellum,
met Slauerhoff, A. Roland Holst, J.C.
Bloem en E. Du Perron. Hij leefde het
ideologische leven van zijn tijd mee in
het bestuderen van anarchisme (via
zijn vriend Lehning), de lectuur van
Nietzsche en Spenglers Ondergang
van het Avondland-, hij flirtte met het
katholicisme en het fascisme (maar
verwierp deze twee uiteindelijk). Met
Nederland onderhield hij een
haat-liefde-verhouding. In het per
soonlijke leven grossierde hij in ver
houdingen (met onder andere Char
ley Toorop en Bep de Roos, de latere
echtgenote van Du Perron) en - top
punt van romantiek - hij overleed op
betrekkelijk jeugdige leeftijd toen in
juni 1940 het schip zonk waarmee hij
naar Engeland wilde.
Niemand is een groot man in de
ogen van zijn kamerdienaar en bio
grafen streven ernaar even goed geïn
formeerd te raken als dergelijke fiinc-
tionarissen. Ook Jaap Goedegebuure
ontkomt er in zijn Marsman-biografie
niet aan het 'menselijke, misschien
wel al te menselijke' van Marsman te
laten uitkomen. De literaire leider van
de jongeren, de opper-vitalist, was
een twijfelaar, die onderhevig was aan
depressies en die voortdurend wor
stelde met periodes van creatieve on
macht: die tien jaar lang wanhopig en
tevergeefs probeerde een prozaschrij
ver te worden; die in zijn onzekerheid
steeds meer afhankelijk werd van lite
raire mentoren als Roland Holst en
Du Perron. Volgens Goedegebuure
laat Marsmans biografie een gefor
ceerde ontwikkeling zien: 'Het is alsof
je iemand met grote hardnekkigheid
tegen de stroom op ziet roeien. Rivie
ren gaan van het gebergte naar de zee,
maar hij wilde met alle geweld de an
dere richting uit. Zijn aanvankelijke
hang naar het overzeese paradijs
kwam voort uit een diepgewortelde
ambivalentie: angst voor en verlangen
naar het avontuur, de vrouw, en ten
slotte ook de dood.' Toen Marsman
zijn ambivalentie doorzag, regeerde
de angst en ging hij op zoek naar hou
vast in fascisme en katholicisme om
zich uiteindelijk over te geven aan de
natuurlijke loop der dingen.
Het is voor een deel een ontluiste
rend beeld dat Goedegebuure van
Marsman schetst. Maar de geschiede
nis van een ontluistering kan wel de
gelijk een boeiend boek opleveren.
Deze biografie van Marsman is echter
een beetje taai en saai. Dat komt on
der andere door het feit dat voor be
paalde levensperiodes maar weinig
materiaal voorhanden is. Maar het ligt
toch ook aan de omstandigheid dat
Jaap Goedegebuure niet een echte
verteller is. Al die vrouwen in Mars
mans leven bijvoorbeeld willen onder
zijn pen maar niet tot leven komen.
Het lijkt wel alsof hij niet echt losge
komen is van de dissertatie (Op zoek
naar een bezield verband) waarin hij
in 1981 de literaire en maatschappelij
ke opvattingen van Marsman be
schreef. Deze biografie is een degelijk,
informatierijk geheel, maar ze is meer
een studieboek dan een leesboek.
Tegelijk met de biografie van Mars
man verscheen een uitgave van de
correspondentie tussen A. Roland
Holst en Marsman, althans van het
deel daarvan dat bewaard gebleven is.
De brieven geven vele details over het
literaire leven tussen de twee wereld
oorlogen. Als redacteur van De Gids
probeerde Roland Holst - hoewel van
een oudere generatie - de jongeren
een publicatieplatform te bieden.
Daarvoor moest hij heel wat tegen
stand overwinnen van zijn medere
dacteuren, doorgaans Leidse profes
soren. De relatie tussen Roland Holst
en Marsman wordt allengs vriend-
schappelijker, niet in de laatste plaats
waarschijnlijk omdat ze elkaar begrij
pen in hun vaak langdurige creatieve
blokkades. Deze brieven bevatten ook
nogal wat informele uitlatingen die
correspondenties zo vaak aantrekke
lijk maken. Zo spreekt Roland Holst in
verband met P.N. van Eyck bijvoor
beeld van 'stopverfproza' en geeft hij
deze messcherpe karakteristiek van
J.C. Bloem: 'Blijkens enkele uitlatin
gen schijnt hij het voornemen te heb
ben gehad, mij achter te laten in de
stellige overtuiging, dat het jonge
meisje dat niet in zijn bed wil komen
liggen nog geboren moet wórden. Hij
slaagde niet. Ik nam mij voor hem wat
zelfironie bij te brengen, en slaagde
nog veel minder.'
Elle Eggels in nieuw boek 'Het Godencomplot' in de ban van de maya's
LITERATUUR INTERVIEW
THEO HAKKERT/GPD
Elle Eggels. Het Godencomplot 254 blz., Uitgeve-
nj Vassallucci. Prijs 39,90 (gebonden).
,,Heel anders, hè," zegt Elle Eggels
terwijl ze de koffiebekers op tafel zet.
Ze doelt op haar boek Het Godencom
plot. En dat is inderdaad niet zoals
haar debuut Het huis van de zeven
zusters een Limburgse streekroman
geschreven in Latijns-Amerikaanse
stijl, maar 'een spiritueel reisverhaal'
dat grotendeels is gebaseerd op Eg
gels' eigen leven. Het boek is volgens
de achterflap 'vooral geen roman', al
zitten er wel roman-achtige trekjes in.
Zo mogen we de vrouw in het boek
niet zo maar gelijkstellen aan Elle Eg
gels zelf. „Natuurlijk ben ik het, maar
ook weer niet."
De bizarre reis die ze beschrijft en
die in werkelijkheid op Koninginne
dag 1996 begon, maakte zo'n diepe
indruk op haar dat ze afstand moest
scheppen om erover te kunnen schrij
ven. „Ik moest loskomen van het ver
haal, los van al die details. Pas toen ik
afstand nam van de vrouw in het ver
haal, kon ik aan het werk."
Hoe zat het ook weer met Elle Eg
gels? Was zij niet de vrouw die van de
ene op de andere dag haar zekere be
staan in de journalistiek opgaf en op
goed geluk naar Midden-Amerika trok
met de belofte dat ze ooit die ene ro
man ging schrijven? Dat was zij inder
daad, en die ene roman kwam er ook:
Het huis v(in de zeven zusters. Het
werd een groot succes. In Nederland
gingen meer dan 50.000 exemplaren
over de toonbank en er staan vertalin
gen op stapel in landen als Amerika,
Frankrijk, Duitsland en Engeland.
Ze kan daarmee een lange neus ma
ken in de richting van een aantal Ne
derlandse critici dat Het huis van de
zeven zusters neersabelde. Er werd
zelfs gesuggereerd dat het boek gro
tendeels door de uitgever was ge
schreven. „Op die kritiek had ik wel
gerekend. Ik wilde een boek schrijven
in Zuid-Amerikaanse stijl. Voor mijn
gevoel was dat gelukt. Ach, het is toch
nooit goed. Of je wordt verweten dat
je niet vernieuwend bent, of je komt
met wat anders en dan krijg je het ver
wijt dat het geen literatuur is. Ik zit er
niet mee."
In Het Godencomplot balt Elle Eg
gels (53) in drie maanden een reis sa
men die in werkelijkheid langer duur
de. Ze neemt ons mee door Guatama-
la en Mexico op een in aanvang jour
nalistieke reis die langzaam transfor
meert in een queeste naar innerlijke
groei. Ze treft ter plekke een bonte
stoet mensen aan die elk met een ei
gen reis naar hun innerlijk bezig zijn.
Een van hen, de Amerikaanse foto
graaf Nelson, groeit uit tot haar grote
liefde. Leidraad is de oude Maya-cul
tuur waarvan in die contreien nog
tastbare overblijfselen aanwezig zijn.
Eggels ging zelf helemaal op in die
wereld, maar ze schrijft er met gepas
te ironie en relativerende humor over.
Ze laat de zwevende new-agers in hun
waarde. Niet in de laatste plaats om
dat ze zelf veel ziet in de boodschap
van de Maya's. Eggels: „Ik ben een pa
troon gaan zien. Ik kwam overal
Maya's tegen, ook in mijn dromen. Ik
moest daar iets mee. Achteraf be
schouwd ben ik niet met de cultuur
van de Maya's bezig geweest, maar
met de boodschap."
De vrouw in het boek reist naar
Midden-Amerika om reportages te
schrijven. Ze laat zich leiden door het
toeval. Een abusievelijk bij haar be
zorgde fax ziet ze als een teken en ze
besluit naar het adres te reizen dat in
de fax vermeld staat. „Tja, het toeval.
Het toeval zie je altijd achteraf. Soms
denk je dat iets wel een reden zal heb
ben en dan ga je op die reden zitten
wachten. Ik miste een bus, iemand
nam me mee. Later miste ik weer een
bus, dan denk je dat er wel weer wat
zal gebeuren. Maar dan blijkt dat je
gewoon op de volgende bus moet
wachten."
Het boek is doortrokken van de
Maya's. Het Godencomplot bestaat uit
dertien hoofdstukken, omdat de
Maya's telden tot dertien. Boven elk
van de hoofdstukken staat een Maya-
cijfer dat correspondeert met een be
paalde kracht en energie. Eggels is bo
vendien een warm pleitbezorger van
de invoering van de Maya-kalender,
waarin een jaar uiteraard uit dertien
maanden van elk 28 dagen bestaat.
„Die ene dag extra, de 365e, is een ge
schenk van de goden. Leef je volgens
die kalender, dan gaan je cellen an
ders vibreren. Met dertien maal 28 da
gen leef je in harmonie met de natuur
en de kosmos."
Ze gelooft sterk in het Maya-princi
pe van gelijkheid: In Lakech. 'Ik ben
jij, jij bent ik, jij bent mijn andere ik.'
Eggels: „Je moet je 'ik' oplossen. Met
dat idee van een sjamaan in het boek
ben ik erg bezig geweest. Ego leidt tot
macht. Bij macht wil je dat mensen
naar je opkijken, maar dan ontstaat
meteen de angst dat dat voorbij gaat.
Je gaat vervolgens mensen kleineren
en vernederen om ze in de positie te
houden dat ze naar je blijven opzien.
Macht is vooral de angst om macht te
verliezen."
Door de reis is ze gegroeid, zegt ze.
„Ik heb door de reis afstand kunnen
nemen van alle ideeën over hoe je le
ven moet. Carrière maken, veel geld
op de bank hebben, het zal allemaal
wel. De familie van de vrouw in het
boek is verzonnen. Ze heeft zich kun
nen losrukken. Net als ik. Je laat je oh
zo snel manipuleren door anderen.
Daar ben ik los van gekomen. Ik kom
veel meer aan mezelf toe."
Van politiek heeft ze zich verre ge-
Elle Eggels: „Macht is vooral de angst om macht te verliezen."
FOTO CPD JORIS DEN BLAAUWEN
houden. Geen toespelingen in haar
boek op de politieke en sociale onrust
in Midden-Amerika. „Ik ben niet
maatschappij-kritisch, nee. Ik heb me
overal buiten gehouden. Het is ook zo
ingewikkeld. Je hebt wel eens journa
listen die drie weken zo'n land bezoe
ken en dan al menen te weten hoe het
zit. Onmogelijk. Er zitten zo veel kan
ten aan een zaak. Ik raakte er steeds
meer in de war."
Het meest kritisch is ze nog over de
reisgidsen waarin voortdurend op de
gevaren van een verblijf in Zuid- en
Midden-Amerika wordt gewezen. „Ze
waarschuwen zelfs tegen ijsblokjes,
omdat het ingevroren water bedorven
of smerig zou zijn. Maar in Mexico
worden ijsblokjes gemaakt van water
dat gezuiverd in speciale zakken uit
de fabriek komt. Mexico is, in ieder
geval in de steden, een geciviliseerd
land hoor!"
Haar relatie met Latijns-Amerika is
een blijvende. Ze komt er regelmatig
en ze heeft een huis in de Amerikaan
se staat New Mexico. „Hier ben ik
schrijfster, ginds ben ik Elly, zoals ze
me daar noemen. Je wordt er gewoon
genomen zoals je bent. Ik rijd daar
rond in een oude Audi. Mijn design-
vriendjes moesten me eens zien." In
Nederland woont ze nu nog in 't Gooi,
maar niet lang meer. „Door Het huis
van de zeven Zusters heb ik Limburg
herontdekt. Ik heb de roman geschre
ven met in mijn achterhoofd het Lim
burg zoals ik het me herinnerde. Later
ben ik gaan kijken naar wat er nog
was. Veel is verdwenen, maar de na
tuur is er nog. Ik merk na dertig jaar
dat ik er thuishoor. Ik heb mijn roots
niet in Amsterdam of 't Gooi, maar
daar. Ik moest er een boek voor schrij
ven om dat te ontdekken."
Het huis van de zeven Zusters heeft
veel losgemaakt in Limburg. Lezers
gingen meteen op onderzoek uit of
het boek wel klopte met de werkelijk
heid. „Maar er zijn vooral veel verha
len losgekomen die anders verloren
waren geweest." Ze verzamelt ze en ze
zal straks in Limbuïg proberen nog
meer verhalen los te peuteren. „Ik wil
een kroniek gaan schrijven. Marquez
achterna. Hij is ook met een dun
boekje begonnen en later heeft hij al
die verhalen bij elkaar gebracht in een
dik boek: Honderd jaar eenzaamheid.
Die kant ga ik ook op."