'Als staatssecretaris ben je vaak de pispaal'
131
ZATERDAG 9 OKTOBER 1999
lick van der Ploeg: „Als politicus moet je je niet anders voordoen dan je bent.
FOTO GPD CEES ZORN
vVon
Ken je dat spelletje Squeak Piggy
Squeak!? Nee? Nou, je staat in een
kring, geblinddoekt, je wordt rond-
etold en dan moet je een paar knieën zien te vin-
len waar je op gaat zitten. Vervolgens roep je 'Sque-
Squeak!' (Piep Varken Piep!, red.). De per-
oon onder je roept met dichtgeknepen neus Oink!
n dan moet jij raden wie dat is. Het was altijd reuze
eestig als je je moeder of dikke tante Edna niet her-
inlfende."
Rick van der Ploeg herinnert zich met zichtbaar
in h lezier de jaren dat hij als klein jongetje met zijn
ritse moeder naar de zeemanskerk in Pernis ging.
en heel excentrieke kerk, vertelt de staatssecretaris
ultuur en media. „Vol bonkige zeelui en Britse tan-
:s. Er werd gin and tonic geschonken, er werd ge-
ifeltennist. Er werd vrijuit gesproken over onder
werpen als abortus en incest, allemaal zaken die bij
atechisatie taboe waren. En ze organiseerden ook
an die feesten, met verkleedpartijen, waar je dit
oort spelletjes deed."
Er verschijnt terstond weer zo'n gekkigheidje op
ijn netvlies. „Vanzelfsprekend hadden wij een do-
is te ünee met een spraakgebrek. Die kwam dan met
en k-k-k-key aan een touwtje aanzetten. Er werden
vee rijen van tien mensen opgesteld. Ik stond bij-
oorbeeld achter 'auntie Edna' en voor 'auntie Lily',
ie altijd dronken was. De sleqtel van de dominee
leed eerst door het omvangrijke decolleté van Edna
n dan door haar rok. Vervolgens ging het door mijn
iirt en mijn broek en zo weer verder. De eerste rij
ie de sleutel 'verwerkt' had, won."
Gordijnen
r lijke anekdotes in een verder tamelijk serieus ge-
prek over een jaar staatssecretariaat cultuur en me-
ia onder de 43-jarige Rick van der Ploeg. Een jaar
at aan kunstkenners en kunstminnend Nederland
Jiet onopgemerkt voorbij is gegaan. Al kort na zijn
antreden joeg hij hen de gordijnen in met opmer-
Ingen dat de 'elitaire' kunsten onnodig zwaar wor-
en gesubsidieerd, terwijl populaire kunsten als
op meer aandacht verdienen. En hij nam Mondri-
ans Victory Boogie Woogie, de omstreden aankoop
dm an 80 miljoen gulden, namens het Haags Gemeen-
urnuseum in ontvangst met een citaat van schrijver
'scar Wilde, 'dat het niet gaat om de prijs maar om
waarde'. In zijn Zoetermeerse werkkamer pos-
iert de staatssecretaris zijn lichaam naast een ko-
ie van Mondriaans doek achter ontspiegeld glas
•n behoeve van de foto en zegt: „Kijk, als staatsse-
t be etar's ben je vaak de pispaal. Dat is helemaal niet
'g Dat was onder Hedy d'Ancona al zo en onder
ad Nuis niet anders. Dat krijg je, als je beleid wilt
leren. Wat moet ik dan anders? De kunstwereld
•n zak met geld geven en zeggen: 'Heren, racet u er
'aar op af en dan zien we wel wie het krijgt'. Dege-
en met de grootste belangen, die hun plek het bes-
kunnen claimen, krijgen het dan. Terwijl de groep
ie dat minder doet, de scholieren bijvoorbeeld, er
aast grijpt."
Ook nu nog, een jaar na zijn aantreden, raken ge-
joederen verhit bij het horen van de combinatie
ick van der Ploeg en kunstbeleid. Over de drie pro
nt subsidie die culturele instellingen moeten be-
Rick van der Ploeg, een outsider in de politiek
Zijn eerste jaar als staatssecretaris cultuur en media is, zacht gezegd, niet onopgemerkt gebleven.
Kunstpausen buitelden uit hun ivoren torens, verontwaardigd over de voornemens van Rick van der Ploeg.
Met genoegen ziet hij de commotie aan. „Als staatssecretaris ben je vaak de pispaal. Dat is helemaal niet
erg.De bewindsman blikt terug en vooruit en spreekt zich uit over culturele ondernemers en vissen die
leuker zijn dan Big Brother. „Ik kan van de meest normale situaties het absurde inzien.
steden aan het bereiken van nieuwe publieksgroe
pen, wordt geschamperd dat de bewindsman 'al-
lochtonenneuzen' wil zien. „Dat wil ik helemaal
niet. Als je een debat onderuit wilt halen, maak je er
een karikatuur van en zeg je dat ik bij de deur neu
zen ga tellen."
Onlangs riep Martljn Sanders, directeur van het
Concertgebouw in Amsterdam, zijn kunstbroeders
op zich 'niet te verlagen tot het niveau van de
staatssecretaris'. Sanders sprak als voorzitter van
een debat dat het cultuurbeleid van Van der Ploeg
als onderwerp had. „Ik weet niet hoe ik daarop
moet reageren", zegt de bewindsman nu. „Het is
van een 'laagteniveau'... Ik ben blij dat meneer San
ders zich realiseert dat ik het belangrijk vind dat
kunstenaars zich ook met het publiek dienen te ver
staan. Verder kan ik er niets mee. Ik archiveer het in
de prullenbak. Ik vind het van Sanders een onge
bruikelijke manier om een compliment te geven.
Dan laat ik in het midden of het aan zichzelf of aan
mij is. Maar in het jaar dat ik hier zit heb ik ervaren
dat het maatschappelijk debat over het cultuurbe
leid toch een bepaald niveau begint te bereiken. Dat
zeg ik ook naar de heer Sanders toe."
Mentaliteitskwestie
Voorlopig zal het debat niet verstommen. Volgende
week verschijnt een door Van der Ploeg geschreven
nota over cultureel ondernemerschap. Daarin in
ventariseert hij onder meer 'hoe belangrijk de sector
cultuur is in Nederland'. „Het blijkt een aanzienlijk
deel uit te maken van de Nederlandse economie. De
kunsten in ons land hebben ook zo veel te bieden,
van zo'n gigantische kwaliteit en diversiteit. Wat ik
verder wil, heeft met een mentaliteitskwestie te ma
ken. Een cultureel ondernemerschap. Met open vi
zier communiceren met je publiek. Dus niet zomaar
iets maken en dan maar zien of er iemand op af
komt. Je moet je proberen te verplaatsen in de hoof
den van je publiek."
Je ondernemend opstellen tegenover bijvoor
beeld de theaterbezoeker betekent volgens de
staatssecretaris niet dat je maar maakt wat het pu
bliek wil. „Nee, zeker niet. Je mag met een toneel
stuk ook best choqueren, dat mensen een avond
hebben waar ze twee maanden later nog over pra
ten. Dat het net iets meer heeft dan een soap." Hij
begrijpt dat er kunstenaars zijn die 'vrij' en 'onaf
hankelijk' willen werken. „Maar tegelijkertijd weet
ik dat de acteur gehoord wil worden, dat de schilder
wil dat zijn doeken gezien worden. Dat zit in alle
kunstenaars."
Cultureel ondernemerschap is volgens Van der
Ploeg ook durven investeren in fiasco's. „Investeer
in het experiment, investeer in dingen die soms niet
lukken. Maar weet ook dat je elk jaar een echt suc
ces hebt." En die successen moeten volledig wor
den benut. De staatssecretaris hekelt wat dat betreft
de enorme premièredrift bij veel theatergezelschap
pen. „Ik ben een theaterfreak, maar het is onmoge
lijk om al die premières bij te houden. Zelfs als je
een connaisseur bent, is dat niet meer bij te benen.
Daarom vind ik het belangrijk dat als je een succes
hebt, je dat dan ook doorspeelt. Speel het uit, niet
na vijf opvoeringen stoppen. Neem het in reprise.
Als veel mensen nu in de krant lezen dat een stuk
goed is, willen ze het zien, maar vaak is het dan al
afgelopen."
Grote successen verschaffen de middelen om het
experiment aan te kunnen, weet de econoom. „Ik
worstel nog met de gedachte om mensen die erin
slagen een groter publiek aan te boren, maar die net
tussen wal en schip vallen omdat ze niet helemaal
een commercieel ondernemer zijn, te helpen met
extra geld. Dat ze net die laatste tien of twintig pro
cent krijgen om de slag te maken, om het nog beter
te doen."
cultuurbereik
Hij rekent erop dat er opnieuw flink op de trom zal
worden geslagen. „De hele sector wil eigenlijk dat je
zegt: 'De kwaliteit is het belangrijkste'. Dat is ook zo,
maar als ik dat zeg, dan voer ik geen beleid. Dan be
gin ik aan deze baan en vier jaar later ga ik weg.
Kwaliteit krijgt pas betekenis in de confrontatie met
het publiek. Als staatssecretaris heb ik de onappetij
telijke taak om te wijzen op het cultuurbereik." Hij
brengt ter illustratie zijn handen samen onder de ta
fel: „We hebben er geen bal aan als ik zeg dat ik hier
een prachtig boek onder de tafel houd en jij het niet
kunt lezen."
Belangrijk vindt hij ook dat er wordt geprogram
meerd op ongebruikelijke plekken om jongeren en
minderheden te bereiken. „Ik heb twee en een halve
ton gegeven aan het Lowland's Festival. Daar heb
ben Hollandia en het Scapino Ballet opgetreden.
Dat was een daverend succes. Ik kom nu meisjes en
jongens tegen met van die bandjes om hun pols die
ze bij het Festival hebben gekregen. Daarmee mo
gen ze twee maanden lang gratis naar het theater.
Die ontwikkelen smaak. De kwaliteit die wij in huis
hebben, die ik met eigen ogen heb kunnen aan
schouwen, verdient ook een publiek van jongeren.
Als je de moeite neemt hen uit te leggen hoe een or
kest in elkaar zit, hoe je tot een symfonie komt en
hoe je daarnaar moet luisteren, raken ze geïnteres
seerd. De experimenten die we hebben gedaan, to
nen dat aan. En dan vinden kinderen het chic om
naar een concert te gaan."
Het gaat om het verwerven van smaak, betoogt de
staatssecretaris die op sommige momenten de be
vlogenheid van de Britse predikant in de zeemans
kerk over zich krijgt. „Ik ben een operaliefhebber, ga
er graag naartoe. Maar dat is ook pas gekomen na
dat mijn eerste vrouw mij daarover verteld had. Zij
leerde mij hoe zo'n opera is opgebouwd, hoe ik het
moest waarderen. Dat krijg je niet zomaar. Dat
moet je leren. Net zoals je kunt leren van wiskunde
te genieten. Wiskunde is eigenlijk de allerhoogste
vorm van kunst, de allerhoogste vorm van creativi
teit. Als ik jou kan bewijzen waarom de wortel uit 2
een irrationeel getal is, dan maak je die 'klik' in je
hoofd, dan geniet je daarvan."
Absurd
De staatssecretaris heeft inmiddels een schat aan
ervaring hoe hij zich in de kijker moet plaatsen. Hij
rapte - 'het was maar tien seconden, hoor!' - op het
Bulkboekfestival, liet zich gebodypaint fotograferen
voor het eerste nummer van de forensenkrant Me
tro en deinsde er ook niet voor terug een Anglicaan
se hymne te zingen voor de KRO-radio. „Als politi
cus moet je je niet anders voordoen dan je bent",
reageert hij, achterover leunend, de handen achter
zijn hoofd gevouwen. „Ik vond dat rappen wel gees
tig. Ach, ik zie ook van de meest normale situaties
het absurde in, ik heb a sense of the absurd."
Over absurd gesproken: als staatssecretaris oude
en nieuwe media (hij surft regelmatig met zijn lap
top 'voorzien van een gevoelig knobbeltje' door cy
berspace) heeft hij zich uiteraard op de hoogte ge
steld van het veelbesproken tv-programma Big Bro
ther. „Ja, maar dat vind ik lang niet zo plezierig als
die internetsite waarop een parodie wordt gedaan
op Big Brother. Op die site - schrijf op: www.domi-
nance.net/big-brother/ - heeft een jonge jongen
een vissenkom gezet. Daar zitten vissen in met na
men en daar kijkt Big Brother dan naar. En af en toe
moet er dus ook een vis uit. Hartstikke leuk."
De voorliefde voor absurditeiten komt van zijn
Britse wortels, van zijn gereformeerde Nederlandse
vader kreeg hij de zegeningen van het harde werken
ingeprent. „Mijn ouders waren een interessante
combinatie. Ik ben niet religieus, ik ben een vrijzin
nig socialist, maar mijn culturele traditie ligt wel in
het christelijk erfgoed. Dat geldt eigenlijk voor heel
Nederland, je ziet het aan de verzorgingsstaat, de
kranten, hoe wij televisie maken, allemaal gestoeld
op christelijke tradities."
Outsider
Hoogleraar wilde hij al vroeg worden. Of bisschop.
„Die hadden van die mooie huizen. Maar dat lag
toch niet in de vaart der dingen. Dus werd het
hoogleraar. Een heel leuk leven op de universiteit
had ik: je wordt betaald om na te denken over leuke
problemen en je mag lesgeven aan talentvolle jonge
mensen." Van der Ploeg gaf les op universiteiten in
onder meer Italië, de Verenigde Staten en Groot-
Brittannië. „Toen ik vijf jaar geleden de politiek in
ging, was ik al ruim vijftien jaar bezig met onder
zoek. Ik was om privé-redenen teruggekomen in
Nederland. Toen kwam het kamerlidmaatschap aan
de orde. Het leek mij wel interessant om te zien wat
ik als econoom in de praktijk kon brengen. Maar ei
genlijk zie ik me nog steeds als een outsider in de
politiek. Met dit staatssecretariaat is geen droom
wens in vervulling gegaan. Nee, mijn droomwens is
nog altijd een lekkere worteltaart op een Amster
dams terras. Met een sinaasappelschil erin."
De outsider in Van der Ploeg nam het onlangs op
voor buitenbeen Sweder baron van Wijnbergen, de
secretaris-generaal op Economische Zaken, die het
veld moest ruimen nadat hij kritiek had geleverd op
het belastingplan van het kabinet. „Ik vind het jam
mer dat hij is opgestapt, hij is een capabel en crea
tief mens. Dat zijn niet altijd de mensen met de
meest diplomatieke gaven." Grinnikend: „Ik herken
daar soms wat van mezelf in
Hij vervolgt: „Een secretaris-generaal hoort zich
loyaal op te stellen als het gaat om zaken waarover
politieke besluitvorming heeft plaatsgevonden, dat
staat vast. Het mocht dan zogenaamd een besloten
bijeenkomst voor belastingadviseurs zijn waar hij
zijn verhaal hield, feit is dat hij zijn minister is afge
vallen. Zelf had ik dat niet gedaan. Maar hij had te
gelijkertijd ook een interview gegeven aan NRC
Handelsblad over privatisering van onder meer het
OM. Dat is nog een debat dat gaande is, dat moet
een secretaris-generaal kunnen doen."
Uit de heup
Filosoferend: „In Engeland heb je de traditie van
chief economie adviser. Die hebben we hier niet.
Een Figuur die je voor twee jaar aanstelt en vrij en
onafhankelijk over allerlei zaken kan laten advise
ren. Een vrij moeilijk persoon, die je inhuurt om wat
creatief vanuit de heup te schieten. Ook al is het
maar drie keer raak op de honderd, heeft hij maar
drie keer een goed advies, dan vind ik dat nog een
goed percentage. Sweder blijft nu een jaartje advi
seur, mag ook uit de heup schieten, maar wel in
overleg met Jorritsma. Zo'n man is ideaal om een
denktank te leiden. Ik vind het jammer dat dat soort
mensen niet vaker wordt aangetrokken. Consensus
is erg belangrijk in Nederland, maar je moet ook wel
eens iets verkeerds kunnen zeggen."