'Wat stelt het voor: ik ben gewoon aan het spelen' Segovia: aaien, strelen en krabbelen over de snaren Leiden Regio Gekleurd gezelschap Dood broertje leeft als engel voort in 'Hannah' LVC in teken van Jamaica MAANDAG 27 SEPTEMBER 1999 A WEGMAN, 071-535641'), PLV.-CHEF ANNET VAN AARSEN, 071-5356436 Keramist Jaap RaveIIi (83) kan het werken niet laten Ravelli - slank, witte jeans, sportief over hemd - oogt jaren jonger dan hij in werke lijkheid is. De verklaring hiervoor is volgens hem simpel: hij heeft het goede vak geko zen. Bescheidenheid en hartelijkheid ken merken de keramist, die zijn gesprekspart ner ontvangt in zijn propvolle appartement in Leiderdorp. Hij plant zijn bezoek op de bank neer en gaat zelf espresso maken. „Dan kunt u even rondkijken." Zijn huiska mer is een mini-museum, de aangrenzende kamer fungeert als werkplaats. In wandrek ken staat het keramiek tot aan het plafond. Het is slechts een fractie van wat Ravelli in meer dan vijftig jaar tijd heeft gemaakt. Zijn huidige werk staat nog voor een deel in do zen ingepakt. Het is nog maar net terug van de expositie die hij deze zomer had in het gemeentehuis van Leiderdorp. Ziet Ravelli tegenwoordig op een markt iets van zijn oude werk staan, dan koopt hij het meestal. Soms krijgt hij het voor niks. „Laatst zag ik hier in de buurt bij iemand in de tuin dit bakje staan." Hij haalt het te voorschijn: een zwart bakje, wit van bin nen. „Het was gevuld met water voor de vogels. Mevrouw, kan ik dit van u kopen of mag ik het ruilen tegen iets anders?, vroeg ik. Meneer, zei ze: u kunt het zo krijgen want ik vind het geen kunst. Ik gaf haar ge lijk." Het mooiste dat hij ooit heeft ge maakt, bezit hij niet zelf. „Dat is een vaas en die heeft mijn broer Floris, en die wil hij verdomme niet weggeven, ha, ha, ha." Ra velli kan goed relativeren. „Ik heb een vro lijke natuur", zegt hij herhaaldelijk. De keramist dankt zijn fraaie achternaam aan zijn Italiaanse voorouders. Rond 1860 kwamen ze vanuit Turijn naar Nederland om hier een bestaan op te bouwen. De Eer ste Wereldoorlog was in volle gang toen Jaap - voluit Jacob - Ravelli werd geboren in Princenhage in Noord Brabant. „Als de i wind uit het zuiden kwam, dan kon je het bulderen van de kanonnen aan de Somme horen." Ravelli bracht zijn jeugd voor een groot deel door in Indonesië en Curacao. Zijn vader was beroepsofficier die telkens weer ergens anders werd gedetacheerd. Ravelli is er tot voor kort altijd van uit ge gaan dat hij zijn artistieke talent van nie mand had geërfd. „Als me in interviews werd gevraagd of het in de familie zat, zei ik altijd nee. Maar nu ik er meer over nadenk kan ik zeggen dat het wel zo is. Mijn moe der had wel degelijk artistieke aspiraties: ze batikte, ze speelde bamboe-dwarsfluit. Maar met zes kinderen heeft ze zich niet verder kunnen ontplooien." En vlak ook een ander familielid niet uit: Willem Ravel li, de zanger. „Hij was behoorlijk bekend. Zong onder andere met Jo Vincent." 1 Zijn blauwe ogen krijgen een nog zachtere uitdrukking als hij praat over zijn 'enorm gelukkige' jeugd en zijn moeder, 'een vrolij ke Brabantse'. Als kind tekende Ravelli graag. „In de Haagse Post stond altijd een stripverhaal van 'Ton Van Tast'. Die plaat jes tekende ik op mijn memier na." Jaap be- a gon aan een opleiding voor tekenleraar, maar voltooide deze niet. Op de kunstaca- c demie hield hij het een jaar uit. Samen met zijn broer Dick begon hij in 1942 een schil- ii dersateliertje op de Breestraat in Leiden. deden maar wat om rond te komen. Af toe hadden we een uitschietertje." Dick i. was de boekhouder, Jaap de artistieke en I zakelijke man. „Dick en ik voelden elkaar aan en vulden elkaar heel goed aan. We Bijna iedereen bezit wel iets van hem of heeft ooit iets van zijn hand in huis gehad. Is het geen vaas, dan is het wel een beeldje, of een asbak. Of misschien zwerft op zolder nog wel zo'n een bolvormig plantenbakje aan een koord: een keramobile. Rond 1970 bedacht en gemaakt door de nog altijd pottenbakkende Jaap Ravelii (83), wiens artistieke loopbaan begon in een schildersateliertje op de Leidse Breestraat. Na de oorlog voorzag zijn Potterie Ravelli van 1947 tot 1977 vanuit Valkenburg heel Nederland van aardewerk. Sinds een paar jaar is het keramiek van Ravelii weer in trek. Verzamelaars betalen grif voor een beeldje met zijn naam eronder. Een negerkopje uit de jaren vijftig ging onlangs voor 2500 gulden van de hand. Dat verbaast Jaap Ravelli. „Het is gewoon een hype." Het laatste woord komt er wat aarzelend uit. „Wat is een hype eigenlijk precies?", vraagt hij. Na een korte gedachtenwisseling over dat fenomeen, haalt hij zijn schouders op. „Je moet alles betrekkelijk zien. Die hype is ook betrekkelijk. Ik heb mijn best gedaan, maar zo geweldig is het nou ook weer niet. Soms denk ik: wat stelt het nou eigenlijk voor: ik ben gewoon aan het spelen." FOTO 7"ACO VAN DER EB vertrouwden elkaar blindelings." In 1944 bracht Jaap een bezoek aan een pottenbak ker en vanaf dat moment was hij verkocht. Onmiddellijk werden plannen gesmeed voor een eigen pottenbakkerij. Van hun laatste centen huurden Dick en Jaap een huisje in de Leidse Spilsteeg. Omdat beiden geen ervaring ervaring hadden in het vak, werd de 75 (i)-jarige draaier Nicolaas den Hoed aangetrokken. In 1947 betrokken de broers de voormalige woning van een steenfabrikant in Valken burg en begonnen met de Potterie Ravelli. De vraag naar serviesgoed was groot. „Alles was op, na de oorlog. Niemand had meer een heel kopje." Eind veertiger jaren be dacht Ravelli, inmiddels zelf aardig bijge schoold, combinaties van terra aardewerk met rotan, die zeer populair werden. Kunst met een grote K maken is nooit Ravelli's ambitie geweest. „Ik laat het oordeel aan anderen over. Wat kunst is, maken muse umdirecteuren, prominente galeriehouders en kunstcritici uit. Ik maak wat me invalt." Inspiratie doet Ravelli overal op. Op elk moment van de dag. Een kladblokje ligt al tijd binnen handbereik, want je kan niet weten. Het kan een wolk zijn, of een per ongeluk gemorste verfvlek waarin Ravelli een vorm ziet die hem raakt. Het museum van volkenkunde noemt hij zijn belangrijk ste inspiratiebron. Met zoveel verschillende voorbeelden is het niet verwonderlijk dat het werk van Ravelli niet onder één noemer is te brengen. Ravelli is daar trots op. „Ik ben, denk ik, degene - en nu ben ik niet be scheiden - in de potterie die voor de mees te variatie heeft gezorgd." Zo was hij de eerste die keramiek combineerde met an dere materialen, zoals rotan, raffia en hout. Zijn'allernieuwste werk, dat in februari 2000 in Oegstgeest ten doop wordt gehou den, bevat weer een nieuwe combinatie: keramiek met popnagels uit de auto-indu strie. Aan stoppen denkt de keramist nog lang niet. „Ik vind het zo'n leuk vak. Ik kan het niet laten. Als ik dit beroep niet had, was ik misschien wel melancholicus geworden. En fysiek voel ik me goed. Ik kan alleen niet zo heel lang meer wandelen." Wat er te genwoordig op het keramiek-gebied te be leven valt, weet Ravelli niet. Hij heeft het te druk met zijn eigen werk en bovendien heeft het zijn interesse niet. Hij geeft toe dat hij leeft 'in een heel klein wereldje'. „Tegenwoordig lees ik geen krant meer. Za terdag zijn het zulke dikke dingen: dan kom ik niet aan mijn werk toe." Hij kijkt wel naar het journaal. „Al die ellende. Het is meer dan bar. Max Dendermonde heeft eens een boek geschreven: de wereld gaat aan vlijt ten onder. Helemaal niet! De we reld gaat aan hebzucht ten onder." Aan luxe heeft hij zelf naar eigen zeggen geen behoefte, al heeft hij zichzelf wel eens op een sportwagen getrakteerd. Dat was in de hoogtijdagen van Potterie Ravelli. „Het was de enige luxe. Ik heb altijd rustig ge leefd. Dat heb ik ook van huis uit meege kregen." Rijk is hij in elk geval niet gewor den. Sinds een paar jaar woont Ravelli in een huurflat voor senioren, die naar zijn zin iets te klein is. Het liefst zou hij thuis af en toe een tentoonstelling organiseren, maar daarvoor ontbreekt de ruimte. Het zij zo. „Ik kan geen huis kopen. Daar heb ik geen geld voor. Maar om nou te zeggen dat ik daarover 's nachts in mijn kussen lig te bijten, nee." Hij toont een stoel die hij on langs voor zes gulden kocht in de kring loopwinkel. „Hij zit lekker en hij kan nog draaien ook." Begin jaren zeventig had Potterie Ravelli zijn beste tijd gehad. In 1977 viel het doek. Ravelli was toen 61 jaar. „Het was niet lo nend meer. Het werd steeds moeilijker om op te boksen tegen de import van goed koop aardewerk uit de lage-lonen-landen. Het was een klap hoor. Mijn eer te na ook, want ik wist dat ik een goeie was. Ik heb wel liggen janken in mijn bed, omdat ik het niet had gered", zegt Ravelli, en hij schakelt snel over naar het heden. „En nu, nu heb ik het toch gered." De boodschap is duidelijk: over de problemen van toen wil Ravelli niet uitweiden. Het was dubbele ellende, want ook aan zijn huwelijk kwam na 29 jaar een eind. „Ik ben me toen gaan bezinnen. Ben veel gaan lezen: Jung, de I-Tjing, om zelfin zicht te krijgen", is alles wat hij over die pe riode kwijt wil. Zijn broer Dick overleed drie jaar na het sluiten van de potterie. Jaap bewaart war me herinneringen aan hem. „We hebben samen zoveel beleefd. Mijn moeder zei al tijd op zijn Brabants: Dick is een goeike. Dick kon niet verkopen, ik wel. Ik kon de goede elementen naar voren schuiven van dingen die wat minder waren. Mijn broer was populair bij het personeel. Ik? Niet zo, denk ik, alhoewel sommige medewerkers nog wel eens bij me langs komen. Ik had in elk geval geen 'jaagsysteem'. Ik liet mensen in hun eigen tempo werken." Als iets een stempel heeft gedrukt op Ravel li's leven dan zijn het wel de vele verhuizin gen geweest. „Ik heb nergens wortels. Ben wel 44 keer verhuisd. Ik hecht me niet mak kelijk, noch aan plaatsen noch aan men sen. Er zijn wel enkele mensen met wie ik goed bevriend ben. En mijn verzamelaars zijn heel goede kennissen geworden: Maar weet je wat het is, je hebt geen gezamenlij ke herinneringen. En dus is er niet zo heel veel affiniteit." Alleen zijn vindt hij geen probleem. Hij houdt van stilte, hoeft niet altijd geluid om zich heen te hebben. Of hij ooit heeft gedacht aan nieuwe relatie? „Ik heb nog wel eens enige vorm van samenle ving gehad. Maar ach, het gaat moeilijk als je zo oud bent. Het klikt bijna nooit echt. Ik mis wel eens menselijke warmte, maar dat zoek ik dan maar bij mijn oventje." muziek recensie katwijk Een gekleurd gezelschap was het, afgelo- Eipen zaterdagavond in theater Triopodia in Katwijk. :h Tijdens een 'interculturele avond' traden groepen en artiesten uit alle delen van de wereld op, waar onder deze folkloristische dansgroep uit Iran. FOTO HIELCO KUIPERS lidy van der spek Segovia Gitaar Trio: Saskia Spinder, Joop Koek, Wim Spruyt. Gehoord 25/9, 't Huys Dever, Lisse Als je het Segovia Gitaar Trio zou willen vergelijken met een strijkkwartet, dan staat Saskia Spinder voor de eerste en tweede violist, Wim Spruyt voor de alt (de middenstem) en Joop Koek voor de cello, als continuum. Niet alleen zorgt de aard van de partituur daar voor, ook de klankkleur van de drie gitaren heeft daar iets mee van doen. Die van Spinder is lichtheiden melodieus, van Spruyt dieper, gevoileerd en die van Joop Koek is puur don kerbrons van klank. Koek is de man van de grond onder 't be staan, van de beat, net als zijn naamgenoot Paul Koek, de 'slag'werker. Ook deze keer heeft de Harddraverij Vereniging Lisse in zijn jaarlijks terugkerende feestweek weer samengewerkt met 't Huys Dever-concertse- rie, en gekozen voor 'Segovia' Dit jaar weliswaar niet meer in de oude formatie als kwartet, maar nu als trio. Dit betekent echter niet dat het Segovia Gi taar Trio zo'n vijfentwintig procent in kwaliteit is achter uitgegaan. De hoogzwangere Saskia Spinder speelt letterlijk en figuurlijk voor twee. Boven dien bewijst dit drietal dat trio- spelen met een aangepast pro gramma net zo goed span nend, onderhoudend en voor treffelijk kan zijn. De meeste stukken zijn be werkt, enkele zijn op 't lijf ge schreven. Zo wordt de gitaar bewerking van Vivaldi's An dante, geschreven voor orkest en twee mandolines, een ele gant klein bijou in pastorale lij nen gevat, versierd met vrien delijke echootjes. Ook de 'chanson du Toréador' uit Bi- zets 'Carmen' is een miniatuur geworden, maar zeer herken baar en vitaal, met een prachti ge zwoele staart middels aaien, strelen, krabbelen over de sna ren. Heel bijzonder van sfeer is 'Albeniza', een ode aan de componist Albeniz door P. Me- ranger (1953). Grappige in 't gehoor liggende deuntjes wor den afgewisseld door uitgerek te wazige windveren. I. Roga- liov (1948) en John Zaradin (1949) schrijven heel speciaal voor drie .gitaren. De korte beeldende stukjes van Roga- liov, waaronder de oude koe koeksklok, de cowboy van klei. de prinses die maar niet wilde lachen, mechanische popjes, allemaal speeltjes van de oude Concert Gelders Orkest afgezegd arnhem gpd rommelzolder in 't ouderlijk huis, worden ontdaan van 't stof der jaren. Fris, transparant en speels worden ze ten tonele gevoerd in alert samenspel; tot de goed getimede, slome geeuw van de prinses toe. Maar 't mooiste, meest mu zikale en intense spel horen we in 'Herfst' en 'Winter' in Bue nos Aires van Astor Piazzolla (1917-1992). Sfeermuziek bij uitnemendheid, etherisch ver fijnd gecomponeerd en uitge voerd. Gouden herfstbladen in verwelkte kleurcombinaties, vallen in trage, gebogen lijnen ter aarde. In Tnvierno' (winter) stokt al wat adem heeft, na tuurgeluiden dempen onder een blanke vacht, in weemoe dige ritmes, geleidelijke vertra gingen en gedekte klankscha keringen verbeeld. Zonder veel pathos gitaarspel op z'n best! Geen vuiltje aan de lucht, zo leek het. Een volledig Mozart- programma, in technisch op zicht geen overdreven grote op gave, daar kon Het Gelders Or kest zich geen buil aan vallen. Maar het liep allemaal net even anders. Allereerst moest verle den week de gecontracteerde vioolsolist Nikolai Znaider 'we gens omstandigheden' afzeg gen. Een vervanger werd ge vonden in de jonge Armand Gouder de Beauregard, als kan didaat-concertmeester een goe de bekende van FIGO. Kwam het allemaal toch nog goed met de Mozartreeks. Zaterdagavond in Arnhem ging alles inderdaad naar wens, maar gistermorgen sloeg het noodlot stevig toe. Chef-dirigent Lawrence Renes, met vriendin en haar ouders op weg van Amsterdam naar Nij megen, kreeg in een wegrestau rant een gloeiend hete kop thee öp zijn rug. Lawrence Renes werd onderzocht in het AMC in Amsterdam, waar vandaag ook de ernst van de brandwonden zal worden vastgesteld. Dan wordt ook bekend wie de reste rende Mozart-concerten in Apeldoorn en Doetinchem zal dirigeren. jeugdtheater recensie paulien koopmans ood. Als een platgeslagen mug. Han as vier jaar oud toen hij uit het raam oog. Hij had geprobeerd op een been de vensterbank te balanceren. Nu oont hij als engel in de hemel. Hannah feft haar broertje nooit gekend. Maar ch is hij er altijd en overal. 'Hannah' is :n voorstelling over een meisje dat lééft et de erfenis van haar dode broertje, an was een goed kind: hij at zonder mokken zijn bordje met gekookte groen te en ruimde altijd zijn rommel op. Hannah is veel moeilijker en soms lijkt het of ze vergeten wordt. Haar ouders gaan iedere week naar het graf en vieren jaarlijks een 'droeve dag'. Maar Hannah verlangt er naar om ook gezien en ge hoord te worden. Drie acteurs vertellen samen het verhaal van Hannah. Daarbij vullen ze elkaar aan of spreken elkaar juist tegen. Dat geeft het stuk spanning en vaart. Het spel van Kim Coppes, Ilse van Kemenade en Danja Venekamp is prachtig. Ze bewegen zich als achtjari gen: vol vertrouwen, maar ook enigszins schutterig wenden ze zich tot de zaal. Ze voeren het publiek mee in de ge heime belevingswereld van het meisje. Soms is Hannah verdrietig. Of nieuws gierig: krijgt Han ook spaghetti met ket chup in de hemel? Uiteindelijk wordt ze boos op de eeuwige aandacht die Han krijgt en ze droomt dat ze zelf ook dood gaat. Zo eist Hannah een plaats op in de wereld van haar ouders. Hoewel 'Hannah' gaat over zware the ma's als dood, verdriet en eenzaamheid, is het regisseur Inèz Derksen gelukt om een goed evenwicht te vinden. 'Hannah' is een gedurfd stuk: droevig én komisch. De voorstelling heeft veel knappe vin dingen. Mooi is bijvoorbeeld de berich ten die Hannah verstuurt naar Han. Eerst mept ze een mug dood en vervol gens schrijft ze een berichtje, zodat met het opstijgen van het insectenzieltje Han zijn luchtpost krijgt. Ook de droom van Hannah waarin ze een reuzengroot graf krijgt, groter dan dat van Han, geeft een onverwachte wending aan het stuk. 'Hannah' is een subtiele voorstelling vol contrasten waarbij een dood broertje springlevend blijft en andere familiele den soms vergeten worden. leiden Het LVC stond zaterdag in het teken van Jamaica. Reggae dus. Rohan Lee en zijn band-The Recipe gingen een avondje terug naar hun roots. Het Neder landse publiek liet zich makkelijk mee voeren door de zonni ge klanken van hun muziek. FOTO TACO VAN DER EB

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 11