'In mijn nieuwe plaat zit religie' >T Vijf ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1999 Willy deVille: van rock, pop, cajun en New Orleans-soul naar de blues In de jaren van de punk en new wave liet hij met zijn band Mink DeVille al een ander geluid horen in bijvoorbeeld de hit 'Spanish Stroll' uit 1977. Bleef de in 1953 als William Borsay geboren muzikant in later jaren buiten het gezichtsveld van het grote publiek, onder de liefhebbers van de 'betere popmuziek' vond hij nog altijd gehoor, ook nu hij sinds het begin van dit decennium als Willy DeVille door het leven gaat. Onlangs verscheen zijn vijftiende album 'Horse Of A Different Color' - net als alle voorgangers een plaat met bezieling. De komende weken geeft Willy DeVille een aantal concerten in Nederland. k mis mijn paard." Verder voelt I Willy DeVille zich zo te zien be- J*=» hoorlijk senang in de Henry Hud son Room van zijn hotel. De salontafel gaat schuil onder een batterij lege en halflege ap pelsapflesjes. 's Avonds zou blijken dat De Ville deze dag de complete voorraad appel sap van het hotel heeft opgedronken. Geen wonder dat hij voor het gesprek kan begin nen eerst nog even naar achteren moet. Gonna take a piss, I'll be right back." Muziek en paarden beheersen zijn leven. „Die hebben ook alles met elkaar te maken", vindt de zanger. „Neem maar eens de galop van een paard op, speel het vertraagd af en wat hoor je? Een hartslag. Gesampled zou je het zo als basis voor een song kunnen ge bruiken. Paarden zijn grote zielen." Thuis heeft Willy DeVille (46) drie merries drachtig. En dan heeft hij nog dertien paar den die gebruikt worden bij Portugees stie- renvechten. „Daarbij wordt op paarden ge reden en de stier wordt niet gedood. De paarden moeten alles doen om de stier te ontwijken. Ze trippelen er wat af. Man, die beesten dansen als James Brown!Zijn favo riet is het indianenpaard dat staat afgebeeld op de hoes van zijn jongste cd, Horse Of A Different Color, toevallig meteen ook de mooiste plaat die Willy DeVille in zijn bijna kwart eeuw omspannende loopbaan heeft gemaakt. „Het is een prachtig paard. Met verschil lende tinten bruin en een helemaal witte kont. So cool! Ik hou ervan om Indiaan te spelen, 's Winters trek ik er geregeld in vol ornaat op uit. Cape om, gekke kleren aan. Op mijn indianenpaard." Soms loopt het even anders dan gedacht. Smakelijk lachend om zijn eigen stupiditeit vertelt DeVille over een koude nacht die hij in de heuvels rond Nash ville doorbracht. „In mijn eigen wigwam. Het was vier uur 's nachts. Ik had stevig pot zitten roken en dacht toen dat het wel bij de situatie paste om naar wat native american music te luisteren." Hij liet een Indiaanse zanggroep uit een ghettoblaster knallen. „Van die mooie hoge stemmen. Ik hou van hoge stemmen. Zangers als Aaron Neville, David Forman, Freddy Fender. Het knetter de tussen de bomen, maar het werd zo spookachtig dat ik het bijna in mijn broek deed. De paarden werden helemaal gek van de stemmen en gingen in kringetjes rond de wigwam rennen. Ik was compleet paranoï de." Religie Muzikaal heeft DeVille momenteel alles op een rij. „In mijn nieuwe plaat zit religie", vindt hij. Het ballade-gehalte is hoog, en hoogtepunten te over. „Zelf ben ik helemaal gek van Across the borderline. Ik ben stikja- loers dat ik die song niet zelf heb geschreven. Jim Dickinson, de producer van mijn plaat, schreef hem samen met Ry Cooder en John Hiatt. Hij vertelde me dat hij de song tijdens de Mardi Gras-feesten in New Orleans heeft afgemaakt. Op het toilet op een Casio! Man, had mij gebeld! In de film Borderline zingt Freddy Fender het. Toen ik dat hoorde, wist ik: dat is een lied voor mij. Maar ja, om het beter te doen dan Freddy Fender..." Nog opmerkelijker is DeVille's versie van Needles and pins, dat wij in Nederland vooral kennen als hit van zowel The Seachers als Smokie. „Maar die speelden het helemaal verkeerd", bromt DeVille. „Er zijn maar wei nig mensen- die Needles and pins snappen. Het lijkt wel of niemand ooit naar de tekst heeft geluisterd. Het is namelijk een door en door triest lied. En iedereen speelt het so goddamn happy! Ik heb het opgenomen van wege Jack Nitzsche, mijn oude vriend Jack die mijn eerste, tweede en vierde album des tijds heeft geproduceerd. Needles and pins is van hem. Hij schreef het voor Jackie DeS- hannon en toen schreef zij op haar beurt Everytime you walk in the room voor hem. Hij bedoelde het als een langzaam lied, als een soort doo-wop ballad. Heel traag te spe len. Maar niemand deed 't zo. Ik dus wel. Ik heb het Jack laten horen via de telefoon. Zo moest het, zei hij. Eindelijk." Blues De southem-soul-achtige ballades op Horse Of A Different Color worden slechts onder broken door een aantal deltablues-stukken. Weer een nieuwe weg voor DeVille, na de rock, pop, cajun ('Mazurka') en New Or leans-soul waar hij zich de afgelopen jaren al in onderscheidde. „Ik heb niet eerder de kans gehad blues te spelen. Dit keer wilde ik breken met de regels. Ik had natuurlijk het hele album kunnen volproppen met dingen uit West Side Story en Spanish Harlem. Want Spanish Harlem, daar ben ik verrekte goed in. Dat is gewoon zo. Maar soms schrijf je een lied en dan heb je het gevoel dat je jezelf herhaalt. Jim Dickinson daagde me uit en zo kwamen we bij de blues terecht. Ik wilde iets rauws, iets heel basaals. Niet iets glads en moois, want in het zuiden van de VS is het niet zo glad en mooi als het lijkt. Het is nog altijd de streek van de Ku Klux Klan. Het morbide karakter van de streek komt het best tot uiting in blues, in de aloude work- songs van de zwarten. De songs die ze aan hieven om uiting te geven aan de ellende waarin ze leefden - en tegelijk om eraan te ontsnappen." Het is hem zo goed bevallen dat hij er hardop over denkt een complete bluesplaat te maken. De ideeën zijn al vastomlijnd. „Met John Hammond samen. Alleen akoesti sche dobro met harmonica. Het moet net zo mean worden als Muddy Waters. Muddy was niet zo'n geweldige gitarist, vaak had hij zijn gitaar domweg te laag gestemd. Maar dat ge voel! Muddy's gevoel blaast je van je stoel." DeVille is al net zo verzot op John Lee Hooker. „Muddy en John Lee zijn de origi nals." Ik weet nog goed dat ik van Hooker voor het eerst It surfs you right to suffer, baby hoorde. Dat kwam rechtstreeks uit de hel! Ik heb thuis drie weken lang alleen maar, en met zo laag mogelijke stem, it surfs you right to suffer, baby lopen roepen. Mijn moeder werd er helemaal gek van." Hij vervolgt in één adem: „Trouwens, weet jij of er ooit een plaat gemaakt is die Black And Blue heet? Van The Rolling Stones! Zie je wel. Dank je. Levert me een fles whisky op. Iemand zei dat ik mijn bluesplaat Black And Blue moest noemen omdat niemand die titel nog gebruikt had. Toch The Stones. Is dat niet die hoes waarop ze elkaar bijten? Sorry, ik houd ze niet bij. De Stones worden niet mooi oud, vind jij wel? Als ik er zo uitzag, zocht ik me een roestig scheermes... En het zijn nog slechte dieven ook. Pak de plaat Live at CBGB'S er maar bij. Daar spelen wij Let me dream if you want to. Draai daarna van The Stones Shattered. Ik ben niet zo'n bijzondere gitarist. Bedenk ik één keer een riff, wordt-ie door Keith Richards gestolen! He stole my fuckinguitarlickf' New orleans Beduidend meer waardering heeft DeVille voor zijn muzikale vrienden in zijn woon plaats New Orleans. „Dr. John is de burge meester van New Orleans. Dat hebben we hierbij afgesproken. Mac en ik (Dr. Johns echte naam is Mac Rebennack; red.) hebben samen in het verleden heel wat gerookt. Hij is al acht jaar clean nu. He's a tough fucker, en de grootste levende pianist. Mac kan al les. Ik betwijfel trouwens of ik New Orleans wel zo'n goede dienst heb bewezen door met The New Orleans Revue de wereld rond te trekken." DeVille maakte met Victory Mixture een briljant album vol New Orleans-muziek en ging vervolgens met collega's als Eddie Bo en Dr. John op tournee. Gevolg, volgens DeVil le: een enorme toeloop van muziektoeristen. „Het is me te populair geworden. En sinds de toeristen toestromen zijn de straatmuzi kanten verdwenen. Die worden zo door de politie van de straat geplukt. Vaak raken ze hun gitaar kwijt. 'Heeft mijn zoon toch nog een mooie verjaardag,' zegt meneer agent dan terwijl hij de gitaar in zijn kofferbak legt. Het tuig! Met The New Orleans Revue wilden we la ten zien dat er muziek was vóór The Beatles en vóór Elvis, en wel in New Orleans. Daar namelijk werden de drums uit Afrika per boot aangevoerd. New Orleans is nog een van de weinige steden in Amerika waar je puur als muzikant je geld kunt verdienen. Ik had het er laatst nog met Bob Dylan over. Hij was het met me eens. De lui van The New Orleans Revue zijn één grote familie. Mac is de burgemeester. En we hebben allemaal de zelfde tandarts." THEO HAKKERT Willy DeVille geeft dé komende weken een aantal concerten in Nederland. Hij is op het Crossing Border in Den Haag (6 oktober) en daarna in Muziekcentrum Enschede (7 oktober), in Tilburg (9 oktober), Paradiso Amsterdam (10 - uitverkocht - en 11 oktober), Hanehof Geleen (12 oktober) en De Harmonie Leeuwarden (15 oktober) Onze Taal Volgende week verschijnt de nieu we Van Dale, 't Is moeilijk om er niet van gehoord te hebben, want de reclame-campagne werkt op volle toeren. Onwillekeurig denk je terug aan Van Dale's campagne van enkele jaren geleden, die toen het zijne bijgedragen heeft tot een on verkwikkelijke spellingoorlog waar van we nog steeds met de gevolgen zitten. Ik vind het geen goede zaak dat onze taal tot speelbal wordt van commerciële belangen. Maar dat schijnt anno 1999 nu eenmaal de hoogste wijsheid te zijn. Idealen? Kwaliteit? Ach meneer, wees toch realistisch; alles draait om geld. In ieder geval, ik ga de nieuwe Van Dale, de 13de editie, kopen. Ik ben verslaafd aan woordenboeken, mijn hele huis staat er vol mee, en de nieuwste Van Dale mag daarbij niet ontbreken. Ondertussen zijn er allerlei goede redenen te bedenken om dat niet te doen. Minstens vijf argumenten kan ik aanvoeren om de 13de druk van Van Dale niet te kopen. Ten eerste: uit de strategische interviews vooraf vernemen we dat Van Dale-13 8778 nieuwe woorden zal bevatten. Dat lijkt heel wat, maar op een totaal van 232.743 woorden is het maar een heel klein beetje: 3,8 procent. U koop dus voor 96,2 procent woorden die u al had, en slechts voor 3,8 procent nieuwe. Het ware bepaald beter voor de consument als die 8778 nieuwe woorden in een dun aanvullend boekje wa ren gedaan, dat men in de kast naast Van Dale-12 kon zetten. Scheelt minstens twee honderd gulden. Ten tweede: Van Dale-13 heeft 5488 oudere woorden geschrapt (zie het interview met G. Geerts in De Standaard van 11 septem ber). De waarde van Van Dale als het enige woordenboek dat uitkomst bood bij het le zen van Multatuli, Couperus en Elsschot, wordt dus minder. Wie een eigentijds woordenboek wenst, kan voor veel minder geld terecht bij Koenen of Verschueren. Kortom: bewaar uw oude edities van Van Dale, want die zijn onvervangbaar, en met betrekking tot oudere woorden: beter. In de derde plaats verzekert de hoofdre dacteur in genoemd interview dat Van Dale geen normen wenst te geven. Het is een beschrijvend woordenboek, geen boek met voorschriften. Dat staat ook duidelijk in de Inleiding van het woordenboek zelf. Iedereen die wil weten hoe het moet, is dus bij Van Dale aan het verkeerde adres. Nu weet ik wel dat Van Dale in de praktijk toch als wetboek of als scheidsrechter wordt ge bruikt, en de uitgever doet daar ijverig aan mee door de onmisbaarheid van Van Dale te onderstrepen. Kortom: tegenstrijdige ge luiden. 't Komt erop neer dat dit woorden boek niet geschreven is voor het gebruik dat zeer velen er feitelijk van maken. Dat gaat mis, dagelijks, zoals iedereen kan vast stellen die met onderwijs, redactiewerk of schrijverij te maken heeft. Met de firma Van Dale BV als lachende derde, die garen spint bij dit misverstand. Ten vierde wordt Van Dale steeds Vlaamser. Er worden woorden opgeno men die in België gangbaar zijn maar in Nederland niet. Men kan wel vanuit een bepaalde taalpolitieke opvatting menen dat Nederlanders die woorden dan maar moe ten leren, maar het woordenboek is niet de plaats voor taalpolitiek. Bovendien doet het ernstig albreuk aan de toch al betwisbare functie als wetboek of scheidsrechter: de norm is voor Nederlanders onbruikbaar ruim geworden, en voor Vlamingen (denk ik) ook. De grootste gemene deler is in feite niemands norm meer. Wie in Nederland streng wil zijn op z'n taalgebruik, doet er goed aan om niet in Van Dale te kijken. Die tijd is voorbij. En eerlijk gezegd lijkt dat me voor Vlamingen ook een wijs advies. En dan hebben we 't nog niet over de spelling gehad. Zoals bekend gebruikt Van Dale op enkele punten eigen spelling regels. Ik begrijp wel hoe ze daartoe geko men zijn, maar het is en blijft voor een woordenboek met zo grote pretenties een doodklap om er een andere spelling op na te houden. De enige echte (en slechte) offi ciële spelling is die van het Groene Boekje. Dus daarvoor moeten we ook al niet bij Van Dale zijn. Kortom, de mensen worden gek gemaakt voor een duur boek dat maar zeer ten dele biedt wat ze ervan verwachten. Maar zoals gezegd, ik ga het zelf toch kopen. En het eerste woord dat ik zal opzoeken, is de oei- oei-machine. Volgens Willy DeVille hebben muziek en paarden met elkaar te maken: „Neem maar eens de galop van een paard op, speel het vertraagd af en wat hoor je? Een hartslag. Gesampled zou je het zo als basis voor een song kunnen gebruiken. Paarden zijn grote zielen." foto gpd dirk de jong

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 51