J
Pilletje tegen
criminaliteit
wondermiddel
of muilkorf?
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1999
Prof. Theo Dorelijers
onderzoekt
biologische
oorzaken van
criminaliteit
De 'anti-criminaliteitspil'
komt er aan.
Wetenschappers zijn er van
overtuigd dat crimineel
gedrag deels biologische
oorzaken heeft. Met een
medicijn denken ze
criminaliteit de kop in te
kunnen drukken. Maar
gevangenen en ex-
gedetineerden geloven niet
in een wondermiddel. Ze
vrezen de Frankenstein-
mens: ontdaan van zijn
natuurlijke driften, met alle
risico's van dien.
Professor Theo Doreleijers: „De geboren crimineel bestaat
niet. Wel zijn er biologische factoren die na verloop van tijd
kunnen leiden tot crimineel gedrag." foto cpd rob keeris
>T
n de box maakte ik al dingen stuk en
I sinds mijn vierde ben ik in therapie.
Toch heb ik de afgelopen jaren van
alles uitgevreten. Vooral brandstichting, maar
ook diefstal en zware mishandeling. Nog steeds
ben ik onder behandeling, maar ze hebben het
er niet uit kunnen krijgen. Criminaliteit moet
dus wel voor een groot deel zijn aangeboren",
zegt de 17-jarige Jay. Hij is een van de tachtig
jongens op de gesloten afdeling van behandelin-
richting 'Harreveld' in het gelijknamige Gelderse
plaatsje. Daar worden 'zware jongens' uit het
hele land achter slot en grendel voorbereid op
een terugkeer in de samenleving.
In de afgesloten koffiekamer praten Jay en zijn
lotgenoten Tom (18) en Ryan (18) over hun
'aanleg voor criminaliteit'. Tom, die zit wegens
poging tot doodslag, is minder overtuigd van
een lichamelijke oorzaak voor crimineel gedrag.
„Van nature ben ik geen slechte jongen, maar
toch heb ik slechte dingen gedaan. Het heeft
ook te maken met je opvoeding, je omgeving.
Met de meeste jongens die hier zitten, is wat dat
betreft wel iets aan de hand", zegt hij. Tom op
pert het gemis van een vader als een mogelijke
verklaring voor zijn strafblad, dat verder winkel
diefstal, berovingen en overvallen vermeldt.
Met Ryan, die diefstallen en openlijke geweld
pleging op zijn kerfstok heeft, hebben Jay en
Tom gemeen dat ze niet zo gauw ergens bang
voor zijn. Ze zoeken de spanning graag op, zeker
als ze zich vervelen. Ryan: „Het begon op de
middelbare school, waar ik in aanraking kwam
met jongens die criminele dingen deden. Ik wil
de de spanning daarvan meemaken en ging met
ze mee, eigenlijk ook uit pure verveling. Het leek
me wel 'strak': eerst spijbelen en softdrugs, later
ook berovingen en inbraken. Op zich een heel
vervelende manier om aan geld te komen en te
gelijkertijd een kick te krijgen. Maar op dat mo
ment dacht ik daar gewoon niet bij na."
Proefkonijnen
Waren de drie uit Harreveld nu een jaar of acht
jonger, en op de drempel van hun criminele car
rière, dan had professor Theo Doreleijers ze ver
welkomd als perfecte proefkonijnen voor zijn
onderzoek. De kinder- en jeugdpsychiater aan
de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam wil be
wijzen dat crimineel gedrag biologische oorza
ken heeft. Daarvoor gaat hij binnenkort twee
honderd kinderen tussen de twaalf en achttien
jaar onderzoeken die voor het eerst met de poli
tie in aanraking zijn gekomen.
„De kersverse crimineeltjes ondergaan een
dag lang proefjes achter de computer. Terwijl
wij ze onder hoogspanning plaatsen, nemen we
bloed en speeksel af. Daaruit kunnen we opma
ken hoe kinderen op stress reageren", vertelt
Doreleijers. Hij is niet op zoek naar het 'crimi-
gen'. „De geboren crimineel bestaat niet. Wel
zijn er biologische factoren die na verloop van
tijd kunnen leiden tot crimineel gedrag. Er kan
bij de geboorte wat misgaan, zoals een hersen
beschadiging na een zuurstoftekort. Daardoor
kun je een lagere hersenactiviteit hebben en om
dat te compenseren, kun je op zoek gaan naar
meer prikkels en spanning."
De behoefte om een meer dan normale span
ning op te zoeken kan, ook indirect aangeboren
zijn, meent professor Adrian Raine van de uni
versiteit in Los Angeles. „Het is bekend dat men
sen met een lage hartslag, die erfelijk is, sneller
crimineel gedrag vertonen. Zij raken minder
snel opgewonden. Zij zoeken extra spanning om
meer opwinding te beleven of hebben een ge
brek aan angst. Het gevolg: zij zoeken de vecht
partij op of ze schrikken niet terug voor vier jaar
cel wegens een bankoverval", aldus Raine, inter
nationaal een autoriteit op dit gebied.
Als het onderzoek van Doreleijers slaagt, dan
is een 'anti-criminaliteitspil' de volgende stap.
Het medicijn werkt alleen in combinatie met
therapie, benadrukt de hoogleraar. „Het is de
bedoeling dat zo'n pil de drang naar spanning
onderdrukt, bijvoorbeeld door de hartslag te
verhogen of de hersenactiviteit te stimuleren.
Maar criminaliteit heeft niet alleen fysieke oor
zaken. Ook opvoeding en omgeving spelen mee.
Die kunnen er voor zorgen dat mensen afglij
den. Behalve elke dag je pilletjes slikken, is het
dus ook van belang dat er ook gezinsbegeleiding
komt."
Bedenkingen
De drie gedetineerden uit Harreveld hebben
hun bedenkingen over de anti-criminaliteitspil.
De gedachte levenslang afhankelijk te zijn van
medicijnen, benauwt de jongens. Tom: „Straks
zit je in het bejaardenhuis, je krijgt die pil een
dag niet en weg zijn alle handtasjes. Crimineel
gedrag op die manier onderdrukken, belemmert
je om op eigen benen te gaan staan. Wij moeten
wel een kans krijgen om ons leven weer op te
pakken."
Jay: „Ik heb al eens medicijnen gekregen om
rustig te worden. Maar ik werd er alleen maar
agressiever van. Sindsdien voel ik niet meer zo
veel voor al die chemische middelen. Boven
dien, ik wil niet verslaafd raken aan zo'n het
hartritme versterkend pilletje. Het is een drug.
Wij zijn mensen die spanning zoeken en daar
door zijn we crimineel geworden. Daar krijgen
we een kick van. Als we die onderdrukken, wat
worden wij dan voor soort mensen?"
Tom weet het wel. „Je bent meteen hersen
dood: je gaat geen leuke dingen meer doen. Stel
je voor dat je op vakantie bent en vrienden vra
gen of je mee gaat parasailen of iets anders
spannends. En dan zeg ik met zo'n pil op zeker:
'Nee, ik hoef niet meer zo nodig'. Wat een saai
leven krijg je dan, zeg."
Buikhuisen
Het is niet de eerste keer dat onderzoek naar fy
sieke verklaringen voor crimineel gedrag op kri
tiek stuit. Wie kent niet de affaire rond hoogle
raar criminologie Wouter Buikhuisen, misschien
wel de grootste rel in de Nederlandse weten
schapswereld van deze eeuw. De Leidse hoogle
raar wilde in de jaren zeventig al onderzoek
doen naar de biologische aanleg voor crimineel
gedrag. Hij werd meteen verketterd door politi
ci, media en wetenschappers.
Buikhuisens visie was in de hoogtijdagen van
dè maakbare samenleving erger dan vloeken in
de kerk. Leed werd veroorzaakt door de verrotte
maatschappij, niet door het wezen van de mens.
Criminaliteit was aangeleerd, niet aangeboren,
zo was het oordeel. Het zoeken naar fysieke af
wijkingen deed menigeen ook denken aan de
experimenten op mensen van het nazi-regime.
Vandaar de vrees voor 'schedellichterij' en an
dere gruwelijke experimenten, zaken die Buik
huisen overigens nooit beoogd heeft.
Door de deze Buikhuisen-affaire is Nederland
wat betreft biocriminologisch onderzoek fors
achterop geraakt. Maar ruim twee decennia la
ter lijkt de tijd er wel rijp voor. Het idee dat alle
problemen met praten kunnen worden opge
lost, is achterhaald. Lichamelijk onderzoek op
allerlei gebied - denk aan verslaving en agressie -
is niet langer taboe. De nog niet zo lang geleden
gepresenteerde anti-agressiepil is een van de
eerste gevolgen van de nieuwe denkrichting. En
als het aan Doreleijers ligt, de voorloper van de
anti-criminaliteitspil.
Met het onderzoek van de Amsterdamse
hoogleraar, een aanhanger van de leer van Buik
huisen, telt Nederland in een klap weer mee in
de hiocriminologie. Een schrale troost voor
Buikhuisen, die dit toch als een vorm van eer
herstel mag beschouwen. Een paar jaar na de
start van de heksenjacht op hem, heeft hij de
handdoek in de ring gegooid. Gebroken en ge
desillusioneerd begon hij zijn antiekwinkel Ca
melia in hartje Wassenaar, waar hij een terugge
trokken bestaan leidde. Inmiddels is hij volgens
geruchten naar Spanje verkast. Van criminologie
- en zeker van de pers - wil hij niets meer weten.
Muilkorven
Met eerherstel voor Buikhuisen is de kous nog
niet af, denkt Pieter van Eijck. Als ex-gevangene
geeft hij tegenwoordig, namens de stichting De-
linkwentie Samenleving, voorlichting over het
leven in en na gevangenschap. Hij gelooft wel in
de mogelijkheid van een biologische kiem voor
crimineel gedrag. Maar hij vraagt zich af hoe ver
je met medicatie mag gaan. „Daarom moet er
ook onderzoek worden gedaan, voordat we ver
keerde dingen gaan doen. Neem nou pitbulls.
Daarvoor geldt een fokverbod en ze mogen al
leen gemuilkorfd de straat op. En waarom? Om
dat ze aanleg hebben agressief te worden. In
biologisch opzicht zijn mensen niks meer dan
een hond. Maar wat ons onderscheidt is ediisch
denken. Ga je een crimineel muilkorven, dan
haal je de meerwaarde die hem tot mens maakt
weg."
De anti-criminaliteitspil als doos van Pando
ra? „Als je het één in de mens onderdrukt, ver
oorzaakt dat elders misschien een totaal onver
wachte tegenreactie. De menselijke drang om te
onderzoeken houd je niet tegen. De mens Iaat
zich niet controleren. Freud en Jung toonden
het al aan: de onderdrukking van de zwarte kant
van het individu pakt nooit goed uit." Het ge-
sleutel aan criminelen doet Van Eijck denken
aan Frankenstein. Bedoeld als poeslief metgezel,
maar onverwachts gevaarlijk en onberekenbaar.
Ook de politie plaatst kanttekeningen bij zo'n
'wondermiddel'. Paul van Oijen, al dertien jaar
specialist jeugdzaken van het politiekorps Haag
landen: „Bij jonge delinquenten heb je toestem
ming nodig van de ouders. Zeker bij de moeilijk
ste gevallen, hele jonge kinderen die zwaar over
de schreef zijn gegaan, is dat problematisch.
Vaak hebben hun ouders zelf een crimineel ver
leden en die zien weinig in hulp."
Als zou blijken dat de anti-criminaliteitspil
werkt, is Van Oijen er voorstander van om juist
deze moeilijke gevallen tot behandeling te dwin
gen. Jo Sergeant, hoogleraar klinische neuropsy
chologie en betrokken bij het VU-onderzoek, is
tegen deze 'muilkorfmethode'. „Met dwangma
tige medicatie bereik je niets. Mensen moeten
gemotiveerd zijn om van hun criminele gedrag
af te komen. Daar is meer voor nodig dan een
pilletje innemen."
Sergeants pleidooi is Jay uit het hart gegrepen.
Als het goed is komt hij over een paar maanden
vrij. Hij wil dan - zonder medicijnen - met zijn
vriendin een nieuw leven kunnen opbouwen.
Huisje, boompje, beestje. „Stel, mijn vrouw
krijgt een kind dat niet goed is vanwege mij.
Moeten we het dan maar weg doen? Of volstop
pen met pillen terwijl het nog niet eens kleuren
kan onderscheiden, laat staan goed van kwaad?
Dat nooit." Ook Tom en Ryan zien hun toe
komst niet voor zich met een vol medicijnkastje.
De angst voor verslaving, bijwerkingen en een
leven als 'zombie' zijn voor hen onneembare
hordes.
Maar wat als ze nu onmiddellijk naar huis
mogen op voorwaarde dat ze iedere dag trouw
hun pilletjes slikken? Weg is alle weerstand.
Tom: „Dan wil ik het wel uitproberen. Wat denk
jij? Ik zit hier al tien maanden en moet er nog
zestien." Ryan knikt instemmend: „Ik snak naar
vrijheid!"
CARINE NEEFJES
FERDI SCHROOTEN
Jay, Tom en Ryan hebben heel wat bedenkingen bij een pilletje tegen criminaliteit, maar zouden zo overstag gaan als ze daarmee hun vrijheid konden kopen.
foto cpd willem hissink