YELLOWSTONE Toerisme wordt nooit meer zoals het was autobahn 2 ATERDAG 25 SEPTEMBER 1999 REDACTIE ROB VAN DEN DOBBELSTEEN JAN VAN DER NAT Er is niet zo gek veel verbeeldingskracht voor nodig om een idee te krijgen van wat zich hier elf jaar geleden heeft afgespeeld. Yellowstone National Park toont nog altijd de diepe sporen van een van de grootste bosbranden in de wereldgeschiedenis. Bij de meeste bomen is de verkoolde buitenlaag inmiddels verdwenen. De stammen zijn vaak bijna wit en staan kaarsrecht in de houding. Maar veel leven zit er niet meer in de miljoenen stille getuigen van Black Saturday', zoals de logische bijnaam luidt van die verschrikkelijke twintigste augustus 1988. In de meeste gevallen zit er nog een heel klein beetje leven onder de grond. In het wortelstelsel, omdat brand niet dieper gaat dan een centimeter of vijf. Maar dat is veel te weinig om ook maar de geringste kans te hebben dat er ooit nog groen komt aan de zielig afhangende tak- restanten. Bij elke storm van enige betekenis die over Yellowstone waait, voegen zich honderden stammen bij de honderdduizenden, die de bodem al bedekken. Op sommige plekken verwacht je elk moment bulldozers en mannen met enorme kettingzagen. Maar hoewel het een logische oplossing lijkt is dat niet de manier, waarop men in het oudste nationale park ter wereld omgaat met de natuur. Die moet je haar gang laten gaan. De laatste levenssappen van de getroffen volwassen bomen vormen namelijk de moedermelk voor de nieuwe bossen, die eens zullen ontstaan. Dat is nog altijd een zaak van vele decennia. De nieuwe bomen, die groeien waar de wind de zaden deponeert, zijn nog piepklein. Een paar decimeter soms. Anderhalve meter op zijn hoogst. Maar het is het bewijs dat de natuur zichzelf herstelt en daarbij geen hulp nodig heeft van de mens. Dat is men zich bij de National Park Service terdege bewust. Zoals men ook weet dat bosbranden een onderdeel vormen van de natuurlijke cyclus-en dat ze bovendien onvermijdelijk zijn. Soms zijn het - ondanks alle waarschuwingen - onvoorzichtige bezoekers, die een kampvuur niet goed doven of een sigarettenpeuk nog brandend weggooien. Maar het Met Yossemite misschien wel het bekendste nationale park van Amerika: Yellowstone. Elf jaar geleden werd het geteisterd door één van de grootste bosbranden uit de geschiedenis en nog altijd zijn de sporen daarvan duidelijk te zien. Sterker nog, Yellowstone zal nooit meer zo zijn als het ooit was. Maar de Old Faithfull, de vermaarde geiser, bleef spuiten zoals hij altijd heeft gespoten. Alleen daarom al blijft het park een toeristische trekpleister van jewelste. leeuwendeel van de bosbranden wordt veroorzaakt door inslaande bliksem. Firejumpers Deels omdat er geen beginnen aan is, maar vooral omdat het bij de natuur hoort en omdat waar bliksem is (regen)water niet ver weg kan zijn, worden bosbranden in en om de nationale parken slechts gecontroleerd door de parkrangers. Die krijgen vaak de hulp van de firejumpers, een grote groep natuurminnende mannen en vrouwen, die zich - soms met ware doodsverachting - per parachute laten droppen in de buurt van een brand. Altijd dus om de zaak te controleren en erger te voorkomen. Maar soms is er geen houden aan. Zoals in de gortdroge zomer van 1988. Maanden al was er geen druppel water gevallen. Niettemin was j Yellowstone de eerste maanden van I die zomer redelijk goed j doorgekomen. Natuurlijk waren er I branden geweest, maar niet buitenproportioneel. Tot die rampzalige zaterdag in augustus. Ruim 400.000 van de 890.000 hectare viel ten prooi aan de vlammen. Gedachtig de gangbare taktiek werd slechts getracht de lodges en andere opstallen te behouden. Maar de natuur liet en laat zich niet temmen. De koude luchtstromen uit het noorden wakkerde het vuur aan en tot overmaat van ramp ontstonden er tornado's, die bomen de grond uittrokken als waren het luciferhoutjes en ze honderden meters verderop weer neerkwakten. Brandend en wel. Wekenlang keken I 9.500 brandweerlieden, soldaten en I mariniers met de moed der wanhoop toe en konden weinig meer doen dan bedreigde gebouwen bedekken met een brandwerende schuimlaag. Toen kwam er hulp in de vorm van regen en sneeuw en werd - hoewel de brand nog niet helemaal uit was - 7 september uitgeroepen tot Aswoensdag. Wonderen Yellowstone is dus veranderd en dat proces gaat door. Ooit zullen alle sporen van de grote branden van 1988 zijn uitgewist en zullen er nieuwe, zwartgeblakerde delen ontstaan. Dat hoeft natuurlijk niemand te weerhouden van een bezoek aan een van de interessantste natuurgebieden ter wereld. „Duizend wonderen van Yellowstone roepen je. Kijk naar boven, kijk naar beneden, kijk om je heen", schreef natuurpionier John Muir al in 1909. Dat kun je in twee dagen doen, maar evengoed in twee weken. Het is maar net wat je wilt, daar in de noordwesthoek van de staat Wyoming. Puur voor toeristische doeleinden werd er al kort na de opening van het park in 1872 een fraaie rondweg aangelegd, die de bezoeker de kans biedt de mooiste plekjes van het park te zien. Of je nu rechtstreeks van buiten het park komt of logeert in een van de prijzige lodges dan wel in de wat goedkopere en van alle luxe ontdane cabins, overal kun je beginnen aan de Grand Loop, de rondweg van ruim 230 kilometer. Uiteraard heeft Yellowstone een paar plekjes, die je als bezoeker gezien moet hebben. De canyon van de Yellowstone River bijvoorbeeld. Al is het alleen maar om te zien, dat de rotsen grotendeels rood, bruin en wit zijn, en nauwelijks geel zoals ooit een groepje klaarblijkelijk kleurenblinde Fransen constateerde en daarop de naam van de rivier bedachten. Het verval van de Yellowstone is enorm, waardoor prachtige watervallen zijn ontstaan. Flinterdun In het noordwesten liggen de Mammoth Hot Springs, de voordurend borrelende, stinkende putten, waar het binnenste van de aarde zichtbaar is en waar op vele plekken de aardkorst flinterdun is. Het centrum van Yellowstone wordt gevormd door de ingestorte kraterrand van een vulkaan met een doorsnee van gemiddeld zestig kilometer. Werken doet die vulkaan niet meer. Zeventigduizend jaar geleden stroomde er voor het laatste lava over het gebied. De belangrijkste trekpleister is en blijft de Old Faithful in de zuidwesthoek van Yellowstone. De beroemde geiser heeft zijn naam te danken aan de regelmaat, waarmee hij spuit. Je kunt de klok er (bijna) op gelijkzetten: met een kleine marge om de tachtig minuten. De betrouwbaarheid van de Old Faithful staat in schril contrast met die van de (wilde) dieren in Yellowstone. De meesten laten zich niet zien, waarneer jij dat wilt en andersom. Kampeerders worden ervoor gewaarschuwd geen eten (sresten) in de buurt te houden, omdat beren (en zeker grizzlies) het maar zelden laten, bij eten alleen... Ook andere dieren kunnen echter gevaarlijk zijn. Een edelhert kan rare dingen doen en de op het oog zo sullige bizon kan, opgejaagd, een snelheid halen van zo'n dertig kilometer per uur, zodat alleen een sprinter van wereldformaat hem zou kunnen voorblijven. En dan nog maar heel even. Omlopen dus maar, wanneer er - zoals in ons geval - zo'n lobbes 'op het pad tussen lodge en restaurant staat. Aan waarschuwingen ontbreekt het niet. Overal staan bordjes en liggen folders. Maar ja, theorie en praktijk willen nog wel eens verschillen. Of zoals rondleidster/parkranger Barbara Pettinga het zegt: „Als ik in een gebied ben waar beren zitten, onderscheid ik maar twee soorten bomen. Die waar ik in kan klimmen en die waar ik niet in kan klimmen..." Parken in USA willen minder auto's HANS JACOBS De Amerikaanse natio nale parken dreigen aan hun eigen succes ten onder te gaan. De stroom bezoekers is in middels zo groot dat een populaire bestemming als Yosemite in Califor nia in de zomermaan den af en toe de poorten moet sluiten. Jaarlijks bezoeken meer dan 287 miljoen toeristen de par ken en de groei is er nog lang niet uit. Topper onder de na tuurlijke attracties is Grand Canyon (Arizo na), dat in de zomer maanden juli en augus tus meer dan 700.000 bezoekers per maand ontvangt. Het merendeel van hen komt met eigen auto. Volgens de super intendant van het Grand Canyon National Park hebben die mensen daardoor niet zo zeer een 'park belevenis' maar een 'parkeer bele venis'. Het terugdringen van het aantal auto's is nu een van de prioritei ten van de autoriteiten. Een unicum voor de Verenigde Staten, waar de auto nog heiliger is dan heilig. Tien kilometer ten zui den van de Grand Cany on komt een nieuwe parkeerplaats voor 3500 auto's. Vanaf het jaar 2002 rijdt er een light- rail treintje naar de zuid kant van de canyon. Ook komen er bussen die op schone brandstof rijden, waardoor het aantal au to's in en rond het park zelf met tachtig procent wordt verminderd. Een revolutie in het denken van de National Park Service, die bereikbaar heid voor automobilis ten altijd hoog in het vaandel had staan. Meer ruimte maken voor voertuigen zou beteke nen dat delen van het park geasfalteerd moe ten worden. Ondenk baar. Zion National Park in Utah en Yosemite overwegen om shuttle bussen in te zetten naar de meest bezochte delen van hun parken, ook om het aantal auto's te ver minderen. .EI5BEHICH TEN Hoogte Bij Heiligerlee - in Nederland vooral bekend van de 'Slag van' en de inmiddels ter ziele gegane klokkengieterij - gaat bos wachter Leon Luijten op vrijdag 24 september samen met ie dereen die dat wil, de 'Hoogte' in. Deze zogenoemde 'kei- leemopduiking' ligt in een voormalig veenlandschap en biedt tal van verrassingen waaronder - wat daar ook onder moet worden verstaan - een nonnen-boomgaard. De tocht begint om 10 uur vanaf de parkeerplaats aan de Provincialeweg bij Heiligerlee en aangeraden wordt laarzen mee te nemen. Fietsplatform Als je 'm als organisatie niet hebt, tel je nauwelijks nog mee. Dus heeft sinds deze zomer ook het Fietsplatform een eigen webiste: http://www.fietsplatform.nl. Op de site is uiteraard informatie te vinden over de Lange Afstands Fietsroutes (met veel beeldmateriaal), maar ook wordt de lezer op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen zoals de in het Bel gisch/Nederlands grensgebied in zwang gekomen 'knoop puntbewegwijzering'. Tevens kunnen via de website kaartma teriaal en fietsgidsen worden besteld. Legoland Duitsland krijgt net als Denemarken, Amerika en Engeland een Legoland. Het komt in Günzburg, dichtbij de Autobahnen A 7 en A 8, ongeveer halverwege de steden Stuttgart en Mün- chen. De kosten van de bouw zullen omstreeks 300 miljoen Mark bedragen. Het Duitse Legoland, dat in 2003 klaar moet zijn, zal - zo is de verwachting - 1,5 bezoekers per jaar trek ken. Daarmee zou het de belangrijkste toeristische publieks trekker van Beieren worden. Nu is dat nog het sprookjeskas teel Neu Schwanstein, dat rond 1.2 miljoen bezoekers per jaar ontvangt. York In samenwerking met Oad biedt P&O North Sea Ferries (Euro port - Hull) ook het komende winterseizoen een aantal ste dentrips aan naar Noord-Engeland en Schotland. Bestem mingen zijn onder meer York en Edinburgh, het Athene van het Noorden. Er wordt overnacht in zowel hotels als - indien gewenst - bungalowparken. De reizen staan beschreven in een onlangs uitgekomen brochure die kan worden afgehaald bij alle ANVR-reisbureau's. Stichting Went uit Amstelveen maakt gebruik van datzelfde North Sea Ferries om van 17 tot 20 december een speciale kerstreis naar York te organiseren. Een hoogtepunt daarin is het bijwonen van een uitvoering van Handel's oratorium 'The Messiah' in de Minster. Een van de lunches vindt plaats in het vermaarde Sutton Park, ten huize van Sir Reginald en Lady Sheffield. Informatie: Stichting Went, telefoon 020-643.00.77. Natuurwerkdagen Het IVN, de vereniging voor natuur- en milieu-educatie houdt deze herfst op meerdere plaatsen in Nederland (van Schiermonnikoog tot Zuid-Limburg) werkdagen en -week einden voor natuurliefhebbers tussen de vijftien en dertig jaar. Er kan worden gekozen voor onder meer wilgen knotten, eendenkooien opknappen en hooien, 's Avonds kampvuur, sterrenwandelingen domweg gezelligheid natuurlijk. Er wordt verbleven in over het algemeen eenvoudige accommodaties. Informatie: IVN BuitenGewoon, telefoon 020-622.81.15. M Wat je ook allemaal van de Autobahn kon zeggen, hij had één groot voordeel: je reed er korter op dan op andere wegen. Maar dass war einmal. Hetgeen niet eens zozeer aan de talloze wegopbrekingen ligt als aan de Duitse automobilisten. Die be ginnen bij Beek metz'n allen links te rijden en houden dat vol tot Bazel. Wie zo stom is rechts te houden, kan het vergeten. Hij belandt tussen de vrachtwagens dan wel - nog erger - caravans, wordt niet meer in de verbeten voortrazende stroom links gela ten en arriveert doodmoe te bestemder plaatse. Driebaanswegen bieden geen soelaas. Net als in Nederland is er altijd wel een stel eikels, dat kilometers lang op de middelste rij strook blijft voortsukkelen en net als in Nederland mag je in Duitsland helaas niet rechts passeren. Je moet naar links. Waar dus die verbeten voortrazende stroom... Enfin. We hebben het er onlangs met een aan doodsverachting gren zende heldenmoed toch maar een paar keer op gewaagd. Van de rechter naar de linker baan. Alsof je op de kermis in een botsau to rijdt. Loeiende claxons, knipperende lichten en zilveren boli des die je bumper aan splinters proberen te rijden. Onder Karls ruhe waagde ik het mijn achterruitenwisser één seconde lang aan te zetten. Zo'n enkel, lullig zwaaitje. Beetje jennen. Ik zal het nooit meer doen. De Audimobilist reed me nadat ik hem uiteindelijk toch doorgang had verleend, bijna de weg af. Nóg erger zijn BMW-ers. Een vriend van mij rijdt in zo'n merk rond en ik reken hem tot de betere chauffeurs. De rest echter moet onmiddellijk het rijbewijs worden ontnomen. TV-maker Jef Rademakers zal het onge twijfeld met me eens zijn. Van hem na melijk is het recent geschreven, maar wat mij betreft nu al legendarische poëem: 'Rijders in een BWM/die konden op de la gere school al niet mee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 27