De harde leerschool van Miquel van Kessel Randje BUITENSPEL CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071-5356464, PLV.-CHEF JANET VAN DIJK, 071-5356463 Miquel van Kessel heeft een harde leerschool achter de rug. Twee jaar lang kreeg de jonge wielrenner uit Ter Aar van TVM-voorman Cees Priem de kans om zich in de soms doldwaze wielerwereld te bewijzen. Het werd een periode waarin hij dingen meemaakte waar andere profs pas na een lange loopbaan over kunnen meepraten. Zo zorgde de Ronde van Catalonië voor één van de zwarte bladzijden in zijn nog prille carrière. De Spaanse sprinter Manuel Sanroma kwam om het leven na een valpartij. Een dramatisch voorval waarbij de 23-jarige renner niet te lang stil wil staan. „Het zijn momenten waar je van schrikt, maar je moet ze ook weer zo snel mogelijk vergeten. Als je daarbij blijft stilstaan, kun je beter stoppen." En daar voelt het aanstormende talent weinig voor. Als het aan Van Kessel ligt maakt hij het komende jaar zijn debuut in de Ronde van Frankrijk. door PETER VAN DER HULST Als Miquel van Kessel zijn ambities uitspreekt, klinkt er geen grootspraak in zijn woorden door. „Cees Priem heeft tegen mij gezegd dat volgend jaar mijn kans komt. Hij is tevreden dat ik zoveel progressie heb gemaakt. De eerste twee jaar waren duidelijk bedoeld om te kijken of ik 'beroepsrenner waardig' ben. Het is belangrijk dat ik nu uitslagen ga rijden", zegt Van Kessel die onlangs zijn contract met TVM - wordt Farm Frites - met twee jaar verlengde. Dat de inwoner van Ter Aar uit het goede hout is gesneden, bewees hij in de Ronde van Italië. Vier Nederlanders verschenen aan het vertrek, maar als enige haalde hij, de debutant, de finish in Milaan. „Om sterker te kunnen worden, is het belangrijk dat ik de grote ronden rijd. Ik merkte dat na de Giro. Ik had veel meer kracht. Waar je in het verleden bij wijze van spreken 10 kilometer op kop kon rijden, lukt het je na zo'n ronde 15 ki lometer lang. Geestelijk heeft het me ook sterker gemaakt." Het is de weerbaarheid die hij nodig heeft als hij in zware bergetappes niet zozeer de strijd moet aanbinden met zijn collega's, als wel met de klok. Urenlang ploeteren op de flanken van de zoveelste berghelling, terwijl koude en sneeuw het lichaam geselen. „Toch sta ik daar niet bij stil, want anders demotiveer ik mezelf. Ik denk dan liever aan het warme bedje waai- ik even later in lig, en ga ervan uit dat het de volgende dag vast beter weer wordt. Natuurlijk heb ik ook wel eens van die momenten - als het met bakken te gelijk uit de lucht komt zetten - dat ik liever in de auto stap, maar die heeft iedereen toch wel eens." De Giro d'Italia is een perfecte leerschool. „Vooral de duur, drie weken, maakt het zo zwaar. In de eerste week heb ik vol voor Jeroen Blijle- vens moeten rijden. Dat ging goed (Blijlevens won twee etappes, red.), maar die inspanningen braken mij in de laatste week op. Het was mijn eerste grote ronde. Ik wist ook niet wat me te wachten stond. De laatste dagen waren gewoon erg zwaar gevallen, maar als ik naar de hele ron de kijk, is het me op zich meegevallen. Het zijn de automatismen - eten, koersen, eten, masse ren, eten, slapen - die voor een sleur zorgen. Je raakt geestelijk vermoeid." Resultaten en familiebezoek breken dan de waan van de dag. „Een overwinning zorgt voor het nodige moreel, en in de laatste week fixeerde ik mij volledig op het bereiken van Milaan. Toen waren ook mijn ouders in Italië, 's Avonds had ik tijd om met hen een kopje koffie in het hotel te drinken. Dat geeft afleiding en zorgt voor ont spanning. Daarnaast heb ik veel gehad aan Hen drik Redant, die de eerste tien dagen ploegleider was, en Steven Rooks. Zij weten als oud-renner precies wanneer de zware momenten komen. Zo is mij op de rustdag aangeraden om toch te koer sen, anders zou ik de dag erna niet vooruit te branden zijn." De zware beproevingen voor de nog jonge be nen, zorgden na die inspannende weken wel voor een terugslag. „Ik heb na de Giro te weinig rust gehad. Half augustus kreeg ik van de ploeg leiding daarom twee weken vrijaf. Inmiddels be gint de vorm weer langzaam terug te komen. Ik hoop zelfs in aanmerking te komen voor de WK- ploeg. Een aantal namen staat al vast, maar er zijn nog startplekken te verdelen. Dat ik niet aan de Ronde van Spanje deelnam, is geen nadeel. Met de Ronde van Polen en volgende week de Hessener Rundfahrt is de voorbereiding mis schien wel beter geweest." De komende week weet Van Kessel of hij bij de ploeg voor Verona zit. Dan maakt bondscoach Gerrie Knetemann de profselectie voor de wegwedstrijd bekend. Het feit alleen al dat de Ter Aarse renner reke ning houdt met een nominatie, geeft aan dat zijn carrière een enorme vlucht heeft genomen. Nog maar ruim een jaar geleden reed hij voor TVM zijn eerste ronde, in Azië. Hij kwam meteen ziek terug. „Ik wil nooit meer naar Maleisië. Ik ben te ruggekomen met een infectie en dat heeft me tijd gekost. Dit jaar is de ploeg er weer geweest en zijn opnieuw een paar renners ziek teruggekeerd. Die ronde is te snel in het seizoen, de tempera tuursverschillen met Nederland zijn dan enorm." Die ontberingen maken het vak van wielrenner ook zo mooi. „Redant heeft ook wel eens gezegd dat hij, nu hij is gestopt, pas echt beseft wat voor beroep hij als renner uitoefende. Lichamelijk is het een van de zwaarste sporten, maar als renner doe je veel ervaring op en je ziet de hele Wereld. Ik leef echt als een monnik, zie bijna geen kans om een sociaal leven op te bouwen. De afgelo pen week heb ik alleen maar getraind. Als het mooi weer is, wil ik 's middags nog wel eens een terrasje pakken. En toch is het een mooi leven waarvoor ik heb gekozen. Zeker als ik zie dat mijn broer er elke ochtend om half zes uit moet voor zijn werk. Ik ben blij dat ik dit heb bereikt." Ook al kent dat leven zijn mindere kanten. Het dodelijke ongeluk in de Ronde van Catalonië is daar een dramatisch voorbeeld van. „Dat was geen leuk gezicht. Ik zat zo'n vijftig meter achter die valpartij. Op het moment dat ik Sanroma passeerde, lag er al een enorme plas bloed. Hij lag ook helemaal stil en dan weet je dat het ern stig is. Toch moet je dat zo snel mogelijk uit je hoofd zetten. Het klinkt hard, maar zo werkt het wel." De dopingperikelen rond de ploeg zorgden evenmin voor een vreugdevolle periode. Al nam Van Kessel zelf niet deel aan de geruchtmakende Tour de France van 1998, ook hij werd aan alle kanten geconfronteerd met de verhalen. „Ik heb daar ook last van gehad. Tijdens trainingen schreeuwen mensen naar je, maar zij lezen al leen maar de kranten of kijken naar de televisie. Ze weten vaak niet wat er daadwerkelijk aan de hand is. Gelukkig ben ik niet gevoelig voor die kritiek. Ik kan daar redelijk boven staan", zegt Van Kessel. Dat zijn ploeg door alle consternatie dit jaar niet aan de Tour de France mocht deelnemen, steekt hem zeer. De organisatie nam het de TVM- formatie kwalijk dat de gedemotiveerde renners na verschillende politie-onderzoeken vorig jaar in Zwitserland afstapten. „En de Spaanse ploe gen dan?", bijt Van Kessel van zich af. „Die stop ten er toch ook mee. Ik denk dat het alles te ma ken heeft met een politieke kwestie tussen Frank rijk en Nederland. Leblanc wilde ons wel van start laten gaan, maar kreeg van hogerhand geen toestemming. Dan heb ik het over de politiek. Er is toch al jarenlang een ruzie tussen beide lan den. Het drugsbeleid in Nederland is gewoon heel slecht." Inmiddels heeft Priem de toezegging gekregen dat Farm Frites het komende jaar weer aan het vertrek mag verschijnen. De ploeg die dan deel neemt, zal weinig overeenkomsten vertonen met die van vorig jaar. Jeroen Blijlevens, Tristan Hoff man en vermoedelijk ook Bart Voskamp vertrek ken. Sprinter Steven de Jongh wil overstappen MOOIER dan GOUD Ik heb lang nagedacht over wat ik zou kiezen. Het zijn mijn loopschoe- B nen geworden, omdat ik op dit mo- ment niet zonder hardlopen zou kun- n. Daar staan mijn schoenen symbool voor. Ik ■m ze overal mee naar toe, ook op vakanties. 'e langste periode zonder hardlopen was vorig -, toen ik van december tot en met april gebles- trd was. Ik had iets aan een pees onder mijn voet. moet zeggen dat ik toen erg chagrijnig was. Vorig jaar heb ik wel gefietst en gezwommen, daar kan ik toch mijn ei niet echt in kwijt, ens het lopen zie je veel, en je bent helemaal Als je wilt gaan zwemmen moet je je altijd passen aan de tijden waarop dat kan. heb het hardlopen gewoon nodig, ik voel me er ter bij en als ik het niet doe, heb ik het gevoel dat iets mis. Als je hard hebt gewerkt en je gaat lo- n, dan denk je in het begin nog wel even aan al- Imaar daarna houdt het een beetje op. Dan hoef ergens meer over na te denken. et liefst loop ik in de duinen en de bossen, zoals oorbeeld het Panbos in Katwijk. Ik train negen r in de week, tivee, drie keer op de baan en ver- duurlopen in de buurt van Leiden. Vaak ga ik richting Cronesteijn. t verslijt drie a vier paar schoenen per jaar. Ik niet gehecht aan een bepaald merk, ik wissel altijd wel. In de winkel zitten ze meestal wel ker maar als je dan gaat lopen, valt het tegen, tar na een paar weekjes ben je er aan gewend. Ik 'ht me nooit zo erg aan een paar, na twee maan- wil ik alweer nieuwe schoenen. Ik bewaar ze ik gooi ze allemaal weg. Nu staat weer een plastic tas vol, die ik nog ^^^B w zo'n schoeneninzamelding moet ^^^B igen. mm^ I": JANET VAN DIJK Miranda Boonstra (27) promoveerde vorig weekeinde met het vrouwenteam van Leiden Atletiek naar de eredivisie, een unicum in de geschiedenis van de club. Voor haarzelf was de derde plaats op de 5000 meter op het NK nóg nooier. De Lèidse wil zich in de toekomst gaan richten op de lange afstanden, de halve rathon en de marathon. Boonstra studeerde bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit, werkt part time als publieksvoorlichter bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en volgt de verkorte opleiding fysiotherapie. naar de Rabobank, maar heeft nog geen toestem ming. Priem, die ook op zoek is naar een nieuwe ploegleider omdat Steven Rooks afhaakt, heeft inmiddels Robbie McEwan, Jans Koerts, Glenn Magnusson, Dave Bruylandts en Koos Moeren hout als vervangers aangetrokken. „En sommige jongens in de ploeg zijn natuur lijk beter geworden. Sergei Ivanov kan een grote renner worden. Bovendien hebben we Peter van Petegem nog", zegt Van Kessel over de kopman die in het voorjaar de Ronde van Vlaanderen'en de E3 Prijs won. „Het is een renner waar ik goed mee kan praten. Hij vertelt je wat en leert je din gen in de koers. Van Petegem heeft daar zelf na tuurlijk ook baat bij. Ik ga wel eens naar Ger- aardsbergen om samen met hem te trainen. Hij heeft een enorm koersinzicht. In een wedstrijd weet hij wat er staat te gebeuren." Zelf hoopt Van Kessel ook op een prominente re rol binnen de wielerformatie. „Jeroen gaat naar een andere ploeg en als ook Steven weggaat dan wordt de kans om de Tour te rijden groter. In de winter zal ik in ieder geval aangeven dat ik dat graag wil. Daarnaast hoop ik in de selectie voor de klassiekers te komen. Als je het niet vraagt weet je zeker dat je het niet krijgt." Het zou een beloning zijn van twee harde leer jaren. Van Kessel: „Er moet nu eenmaal eerst ge knecht worden om een grote renner te kunnen worden." Marco Bonzanni keek zijn ogen uit in de duinpan ach ter de Katwijkse zuidboulevard. Ik had mijn vriend uit het Itali aanse Bergamo meegevoerd naar de derby aller duinstreek derby's: Quick Boys - Katwijk. Het voetbal was nauwelijks om aan te zien (vierenveertig benen stonden stijf van de zenuwen), maar de entourage (zevendui zend toeschouwers rond een prachtige weide tussen behelm- de zandheuvels) maakte diepe indruk op Marco.Welke divisie is dit nu?", wilde mijn Italiaan se gast weten. Ik rekende uit: eredivisie, eerste divisie en dan eerste klasse amateurs, dus zeg maar Serie C naar Italiaanse maatstaven. Marco floot be wonderend. „Wat een volk, wat een veld." Ik begreep zijn be wondering. Enkele maanden eerder was ik in Italië geweest om verslag te doen van het wereldkampioen schap veldrijden en op een avond had ik tijdens het zappen op mijn hotelkamer wat Serie C-voetbal voorbij zien komen. Voor lege, aftandse tribunes werd op grasloze vlaktes boeren koolvoetbal van het jammerlijk- ste soort gespeeld. De Serie C, stelde ik vast, is het ergste wat een voetballer kan overkomen. Tot deze onderwereld van het calcio zal de schittering van de Serie A nooit doordringen. Toch bestaan er voetballers die zich vrijwillig door deze duisternis laten opslokken, argeloze bui tenlanders voor wie de magische klank van Italië onweerstaan baar is. Zij laten zich met de ogen open in de val kletsen door Latijnse verleiders wier beloften loos blijken. Het Leidscli Dagblad berichtte maandag over Jerrel Linger die zich blijmoedig in een Italiaans profavontuur stort. Op zijn 31ste geeft de aanvaller van FC Lisse en vader van drie kinderen een keurige betrekking als ac countant op om zijn geluk bij Viterbese Calcio te beproeven. Linger zou tweehonderdvijftig duizend gulden per jaar gaan verdienen bij deze club uit de Serie C. Ik geloof er niets van. In de krochten van het Italiaanse voetbal huizen geen miljonairs. Ik ben bang voor Linger dat bij het vertalen van lires naar gul dens de komma wat te ver naar achteren is geschoven. Vijfen- tivintigduizend gtdden plus een paar duizend lires bij een over winning. Veel meer valt er vol gens mij bij Viterbese Calcio niet te halen. Vorig seizoen was in het VPRO- -programma Sportpaleis De Jong (een half uurtje weldadige kalmte op de vrijdagavond na een week vol Champions Lea gue-kabaai) de ontluistering van Lingers voorganger. Fred Donkers te zien. De topschutter van zondaghoofdklasser Gemert toog naar Ancona om het spits- probleem van de plaatselijke Se rie C-club op te lossen. Dat dacht hij tenminste. Filmer Kees Brouwer volgde Donkers op de voet en dat leverde prachtige te levisie op. Het drama begon al bij aankomst op het vliegveld. In geen velden of wegen viel een vertegenwoordiger van Ancona te ontdekken. Donkers nam op eigen kosten een taxi naar de verfomfaaide accommodatie van zijn beoogde werkgever, maar die bleek niet eens af te weten van het bestaan van zijn nieuwe aanwinst. Toen de president van Ancona zag dat het huilen de gevreesde midvoor van Gemert nader dan het lachen stond, streek hij over zijn hart. 'Mister Freddy' mocht meedoen in een onderling par tijtje op de training, met de re serves tegen de vaste eerste-elf- talspelers. Donkers deed zijn stinkende best, maar zijn mede spelers negeerden hem. En rolde er per ongeluk een keer een bal zijn kant op dan wist de aan valler uit het land van Marco van Basten hem op het hobbeli ge veld maar niet onder controle te krijgen. Freds snor ging steeds triester hangen. Na de training sloeg de president een arm om zijn schouder. Donkers werd be dankt voor zijn inzet, een pretti ge vlucht terug naar Nederland gewenst en Ancona zou nog van zich laten horen. „We bellen", zei de president. De afloop liet zich raden. In het Brabantse Ge mert is nooit meer iets uit Italië vernomen. Viterbese Calcio uit het stadje Viterbo in Latium, de streek ten noorden van Rome, geniet sinds kort enige bekendheid door het ontslag van Carolina Morace, de eerste vrouw die een Italiaan se voetbalclub mocht trainen. IJscoman Belfi (van de brug over de Zoeterwoudse Singel) is de grootste kenner van het Itali aanse voetbal te Leiden. Hij schudde zijn hoofd toen ik hem van de week raadpleegde. „Een waardeloze club uit een schitte rende omgeving", daar kwam het oordeel van Belfi op neer. En toen ik hem vertelde van het jaarsalaris dat Linger denkt te gaan verdienen, staakte hij het graven naar het door mij ge wenste bananenijs. Tweehon derdvijftigduizend gulden leek ook maestro Belfi een onge hoord bedrag voor het verdom hoekje van het Italiaanse prof voetbal. Hij keek mij aan met een blik die vroeg of ik soms niet beter wist. Een kleine Italiaanse club die diep in de buidel tast voor een aanvaller op leeftijd van een Nederlandse amateur club. Ik haastte mij te zeggen dat ik het ook een nogal fabel achtig verhaal vond. Voor Jerrel Linger hoop ik dat signore Belfi en ik er naast zit ten. Ik gun hem rijkdom en roem in Latium en wijde om streken, maar ik vrees het ergste. Moge FC Lisse en cle baas van Linger genadig zijn wanneer in Viterbo het heimwee naar de Se rie A van het zaterdagvoetbal ondraaglijk wordt. Jaap Visser is verslaggever van Vrij Nederland en centrale verdediger van RCL 7.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 21