«'Een pedel moet streng zijn, anders wordt het een zootje' MensenCief lierman Boerhaave krijgt /onete plekje in eigen tuin Scene uit muziekstad Austin in Hotel Toor Leiden Regio telderige luchtplaatsen, verscholen achter het cement I; ALPHEN AAN DEN RUN TOM VAN RUSWUK Steeds meer muziekliefheb bers gaan op hun Amerikaan se reis naar Austin in plaats van een trip te maken naar ge doodverfde muzieksteden als Nashville, Memphis en New Orleans. Austin, Texas, draagt niet voor niets de bijnaam 'the live music capital of the world'. De stad met een half miljoen inwoners telt per maand vele tientallen optre dens van singer-songwriters en groepen met als hoogte punt, één keer per jaar, het South by Southwestfestival. De muziekscene concentreert zich in de omgeving van 6th Street en het Warehouse Dis trict, waar de vele kroegen het podium vormen voor aanko mend en gevestigd talent. Deze week zijn enkele gro ten uit de muziekscene van Austin in Nederland. Tijdens hun gezamenlijke promotie tournee tussen Texas en Enge land doen Ray Wylie Hub bard, Terri Hendrix en Lloyd Maines morgenavond het Al- phense Hotel Toor aan. Voor de liefhebber van Americana, folk en rootsmuziek stuk voor stuk namen die voor zich spreken. Van de 53-jarige Ray Wylie Hubbard verscheen recente lijk 'Crusades of the resüess knights'. De singer/songwriter loopt al zo'n tweeënhalf de cennia mee in de Amerikaan se muziek. In 1973 maakte hij naam met zijn compositie 'Up against the wall, Redneck mo ther', die via Jerry Jeff Walker het strijdlied van de outlaw beweging (met Willie Nelson) werd. De song bracht Hubbard veel royalty's, maar minder geluk met zijn eigen carrière. Toen Hubbard de plaat afluis terde die hij met The Cowboy Twirikies had opgenomen, hoorde hij een compleet an dere versie dan die hij in de studio op de band had gezet. Ooit zei hij hierover: „Er zijn eigenlijk twee platen. Degene die wij gemaakt hebben en de andere die de platenmaat schappij maakte". Hubbard en zijn band weigerden pro motie voor de plaat te maken en braken met de platenmaat schappij. Hubbard werd min of meer gedwongen in ach- terafplaatsen op te treden. Hij raakte aan de drank en de drugs. Een verslaving die van zijn 28ste tot zijn 41ste zou duren. Het zijn vergeten jaren in zijn geheugen. „Ik heb in derdaad mijn dertiger jaren weggepist, letterlijk. Ik dronk veel bier en van muzikanten kreeg ik een zwart pilletje waarmee alles sneller zou gaan. Ik vond niet dat de drank het probleem was, ik zag het als de oplossing. Toen kwam ik in aanraking met co caïne en dacht ik dat dit het antwoord op m'n drankversla ving was". Met hulp van bui tenaf kwam Hubbard uitein delijk van zijn verslaving af. „Ik ben op m'n 41ste gestopt en heb sindsdien geen drank of drugs meer aangeraakt". Terri Hendrix is pas dertig jaar, maar heeft net als Ray Wylie Hubbard een drankpro bleem achter de rug. Om haar ervan af te helpen ontfermde Marion Williams zich over haar, een componist en "tekst dichter, die muziekonderricht gaf op haar Wilory Farm. Wil liams stelde Terri Hendrix voor de keuze: mislukken of je volledig op muziek concentre ren. Het werd het laatste. Als tegendienst werkte Hendrix op de boerderij. Ze leerde mu- ziekschrijven, componeren, gitaarspelen en zingen. In middels heeft Hendrix twee cd's op haar naam staan. De laatste, pas verschenen, 'Wilo ry Farm' is opgedragen aan Marion Williams, haar men tor, die vorig jaar aan kanker stierf. Toch is het geen som bere plaat, integendeel. Het is een mix van aanstekelijke pop, western swing en hon- kytonk blues. Een poprecen sent in Austin heeft inmiddels zijn lot verbonden aan het succes van Terri Hendrix. „Als ze geen miljoen platen ver koopt in de volgende vijf jaar, dan stop ik met m'n werk als recensent". Bindende factor tussen Hubbard en Hendrix is LJoyd Maines. Ooit steelgitarist in de band van Joe Ely is hij inmid dels uitgegroeid tot één van de meest gevraagde producers in Texas. Hij maakte platen met talrijke artiesten: van Wilco, Uncle Tupelo tot de groep van zijn dochter Natalie, de Dixie Chicks. Z'n tijd verdoen is er niet bij. Gevraagd naar zijn ge heim antwoordde Maines in een interview: „Ik probeer de artiest op z'n gemak te stellen. Op die manier krijg je het bes te uit mensen. Er komt een beetje psychologie aan te pas, maar het werkt. Je moet de mensen niet over hun toeren jagen. Ik probeer mensen te behandelen zoals ik zelf be handeld zou willen worden". Voor meer informatie: Ho tel Toor, Alphen aan de Rijn (tel. 0172 573 118). IDAG 13 SEPTEMBER 1999 Katwijker Willem van Beelen ceremoniemeester van de Leidse universiteit De belletjes aan zijn staf rinkelden vorige week in de Pieterskerk, ten teken dat het Academisch jaar is begonnen. Natuurlijk, de formele opening van dit lustrumjaar (de Leidse universiteit bestaat in februari 475 jaar) werd verricht door anderen: voorzitter Loek Vredevoogd van het college van bestuur van de Universiteit Leiden en hoogleraar Huub de Groot van het Leids Instituut voor Chemisch Onderzoek gaven met hun toespraken de traditioneel in grote getalen opgekomen eerstejaars het gevoel dat ze er nu echt bijhoren. De zomer is voorbij, de universiteit heeft zijn deuren weer wagenwijd opengezet, de studie, de zoektocht naar kennis, is begonnen. Maar bij al die feestelijke plichtplegingen is er één man die erop let dat alles volgens eeuwenoud gebruik verloopt, die toeziet op naleving van het protocol. Dat is de pedel, de ceremoniemeester van de universiteit. Al tien jaar vervult Katwijker Willem van Beelen die rol met verve. van het proefschrift mogen bijstaan. Hel pen zoeken, net als bij 2 voor 12, maar dat mag ik niet zeggen." „Op mijn kamer liggen de proefschriften van een hele maand al klaar. Een half jaar van tevoren komt een promovendus bij mij om een datum af te spreken en drie weken voor de promotie moet het proefschrift er zijn. Tastbaar, gedrukt, een boek. Je kunt niet promoveren als je proefschrift niet klaar is, het is je product. Aan lezen van die proefschriften kom ik niet toe, maar soms lees ik de korte samenvatting, als ik moet weten waarover het gaat. Soms krijg ik daar vragen over. En op maandag maak ik de bullen. Dan schrijf ik de naam en datum er op en maak ik het zegel van rode zegellak. Je moet wel zorgen dat dat er twee dagen van tevoren op zit, anders is het nog nat." Promoties (zo'n driehonderd per jaar) hebben in Leiden gewoonlijk op woensdag en donderdag plaats, meestal drie op een middag. „Dan ontvang ik de gasten en neem de promovendus met zijn paranym- fen apart en kijk of ze er netjes uitzien. Soms moet ik een strikje goed doen. Je kunt het vergelijken met een trouwdag, dus je probeert iemand op zijn gemak te stellen. Zo'n promovendus is doorgaans toch de knapste van de familie en iedereen kijkt mee. Voor de gasten is het vaak het enige contact met de universiteit, daar moet je de tijd voor nemen anders komt de gast uit Bonnebokkie niet aan bod. Vervolgens leid ik de commissie naar binnen en na precies drie kwartier maak ik een einde aan de ver dediging als ik binnen kom en hora est roep: het is tijd. Dan trekt de commissie zich terug voor beraad. Niet dat de promo tie dan nog gevaar loopt, maar de commis sie bepaalt wel of het cum lande wordt." „Iemand die ik heb aangenomen, dat wil zeggen als hij of zij met mij een afspraak heeft gemaakt voor de promotie, herken ik bij binnenkomst bijna altijd. Of het moet zijn dat er drie broers of drie zusjes tegelijk binnenstappen, dan los ik het op met een kwinkslag. Maar meestal zie ik het meteen. Dat komt door mijn voorganger, die vroeg altijd: 'Wie is het Willem?' Zo heb ik daar een gevoel voor ontwikkeld. Ik ken ook alle hoogleraren. Bij een oratie, de installatiere de van een nieuwe hoogleraar, zie ik ook zo of er een hoogleraar van een andere facul teit bij is. Die mag dan niet naar binnen tij dens de speech van de rector. Pas als de oratie begint, mag hij met de overige gasten naar binnen. Dat is nou eenmaal onze tra ditie." kers kunnen ronddwalen in oude tuinen tijdens Open Monumentendag 2 afs )i Noo ied eggei et de jveri k< nvard* tngen/ er post! ■entoei hijndag e doi ijkwi geluksvogels. Zij die wijzefcumentaal pand bewo- chtjipet stadscentrum. Een ining, vaak ook nog lengd met een para- tuin. Zulke bewoners [gelopen dagen wild- belangstellenden toe jrivéterrein. Thema van t weekeinde gehouden ^'ijonumentendagen was 'monumentaal groen', rokken nieuwsgierigen op en de stegen in op weelderige 'lucht- bijna onvindbaar ver- ichter het cement, gmiddag openden de van Oude Singel 14 deur. Een smalle gang loper leidt naar het enzend aan de open deuren van een Ju- serre. De bezitters i deze sprookjesachtige slaapkamer. Slapen op de tuin: lusthof "igerig groen. Maar de zijn dicht. De serre niet bloot. Meen de nt, versierd met glas- nag je bekijken, deuren komen we za- veneens tegen bij de 531591 one tuinkamer in de !eg- Op nummer 31, in m 8.301 van een studentenhuis. rek, zo groot als een studentikoze be- In deze kamer geen ;en aan de muur. Wel ïrde behangsels met landschappen waarin en Diana, godin van Op het plafond wol- de rand piept een vo geltje. De bewoonster geeft een toelichting bij de afbeeldingen en laat de stikjaloerse bezoekers raden welke jaargetijden staan afgebeeld op de witjes boven de deuren. Die met het engeltje blijkt 'Lente'. 'Herfst' viert de druivenoogst. Verse druiven ook op het tuintafeltje in Hof Meermans burg aan de Oude Vest. Zelf ge kweekt, te zien aan de sappige rank die langs een van de mu ren omhoogslingert. Een groep je niet-Leidenaars maakt op deze dag een hofjeswandeling "1 1 1 Lectufester C. de Ronde van Voorhout heeft chtend tijdens de open monumenten borstbeeld onthuld van Herman Boer s'1738). „Steeds weer bereikt de stich- Boerhaavehuis in Voorhout mijlpalen", iter Wim Hordijk over de komst van het d- „In 1985 hebben we het Boerhaave- staureerd, in 1994 de Boerhaavetuin ge teerd en nu hebben we ook een borst- 1 de geboren Voorhouter in de tuin." de stichting Het Boerhaavehuis Van opdracht gegeven. De kunstenaar heeft eel schilderijen bekeken waarop Boer- tfgebeeld. Bovendien moest worden ge- welke leeftijd de hoogleraar geneeskun- tunde en kruidkunde zou worden uitge beeld. Het werd Boerhaave op middelbare leef tijd. Zijn hoofd rust op drie boeken die zijn drie professoraten uitbeelden. De middelste heeft als kenmerk de esculaap der geneeskunde meege kregen. Als kind moet Herman Boerhaave veel in de tuin gespeeld hebben. Zijn borstbeeld is ge plaatst op een plek die, volgens Wim Hordijk, zijn voorkeur gehad zou hebben: „Met het uit zicht over de planten, die zo'n belangrijke plek in zijn leven hebben ingenomen." Volgens de stichting Het Boerhaavehuis moet nog veel meer dan nu het geval is, bekend wor den dat Boerhaave een echte Voorhouter is, on danks dat hij op 14-jarige leeftijd naar Leiden is verhuisd. Op 16-jarige leeftijd ging hij studeren aan de Leidse Universiteit. Boerhaave promo veerde en vestigde zich uiteindelijk in Leiden als huisdokter. Ook kreeg hij drie leerstoelen aan de universiteit. met een gids van Het Gilde Lei den. Op naar de Burcht. Dit is dan wel geen hof, maar mag niet ontbreken tijdens deze tocht. Het informatieve pro grammaboekje waarin de groe ne schatten van Leiden staan omschreven vertelt een legende over het ontstaan van dit toe vluchtsoord. Het zou door reu zen zijn gesticht in een woest bos: „Deze legende was zo hardnekkig dat de buurt rond de Hooigracht eeuwenlang de naam 'Woud zonder genade' droeg." Het uitzicht over de Het borstbeeld van Boerhaave onthuld in de Boerhaavetuin. stad die luiert in septemberzon. In de Breestraat opnieuw een vlag die aangeeft dat de passant over de vloer mag komen van nummer 125. In de tuin van het Gulden Vlies, waarschijnlijk ooit het logeeradres van Karei V en zijn hofhouding, staan twee stokoude bomen: een giganti sche beuk en een Japanse no tenboom onder wiens takken heel wat zielen beschutting zochten. Memaal leuk en aardig dat twee dagen gluren in ander mans achtertuin. Maar waar kun je nu dagelijks terecht voor zo'n zuurstofshot? In de Hortus natuurlijk. En dit weekeinde gratis. In de koelte van het theehuis kijk je in de Von Sie- bold Gedenktuin. Een Japanse tuin aangelegd om de man te eren die Japanse planten als hortensia en blauwe regen naar Nederland bracht. Zonnende meisjes aan de waterkant, in de schaduw een kinderwagen. En dan die Oranjerie die al meer dan tweeëneenhalve eeuw de seizoenen ziet wisselen. Monu mentaal. Ademend in serene rust. Waar je in het voorjaar concerten hoort. Waar je een kop thee kunt drinken. Binnen, of op het terras onder exotische bladeren. „Net kant", wijst een vrouw naar het bladerdak. Een dame op leeftijd kan zich niet beheersen en moet even voelen aan de bast van een dwergpalm uit het Middellandse-Zeege- bied. Lekker ruw. Een moeder en haar dochter scharrelen rond de knaloranje Afrika an- tjes. Boten vol gezinnen varen erlangs, niet beseffend hoe rijk bedeeld ze zijn met zo'n groene schatkist. &e' vertrek van Nelson Mandela repte r8°i van Beelen zich naar het strand :st[ wijk. Hij had zijn toga opgehangen ast, zijn staf en baret opgeborgen en ns nagelopen of al die honderden 0v leerde dames en heren hetzelfde gedaan. Toen hij zich ervan had rd dat alles in orde was, had hij de m zijn kamer in het Academiege- chter zich dichtgetrokken en had hij gezocht van de zee. Slenterend kust, met alleen het geluid van de g en een enkele meeuw om zich >t hij de hectiek van deze bijzonde- van zijn schouders afglijden. Rust. was precies gelopen zoals hij zich rs d voorgesteld. De president van gen fika was op een uitbundige wijze de d door de Leidse bevolking en ook etodigden in de Pieterskerk hadden ean ddruchtig uiting gegeven aan hun wki ing over het eredoctoraat voor erdi a. Maar tijdens het omhangen van in. ia (een soort hesje van rode stof, rad logo van de universiteit erop ge- rbij ;d) en de uitreiking van de bul de de serene stilte die hoort bij zo'n iter plechtigheid. erden hoogleraren hadden zich eld om te mogen meelopen in het dé stoet van professoren in toga Wi gt kielzog van de pedel en de rector uw cus de kerk binnenschreed. Het eel wat moeite om daar vanaf het ïrg een ordelijke optocht van te aler „Hoe zei Karei van het Reve het atei veer? 'De morsige stoet achter de zijn ïou dat klopt meestal wel. Ik voel De s net een kinderjuffrouw. Ik heb de di reng te zijn, maar dat moet. Ik let r, ei iste naleving van het protocol, an- antl dt het een zootje." zoel iedereen heeft zijn eigen plaats. „Ik nusi ctor, zeg ik altijd. Dan de gasten, de en 1het college van bestuur niet te en en daarna de hoogleraren per fa- bepi ijeen, met telkens een andere fa- re, d Dorop." Dat protocol is heilig, zelfs ren de koningin. „Zij hoort eigenlijk als bep innen te komen, volgens de proto- an het Koninklijk Huis. Maar bij van i zijn we daarvan afgeweken. Ko- eatrix paste zich aan ons aan. Zij ruzal s een der eersten binnen en Man- alem aatste." ginel ier stond Van Beelen oog in oog oningin. „Ik ben bij het afstuderen na. I roonprins geweest en toen heb ik con amilie een aparte kamer ingericht. De chef van het kabinet, mevrouw Ter meer, verzorgt de contacten met het ko ninklijk huis, dus op zo'n moment kan ik de aanwezige pers naar haar verwijzen. Maar ik doe wel mijn best om de prins op zo'n dag af te schermen. Het is voor hem toch ook een bijzondere dag, die volgens het protocol moet verlopen." De 47-jarige Van Beelen houdt nu een maal van orde. Dat zat er als kind al in. Niet dat hij toen al pedel wilde worden. „Haha, ik wist toen niet eens wat dat was. Maar wat ik wel wilde worden? Geen idee. Ik werkte al bij het bureau van de universiteit toen er op in 1981 een assistent-pedel werd gezocht. Daar heb ik op gesolliciteerd. En tien jaar geleden ben ik pedel geworden. Ik heb er plezier in, ja. Je mag wel zeggen dat mijn werk ook een beetje mijn hobby is." Streng moet hij zijn, maar ook rechtvaar dig. Sociaal en betrouwbaar. „Ik ga om met mensen van allerlei pluimage. Daar heb je veel tact voor nodig. Bij promoties leg ik de kandidaten het hele protocol uit. Wanneer ze moeten gaan staan en wanneer ze mo gen zitten, wat ze moeten diagen een rok- kostuum met een zwart vest en vrouwen overeenkomstige kleding en hoe ze de promotiecommissie moeten aanspreken: meneer de rector magnificus en hoogge leerde opponens als het een hoogleraar be treft en zeergeleerde opponens als het geen hoogleraar is. Verder bespreek ik de keuze van de paranymfen, dat zijn mensen die de promovendus helpen met alle feestelijkhe den en hem of haar tijdens de verdediging

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 11