Een anti-winnaar die won at-p Een schip om de traditie te bewaken r*"l r:' SS? iiii 1 1 8 Nr. 15: Hennie Kuiper 135 ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1999 ie Kuiper (Denekamp, 3 februari '49) is - Isgrote wapenfeiten olympisch goud in 75 - niet de beste wielrenner uit de historie iet Nederlandse wielrennen; wel een van de t populaire. Hij was namelijk een under- n daar vereenzelvigt het grote publiek zich nmaal graag mee. En Kuipertje is Kuipertje ten. Thevenet onthulde enkele jaren geleden dat hij ver- Stimulerende middelen had gebruikt toen hij in 1977 tde France won. De bekentenis wekte de woede van ïensen die Hennie Kuiper destijds met een handvol eertei ersc'1^ dramatisch hadden zien verliezen, s iet die van Kuiper zelf. e geen wijziging van de einduitslag, die dreigde de js evenmin met een proces. Nee, die haalde zijn 352. Hal, st, ap ers op en zei dat Thévenet er verstandiger aan had n mond te houden in plaats van de wielersport onno- »n kwaad daglicht te stellen. Kuiper uit het Twentse gehucht Noord-Deurningen te keurig en bescheiden voor het professionele wie- u, waar in die tijd de taal en het gedrag van straten- als Gerrie Knetemann maatgevend Kuiper had eigenlijk alles tegen om uit te groeien tot ot wielrenner. Hij kon niet sprinten, was (aanvanke- matig klimmer, geen groot tijdrijder en bovendien :scheiden. Daar kwam nog bij dat hij stotterde. Door irking werd hij na de MULO afgewezen voor de tool. Was dat niet gebeurd, dan was Kuiper nu on- in Oldenzaal geweest. Dat gestotter droeg bij aan vorming van het lieverdje. Hennie Kuiper was vooral bij moeders. |P ide, bloz nde mannetje, de zevende zoon in een boe van acht kinderen, was niet gezegend met uitzon- alenten, maar compenseerde dat met een beroeps- ✓erdielater alleen nog geëvenaard is door Adrie van der it voor niets een coureur naar Kuipers hart. amateurtijd wisten zijn rivalen: Kuiper geeft zich h Ier gewonnen dan nadat hij half dood van zijn fiets is n (Z).l lil zijn carrière incasseerde hij meer klappen dan hij e. Hij was Joe Frazier op de fiets. Eddy Merckx, Ber- évenet en later Bernard Hinault speelden voor Muh- Ali. Zelden een sporter meegemaakt die de underdog neerzette als Hennie Kuiper, niet vaak, maar als hij won, waren het de grotere de wedstrijden waar het echt om gaat in de wielren- 1972 behaalde hij olympisch goud in de individuele itrijd, een prestatie die door de Palestijnse aanslag in fcpisch dorp twee dagen eerder, niet op juiste waarde chat. Enkele dagen daarvoor had hij met Fedor den ees Priem en Aad van den Hoek brons gewonnen in enachtervolging. De medaille werd het kwartet later ^n omdat Van den Hoek een verboden middel bleek gebruikt. Kuiper zelf is nooit betrapt op gebruik lg- ®g anderen was hij in staat in zijn eentje een minima- te verdedigen, zelfs als, zoals in München, renners als Francesco Moser en Freddy Maertens op hem joegen. Een kleine voorsprong was voor de Tukker vaak voldoende voor de bloemen. Drie jaar later werd hij, in België, het land van Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck en Freddy Maertens, wereldkampioen bij de profs. Maar overtuigd van zijn eigen kwaliteiten? Allerminst. De volgende dag stond hij aan de start van een criterium in Sittard. Tot ergernis van de organisatie, die wilde pronken met de wereldkampioen, verscheen Kuiper niet in zijn regen boogtrui maar in zijn rood-wit-blauwe shirt dat hoorde bij zijn eerder dat jaar behaalde Nederlandse titel. Kuiper was wereldkampioen, maar hij vroeg zich serieus af of hij die titel wel waard was. José De Cauwer, zijn Vlaamse knecht, over tuigde hem van zijn kwaliteiten en bewoog de naïeve Kuiper zijn wereldkampioenstrui te gelde te maken. Daar pikte ook De Cauwer een graantje van mee. Aan de hand van zijn capriolen in de Tour de France, die hij twaalf keer reed, laat zich het best beschrijven wat voor ren ner hij was. Ooit, in een etappe die over de kasseien van Pa- rijs-Roubaix voerde, reed hij ruim honderd kilometer alleen op kop. De onmenselijke inspanning, die hem slechte enkele seconden tijdwinst opleverde, brak hem later in de ronde op. In 1977 won hij de etapppe naar 1' Alpe d'Huez, een memora bele rit waarin niet alleen Hennie Kuiper maar ook radio-ver- slaggever Theo Koomen tot grote hoogte steeg. „Kuipertje, Kuipertje, wat doe je nou?" 'Kuipertje' reed Bernard Théve net uit het wiel. Bij de finish bleek dat hij de Fransman in het algemeen klas sement tot op negen seconden was genaderd. Als Kuiper niet al meters voor de finish was gaan juichen en had vergeten zijn shirt in de plooi te leggen om de naam van de sponsor (TI Raleigh) zichtbaar te maken, dan had hij misschien de ge le trui kunnen veroveren - en wellicht de kracht om in de tijdrit in Dijon zijn leiderspositie te verdedigen. Nu bouwde Thévenet zijn voorsprong in de race tegen de klok verder uit. Kuiper, die nooit de gele trui droeg, was op zijn best in de Tour van dat jaar, maar mocht niet aanvallen zolang Didi Thurau, de oogappel van ploegleider Post, het algemeen klassement aanvoerde. In 1980 werd hij opnieuw tweede, een prestatie die naar de achtergrond werd gedrongen door de overwinning van Joop Zoetemelk. Het stotteren had hij toen al aardig onder controle. Dankzij sensitivity-trainingen was hij behalve een rappe prater ook een zelfbewuster mens ge worden. 'Kuipertjes' rol in de Tour was inmiddels uitgespeeld. Na zijn dertigste vond hij in de klassiekers een nieuw jachtterrein. Hij won de Ronde van Vlaanderen, de Ronde van Lombardije (1981), Parijs-Roubaix (1983) en Milaan-San Remo (1985). Zijn overwinning in Parijs-Roubaix is heroïsch vanwege zijn val op een van de laatste kasseienstroken. Kuiper, alleen op kop, kon een gat in de weg niet ontwijken waardoor hij zijn achterwiel kapot reed. Ploegleider Fred De Bruyne probeerde een nieuw wiel te 'steken', maar dat lukte niet omdat het fra me ontzet was. Beroemd zijn de beelden waarop Kuiper de ploegleider tot snelheid maant door in zijn handen te klap pen. Seconden leken op dat moment minuten. Kuiper kreeg zichzelf weer redelijk snel op gang en won, een jaar na Jan Raas, de koningsklassieker. Als hij voor de Rabobank, waar hij werkzaam is in de relatie markering, gasten begeleidt tijdens wielerwedstrijden of in het land klanten toespreekt, worden hem veel vragen gesteld over die zenuwslopende minuten. Vriendelijk, geduldig en met een kwinkslag geeft hij dan antwoord. Hoewel tegen woordig gekleed in driedelig pak, vijftig jaar inmiddels en grijzend aan de slapen, is Kuipertje Kuipertje gebleven. Topsporters van deze eeuw Honderd jaar sport, honderd jaar prestaties van formaat. Tijd voor het maken vaneen on verbiddelijke ranglijst. Wie zijn de beste Nederlandse topsporters van deze eeuw? Gedurende het hele jaar wordt elke week op deze plaats een sportfiguur geportretteerd die van de redactie een plaats heeft gekregen in de top 50. 13. 14. 15. Hennie Kuiper 16. Abe Lenstra 17. Wim Ruska 18. Pahud de Mortanges 19. Ada Kok 20. TomOkker 21. Marco van Basten 22. Atje Keulen-Deelstra 23. Reinier Paping 24. Arie van Vliet 25. Faas Wilkes 26. Bettine Vriesekoop 27. Floris Jan Bovelander 28. NelliCooman 29. Ron Zwerver 30. Gerrit Schutte 31. Marianne Timmer 32. Jan Timman 33. Beb Bakhuys 34. Zus Braun 35. Leontien van Moorsel 36. Willem van Hanegem 37. Tinus Osendarp 38. Ties Kruize 39. Jan Raas 40. Rik Smits 41. Piet Roozenburg 42. Kees Verkerk 43. Piet van de Pol 44. Ellen van Langen 45. Gianni Romme 46. Marcel Wouda 47. Bok de Korver 48. Rein de Waal 49. Bep van Klaveren 50. Just Göbel De buit is verdeeld: Roger de Vlaeminck, Hennie Kuiper en Jean Pierre Danguillaume op het werelkampioenschap voor profs in 1975. FOTO'GPD 'De Eendracht' moet zeezeilen drijvende houden De vereniging 'Het Zeilend Zeeschip', heeft een bijzondere schuit in beheer: 'De Eendracht'. Met dit schip wordt geprobeerd te oorkomen 'dat straks niemand meer weet hoe het was om de wereldzeeën te bevaren'. De scheepsjongens van Bonte koe. Maarten Tromp. Piet Hein. Michiel de Ruyter. In de ogen van schipper Theo Hanstede van De Eendracht brandt de passie als hij met de il lustere namen uit Hollands rijke maritieme verleden wordt geconfronteerd. Hanstede kijkt dan naar de driekleur, die fier wappert in de wind en zegt dan met een gezwollen borst vol trots: „Nederland heeft nog steeds aanzien als zeemacht. Rotterdam is de groot ste haven ter wereld. Als het om water gaat, worden negen van de tien keer de Nederlan ders erbij geroepen." Juist daarom doet het hem veel verdriet dat Holland, dat in de Gouden Eeuw toch ook over de wereldzeeën heeft geheerst, zijn rijke maritieme verleden niet koestert. „Het is natuurlijk leuk dat ze tegenwoordig een paar van die mooie oude VOC-schepen na bouwen, maar er vaart er geen één. Daarom ben ik er trots op dat ik als een van tien schippers op het grootste Nederlandse zei lende zeeschip Eendracht mag varen. De Eendracht is een modem zeilschip, maar we houden met de driemaster wél Hollands eer als traditionele zeevarende natie hoog." Het water klotst zachtjes tegen de boeg van de schitterende schoener als we met de Eendracht 'op de motor' de Nieuwe Maas opdraaien. Meteen geeft de schipper het sein de zeilen te hijsen. Het is show, want het tien jaar oude schip beschikt over een machtige machinekamer waarin de 550 pk diesel so noor bromt. Hanstede (66) houdt van uiter lijk vertoon. „Met de bollende zeilen vallen we tenminste op tussen al die enorme zee- 'p t itsm 111 I i 1 Niet luieren De stalen driemastschoener werd tien jaar geleden voor zeven miljoen gulden bij Da- men Shipyards gebouwd. De Eendracht (on der welke naam ook al in 1974 een schip te water werd gelaten) is dus nog betrekkelijk jong. Ondanks de prille leeftijd én de aanwe zigheid van alle moderne apparatuur, ademt het A-klasse tallship historie uit. „De Een dracht is geen vakantieschip", zegt Hanste de. „Op dit schip is geen plaats om te luie ren. Wij proberen met deze schoener het tra ditionele zeezeilen te propageren. Aan boord moet iedereen de handen uit de mouwen steken. Zeilen hijsen en sturen, maar ook schrobben en wachtlopen. Op die manier kweken wij op de Eendracht een ouderwetse Hollandse kameraadschap. Een sfeer die doet denken aan de avontuurlijke zeereizen van zeehelden uit een vervlogen verleden." Dan met een ondeugende glimlach: „Ik sprak laatste een Belg die me hoofdschud dend aankeek toen hij mijn betoog over de Eendracht had aangehoord. Hij zei: Typisch iets voor jullie Hollanders om zoiets te be denken. Hoe kun je nu mensen laten betalen én zo hard te laten werken." Doelstelling De Eendracht wordt beheerd door vereni ging Het Zeilend Zeeschip, een club van wei denkenden die al sinds 1938 probeert elke Nederlander de mogelijkheid te bieden ken nis te maken met het avontuurlijke zeezei len. „In deze tijd wordt steeds minder aan dacht besteed aan zeezeilen", zegt bestuurs lid Anko de Jong. „Met de Eendracht probe ren we te voorkomen dat straks niemand meer weet hoe het was om de wereldzeeën te bevaren. Op het schip - en vooral op lan gere zeereizen - word je bovendien als mens gevormd. Eenmaal op zee vervallen rangen en standen. Iedereen moet samenwerken om het reisdoel te halen. Dat maakt zo'n zeereis tot een leerzame en onvergetelijke er varing." Op de Eendracht is geen plaats voor twee dracht. Ook het stichtingsbestuur werkt hartstochtelijk samen om het schip 300 da gen per jaar op zee te houden. Vanzelfspre kend is er veel geld nodig om het geheel door vrijwilligers geleide schip in de vaart te houden. Met het organiseren van tal van rei zen, sponsordagen en andere tochtjes pro beert de stichting het hoofd boven te hou den. Maar het bestuur wil meer. „Volgend jaar nemen we deel aan twee races in Ameri ka, The Race of the Century - Tall Ships 2000. We varen van Boston naar Halifax en van Halifax naar Amsterdam. Deelname aan de ze races geeft de doelstelling - vooral jonge ren kennis te laten maken met zeilen op zee. - meer inhoud." Zeilen met de Eendracht is een onvergete lijke ervaring, stelt Kees Kroon. Hij is kok, of wel, kombuismuis aan boord. „Ik ben ver liefd op dit schip", zegt hij. „Ik had niets met de zee, totdat ik kennismaakte met de Een dracht. In het begin was ik al bang van een zuchtje wind, maar tegenwoordig kan het me niet hard genoeg waaien." Ook Anneke Hoencamp (60), die jaarlijks aan boord gaat, is in de ban van het schip. „Je hoeft echt niet jong en sterk te zijn om met het schip mee te kunnen varen. Het houdt me jong." En de Haagse solo-zeilster Jacqueline Bakker, belast met de pr-activitei- ten voor het project 2000: „Zeilen geeft je ex tra energie. Je bent één met de elementen, met water, wind en zon. Dat is een heel apart gevoel." MIKE BELINFANTE Voor meer informatie: Stichting Zei lend Zeeschip, postbus 84108, 2508 AC Den Haag, telefoon: 070-3546261.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 51