Stijfkoppige voetbalkunstenaar
Ajax' voetbalkolonialisme
Nr. 16: Abe Lenstra
RT GEESING
Ier weinigen in ons land - misschien
vel de enige - had Abe Lenstra (1920 -
let zo 'n hoge pet op van Johan Crnijff.
vond 'Jopie' niet zogoed als vaak
•egd en geschreven, hij vond Piet Kei-
'lijk een veel betere voetballer. Het
over de Fries. Als voetballer al bij zijn
i legende: een voetbalkunstenaar, in-
'eatief, technisch briljant, met een
telinzicht. Als mens vaak niet te pei-
ioppig en eigengereid. 'Voor een Fries
■n nee, nee'. Hij kwam meer dan eens
:t met de keuzecommissie van het Ne-
elftal waarvoor hij 47 keer uitkwam
r fr scoorde.
de anekdotes en smeuïge verhalen over Abe
voetbalmaestro, zoals hij vaak werd ge-
na even legendarisch en onbegrepen zijn kor-
;en aanbiedingen van buitenlandse profclubs.
zoals Heerenveen toen wel werd genoemd,
(9 al zaakwaarnemers van AC Milan op de
a kan voor drie jaar tekenen, zestigduizend
is ontvangen alsmede 325 gulden salaris per
premies. Het blijft niet bij Milan. Een jaar la-
iber 1950, lonkt Fiorentina met een bedrag
(gen ton. 'Ik ga met pappie en mammie in de
lië', vertelt Metteke, Lenstra's dochter van
buren. Het blijft Heerenveen.
n vaste betrekking", vertelt zijn vrouw Hiltje
nber aan de Volkskrant. 'Er is pensioen aan'
3ek(Dat gaat verloren als we weggaan. Abe is naar
l. I bes ter geweest om te vragen of hij na die twee
ar lbn komen op de secretarie, maar die garantie
;n item niet geven. Het is veel geld dat men ons
0lldaar zoals we het nu hebben, is het ook best
™°lerbazing alom in het land als Lenstra ruim
ir - hij is dan al 34 - het shirt met de pompe-
voor het zwart-wit van Sportclub Ensche-
voetbalschoenen op de markt onder z'n ei-
1 Sportclub regelt voor hem een baan in de
Ie. De premies vallen echter in het niet bij wat
:e had kunnen verdienen: 35 gulden voor een
25 gulden bij een gelijkspel en vijf gulden bij
ag. Lenstra maakt op 22 juni 1955 zijn debuut
schappelijke wedstrijd tegen Schalke '04 en
roor Sportclub spelen, daarna nog even voor
Boys.
Is voetballer wordt al vroeg onderkend. Ont-
len van Heerenveen, in een schoolelftal,
'fJein, parmantig baasje met een golf weerbar-
over het voorhoofd zich met verbluffend
feicht langs tal van andere, iets grotere baasjes
Abe Lenstra werd tijdens zijn voetbal loopbaan op handen gedragen.
foto archief
laveert. Al op z'n vijftiende maakt hij zijn debuut in het
eerste van Heerenveen. Samen met z'n broer Jan vormt
Abe de rechtervleugel van het elftal dat in dat seizoen
(1936 - '37) promoveert naar de eerste klasse. In juni 1937
wordt hij als rechtsbuiten gekozen in de Friese jeugd-
ploeg, een jaar later in het Nederlands jeugdelftal. Tegen
België maakt hij in z'n eentje en met drie doelpunten een
achterstand van 4 -1 ongedaan. A star is bom.
Heel Friesland vraagt zich na die heldendaad af wanneer
'us Abe' wordt geselecteerd voor het 'grote' Oranje, als
eerste Fries en opvolger van linksbinnen Kick Smit. Het
debuut laat echter nog even op zich wachten, tot 31 maart
1940 in de Rotterdamse Kuip tegen Luxemburg. Lenstra
scoort het eerste doelpunt van de wedstrijd, maar Neder
land verliest met 4 - 5. Een maand later staat hij weer
linksbinnen, in Amsterdam tegen België, en vormt hij een
goede linkervleugel met Bertus de Harder.
Die wedstrijd groeit voor hem uit tot een nachtmerrie.
Zijn collega's schelden hem uit voor een provinciaaltje. In
het Vrije Volk van 16 november 1957 pas spreekt Lenstra
openlijk over die beginperiode. 'Geef hier die bal, lelijke
rotboer, je kunt er niks van. Dat moest ik allemaal aanho
ren. Het liefst was ik van het veld gestapt.' De ontgoochel
de Lenstra is die avond niet op het banket verschenen.
Zijn vrouw Hiltje later in het boek De historie van Oranje.
'Men moet wel bedenken dat een debutant van het platte
land twee keer beter moest zijn dan een kandidaat uit het
westen. De meesten waren vervolgens zo gelukkig met
hun selectie dat ze op alles ja en amen zeiden. Abe zat zo
niet in elkaar. Daarom begonnen de mensen hem meteen
een koppige Fries te noemen. Dat was een onterechte be
titeling. Hij had een eigen mening en die wilde hij ook la
ter horen.'
De oorlog, zijn angst voor vliegreizen en de conflicten met
de Keuzecommissie - hij eist een plaats als links- of even
tueel rechtsbinnen en laat het afweten als hem een andere
positie wordt aangeboden - zijn er debet aan dat hij
'maar' 47 interlands speelt. Verdeeld over negentien jaar.
De laatste was op 19 april 1959 in Amsterdam tegen Bel
gië.
Zijn mooiste jaren in Oranje zijn die met Faas Wilkes en
Kees Rijvers, met wie Abe Lenstra een gouden binnentrio
vormt. Die eervolle titel moet geboren zijn uit een diep
respect voor de grote individuele kwaliteiten, want al met
al hebben ze slechts tien keer tegelijk in het Nederlands
elftal gespeeld. 'Abe was een hele grote', vertelt Kees Rij
vers jaren later. 'Hij kon goed koppen en beheerste de sli
ding-tackle. Maar bij balverlies bleef hij hangen. Hij dacht
dat net als bij Heerenveen anderen dat voor hem wel op
zouden knappen. Toch was hij razendsnel, intuïtief, crea
tief, technisch, vooral als het goed liep.'
Maar bovenal een liefhebber. Hij moet niks hebben van
alle vernieuwingen. 'Het stopperspilsysteem', is zijn credo
in die jaren, 'nagelt iedereen op zijn plaats vast.' Geen
stopperspil, maar vrijheid en improvisatie, was zijn lijf
spreuk. 'Laten we zo doen als bij Heerenveen. Als de te
genstander er drie maakt, gaan wij er met zes of zeven
overheen.'
Daarin overdrijft hij niet. Ajax verspeelt eens in een mum
van tijd een 5 -1 voorsprong en verliest met 6 - 5. MW
ondervindt hetzelfde: verlies van 7 - 6 na met 4 - 0 te heb
ben geleid. Voor de moderne tactieken kan Lenstra later
geen goed woord bedenken: 'Al dat gekrioel op het mid
denveld, nee, de spelers van nu hebben geen dash, er
loopt veel brandhout tussen. Geef mij maar ijshockey.'
Het moet vader Lenstra niet hebben verbaasd. 'Een eigen
aardige jongen, steeds geweest, die Abe Een rare jon
gen. Die zijn eerste schaatswedstrijd in Wolvega won toen
ik van mening was dat Abe wel kon lopen op de schaats,
maar niet kon rijden. Die 's avonds met een onverstoor
baar gezicht zijn bed uitkwam. 'O ja, het is waar ook, ik
heb iets vergeten'. Of moeder zo goed zou willen zijn een
rugnummer op zijn shirt te naaien, omdat hij de volgende
dag aan atletiekwedstrijden moest deelnemen, die hij wa
rempel won ook.'
Maar ook vissen, dammen, je kon het zo gek niet beden
ken, Abe Lenstra was van alle (sport)markten thuis. Arend
van der Wel, nu FC Twente, toen een collega van hem bij
Sportclub Enschede: 'We gingen altijd met de bus naar
uitwedstrijden en stopten dan in Velp om een hapje te
eten. Daarna gingen we biljarten. Als je de pech had dat
Abe mocht beginnen, kon je de keu net zo goed meteen in
de hoek zetten. Dan maakte hij de partij in één beurt uit.'
Abe Lenstra ging een kwart eeuw later terug naar Fries
land, nadat hij in maart 1977 in een rolstoel was beland
door een hersenbloeding. Op 2 september 1985 overleed
hij door een acute hartstilstand. 'Een legende is gestorven,
zover een legende ooit kan sterven', schreef wijlen Nico
Scheepmaker in de GPD-bladen. 'Hij was een levende le
gende, nu is hij een dode legende, maar de legende blijft,
zolang althans nog mensen op aarde leven die Abe met ei
gen ogen hebben zien voetballen.'
4» f
Topsporters van
deze eeuw
>y
Honderd jaar sport, honderd
jaar prestaties van formaat.
Tijd voor het maken van een on
verbiddelijke ranglijst. Wie zijn
de beste Nederlandse topsporters
van deze eeuw?
Gedurende het hele jaar wordt
elke week op deze plaats een
sport figuur geportretteerd die
van de redactie een plaats heeft
gekregen in de top 50.
14.
15.
16. Abe Lenstra
17. WimRuska
18. Pahud de Mortanges
19. Ada Kok
20. TomOkker
21. Marco van Basten
22. Atje Keulen-Deelstra
23. Reinier Paping
24. Arie van Vliet
25. Faas Wilkes
26. Bettine Vriesekoop
27. Floris Jan Bovelander
28. Nelli Cooman
29. Ron Zwerver
30. Gerrit Schulte
31. Marianne Timmer
32. Jan Timman
33. Beb Bakhuys
34. Zus Braun
35. Leontien van Moorsel
36. Willem van Hanegem
37. Tinus Osendarp
38. Ties Kruize
39. Jan Raas
40. Rik Smits
41. Piet Roozenburg
42. Kees Verkerk
43. Piet van de Pol
44. Ellen van Langen
45. Gianni Romme
46. Marcel Wouda
47. Bok de Korver
48. Rein de Waal
49. Bep van Klaveren
50. lust Göbel
'Onbegrijpelijk hoe het hier allemaal fout kan lopen'
hel
Na een trainersloopbaan die hem langs RKC, FC Utrecht, Go Ahead Eagles en Al Nasr in Saoedi-Arabië
voerde, is Leo Van Veen nu verantivoordelijk voor het opzetten van de 'franchise-club' Ajax Cape Town, het
ambitieuze project van Ajax om een voetbalkloon in het buitenland te laten opgroeien. Ajax heeft een
aandeel van 51 procent in de Zuid-Afrikaanse club. In de korte tijd dat hij bezig is, heeft Van Veen gemerkt
dat het niet gemakkelijk is om het Ajax-model te importeren in een vreemde voetbalcultuur.
NH
.Lieo van Veen heeft een maand
kunnen wennen aan de Zuid-Afri
kaanse voetbalmores. Maar de trai
ner van de kersverse voetbalclub
Ajax Cape Town blijft zich verbazen
over de gebeurtenissen binnen en
buiten het veld. Op de bank kreeg de
voormalige koele afinaker soms jeuk
in de schoenen als zijn spelers de
zoveelste opgelegde kans misten.
Buiten het stadion ging er ook het
een en ander mis. Een Ajax-bus die
jeugdspelertjes naar huis bracht
werd gekaapt. Zoals dat gaat in
Zuid-Afrika, zetten de dieven een
pistool tegen het hoofd van de
chauffeur. Ze schoten op een kleine
godenzoon die wegrende. Hij bleef
ongedeerd.
En Van Veen spreekt met verwonde
ring over een international uit Zim
babwe die nooit is teruggekeerd van
een wedstrijd voor zijn nationale
team vanwege problemen met zijn
werkvergunning. „Hoe dat allemaal
fout kan lopen hier, dat is voor mij
onbegrijpelijk", zegt Van Veen ver
baasd.
De gevolgen van wat er mis ging bin
nen en rond de groep, tekenen zich
af in het uitslagenlijstje: van de eer
ste vijf wedstrijden in de Zuid-Afri
kaanse eredivisie verloor Ajax er vier,
en won de club er een. Als Van Veen
na een maand één conclusie be
schikbaar heeft, is het dat Ajax Cape
Town tijd nodig heeft. Veel tijd. Het
Ajax-spelsysteem is.exotisch vergele
ken met het voetbal waarmee Zuid-
Afrikanen zijn opgegroeid.
Het 3-4-3 systeem blijkt moeilijk uit
te voeren, wat na een maand geen
schande is. Zelfs Ajax Amsterdam
heeft er soms moeite mee. „De jon
gere spelers pikken het op, maar
voor de oudere voetballers is het
heel moeilijk om te schakelen. De
technische vaardigheden zijn best
aanwezig, maar het tactisch inzicht
is gering. Hier gaat men vanouds uit
van twee spitsen en veel mensen op
het middenveld, die vooral voor
zichzelf spelen. Ze gaan waar de bal
is, en denken geen zet vooruit. Ver
dedigers spelen hier niet mee; als ze
de bal hebben afgegeven denken ze
dat het werk gedaan is. Verschrikke
lijk moeilijk dat soort dingen te ver
anderen."
Het niveau van de Zuid-Afrikaanse
competitie is Van Veen niet meege
vallen. En gevraagd naar het niveau
van zijn eigen club in vergelijking
met Nederlandse, zegt hij onom
wonden: „Hoofdklasse amateurs. In
de eerste divisie zouden ze het niet
redden."
Ajax Cape Town pikte de beste, spe
lers uit de twee bestaande clubs die
werden samengevoegd: Cape Town
Spurs en Seven Stars. De vereniging
kocht een aantal spelers, onder wie
de Zuid-Afrikaanse international
Brendan Augustine, die ook op het
WK in Frankrijk speelde. Technisch
directeur Henk Bodewes nam de
Nederlandse spits Rolf de Boer mee,
die in het tweede van Heerenveen
uitkwam. De meest beloftevolle jon
ge speler uit de selectie, de snelle
middenvelder Dillon Sheppard, liep
twee weken stage in Amsterdam.
Zoals het een Ajax-trainer betaamt,
heeft Leo van Veen zijn hoop geves
tigd op de jeugd. Daar moet ook het
resultaat van de investering uitko
men, want Ajax' voetbalkolonialisme
is geen liefdadigheid. Op den duur
wil Amsterdam putten uit de kweek
vijver Kaapstad, en nieuwe Benni
McCarthy's aantrekken die in tegen
stelling tot Benni op tijd zijn ontdekt
en geschoold in het voetbal dat de
club wil spelen. „Bij de jeugd is er
behoorlijk wat talent. Daar begrijpen
ze de basisideeën. Maar je weet
nooit hoe ze zich in dit milieu ont
wikkelen."
Daar ligt volgens Van Veen een an
der verschil met Nederland: Ajax
heeft in Zuid-Afrika ook een sociale
taak. De club begint binnenkort met
de aanleg van een eigen jeugdcom
plex, een nabootsing van 'De Toe
komst' in Amsterdam. Daar moet
Ajax Cape Town zijn ziel vinden, en
de talentvolle jeugdspelers behoe
den voor de vele sociale risico's
(drugs, bendes, gebroken gezinnen)
in de zwarte woongebieden rondom
Kaapstad.
„Wij gaan in Nederland altijd uit var»
een min of meer stabiele gezinssitu
atie: de spelers wonen in een huis,
hebben begeleiding van vader of
moeder, en krijgen twee keer per dag
goed eten. Hier hebben ze dat lang
niet allemaal. Daarom bouwen we in
het jeugdcomplex een aantal woon
eenheden, en kunnen de jongens er
in een gastgezin leven. Alleen dan
zijn zaken als eten, rust en school te
controleren. We moeten hier het he
le sociale leven goed op poten zet-
Onlangs speelde Ajax voor het eerst
in het imposante, 55.000 zetels tel
lende Newlands rugbystadion in
Kaapstad dat het thuisveld wordt.
Daarmee probeert de club het voet
bal, vanouds een 'zwarte' sport, uit
de sjofele omgeving van de town
ships te halen en aantrekkelijk te
maken voor een gemengd publiek.
De overeenkomst met de ArenA is
dat de grasmat van Newlands om de
haverklap moet worden vervangen.
De opkomst was matig (2500 man)
en het voetbal stelde teleur. Een ko
lonie Nederlanders met rood-wit-
heimwee hield op de tribune met
het lied 'Leo, Leo, we worden kam
pioen' iets van hoop levend.
Na een redelijke eerste helft tegen
Bloemfontein Celtic, waarin Ajax
een glimp van het aanvallend sys
teem toonde en met 1-0 voorkwam,
stortte het team in de tweede helft
ineen en verloor met 1-2. Het gemor
onder de fans en de voetbaljouma-
listen in Kaapstad is na de slechte
seizoenstart al te horen.
Ajax Cape Town is met veel bomba
rie gepresenteerd als de redder van
overzee. Daar kent de Zuid-Afri
kaanse geschiedenis er meer van. De
hype kan tegen de club gaan wer
ken, weet Leo van Veen. „De druk
voor de spelers is enorm groot.
Daardoor gaan ze het vertrouwen in
eigen kunnen missen. Voor heel
Zuid-Afrika zijn we nu het te klop
pen team. En zover staan we nog
lang niet."
Kortom: de buitenlandse expansie
van het voetbalbedrijf zal vooralsnog
weinig tot geen rendement opleve
ren. Dit is een investering voor de
lange termijn.
PETER TER HORST
Leo van Veen in Zuid-Afrika. „Het spelpeil hier is me niet meegevallen. Het heeft het niveau van
onze hoofdklasse amateurs." fotocpd leon muller