Onrijpe eicel wacht op bevmchting Gezondheid Aanpassingen bij Parkinson Mannen lange ringvinge i Wenden en keren 'Soms kun je nergens terecht' 14 wÊÉ MAANDAG 23 AUGUSTUS 1999 REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINGA 023- Kan meneer Zwart nog even langs komen vandaag?, vraagt mijn assistente. Eigenlijk zit ten we vol, „maar hij kan niet meer op of neer", vertelt zijn zoon. „Hij lijkt wel verstijfd, en heeft vannacht niet goed kunnen slapen". Het lijkt me een beter idee dat ik even bij hem langs ga - hij woont in de buurt. Dus sta ik aan het eind van de ochtend bij hem voor de deur. Als ik heb aangebeld, zie ik zijn hand voorzichtig door de brievenbus, en gaat de deur open. „Ik doe het maar met twee handen, an ders gaat die zware voordeur niet open", zegt hij. „Mijn spierkracht neemt duidelijk af. Ik merk het aan meer dingen, maar dat vertel ik je straks wel". Binnen informeer ik wat zijn probleem van dit moment is. Meneer Zwart heeft de ziekte van Parkinson, al een aantal jaren. Hij is er erg door veran derd. Hij heeft gewerkt als maatschappelijk werker, zijn voornaamste vreugde was het optrekken met mensen, hij leidde gespreksgroepen en stond volop in het leven. Toen de eerste verschijnselen van de Parkinson zich openbaar den, doordat zijn linkerhand ging trillen, maakte hij zich nog niet zo bezorgd. De neu roloog, naar wie ik hem ver wees, stelde hem in op medi catie. Dat was een periode van zoeken naar de goede medicij nen en de juiste dosering. Dat was niet gemakkelijk, ook niet voor hem. Hij woont alleen met zijn zoon, die hem wel ge zelschap houdt, maar overdag de deur uit is en dus niet in staat is hem te verzorgen. Langzaam maar zeker leek meneer Zwart wat baat te hebben en raakte hij zijn tril lerigheid kwijt. Toch leverde hij dingen in: hij loopt met kleine pasjes, raakt makkelijk uit zijn evenwicht. Het schrij ven gaat moeizamer, en zijn gezicht heeft een strakkere uitdrukking gekregen. Dat valt me nu ook op. Hij kijkt me aan met een melan cholieke blik. „Wat is er toch veel met me gebeurd", zegt hij. „Vroeger liep ik anderen te helpen, nu ben ik langzaam maar zeker volledig afhanke lijk geworden van jullie hulp. Ik aanvaard het wel, maar ik kan me er nog nauwelijks bij neerleggen dat ik me zo'n ge vangene voel in mijn eigen li chaam. Vannacht kon ik bijna niet overeind komen. Ik wilde het laken optrekken naar mijn gezicht, maar mijn arm deed éénvoudig niet wat ik wilde. Dat maakt me verdrietig en opstandig, ik weet dan werke lijk niet wat ik moet doen." Meneer Zwart zit in een moei lijke situatie. Zijn echtgenote is hem plotseling ontvallen. Haar goede zorgen moet hij nu missen, naast het gemis van haar aanwezigheid. Het valt me op, dat hij in deze rouwperiode duidelijk meer achteruit is gegaan. Zijn zoon kan het verlies van zijn moe der ook niet goed verwerken, de twee mannen zijn niet zul ke praters. Ik breng het ter sprake. „Ja, dat heb je goed gezien", zegt hij. „Ik zie het somber in, maar ik vecht wel voor mijn zoon. Als hij er niet was, dan zou ik het niet meer weten." Voor het gemis en het verdriet heb ik geen oplossing. Maar wel kunnen we kijken of ik iets kan doen aan de praktische si tuatie. „Op de eerste plaats gaan we een ander bed voor u bestellen", stel ik hem voor. „Dat gaat via een ergothera peute, die we van de verzeke ring langs mogen laten ko men. Er zijn vast nog meer dingen in huis waar u moeilijk mee overweg kan. De wc-pot is misschien te laag, en er moeten handgrepen komen in de douche. Wellicht een stoel tje om op te zitten bij het was sen. En het is langzaam maar zeker ook niet meer verant woord de trap nog op te lo pen. Via de gemeente is het mogelijk een traplift aan te vragen. Dat wordt betaald vanuit een speciaal potje. Vindt u het goed, als we dat in gang zetten?" Meneer Zwart zegt dat hij het op dit moment niet allemaal overziet, maar hij wil graag meewerken aan een verbete ring van zijn thuissituatie. Zo zitten we dan enkele weken later weer samen aan tafel. Toevallig is de ergo therapeute er, als ik een bezoekje breng. Ze laat elektrische hoog-laag- bedden zien, hij kan zelfs kie zen welke hij wil hebben. Voortvarend en deskundig maakt ze een plan met hem om ook de andere zaken aan te pakken. Daaronder vallen de aanpassingen in huis, zoals de wc, de traplift en de dou che, maar ook stelt ze voor, de drempels in de gang te laten egaliseren, zodat hij niet meer struikelt als hij loopt. Ik zie zijn gezicht wat opkla ren. „Ik ben dankbaar voor al le aanpassingen die mogelijk zijn. Het maakt me weer wat onafhankelijker", zegt hij. Zelf overleg ik met de neuroloog over een betere dosering van zijn medicatie - die ziet hem op korte termijn hiervoor te rug. Het staat weer op de rails. Experiment eierstokken invriezen van jonge vrouwen met kanker GERARD AKKERMAN Ontwikkelingen binnen de ge neeskunde gaan razendsnel. Het Academisch Ziekenhuis Groningen vriest sinds kort ei erstokken in van jonge vrouwen met kanker. Zo kunnen ze mo gelijk hun vruchtbaarheid be houden. Behoud van vruchtbaarheid, dat is de belangrijkste reden voor het invriezen van stukjes eierstok met onrijpe eicellen van jonge vrouwen. Voor meis jes die op jonge leeftijd een kankerbehandeling ondergaan is verlies van hun vruchtbaar heid vaak de tol die ze moeten betalen voor genezing. Door in tensieve bestraling of chemo therapie raken eierstokken makkelijk onherstelbaar be schadigd. Het Academisch Ziekenhuis in Groningen (AZG) is het eerste in Nederland dat uit voorzorg heeft besloten stukjes weefsel in te vriezen. Dat weefsel wordt dus verwijderd vóór de kanker behandeling. Arnold Simons, gynaecoloog en hoofd klinische ivf van het AZG, hoopt binnen tien tot vijftien jaar over de ken nis en techniek te beschikken om de onrijpe cellen tot leven te brengen en geschikt te ma ken voor bevruchting. Die be vruchting kan dan mogelijk plaatsvinden in het laboratori um. Maar daar is nog veel on derzoek voor nodig. In het laboratorium staat een stikstofvat met daarin stukjes ingevroren eierstok van meis jes, vaak niet ouder dan vijftien jaar. In dit ivf-laboratorium vin den dagelijks bevruchtingen plaats. Met minuscule pipetjes worden eicellen en zaadcellen samengebracht. Als de be vruchte cellen zich gaan delen en er een embryo ontstaat, wordt dit binnen enkele dagen teruggeplaatst in de baarmoe der om uit te groeien tot een kind. Op een videoscherm is te zien hoe een analiste op microsco pisch niveau een zaadcel met een uiterst dunne pipet de eicel binnenbrengt. Ze prikt door de wand van de eicel, waarna de zaadcel snel naar binnen glipt en de eicel zich weer sluit. Zwakke zaadcellen Deze nog jonge icsi-methode is de uitkomst voor paren, bij wie het zaad van de man van slech te kwaliteit is. De zaadcellen zijn niet in staat om op eigen kracht de eicel binnen te drin gen en deze te bevruchten. Niet de natuur selecteert, maar de analiste, die met de microscoop een zaadcel opspoort die nog goed genoeg is voor bevruch ting. Een van de analisten laat een buisje zien waarin de stukjes ei erstok in de vloeibare stikstof kunnen worden bewaard. De damp slaat ervan af. Bevruch ting van het ingevroren eiersto kweefsel is nog lang niet aan de orde. Het tere weefsel zal nog jaren in de vaten blijven zitten voordat er een goede techniek is om de niet-rijpe cellen te la ten rijpen en ze geschikt te ma ken voor bevruchting. In tegenstelling tot mannen dragen vrouwen al vanaf de ge- Bij de IVF-methode worden de zaadcellen ingevroren en tijdelijk in een soort rietjes bewaard. boorte al hun eicellen bij zich. Mannen maken steeds op nieuw zaad aan. Met het ouder worden daalt de voorraad eicel len bij vrouwen en neemt de kwaliteit af. Rond hun 53e is de voorraad zo'n beetje uitgeput en komen vrouwen in de over gang. Al zo'n tien jaar daarvoor is de kwaliteit zo laag en de voorraad zo beperkt, dat de kans op zwangerschap met of zonder ivf minimaal is. „Meisjes bij wie door kanker de eierstokken zijn beschadigd, ra ken al op veel jongere leeftijd een groot deel van hun eicellen kwijt. Ze verliezen hun vrucht baarheid en belanden soms al op dertigjarige leeftijd in de overgang." Nu meer vrouwen kanker op jonge leeftijd overle ven, komt ook de wens naar kinderen steeds duidelijker naar voren. Daar moet oog voor zijn, vindt Simons. „Het enige wat we op dit mo ment kunnen is stukjes eier stokken verwijderen en invrie zen. De techniek van het invrie zen en ontdooien lijkt goed. Na onderzoek blijken de cellen vi taal en van goede kwaliteit te zijn. We weten alleen niet hoe we 'slapende' eicellen op gang moeten helpen." Bij dieren Experimenten bij schapen in het Britse Leeds hebben aange toond dat het bij dieren kan. „Bij de schapen zijn eierstok ken verwijderd, ingevroren, weer ontdooid en terugge plaatst. Een aantal schapen raakte drachtig. Dus het werkt." Terugplaatsen bij vrouwen is een risicovolle aangelegenheid. Zeker als er kanker in het spel is. „Wie zegt dat er geen kanker in het verwijderde weefsel zit. Dat kun je moeilijk onderzoe ken. Als je een stukje ontdooit en vaststelt dat er geen kanker inzit, wil dat nog niet zeggen dat er in andere delen van het nog ingevroren weefsel ook geen kanker zit. Je kunt moeilijk al het weefsel ontdooien en on derzoeken, want dan heb je niets meer over." Bevruchting zal daarom waarschijnlijk in het laboratorium plaatsvinden met behulp van ivf of icsi. Daarvoor schiet de kennis nog te kort. „Wat is verantwoordelijk voor het aan de praat krijgen van de cellen? Zijn het hortnonen, groeifactoren of zijn de cellen al voorgeprogrammeerd vanaf de geboorte. Er is nog veel tijd no dig om dat uit te zoeken." Dit is ook een belangrijke reden om geen weefsel van vrouwen rond de dertig in te vriezen. „Over twee jaar kunnen we er nog niets mee. We hebben deze vrouwen nog niets te bieden." Simons is er geen voorstander van om deze technieken bij ou dere vrouwen te gebruiken. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor ei celdonatie, waarbij de zwanger schap tot stand wordt gebracht met een donatiecel van een an dere vrouw. Na twee jaar is vaak nog onzeker of de ex-pati- ente helemaal kankervrij is. Als de kanker terugkeert, kan ze vroeg overlijden. „Dan zetje een wees op de aardbol. Ik vraag me af of je dat wel moet doen." HEi Hoe langer de ringvinger, hoe groter de kans op een depres sie. Dit is geen grap, maar een bevinding uit serieus onder zoek in Engeland. Medische wetenschappers van de uni versiteit in Liverpool vonden dit opmerkelijke verband, dat trouwens alleen opgaat voor mannen. Hoe langer iemands vingers zijn in verhouding tot zijn lichaamslengte, hoe gro ter de kans op een depressie. De sterkste indicator is de ringvinger. Als die langer is dan de wijsvinger is de vat baarheid voor psychische stoornis het grootst, aldus de studie. De oorsprong ligt in de blootstelling aan testosteron in de baarmoeder. Onderzoeker John Man ning: „Testosteron speelt een sleutelrol bij de ontwikkeling van het mannelijk geslachts systeem. Het beïnvloedt te vens de vorming van het cen traal zenuwstelsel en van de vingers en duimen." Mannen die als foetus bloot stonden aan een hoge concentratie testosteron hebben relatief lange vingers, in het bijzonder zijn hun ringvingers langer dan hun wijsvingers. Omge keerd hebben mannen die als ongeboren vrucht lage con centraties van dit geslai hormoon hebben kortere ringvingers dan vingers." Het verband is aangetj na meting van diverse ui ke lichaamskenmerken ruim honderd mannen vrouwen. Van alle deelna werd tevens de mate vat pressie bepaald. De resuh toonden bij mannen, en bij vrouwen, een opmei verband tussen depressi lange vingers. Vingerleng gezet tegen de lichaamsli gaf een nog sterkere aa zing voor de kans op de sie. Foetale testosteron coi traties zijn de meest schijnlijke verklaring, Manning. „Testosteron sterke invloed op de on keling van het mannelijl nuwstelsel, ook op de ni gunstige aspecten. Zo sl leert een overaanbod vat tosteron de groei van de ter hersenhelft ten kost de linker. Ook wordt ee veel aan testosteron in band gebracht met het staan van migraine, aut en stotteren. Hier kan de sie aan worden toegevoej Of het waar is moet de consu ment gaan bewijzen. Aquaf- resh komt met een borstel op de markt waarvan de haren in drie verschillende richtingen staan. "Daardoor onstaat er een effectiever contact met het poetsoppervlak." Het ge bit zou daardoor beter wor den gereinigd, ook tusssen de tanden en kiezen. Hij bezit verder een antislip grip en flexibele stejel om het tand vlees te sparen. De Aquafresh Flex Inter-action, de naam van het nieuwe prroduct is heden te koop. No wellicht oorzaak glaucoo Remming van de productie van stikstofoxide (NO) in de ogen van ratten met een ver hoogde oogdruk leidt tot aan zienlijk minder schade aan cellen in het netvlies. Dat blijkt uit een Amerikaanse stu die in de Proceedings of the National Academy of Sciences van deze week. Een chronisch verhoogde druk van het vocht in de oogbol leidt bij mensen tot verschijnselen van glau coom. Deze oogaandoening wordt gekenmerkt door een, in de loop der jaren optreden de, beperking van het ge zichtsveld. Onbehandeld leidt glaucoom op den duur tot blindheid. Door de verhoogde oogdruk worden de zenuwcel len in het netvlies beschadigd. De aandoening die vooral bij mensen van boven de 40 jaar voorkomt, wordt behandeld door de druk in de oogbol te verminderen. Over de wt lijke oorzaak van glaucoi nog weinig bekend. Volg de Amerikaanse onderzo zou dat wel eens NO kun zijn. Al eerder hadden ze vonden dat een enzym di produceert, wel in de oge van mensen met glaucoo in die van ratten met een *N c hoogde oogdruk kon wor aangetoond, maar niet in Jen' ogen van mensen en ratt2011 met een normale oogdru1U(1. Remming van dit enzym ns behulp van de stof aminivan nidine bleek de schade ai itrij< zenuwcellen in het netvli van ratten met een verho 'e e' druk in de oogbol aanziei)aa: te reduceren. Volgens de 'r d; derzoekers vormen deze oeiT sultaten een sterke aanw K v dat de gezichtsbeperkinglevv glaucoom (mede) veroon '|ec wordt door NO. Praktijkboek voor ouders met kinderen die kanker hebben LEO VAN GELDEREN De psychologe Nel Warnars en haar collega Conny Molenkamp schreven zes jaar geleden het boek 'Mam, wordt het ooit nog eens als vroeger?' Het boek, dat als leidraad geldt voor ouders en verzorgers van kinderen met kanker, groeide uit tot een standaardwerk op het gebied van kinderoncologie. Het werk raakte uitver kocht, maar de vraag bleef onverminderd groot. Dus besloten beide Noord-Hollandse psychologen met een herschreven versie te komen, die nu in de boekhandel ligt. „De afgelopen dagen hebben we uit heel Nederland en België al driehonderd aanvragen binnengekregen", meldt een trotse Nel Warnars. „Maar het is een hele klus geweest. In die zes jaar is er wel het een en ander veranderd. Zowel in de behandelende maar ook in de begeleidende sfeer. Dus het was geen kwestie van de oude drukproeven opzoeken en drukken maar. 'Op het moment dat je te horen krijgt dat je kind kan ker heeft, stort je wereld in. Vanaf dat moment zal je le ven beheerst worden door onzekerheid en angst, maar ook door hoop', staat op de omslag. Nel Warnars: „Er gebeurt van alles met je. En vaak kun je met je vragen en onzekerheden nergens terecht. Dit boek gaat in dui delijke taal in op al die aspecten. Maar dat niet alleen. We proberen de mensen ook tot steun te zijn. En vol gens ons is dat ook gelukt - getuige de reacties die we van ouders krijgen. Zelfs van mensen van wie hun kind al lang is uitbehandeld en nu pas ons boek onder ogen krijgen. 'Goh, hoor je dan. Hadden we. toen maar ge weten dat er zoiets als dit boek op de markt was'. Het boek gaat ook het ergste scenario niet uit de weg. Conny Molenkamp: „Er zijn kinderen bij wie de kanker terugkomt. Dan kan het moment komen datje als ou ders de balans op moet maken en tot de conclusie komt dat je kind niet meer beter wordt. Wat dan? Bij zo'n onderwerp behoort ook het zelfbeschikkingsrecht van kinderen. Voor kinderen tussen de twaalf en zes tien zijn het zowel de ouders als de kinderen die toe PUZZEL Kruiswoord-min-een Niet het gevraagde woord invullen, maar een woord dat bestaat uit de letters van het gevraagde woord in dezelfde volgorde min 1 letter. (B.v Omschrijving "dierenverblijf". Antwoord zou zijn "stal", maar ingevuld moet worden "sta"of "tal". Welke van die twee het moet worden, moet blijken uit de kruisende woorden.) |2 3 ^H4 ^■7 8 Hl9 110 ^■11 Horizontaal: 1. Erkentelijkheid; 5 kledingstuk; 7 spijten. 8. vulkaan in Italië; 9 wijfjeshond; 11. reden; 14 onwetend; 16. ton; 17. luizenei, 18. beest; 18 deel v.e. auto; 20. onderwereld; 22. donderen bliksem; 25. insect; 27. bos; 29. jaargeld wegens trouwe dienst; 30. stevig omslag v.e. boek; 31. schoonheidskoningin. Verticaal: 2. Openbaar beroep; 3. markttentje; 4 muziekinstrument; 5 rijgsnoer; 6. schaamte; 8. verdriet. 10 vrouw van Zeus; 12. plotseling; 13. als; 15. aardgordel; 16. pluim, 19. stuk chocolade; 21. vers; 22. op elkaar; 23. spook; 24. godsdienstig; 26. tweetal; 28. maand v.h. jaar. Oplossing van zaterdag: Horizontaal: 1. Glee; 4 mama; 8. Ran, 10. hes; 11. dek; 13 be; 15. ene; 16. ka; 17. gebaren, 20 gala; 21. knel; 22. Astarte; 24. al; 25. eva; 26 pa, 28. rat; 29. gat; 32 neb; 34. eren. 35 gast. Verticaal: 1. Greb, 2 la; 3. en 5. ah; 6. me; 7 asla; 9. gena; 11 debater; 12. kerkrat; 14 egaal; 16. kntep; 18. els; 19. ent; 23. aval; 24. alge; 27. ambt; 30. ar; 31. te; 32. na; 33. es. H17 ^l18 I 19 I mgd |H ■■20 pi 23 I24 i 25 126 k^ri2/ 281 ^■29 30 I IB31 stemming moeten geven. Het kan zelfs voorkomen dat een arts het oordeel van de ouders naast zich neerlegt en de mening van jouw kind doorslaggevend vindt." Citaat: „Mama, ik wil het nu echt niet meer," zei een jongetje van acht tegen zijn moeder nadat de kanker voor de vierde keer was teruggekomen. „Ik wil niet meer naar het ziekenhuis. Ik wil bij jullie blijven en nooit meer misselijk gemaakt worden door medicij nen." Nel Warnars: „Natuurlijk ben je dan als ouder rade loos. In het voorbeeld uit het boek hebben ze naar hun kind geluisterd en konden er ook voor zichzelf vrede mee hebben. Doordat we voorbeelden uit de praktijk komen, maken we veel herkenbaar. Dat is ook de grootste kracht van dit boek." ('Mam, wordt het ooit nog eens als vroeger?' Prijs: 20 gulden. Te bestellen: tel/fax 072-533.7440/warnars@ nedernet.nl of tel/fax 0343-551.969/mcnaafs.vokk@ wxs.nl isbn: 909012860-3)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 14