De schande voorbij l 'Een voetbalwedstrijd win je niet op het bord' De foto Bartel Btwpv utëRDAG 17 JULI 1999 tiad aan. Sup leidi rker i willem spierdijk. 071-5356464, plv -chef janet van dijk. 071-5356463 Alex Ziille aast na schorsing op zilver Het is vandaag precies een jaar geleden dat de Festina-ploeg uit de Tour de France werd geknikkerd. De Nederlandse Zwitser Alex Zülle was een van de eersten die vervolgens toegaf het verboden, prestatieverhogende middel EPO te hebben gebruikt. Hij werd net als een stel anderen met een half jaar schorsing gestraft, terwijl ploegmaat Virenque bleef ontkennen en gewoon mocht doorfietsen. Pas in mei van dit jaar keerde de 31-jarige Zülle terug in de schoot van het peloton, terug bij zijn collega's die hij de weken ervoor steeds vooraf was gegaan Zonder startnummer, eenzaam en alleen trainend om zo goed mogelijk terug te keren. Een week voor het einde van de Tour de France 1999 is hij de voornaamste kandidaat om in Parijs de tweede plek achter de ongenaakbaar lijkende Lance Armstrong op te eisen. De terugkeer van een man die als geen ander kon afzien op een fiets maar nu ook weet wat lijden buiten de koers is. T n de chaos van de passage op de zeebodem bij Gois, 1 vorige week maandag, kwamen de namen van de slachtoffers maar mondjesmaat door. De ervaren volgers hadden aan een half woord genoeg. Alex Zülle, de num mer twee van de proloog, zou er zeker bij zitten. Want, zo redeneerde men, als er iets mis kan gaan met Zülle, dan gaat het ook mis. De bebrilde Zwitser was er inderdaad bij, Hij verloor zes minuten en, naar het zich nu laat aan zien, een serieuze kans op de eerste Tourzege die hem na de tweede plaats in 1995 al was voorspeld. ,,Het was een enonne domper maandag", kijkt Zülle terug. „Ik heb het er echt moeilijk mee gehad in de dagen erna. Mentaal dan vooral. Maar ik voelde aan mijn benen dat ik veel be lter herstelde dan bijvoorbeeld in de Giro. Fysiek was ik honderd procent. Dat heeft me de moed gegeven om door te gaan." Op de een of andere manier trekt het sympathieke kind van een Zwitserse vader en een Nederlandse moeder het ongeluk aan. Zoals in 1994 in de Tour-etappe naar Ver dun, toen een toeschouwer met een jasje naar de renners zwaaide en Zülle daarmee naar de grond trok. Of op het \VK van 1996, toen hij na het goud in de tijdrit ten val kwam bij de bevoorrading. Daarbij komen nog talloze valpartijen, zoals in de Tour van 1996 en de tuimeling in de Ronde van Zwitserland een jaar later, waardoor hij tij dens de Tour de France moest opgeven. Zülle, kortom, is een brekebeen en slaagt er daarom maar niet in om on danks zijn enorme kwaliteiten van kroonprins door te breken naar een echte winnaar. Zülle kent het verhaal en weet dat het weinig zin heeft om deze ingebakken mening te weerleggen met bijvoor beeld het feit dat hij twee keer de Ronde van Spanje won, een complete renner is die altijd en overal wil aanvallen in om die reden een vorstelijk salaris op zijn bankreke- üng krijgt bijgeschreven. )oping loe anders was het nog in 1992, in het Spaanse San Se- lastian, toen ONCE-ploegleider Manoio Saiz een nieuw alent genaamd Alex Zülle in zijn eerste jaar als beroeps- enner meteen liet debuteren in de Tour, op voorwaarde hij op de eerste rustdag naar huis zou gaan. Zülle nikte, beschaamde het vertrouwen niet, werd tweede in le proloog op twee seconden van Miguel Indurain en ermaakte de Nederlandse volgers en kijkers met zijn jrappige mix van Zwitsers en Nederlands. Een dag later, >p zijn verjaardag, mocht hij zich zelfs in het geel hijsen. Veer een etmaal later, op weg naar Pau, werd hij alweer onttroond door een andere debutant - Richard Virenque. Ruim zes jaar later verlaten beiden de Tour de France, als ploegmakkers bij Festina, nadat ploegleider Bruno Roussel heeft toegegeven dat er systematisch doping ag wordt gebruikt in de ploeg. Zülle bekent niet lang daarna ook gebruikt te hebben, net als zijn landgenoten Dufaux en Meier, en zij worden daarvoor bestraft met een schor sing. De Fransman Virenque en diens landgenoot Hervé, door Roussel en verzorger Voet ook genoemd als stevige gebruikers van verboden middelen, blijven ontkennen en mogen blijven fietsen. In de week na het vertrek uit de Tour neemt Zülle voor het eerst en voor het laatst in het openbaar stelling tegen het Franse troetelkind Virenque. „Het is belachelijk dat Richard niet bekent, hij gebruikte ook, zijn naam staat net zo goed in de schriften van de verzorger." Hij vertrok naar Banesto, weg bij Festina. „Daar zou het verleden mij altijd blijven achtervolgen." Bij Banesto vond hij de rust en de sfeer die hij nodig had. „Alex is zo ongeveer geboren en getogen bij ONCE", zegt Banesto- manager Jose-Miguel Echavarri. „Hoewel wij ook een Spaanse ploeg zijn, is hij nu in een compleet andere we reld terecht gekomen. Het is een andere school, een an dere filosofie over koersen. Maar je ziet het, voor Alex is het geen probleem. En dat wist ik. Hij heeft gewoon klas se, kan afzien als geen ander en is een uitstekende pro fessional" - de vormgever van Miguel Indurain is lyrisch over zijn aanwinst. Pas 26 koersdagen had Alex Zülle in de benen toen hij twee weken geleden terugkeerde in de Tour de France. Maar de maanden voor zijn rentree trainde Zülle keihard om direct aan te kunnen schuiven. Hij was na de winter slechts drie kilo zwaarder dan zijn gewicht bij topvorm. De Zwitser is altijd al een van de ijverigste jongetjes uit de klas geweest. „We hebben hem eerder moeten afrem men dan aanmoedigen", zegt Echavarri. In etappekoer sen als Mallorca, Aragon en Murcia fietste hij gewoon de zelfde afstand en hetzelfde parcours als zijn ploeggeno ten. Maar tijdens andere koersen moest hij het zelf uit zoeken. Alleen. „Het heeft mijn karakter danig gevormd. Op de momenten dat mijn ploeggenoten gingen koersen, bleef ik alleen achter. Dat was echt ontzettend zwaar." De hele affaire (hij zat een nacht in een Franse politie cel zonder de voor hem onmisbare bril) en het halve jaar uit koers hebben Zülle meer pijn gedaan dan hem lief is. „In de eerste weken was het vreselijk. Ik wilde geen Tour meer zien. Maar op vakantie in Spanje merkte ik dat ik toch zin had om te kijken en ging ik stiekem een paar keer een café in om televisiebeelden te bekijken." Aanknopingspunt Zülle heeft zich de maanden voor zijn rentree regelmatig afgevraagd of hij wel op de goede weg was. „Ik had geen enkel aanknopingspunt, had nog nooit zo lang geen koers gereden. Je vraagt jezelf constant af: doe ik niet te veel, doe ik niet te weinig." Hij maakte zijn rentree begin mei in Gippingen en deed daarna onder andere Roman- dië en de Giro. In beide wedstrijden kon hij niet uitblin ken, al deed hij in Italië goed mee in een bergetappe. Hij stapte voortijdig af om zich te kunnen voorbereiden op de Tour. Die aanloop leek de mist in te gaan door een vi rusinfectie. Maar eenmaal in Frankrijk blijkt de Zwitser in uitstekende doen. Al is hij nog niet helemaal tevreden. „Ik heb de kracht wel, maar ik mis de competitie, de wedstrijd. Daarom kon ik ook niks doen toen Lance op weg naar Sestrières weg ging. Ik was nog aan het herstel len van de inspanningen daarvoor." Een dag later, naar l'Alpe d'Huez, had Zulle het ontzet tend zwaar, ook al finishte hij in het gezelschap van de Amerikaan. „Maar ik weet nu wat het is om fantastische ploegmakkers te hebben die voor je door het vuur gaan. Solaun, Garcia Acosta, Arrieta en Beltran. Vooral Beltran, wat hij voor me deed op l'Alpe d'Huez, dat heb ik nog nooit eerder meegemaakt. Hij is de beste püoot die ik kan krijgen. Misschien is hij wel te goed. Ik moest regelmatig 'stop, kalm aan' roepen." Hoezeer die hulp ook gewaardeerd wordt, het zal hem normaal gesproken niet meer aan de Tourzege helpen. Zülle: „Als Armstrong blijft rijden zoals hij nu doet, heb ik geen enkele kans." Maar Alex Zülle heeft zijn eerste grote overwinning al lang behaald. Hij is terug, en ook nog eens op een hoog niveau. „Ik heb nu bewezen dat ik tegenslagen goed kan verwerken. Het was een zwarte periode. Maar uit alles wat je meemaakt, moet je het positieve zien te halen. Dat heb ik gedaan." oor de derde keer in zijn loopbaan als trainer is Willem van Hanegem, van 20 iruari 1944 te Breskens, voortijdig ver leken bij een club. Op 2 oktober 1995 pte hij op bij Feyenoord, op 1 mei 1996 am een vroegtijdig einde aan de verbin- 's met Al Hilal in Saudi-Arabi en vier we geleden, op 14 juni 1999, trok Van Ha- gem uit eigen beweging de deur achter dicht bij AZ. Toen hij die laatste beslis- g eenmaal had genomen, zegt de oud-in- national nu, voelde hij zich deels opge- ht. „Want het kostte me moeite. Vooral de spelers vond ik het vervelend dat ik nee stopte. Een moment had ik zelfs het oei dat ik ze in de steek liet. Maar terug- nen op mijn beslissing was geen oplos- Ik had geen zin om met de pest in mijn rond te blijven lopen." em van Hanegem dacht dat hij tot rust komen toen hij eenmaal had besloten te gaan bij AZ. Hij wilde zijn surplus aan 'tijd besteden aan 'die gasten', zoals hij zoons Boy (8) en Wim (10) steevast mt. Een beetje vissen met ze, wat romme- in de tuin, hij had er nu alle gelegenheid !t- „Ineens verschenen de meest walgelijke 'licaties, cowboy-verhalen. Ik zou met een uw over het biljart in het spelershome ben liggen rollen. Dat gaf bepaald geen Kennelijk kan ik niet op een normale nier vertrekken bij een club. Maar als je pp een gegeven moment ergens gevoels- ig niet meer ziet zitten, heb je toch het •torn te zeggen: 'Ik stop ermee'?" 'o gauw ik ergens weg ben, is het voor mij Ik zal dan nooit natrappen, achteraf af- en op wie of wat dan ook. Ik heb wel com- Uaar, maar alleen als ik nog werk bij een 1 Daar kunnen ze het dan mee eens zijn liet. Verhalen de wereld in helpen als ie- jnd al vertrokken is, is het makkelijkste wat voorzitter heeft me tot zes keer toe ver- 9Afiq erd dat hij niet de bron is van die onzin, enige wat ik van hem wil zeggen, is dat hij ■kan accepteren dat iemand weggaat. Dan ft hij het ineens over privéproblemen. schien is het wel privé, maar ik denk dat bet verkeerd, ongelukkig heeft geformu- Nu zal iedereen denken dat er mis- lea toch iets aan de hand was." 3,1 Hanegem ziet er ogenschijnlijk opge- 3 uit. Zijn twee jongste zoons doen de „Ik lijk het wel aan te trekken, altijd problemen op mijn nek." FOTO GPD laatste dagen om beurten een beroep op hem om spelletjes met ze te spelen. „Daar heb ik steeds minder zin in, ik hou niet van verlie zen. Boy wint tegenwoordig al met schaken." Liever gaat hij, de trainer zonder werk, vis sen. „Met twee aan elkaar gebonden bam boestokken. Een beetje spelen met de dob ber. Maar we zijn als de dood dat er een vis aan komt te hangen. En als het gebeurt, laatst een echte grote, dan hopen we dat hij uit zichzelf weer van het haakje valt. Want ik moet er niet aan denken dat ik zo'n glibberig ding er zelf af moet halen." Het zijn vooral die momenteri, zegt Van Hanegem, waarop hij tot rust komt. Hij heeft het gevoel dat er een last van zijn schouders is gevallen. „Ik was te veel met andere dingen bezig, dat was mijn probleem. Niet alleen met mezelf, met mijn werk. Spelers kwamen vra gen om advies voor hun contractbesprekin gen. Dan zat ik er weer tussenin, aan de ene kant de voetballers, aan de andere kant het bestuur." „Ook andere mensen in de technische staf kwamen met hun problemen bij mij. Ik stond daar, en dat neem ik mezelf kwalijk, mis schien te veel voor open waardoor ik die pro blemen zelf ook weer meenam. Te sociaal? Zo zou je het kunnen noemen. Ik lijk het wel aan te trekken, altijd problemen op mijn nek. Die bult wordt groter en groter, maar het houdt een keer op." Van Hanegem heeft het over een opeensta peling van zaken die hem hebben doen be sluiten weg te gaan. Een gebrek aan vertrou wen is slechts een van de oorzaken. „Hans van der Zee werd bestuurslid voetbal. Ik kwam hem tegen en vroeg of hij bij de club kwam werken. Hij zei dat hij nog geen beslis sing had genomen, maar buiten stonden de cameramensen en fotografen al te wachten." Dat de sfeer binnen de club steeds onple zieriger werd, was voor hem als gevoelsmens zeker zo belangrijk. Hij voelde zich bekneld in een, wat hij noemt, wereld van jaloezie. Soms ook door zijn spelers. „Ineens hadden we twee internationals. Daar moesten de ande ren, zei ik ze nog, trots op zijn. Omdat die twee het ook aan hen te danken hadden dat ze waren opgevallen. Maar ik proefde alleen maar kinnesinne bij de rest." De stemming binnen het bestuur was niet te peilen. „De sfeer van onze gesprekken werd bepaald door de contacten met de ge meente over het nieuwe stadion. Was dat po sitief geweest, dan was iedereen opgewekt, maar als de teneur negatief was klonk dat meteen door in ons onderhoud. Ik kan daar niet tegen." „Dan de verantwoording die sommigen in eens opeisten toen we opvallend presteerden. Zo lang het goed gaat, en dat ging het, wil ie dereen de credits voor het succes. Mij maakt het niet uit, want ik weet dat het zo werkt. Maar ook dat het niet gebeurt al§ het minder goed gaat. Dan wordt alleen de trainer er op aangekeken." Van Hanegem hoorde dat het hem kwalijk werd genomen dat hij te veel aandacht voor bepaalde mensen zou hebben. „Voor een vrouw die er met haar familie voor zorgde dat het ons aan niets ontbrak. Die 's morgens vroeg meer dan honderd lunchpakketten maakte. Of 'ome' Jan, een vrijwilliger die in zijn autootje overal naartoe reed. Ik zat iedere ochtend met hem te praten. Aan tafel lachten we om de lijst met mopjes die hij telkens weer afwerkte. Zijn inzet voor de club sprak me aan. Maar ik zal wel gek zijn. Het slijt erin dat zulke dingen op een gegeven moment heel gewoon worden gevonden." Er werd hem verweten niet om te kijken naar de jeugd. „Ik heb, vlak na mijn aanstel ling, het plan geopperd om een belofte-elftal samen te stellen. Dat papiertje kwam pas on langs ergens uit een la." Er werd gegniffeld dat hij slechts vier keer per week trainde met zijn spelers, full-profs toch. „Geen club in Ne derland heeft ons op conditie geklopt. Testen van een inspanningsfysioloog hebben uitge wezen dat de conditie dik in orde was. Statis tieken lieten zien dat geen club zo vaak in de slotfase scoorde als AZ. Ik word doodziek van die verhalen, die altijd de kop opsteken als ie mand weg is. Niemand heeft mij ooit iets ge zegd. Het is eigenlijk al te triest voor woorden dat ik er nog op inga." Van Hanegem zegt dat het hem niet inte resseert hoe 'men' over hem denkt. Dat hij werd gezien als de trainer die alleen maar aan de koffie zat in het spelershome. „Waar had ik dan moeten zitten? We hadden geen kan toor, dat zouden we het nieuwe seizoen krij gen. Zo'n eigen unit met onze ruimte naast die van Van der Zee." „Ik ben heel gemotiveerd, op mijn eigen wijze. Niet op een manier dat alles maar moet. Ik houd geen tactische besprekingen, want die hebben geen zin. Je wint een voet balwedstrijd niet op het bord. Wij wisten al tijd tegen wie we moesten en wat hun kwali teiten waren. Ik leerde de jongens zelf na te denken. Dan kon ik wel 38 vellen ophangen in de kleedkamer, maar het ging er om hoe ze reageerden als het na vijf minuten toch niet zo liep als vooraf werd verondersteld." Hij haalt zijn schouders op als het over de toekomst gaat. De telefoon zal ongetwijfeld blijven rinkelen. Maar de zekerheid van een volgende werkgever is net zo groot als de kans dat hij ook dan voortijdig en weer met pro blemen zal opstappen. „Wil je me een com plex aanpraten of zo? Ik ben niet anders dan anderen, maar ik ben zoals ik ben. Daar hoef ik geen moeite voor te doen. Als ik me anders voor zou moeten doen dan ik eigenlijk ben zou het me wèl moeite kosten." Onder ons gezegd, mijn eerste primitieve reactie luidde: „Doodschieten, die man!" Mart Smeets uitte zich nog in, naar omstandigheden, keurige bewoordingen:Schandalig IdiootSchandalig!" Maar de keurige Erik Breukink ontsnapte een GodverHij maakte zijn zin niet af. Hoefde ook niet. Al had hij ervoor gepleit de boos wicht te vierendelen, mijn zegen had hij. Maar de tijd heelt alle wonden. Nadat Guerini weer in het zadel geholpen was en nog een duwtje in de goede richting kreeg ook, ging mijn aandacht naar de veroorzaker van de aanvaring uit. Heeft de camera het over leefd? Er zat toch wel een rolletje in? Aan welke krant verkoopt hij dé foto? Giuseppe Guerini, weet u het nog? Fietste 800 meter onder de top van lAlpe d'Huez op een mijn. De mijn-in-kwestie was een jandoedel, op de wegge sprongen om een foto te maken van de aanstaande winnaar. Je weet als geroutineerd Alpene- tappetelevisiekijker wat zo'n eenzame beklimmer in de laat ste kilometers doorstaan moet. Afgrijselijk. Je waant je de één entwintigste passagier in een zespersoonslifr. Helemaal op l'Alpe d'Huez, die spant van alle cols de kroon. Dat hoort er nu eenmaal bij, horen wij de doorgewinterde Toun'olgers schouderophalend zeggen als zo'n eenzame fietser met al dik 200 kilometer in de benen zich door de laatste boch ten met doodsverachting om hoog wurmt door een dronken mensenzee die hem het zicht op de weg geheel ontneemt. (Over deze hoort-er- n u-eenmaal-bij opvatting nog dit. Dezelfde dag dat Guerini met fiets en al over hoop gelopen werd, blikte Sport in Beeld terug op de Tour van Zoetemelk. 1980Wat opviel (en beviel) was de aanblik van stra ten en bergpassen. Geen namen van coureurs op liet wegdek. Weinig reclame. Wielrenners, een enkele motorrijder, hier en daar een ploegleiderswagen. Verder geen kip op straat. In die ene supporter die Joop hinder lijk betastte herkenden we Dries van Agt - op zijn engst, ook dat nog - maar dat was gelukkig pas in Parijs. Na de streep). Eerlijk gezegd viel het op l'Alpe d'Huez met de gekte nog mee. De drang de wielrenners aan te raken werd ditmaal redelijk in toom gehouden. Drie kilometer voor de streep (zo zeg je dat toch?) ging Guerini aan. Wat ik tot dat moment van Guerini's carrière wist, is in één enkel woord samen te vatten. Niets. Maar onbekend maakt in huize Snoeks niet onbemind. „Ik hoop nu maar dat Guerini gaat winnen", zei mijn vrien din. „Ik help het je hopen", ant woordde ik. Want wij houden allebei van gedurfd fietsen en ademloos keken wij toe hoe Guerini het heldendom tege moet reed. Opeens zagen wij die gek op de weg. Hoe vaak hebben wij zo'n mal loot al niet eerder zo zien staan? Eén keer hebben wij Fignon zo'n zak een vuistslag zien verkopen, op zijn kin. Bravo Fignon! Het liefst had Fignon zijn hele fiets op die vent in stukken geslagen, maar dat kon niet want zonder fiets zou Fignon geen wielrenner meer zijn. Je weet dat het onvermijdelijk een keer verkeerd afloopt. Toch word je er nog door verrast. Doodschietendie man!", hoor de ik mezelf krijsen. Ik schrok er zelfvan. Mijn vriendin kwam niet verder dan öööööööhhhh!!! en bleef met open mond van verbazing zitten. (Misschien wel om wat ik zojuist gezegd had, want ik zei het met een klem alsof ik, was ik Guerini geweest, minstens mijn fietspomp op die man zijn hersens kapot geslagen had. Maar gelukkig voor die dwaas ontbrak zo'n hulpmiddel aan Guerini's fiets). „Heb je zijn nationaliteit nog kunnen vaststellen?", stelde een Italiaanse verslaggever een vol strekt overbodige vraag, want het zou de hele wereld absoluut zijn opgevallen als Guerini en de 'fotograaf adressen hadden uitgewisseld. Inmiddels weten we dat de weg versperring een Duitser was en dat de foto is mislukt. Vergeten af te drukken. Dat geloof je toch niet? Niet alleen een sukkel, nog een stomme sukkel ook. Frank Snoeks is verslagge ver van Studio Sport Alex Zülle tijdens de tijdrit waarin hij tweede werd achter Lance Armstrong, die hem ook voorgaat in het algemeen klasse ment. FOTO REUTERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 25