Hightech, het beloofde land voor Finland
Tienduizend brillenglazen per week
Economie
Nokia, het wonder
van Finland
Van monocle tot modegril
WOENSDAG 7 JULI 1999 3+0
Stijging bruto nationaal product ver boven Europees gemiddelde
Het succes van Nokia is in Finland bijna legenda
risch. Het bedrijf is er in amper acht jaar in ge
slaagd om van een zwaar verliesgevende onder
neming uit te groeien tot wereldwijde marktlei
der in mobiele telefoons, het meest verkochte
elektronische consumentenartikel van dit mo
ment. In het hypermoderne hoofdkantoor van
Nokia nabij Helsinki kent het vertrouwen dan
ook nauwelijks grenzen.
In recordtempo somt directeur corporate com
munication L. Kivela de prestaties op. „Nokia be
hoort tot de vijf meest verhandelde aandelen op
Wall Street, de omzet is in acht jaar verzesvou
digd, marktwaarde van het bedrijf ruim vervijftig-
voudigd, we halen de hoogste marges op onze
producten en we groeien het snelst van allemaal.
Nokia heeft nu 47,000 mensen in dienst. De ge
middelde leeftijd overstijgt de 32 jaar niet. En we
hebben het op eigen kracht gedaan. Nokia doet
nauwelijks grote overnames."
In de begin jaren negentig was Nokia diep in de
rode cijfers beland. Het bedrijf handelde behalve
in papier, ook in rubber, kabels, machines, pc's,
televisieschermen en telecomfaciliteiten. De cri
sis was voor Nokia aanleiding om zich op één en
kel product te richten. Alle andere afdelingen
werden er uit gegooid. Het verdiende geld werd
volledig geïnvesteerd in de ontwikkeling van de
nieuwe activiteit Nokia investeert nog steeds ex
treem veel in onderzoek. Bijna éénderde van de
medewerkers is op dit gebied werkzaam.
Hoewel Finland nog maar goed is voor vier pro
cent van de totale verkoop, denkt Nokia er niet
aan het land te verlaten. „Finnen zijn misschien
wel het meest technisch onderlegd van Europa.
Dit land heeft altijd al open gestaan voor nieuwe
ontwikkelingen. We waren één van de eerste die
met elektriciteit werkten en Finland was ook
voorloper met het traditionele telefoonnetwerk.
Alles wat hier gebeurt, slaat later over op de rest
van Europa."
De bril stamt uit de 13de eeuw. Eerst als monocle, een oogglas
dat door het oog werd vastgeknepen. Later volgde het brilletje
dat op een soort stokje voor de ogen kon worden gehouden.
Aan het begin van deze eeuw was er de pince-nez, of lorgnet,
een montuurloos brilletje dat op de neus werd geknepen.
De eerste monturen waren van hout, later werd ijzerdraad
gebruikt en halverwege deze eeuw kwam daar het plastic (cel
luloid) bij. Van de jaren dertig tot eind veertig was de bril volle
dig te verhalen op het ziekenfonds, maar dan moest de klant
wel genoegen nemen met het standaardmodel, het ronde, sta
len ziekenfondsbrilletje. Voor luxere modellen moest een paar
gulden worden bijbetaald. Tegenwoordig is er bijna geen
maatschappij meer die de bril vergoedt.
Doordat glasleveranciers in de loop van deze eeuw steeds
meer konden, werd met monturen oók meer mogelijk. Zo werd
in de jaren vijftig en zestig het straatbeeld opgevrolijkt met de
vlinderbril en kwamen grotere modellen binnen handbereik.
Vanaf dat moment moest de bril niet alleen nog maar func
tioneel zijn, maar het liefst ook modieus. En dat kan ook, .want
montuurmakers hebben tegenwoordig hoogwaardige metalen
tot hun beschikking; in de winkels liggen honderden verschil
lende modellen.
Ruim drie procent van het bruto;
naai product gaat daaraan op. De
overheid financiert dat uit de oph
sten van de privatisering van sta;
dernemingen.
„Het was een bewuste keuze van
regering", aldus rector P. Uronenv
Technische Universiteit Helsinki,
land ligt te ver weg van de belai
markten in de wereld. We wilde
nieuwe economie opbouwen, dj
afhankelijk is van geografische ligg
transportkosten. Dan kom je uit b
ware, telecommunicatie en auton
ring."
Het startschot voor deze hen
ering van de Finse economie wei
merkelijk genoeg gegeven door di
industrie. „Hout is de moeder vai
in Finland", zegt Poranen van de f
tie voor bosindustrie niet zonder
„De modernisering van de Finse f
mie is aangezwengeld door de t
sche vernieuwingen in de bosindu
Na een heftige periode van fus
overnames in de jaren zeventig en
tig stootten de drie overgebleven
concerns al hun buikproducten a
de opbrengsten zetten ze een fu
modernisering van de fabrieken i
belangrijkste product werd druk|
„Daarvoor is weinig hout, maa
kennis nodig", aldus manager 0
niemi van een papierfabriek in R
mi, tachtig kilometer ten noorde
Helsinki.
De fabriek van het concern Mets
la is één van de modernste ter wei
spuwt dagelijks tonnen glanzend
papier voor glossy magazines uit
de installatie van een nieuwe mad
1996 is de capaciteit verdubbeld,
het aantal mensen gedaald is met
veer tien procent. De machines d
dag en nacht en zijn bijna volledij
putergestuurd. Jonge ingenieurs h
de traditionele arbeiders vervangei
Terwijl de productie van de pa;
dustrie op deze manier sinds 19!
dertig procent omhoog is gegaan
25 procent van de banen weggess
Dat betekende een verlies van 25.1
beidsplaatsen op een totale bet
van vijf miljoen.
De technologiesector heeft de i
werkverschaffer overgenomen. 1
de werkloosheid van bijna twint
cent begin jaren negentig is tf
drongen, kampt Finland nog alti
een werkloosheid van ruim tien p
overwegend onder ouderen. Net
Nederland gaan de nieuwe banen
naar jonge, hoger opgeleide nif
mers op de arbeidsmarkt. Inte
herscholingsprogramma's hebbi
dusver weinig opgeleverd.
Tot dusver is Finland er in g
voldoende techneuten op te leid 7
na dertig procent van alle nieut
denten op hbo of universitair ei
kiest voor een technische op
Toch is het de vraag of Finland 1
beperkte bevolking op langere I
genoeg mensen kan leveren c
nieuwe economie verder te stuwe
Rector Uronen maakt zich gro
gen. „We moeten steeds meer h
kwalificeerde mensen afleveren
ook in ons land neemt de verj
snel toe. Ons onderwijs is crucial 1
anders trekken deze bedrijven n;
buitenland. Dat is de tijdbom die
onze economie tikt. We hebbï
maar vijf miljoen mensen. De n
probeert nu grote gezinnen te s
ren, maar het heeft nog niet veel
pen.
Ylöstalo van Innopoli is veel 1
pessimistisch. Hij is er van overtu
Finnen er voor gemaakt zijn suD
hebben op de weerbarstige ir
markten van software, internet e1
communicatie. „Finnen houden
sico. Kijk naar de sporten die wt
ijshockey, motorsport en schan
gen. Wij doen alleen maar aani11
waarbij we een helm moeten drag1
Alfons Hamer richtte in 1959 de
Brilmij op. Onder de naam
Pearle is het veertig jaar later de
grootste optiekketen van Ne
derland geworden. Zijn villa in
Soesterberg waarin hij ooit be
gon, wordt alleen nog gebruikt
als opslagruimte. Op het terrein
erachter is onlangs een van de
modernste slijperijen van bril
lenglazen ter wereld geopend.
Pearle-directeur J. de Groot:
„We kunnen hier ongeveer
10.000 glazen per week slijpen."
Nederland telt zo'n 8,2 miljoen
dragers van een bril of contact
lenzen. Dat is ruim 52 procent
van de bevolking. Onder 50-
plussers is 92 procent aan de
bril. Rn door de vergrijzing ko
men er jaarlijks 100.000 bij.
Pearle, in 1961 opgericht
door de Amerikaanse optome
trist Stanley Pearle, is een van
de grootste spelers op die op-
tiekmarkt. Door de overname in
1979 van Brilmij, kreeg het be
drijf voet aan de grond in Ne
derland. Toen Pearle Inc. in
1996 werd overgenomen door
het Amerikaanse Cole, wist de
Nederlandse tak zich te verzelf
standigen. Sindsdien is het be
drijf op overnamepad in België,
Duitsland, Oostenrijk en Italië.
De meeste monturen die in
Nederland worden gedragen
komen uit Italië, Frankrijk en
het Verre Oosten. Pearle zet in
acht van de tien monturen 'en
kelvoudige' glazen die kant en
klaar zijn ingekocht in verschil-
Een medewerkster controleert of het brillenglas goed is geslepen.
foto cpd marc van der kort
lende landen. Ze kunnen in
Soesterberg nog wel een anti-
reflecterend laagje krijgen. De
overige twintig procent van de
glazen worden in Soesterberg
geslepen en op sterkte ge
bracht. Het zijn de ingewikkel
der glazen, met een leesdeel
onderin bijvoorbeeld.
Het productieproces in de
nieuwe fabriek is volledig com
putergestuurd. Aan het begin
van de lopende band staat een
bakje met daarin twee schijven
die lijken op een ijshockeypuck,
alleen dan van matglas en een
beetje bol. De schijven komen
onder meer uit Japan, België en
Ierland. Naast de schijven ligt
een radiozendertje met een
elektronische streepjescode.
Daarop staan alle gegevens die
nodig zijn voor het slijpproces:
klantnaam, winkel, gewenste
sterkte en eventueel de gewen
ste kleur van de glazen.
Voor elk nieuw 'station' in de
productielijn leest een laserap
paraat de gegevens van het zen
dertje. Vervolgens doen de ma
chines hun werk. Eerst wordt
een beschermend laagje op de
glasschijf aangebracht. Na in
een tunneltje te zijn gedroogd
wordt de schijf met een klomp
je was op een houder 'geplakt'
en brengt de lopende band
haar naar de slijpmachine.
Eerst de diameter, vervolgens
de sterkte. Dat slijpen vergt ge
middeld een minuut per glas.
Daarna rolt het bakje naar de
polijstafdeling: twee minuten
onder het eerste roterende bor
steltje, drie minuten onder het
tweede. Het glas wordt losge
klopt van z'n houdertje en is
klaar voor een eerste controle.
Vervolgens gaat het bakje naar
de ontspiegelingsafdeling. In
die stofvrije ruimte zetten man
nen met witte sloffen en een
witte hoofdkap grote schalen
met glazen in een geavanceerd
apparaat dat de glazen van een
coating voorziet.
Kunststofglazen krijgen als
toetje nog een anti-kraslaagje of
eventueel een kleurdoop. Aan
het eind van de lijn staan zeven
wasbaden om de glazen super-
schoon te krijgen. Het hele pro
ces duurt één tot anderhalf uur.
Pearle is de enige Nederland
se optiekketen die een eigen
glasslijperij heeft. Andere op
tiekwinkels laten hun glazen
buitenshuis slijpen, bijvoor
beeld bij Safilo in Bilthoven,
Rodenstock in Groningen,
IToya in Uithoorn of Zeiss in
Weesp. Volgens De Groot is
tijdwinst het grootste voordeel
van een eigen fabriek.
Ver weg van alle markten ontpopt Finland zich als economische tijger. De komen
de voorzitter van de Europese Unie heeft zichzelf herontdekt als hightech-land.
Amper zes jaar na een diepe recessie heeft Finland de meest competitieve econo
mie van het continent.
HELSINKI CPD
FRANK HENDRICKX
Lauri Ylöstalo loopt naar het terras op de
bovenste verdieping van zijn kantoor en
kijkt uit over het bedrijvencomplex Ota-
niemi. Er zijn talloze gebouwen van glas
en staal te zien en bijna evenveel fanta
sieloze namen van software-, telecom- en
automatiseringsbedrijven. De directeur
van Innopoli is trots. Hij herinnert zich
hoe het gebied, een uitsteeksel in de Golf
van Finland, er enkele tientallen jaren ge
leden uitzag. „Hier was helemaal niets,
alleen maar bomen en water."
Ylöstalo herinnert zich ook hoe het
amper zes jaar geleden met zijn eigen
project ging. In opdracht van de lokale
overheid en enkele grote Finse bedrijven
werd toen Innopoli uit de grond ge
stampt. Het 22.000 vierkante meter grote
gebouw moest een broedplaats worden
van nieuwe bedrijven en technologieën.
Het moest Finland verder helpen minder
afhankelijk te worden van de bos- en me
taalindustrie, sinds mensenheugenis de
belangrijkste bron van inkomsten. High
tech was het beloofde land voor Finland.
Er werden twaalf scouts aangesteld die
op de universiteiten moesten speuren
naar studenten met interessante ideeën
of onderzoeken. De uitverkorenen kon
den in Innopoli eerste klas kantoorruimte
huren en daarnaast alle hulp en begelei
ding krijgen die een jonge onderneming
nodig heeft. Problemen bij de boekhou
ding, Innopoli zorgt dat het in orde komt.
Moeilijkheden met de financiering, Inno
poli praat met banken. Juridische com
plicaties, Innopoli schakelt een advoca
tenkantoor in.
Ier
Na het slijpen van de glazen worden de resten in een spoelbad verwijderd.
foto anp jasper juinen i
De filosofie was helder. „Jonge onder
nemingen komen vaak in de problemen
doordat ze zich niet volledig op hun pro
duct kunnen concentreren", aldus direc
teur Ylöstalo. „Wij wilden de bijzaken in
de eerste moeilijke jaren voor onze reke
ning nemen. De grote bedrijven van Fin
land zagen er wel wat in. Twee enthousi
aste jongens kunnen soms meer dan een
hele afdeling bij een multinational."
Toen het complex Innopoli in 1992
klaar was, kende het project een desa
streuze start. Bijna de helft van de jonge
lingen die een eigen bedrijf wilden begin
nen, zei op het laatste moment af. Het
vertrouwen was tot onder het nulpunt
gedaald. Finland was midden in een die
pe recessie beland.
Het wegvallen van de oude handels
partner in het Oosten, de Sovjet-Unie,
bleek fataler dan verwacht. Jarenlang had
de communistische grootmacht produc
ten afgenomen van de neutrale buur,
maar met de komst van democratie in
Rusland verdween het monopolie van
Finland. De export daalde in één klap
met vijftien procent, de werkloosheid
steeg tot bijna twintig procent, de Finse
mark devalueerde twee keer en verloor
vijftien procent van zijn waarde, de rente
schoot naar ijle hoogten, achter de ge
plande toetreding tot de Europese Unie
kwam een vraagteken.
Wat had Finland - ruim tien keer zo
groot als Nederland, maar met drie keer
minder inwoners - Europa te bieden, be
halve een 1.500 kilometer lange grens
met een instabiel Rusland en een uitbrei
ding van de Unie tot in de poolcirkel?
Veel, zo blijkt nu. Recent onderzoek heeft
aangetoond dat Finland de meest con
currerende economie van Europa heeft,
wereldwijd gaan alleen Amerika en Sin
gapore het land met de duizend meren
voor. En misschien nog belangrijker, de
wonderbaarlijke wederopstanding is niet
teweeg gebracht door de klassieke indu
strieën van het land, maar door nieuwe
bedrijvigheid.
Finland heeft zichzelf herontdekt als
hightech-land, als 'kennismaatschappij'.
Nergens ter wereld zijn zoveel internet
aansluitingen, nergens is de mobiele tele
foon zo ingeburgerd. Er zijn vijf miljoen
Finnen en drie miljoen zaktelefoons. Bij
na dertig procent van de Finse economie
bestaat inmiddels uit hightech. Vooral in
de laatste vijf jaar heeft dat aandeel een
enorme vlucht genomen.
Bij Innopoli is de wederopstanding van
het land in miniatuur zichtbaar. De leeg
stand is omgezet in een lange wachtrij. Er
zijn inmiddels drie complexen met min
der prestigieuze kantoorruimte bijge
bouwd, waar de jonge bedrijven zich
eerst maar eens moeten bewijzen. „Dit
initiatief heeft in zes jaar tijd 130 nieuwe
bedrijven en 1.000 nieuwe banen opgele
verd", zegt Lauri Ylöstali. „Voor elke gul
den die de lokale overheid van Espoo
(nabij Helsinki, red.) er in heeft gestopt,
hebben ze 100 gulden aan belastingin
komsten teruggekregen." Verspreid over
het enorme land zijn inmiddels dertien
gelijksoortige projecten opgezet.
Zelfs doorgewinterde economen kun
nen hun verwondering niet verbergen.
Geen land heeft ooit zo'n spectaculaire
daling van de werkloosheid laten zien. De
stijging die het Finse bruto nationaal pro
duct laat zien, ligt ver boven het Euro
pees gemiddelde. Finse bedrijven nemen
aan de lopende band Europese concur
renten over. Zo ging het Nederlandse
Sphinx over in Finse handen en verpak
kingsconcern Van Leer staat ook op de
nominatie. Eerder maakte Berghuizer Pa
pier al kennis met de Finse kracht, net als
Storks Werkspoor Diesel.
De recessie die de val van de voormali
ge Sovjet-Unie met zich meebracht wordt
achteraf als een verkapte zegen be
schouwd. „Er ontstond in het land een
algemene wil om de Finse economie om
hoog te stuwen", zegt president M. Vii-
tasalo van Akava, één van de drie grote
vakbonden. Vooral de drastische loon
matiging heeft het land er weer bovenop
geholpen, moet de vakbondsman erken
nen.
Werknemers en werkgevers vonden el
kaar in een radicalere vorm van het Ne
derlandse poldermodel. Er is een CAO af
gesproken voor de gehele Finse econo
mie. Voor iedere Fin onafhankelijk van
de sector waarin werkzaam bedroeg de
loonsverhoging slechts 1,6 procent per
jaar. Ter vergelijking, Nederland toch
befaamd om zijn loonmatiging heeft de
laatste jaren een stijging van gemiddeld
2,7 procent achter de rug.
De crisis had de weg geopend voor het
'Finse model'. „Er was geen andere keu
ze", zegt voorman T. Poranen van de
werkgeversorganisatie van de bosindu
strie. „De Finse economie verkeerde be
gin jaren negentig in een staat die nor
maal gesproken alleen na een oorlog te
zien is."
Tegelijk met de loonmatiging begon
ook de stimulans voor de hightech-sector
zijn vruchten af te werpen. Al in de jaren
tachtig besloot de Finse regering de ken
niseconomie te pushen. Geen lènd ter
wereld heeft de laatste jaren zoveel geïn
vesteerd in onderzoek en ontwikkeling
van met name de informatietechnologie.
Amper vijf jaar na een diepe recessie heeft Finland zich ontwikkeld tot de meest competatieve economie van Europa. Nergens is de mobiele
telefoon zo ingeburgerd met drie miljoen stuks op vijf miljoen inwoners. foto gpd phil nijhuis