'Elk figuurtje in de massa heeft een eigen gezicht' j Cultuur Kunst Vervang Van Rij door iemand die de democratie recht doet LWG/De Groenen: overal betaald parkeren V. X, X e- DINSDAG 22 JUNI 1999 Th. Laurentius en Zoon maken Rembrandtexpositie in Haags Brediusmuseum it Th. Laurentius, de Voorschotense Rembrandtkenner en vaste expert in het televisieprogramma 'Kunst en kitsch', heeft, samen met zijn zoon en compaan in de schoonheid, zeventig Rembrandtetsen uit het Leidse Prentenkabinet uitgezocht voor een tentoonstelling in het Bredius Museum in Den Haag. Het gaat hier om werken die door vorige directeuren van het Prentenkabinet, zoals Nicolaes de Gijselaar en Humbert de Superville, zijn gekocht. De expositie, die dit najaar wordt gehouden, moet een soort buffer vormen voor de de tentoonstelling 'Rembrandt zelf, die tegelijkertijd in het Haagse Mauritshuis wordt gehouden. Laurentius en zijn zoon weten de indringende schoonheid van de etsen en de totaal eigen werkwijze van Rembrandt met geestdrift op de leek over te brengen. VOORSCHOTEN CEES VAN HOORE In een prachtig pied a terre nabij het Voorschotense kasteel Duivenvoorde, in een woning die uitzicht geeft op een majestueus gazon en een vijver waarin stenen engeltjes elkaar omhelzen temidden van het zoete gedruppel, resideert Th. Laurentius, expert op het gebied van Rembrandtetsen. Zijn specialiteit, en inmiddels ook die van zijn zoon, is het onderzoek naar het papier waarop de etsen van Rembrandt zijn gedrukt. Vooral de watermerken kunnen aanwijzingen geven over de periode waarin de etsen zijn vervaardigd. Zo kan onder meer worden vastgesteld of het om late of vroege drukken gaat. Laurentius en Zn. worden om die kennis onderhand wereldwijd op waarde geschat. Enige tijd geleden bereikte hen het verzoek een Rembrandt expositie in te richten voor het Bredius Museum in Den Haag. „Je ziet in de etsen-productie bij Rembrandt een geweldige piek in 1653", zegt Laurentius. „In die tijd wilde Rembrandts buurman aan de Jodenbreestraat in Amsterdam zijn huis laten opvijzelen. Amsterdam is gebouwd op palen en daardoor kregen de huizen in die tijd de neiging te verzakken. Maar Rembrandt, wiens huis vastzat aan dat van zijn buurman, had niet de benodigde pecunia voor die bouwkundige ingreep. Er moest een muur worden gekliefd. Experts vroegen zich af waarom hij in dat jaar zo weinig had geschilderd. Welnu, we zijn er achter gekomen dat die verbouwing de oorzaak is geweest. De kalk die bij het doorklieven van de muur vrijkwam, moet veel stof hebben gegeven. En dat schildert dan niet zo lekker. En toen is Rembrandt maar etsen gaan maken." „Als je kijkt naar hoe de vakman een ets maakt, als je toch soft-porno. Voor de el zekerheid heeft Rembrandil1f, prent 'Het Franse Ledikant'f genoemd, maar ik denk dat er zelf op te zien is. Als je be J| kijkt, zie je iets vreemds aane vrouw. Ze houdt de man dit haar binnendringt niet met twee armen, maar met drie armen, vast. En toch ziet dji heel natuurlijk uit. Misschii een grapje van Rembrandt Misschien heeft hij dit in he10 vuur van het tekenen wel M helemaal niet in de gaten gehad. Rembrandt maakte |VC altijd de hele prent vol. Hij w tekende dus ook de lucht ot een bepaald tafereel heen.il f waar andere kunstenaars dt etsplaats begrensden met lijnen. Het tekenen, dat waj al voor hem belangrijkste." 01 De etsen van Rembrandt gingen in de zeventiende et ei grif van de hand. „In de 16 «i en 17de eeuw zijn er massa ei prenten gedrukt", zegt Th oi Laurentius. „Je kunt rustig spreken van'gebruiksgrafii Mensen kochten die etsen t plakten ze in albums. End< ol werden die etsen 's avonds t vrienden en kennissen aan tafel bekeken. Dat was een geliefde bezigheid. Zoals w kijken naar de televisie, ked i; men toen naar die prenten Rembrandts etsen zijn maa y een topje van de ijsberg. Ze prent sleet natuurlijk in het i. gebruik en als hij te verslett was, werd hij weggegooid. 1 j? Rembrandt maakte de opia nooit erg groot. En hij werd j die tijd al erg goed betaald Voor de prenten van Rembrandt worden op veilingen behoorlijke bedn neergeteld. „Vooral voorn drukken en zeldzame pren zegt Laurentius. „Maar daï gaat het ons niet om. Wij li met Rembrandt. Hij was ge makkelijk man, maar ik hoi van zijn werk. Ik heb zeifee tekenopleiding gedaan aan academie en dan zie je bij Rembrandt iets datje nooii j nooit zult bereiken. En hijl en bleef maar doorgaan. Rembrandt werd gewoon i gepest door zijn talent." Th. Laurentius met zijn zoon: „Rem brandt stoorde zich niet aan voorschrif ten. Het ging hem vooral om het teke nen zelf. En dat deed hij weerga loos. FOTO MARK LAMERS kijkt naar iemand die alle voorschriften en zo in acht neemt en dat dan allemaal omdraait, kom je uit bij de werkwijze van Rembrandt", zegt Laurentius' zoon Frans. „Op dat gebied was hij een klungel. Of beter gezegd: een lefgozertje. Hij stoorde zich niet aan voorschriften. Het ging hem vooral om het tekenen zelf. En dat deed hij weergaloos. In 1641 maakte hij een ets waarop een varkentje te zien is. Ons viel op dat die ets compositorisch helemaal niet klopte. Toen we de ets nader gingen bestuderen, bleek dat Rembrandt zowel aan de linker-zijkant als aan de onderkant een stuk van de koperen etsplaats had afgezaagd. Vandaar die wankele compositie. Om een en ander te herstellen, tekende hij er een jongetje bij. Maar je ziet duidelijk dat dat later is gebeurd. We hebben in de beerput van Rembrandt gezocht naar de rest van die etsplaat, maar niets gevonden. Wel tal van andere prachtige voorwerpen, die in het Rembrandthuis tentoongesteld zijn. We weten nu dat Rembrandt niet rookte. Er zaten geen pijpen bij onze vondsten." „Rembrandt zocht het genot meer in de vrouwen", zegt vader Laurentius. „Hij had een scherp oog voor de bekoringen van het vrouwelijk lichaam. Kijk naar zijn ets waarop de vrouw van Potifar Jozef probeert te verleiden. Een spannende, dynamische prent. De dame ligt in bed en probeert Jozef daar in te trekken. Je ziet de draaiingen en rondingen van haar lichaam en Jozef die zich afwendt, die zijn meester niet wil bedriegen. Als je die prent van Rembrandt vergelijkt met de andere prenten over hetzelfde onderwerp, zie je dat die kunstenaars gebruik maakten van ledenpoppen, houten poppen die je in bepaalde standen kon draaien. Van die poppen die ze nu ook nog wel in de winkels met schildersbenodigdheden verkopen. Maar Rembrandt keek echt! Iedereen krijgt op zijn prenten de hem eigen gelaatstrekken, de specifieke eigenaardigheden." „Bij de andere kunstenaars kijkt de vrouw van Potifar alsof ze de bijbel ligt te lezen. Het gezicht wordt door hen geïdealiseerd. Rembrandt tekende een bloeiend stuk vrouwenvlees. Een vrouw die geil kijkt. Zoals wij zien met onze ogen, zo tekende Rembrandt. Elke figuurtje dat op zijn etsen voorkomt, ook al is het in een massa, is te isoleren. Heeft een eigen karakter. Dat.is zijn grote talent." Om de hartstocht te illustreren waarmee de grote meester tekende, haalt Laurentius' zoon een ets tevoorschijn waarop we de schilder in de sponde bezig zien met een vrouw. „Dit is Nee tegen parkeergarage Lammenschans SCHRIJVENDE LEZERS Ik zou het gepresenteerde plan niet honoreren. De lo catie ligt a. te ver af van de binnenstad, b. er zijn dich terbij het Kem Winkel Ge bied betere locaties te vin den, c. tot in lengte van da gen worden bewoners/zake lijk belanghebbenden in de aan de Lammenschansweg aanpalende wijken met duur parkeren opgezadeld, terwijl het parkeergeld in de bin nenstad zelf er verder door omhoog wordt gestuwd. Ad b: Het ligt in een stad als Leiden voor de hand het meervoudige gebruik in de binnenstad vorm te geven; kleinere steden in binnen- en buitenland zijn Leiden hierin voorafgegaan. Aan de ze kant van de binnenstad zie ik uitbreiding van par keerplaatsen op 1. de Garen- markt: parkeergarage over meerdere lagen, onder gronds; 2. het Van der Werf- park: parkeergarage over meerdere lagen onder het park; 3. Wat wil de gemeente met het leegstaande Natuur Historisch Museum? Ik zou willen pleiten voor sloop, met een mooi nieuwbouw- plan voor dure vrije sector wonen, annex particuliere en openbare parkeergarage; 4. idem locatie voormalig Eliza beth Ziekenhuis, Hooi gracht/Middelste Gracht; idem Kaasmarkt/Kaasmarkt- school. Of maak keuze uit 3/4/5. Alfred Lagerweij, voormalig Leids actievoerder uit Pancras-West, Voorschoten. Ik las aandachtig het interview met R. Mantel van Luba, onder andere ook aftredend voorzitter van de ABU. Met name zijn opmerkingen over het (wan)beleid van één of meer leden van de Leidse gemeenteraad deden mijn hart opspingen van vreugde en het deed me nog meer deugd, dat hij de heer van Rij met name noemde. Het deed mij besluiten toch in de pen te klimmen, iets dat ik vanwege de veronder stelde doelloosheid al lange tijd heb uitge steld. Wonend in zonnig Zuid-West en deswege lid van de Vereniging van Huiseigenaren 'Zuid-West 100' heb ik de laatste twee jaar de kermis meegemaakt, die Van Rij en zijn se condanten uithaalden om aan de Bachstraat het lege plekje op te vullen met een wan staltige flat. De streken die ze uithalen om reële bezwaarschriften ongeldig te maken tart elke logische, demo cratische omschrijving, terwijl ze ook overleg organen al jaren het bos insturen met aan passingen van bestem mingsplannen, die er zouden moeten komen maar er nog steeds niet zijn. Ik ben bij de 'inspraakavond' geweest voor voornoemde flat, naar als dit sociale democratie is heb ik de verkeerde school bezocht. Op onder delen was de presentatie dermate suggestief, dat mijn maag er echt problemen mee kreeg; pro jectleider Van Leeuwen vond het echter allemaal prachtig. Ik lees de laatste jaren niet anders dan dat de heer Van Rij met zijn medewerkers de bekende lege plekken opvullen met zoveel mogelijk hui zen (vandaag weer de Hoge Mors, zelfde verhaal, weer de heer Van Leeuwen) en straten opbreekt of verandert (Lage Rijndijk) zonder te luisteren naar reële argumenten van bewoners of belang rijke gebruikers (onder andere industrieterrein De Waard). Als hij de helft van de Leidse uitvals wegen afsluit en dit probleem afdoet met het ar gument, dat hij een keer wel een half uur vertra ging had met de trein naar Utrecht (en toen hoorde je hem ook niet klagen) mist de heer Van Rij gevoel voor een reële vergelijking, net als zijn opmerking 'dan pak je toch de fiets' (zie inter view met de heer Mantel). Ik lees nu al een paar jaar soortgelijke verhalen, waarin voor noemde inspraak avonden worden ge houden, er door de gemeente het eigen verhaal wordt doorge- drukt met direct hier na excuses en de be lofte, de volgende keer beter naar de burger te luisteren. Iedere keer weer blijken dit loze beloften te zijn, een zeer kwalijke zaak. Ik wil daarom voor stellen om de heer Van Rij reserve-brug wachter te maken; vervolgens de heer Van Leeuwen met zijn jacht of zeilboot (ge zien zijn uiterlijk moet hij die hebben) rond jes te laten varen in de kanalen rondom Lei den. Kan hij hoogstpersoonlijk autootje pesten, zonder dat dat in strijd met de regels is. Hebben de echte brugwachters ook eens een vrije dag. Hij kan ook buschauffeur worden op de fijn door de Coebel, wordt hij vast binnenkort gemo lesteerd. Nogmaals, ik vind Leiden een wereldstad en juich met name particulier initiatief van harte toe, maar hoop ook van harte dat wethouder Van Rij wordt vervangen door iemand, die het woord democratie recht doet. Shell Pur« Uw bewuste keuze in benzine Rare ideeën heeft de redactie - en met na me de heer Minkhorst - over wat 'de oppo sitie' moet zijn in de Leidse raad. Dat de WD en de SP daar deel van uitmaken is bekend, maar verwaarloosd worden de an deren! Alsof die allemaal hetzelfde denken! Niets is minder waar, en dat geldt speciaal voor het gemeentelijk parkeerbeleid. De heer Minkhorst moet weten dat LWG- /De Groenen tezamen met Groenlinks (ja, ja) in 1994 een motie heeft ingediend, die er in het kort op neerkomt dat voor de ge hele stad een wijkgebonden parkeerregime ingevoerd moet worden met de mogelijk heid tot bezoekersregeling. Ons idee was en is, dat betaald parkeren, zoals nu per wijk gebeurt, een uitstraling heeft naar de naastliggende buurten. Precies het argu ment dat nu door de WD als tegenargu ment wordt gebruikt. Bovendien is het on billijk dat je als bewoner van een bepaalde straat of wijk wel moet betalen en mensen in een straat ernaast niet. Daarom: overal betaald parkeren. De motie werd toen ver worpen. Het nu voorgestelde plan is weliswaar sVe\V^0dUCeerX e< verbrand/.^ v* XX* X/, bevaf- En die boven- n u sP°arl uw motor. nog niet precies wat LWG/De G voor ogen stond, maar is in ieder geval aanzet en zal op den duur leiden tot door ons gewenste situatie. We zouden willen dat het college, zij wat verlaat in dit geval, steeds zo op o plannen ingaat. Gaarne hiervan akte! Jacques de Coo, duo-raadsli namens de fractie LWG/De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 22