Genadeloos op de cruciale momenten
'E
Nieuw syndroom: Gij zult studeren
Nr.27: Floris Jan Bovelander
199;
MARC KOK
loris Jan Bovelander, geboden op 19 januari
in Haarlem, kende een grote specialiteit:
e strafcorner. Het krachtmens van Bloemen
en het Nederlands hoclceyelftal had de
ave om op de cruciale momenten genadeloos
te slaan. Met snelheden van boven de 150
ilometer per uur ramde de 241 -voudig inter-
\ational de bal liefst 215 keer tegen de plank
het vijandelijke doel. Bovelander leidde
\loemendaal naar zes landstitels en een Eu-
opa Cup I. Op het Europees kampioenschap
an 1987 pakte de opvolger van cornerlegende
ïes Kruize zijn eerste internationale hoofd
wijs, drie jaar later werd in het hol van de
Pakistaanse leeuw de wereldtitel veroverd. In
sloot 'Flop'zijn succesvolle carrière af met
fympisch goud.
iirt uit de broek, afgezakte kousen. De ballonkuiten en
n kromme benen ('Ik zit wat vreemd in elkaar') altijd
ichtbaar. De sjokkende tred van Floris Jan Bovelander
eed nou niet direct denken aan een topsporter van we-
ildklasse. Lopen, daar had hij een bloedhekel aan. Behal-
als hij een stick in zijn ferme knuisten droeg en zijn
;en de hockeybal in het vizier kregen. Sprints over vijftig
neter, zijn team op sleeptouw nemend. Sleurend als een
[ildebeest. Bovelander was meer dan de man die in de
trafcorner een geweldig trucje kende,
oewel hij zich binnen een groep nooit wilde opwerpen
leider, was Bovelander wel degelijk de aangewezen
;rsoon die een team over het dode punt wist te loodsen,
iet alleen vanwege zijn scorend vermogen uit de korte
oekslag, ook als verdediger was hij ontegenzeggelijk een
an de betere spelers. Zijn lage stickvoering en natuurlijk
izicht onderschepten vele passes, zijn onverzettelijkheid
fysieke surplus doorboorden de illusies van legio aan-
allers. Zelfs Taco van den Honert, jarenlang het techni-
he wonder van Amsterdam en Oranje, vond het vreselijk
m Bovelander als schaduw te hebben: „Tegen 'Floppie'
vas gewoon niet leuk."
ovelander stond binnen en buiten het veld bekend als
:n gentleman. Desondanks deinsde het boegbeeld van
it vaderlandse hockey er niet voor terug om de beuk erin
gooien. Bij tijd en wijle ontpopte hij zicht tot de beul
an het middenveld, een hakker eerste klas. Gele kaarten
eeg de bonkige bikkelaar echter nauwelijks. Hij had het
■rmogen om de vermoorde onschuld te spelen; noncha-
nt wegdribbelend van de plaats des onheils maakte hem
aast immuun voor scheidsrechterlijke straffen. Al is hij
Dit tegen HGC eenmalig letterlijk en figuurlijk over de
ooie' gegaan.
man van het splijtende schot - met 276 hoofdklasse-
effers de absolute recordhouder - mocht tijdens de WK
in '86 voor het eerst de korte hoekslag nemen als verte-
:n\voordiger van het Nederlands elftal. Het was het toer-
ooi waarin de onnavolgbare Ties Kruize de strafcorner-
kkel doorgaf aan de 20-jarige Bovelander. In de trooste-
ze ambiance van Londen, waarin de regen met bakken
tde hemel viel, eindigde Oranje op een armetierige ze-
:nde plaats.
ijdens het Europees kampioenschap van '87 in Rusland
Topsporters van
deze eeuw
Honderd jaar sport, honderd
jaar prestaties van formaat.
Tijd voor het maken van een on
verbiddelijke ranglijst. Wie zijn
de beste Nederlandse topsporters
van deze eeuw?
Gedurende het hele jaar wordt
elke week op deze plaats een
sportfiguur geportretteerd die
van de redactie een plaats heeft
gekregen in de top 50.
Floris Jan Bovelander: hockeyinternational van grote allure.
moest Bovelander de concurrentiestrijd aangaan met Pa
trick Faber. De vraag 'wie wordt de eerste cornerman?'
werd beantwoord tijdens een lange busreis tussen hotel
en stadion. Halverwege de rit merkte Bovelander tot z'n
schrik dat hij zijn 'noppenschoenen' was vergeten. Bonds
coach Hans Jorritsma twijfelde vervolgens geen moment
en dirigeerde Faber (de enige speler met dezelfde schoen
maat als Bovelander!) zijn schoeisel aan z'n naaste con
current af te staan. Een gouden greep van Jorritsma;
Oranje won in Moskou de gouden plak. terwijl de rake
klappen van Bovelander het mondiale hockey nog een de
cennium lang in zijn greep zouden houden.
Hoewel hockey voor Bovelander altijd een 'gezelligheids
spelletje' is gebleven, werd het langzaam maar zeker een
uit z'n krachten gegroeide hobby. Mede door de vooruit
strevende ideeën van Jorritsma, de man die het hockey ui
termate professioneel benaderde.
In de groep was Bovelander - de eerste Nederlandse hoc
keyer die een sponsorcontract met een schoenenfabricant
(Kangaroos) afsloot - een absolute sfeermaker. Onder het
genot van een biertje zorgden zijn humor en leuke inval
len voor een prima sfeer binnen het team. Desondanks
weten (voormalige) ploeggenoten ook wat kritische kant
tekeningen te plaatsen. Remco van Wijk noemde Bovelan
der in de voorlaatste editie van Sport International 'de
man met de meest meurende tas op de hockeyvelden'.
Ook op de kamer van Bovelander en Taco van den Ho
nert, die tijdens de grote toernooien eikaars 'slapie' waren,
schijnt het steevast een huishouden van Jan Steen te zijn
geweest. 'Te ranzig voor woorden' en 'de grootste slodder
vossen aller tijden' melden welingelichte hockeykringen.
En: „Als je bij Taco en Floris Jan op de kamer kwam, kon
je het tapijt niet meer zien."
Het gewonnen WK in Pakistan (1990) is een van de onbe
twiste hoogtepunten in zijn carrière. In de Finale werd het
thuisland voor de ogen van 65.000 knotsgekke Paki's met
3-1 verslagen. Nederland kreeg twee strafcorners, Bove
lander - de man van de belangrijke momenten - benutte
beide kansen. Hoewel elke cel van de Pakistaanse suppor
ters overloopt van chauvinisme, scandeerden ze Bovelan-
ders naam. Eén fan liep zelfs met een spandoek 'Hup Bo
velander' te zwaaien. Tijdens de ereronde gooide de Bloe
mendaler zijn stick in het publiek richting zijn bewonde
raar. Hij bleef daarop net zo lang kijken tot zijn slagwapen
de rechtmatige eigenaar had gevonden.
Het geeft aan hoe populair 'Boem-boem-Bovelander'
werd in Pakistan. Het hockeymaffe land draagt hem - nog
steeds - op handen, zonder begeleiding kan-ie niet over
straat. De iele Paki's beschouwen de krachtige reus als een
ware held. Een VIP. „Daar ben je echt bekend", zei hij
ooit.Als we 's ochtends met z'n allen gaan eten, wordt
jouw stoel aangeschoven. Als jonge spelers toast bestellen,
wordt er gezegd: 'Er is geen toast'. Maar als ik het vraag,
gaan ze naar de winkel om het te halen. Je weet dat het al
lemaal heel relatief is en na die twee weken heb ik het ook
gehad. Dat haal je net. Thuis in Amsterdam, bij je eigen
bakker, ben je weer een gewone Nederlander. 'Hoe was
het?' Oh, gezellig. Geef mij maar een halfje wit."
FOTO ARCHIEF ANP
Het wereldkampioenschap van 1994 in Australië moest
voor Bovelander het laatste hoofdstuk van zijn successto
ry worden. In de finale werd echter met strafballen verlo
ren van Pakistan. Tijdens de zenuwslopende serie mist
Bovelander een cruciale push van 6 meter 40. „Ik heb een
deuk in m'n kop", verwoordde hij zijn grootste deceptie
na afloop. Het afscheid was pijnlijk, maar een jaar biologie
studeren in Amerika deed Bovelander afstand nemen van
het 'beschermde hockeywereldje'. De stage aan de North
western University van Chicago maakte hem duidelijk dat
er in het leven meer zaken zijn dan topsport.
Desondanks begon het, met de Olympische Spelen van
Atlanta in aantocht, weer te kriebelen bij Bovelander. Na
elf trainingsloze maanden ('in die tijd ben ik vrijwel al
mijn spiermassa kwijtgeraakt') beulde hij zich een half
jaar lang af voor z'n definitieve slotakkoord. Wedstrijd-
technisch gezien werden zijn derde Spelen niet z'n beste
toernooi, maar het cornerkanon nam afscheid op zijn Bo-
velanders: hij scoorde op de kritieke momenten. Bij een 0-
1 achterstand in de eindstrijd tegen Spanje, liet hij zijn
stick nog twee maal spreken. De gelijkmaker was een
'lucky', zijn 215e en laatste interlandgoal was een 'beauty'
van het zuiverste soort. Later in de wedstrijd kreeg Neder
land nog een comer. Bovelander voelde dat hij zijn werk
gedaan had en paste. Het was'het einde van een tijdperk.
Zijn opvolger stond al klaar om de Nederlandse strafcor-
nertraditie voort te zetten: Bram Lomans scoorde de 3-1.
Bovelander wist dat z'n 'tweede afscheid' zijn definitieve
was.
Floris fan Bovelander
Nelli Cooman
Ron Zwerver
Gerrit Schulte
Marianne Timmer
Jan Timman
Beb Bakhuys
Zus Braun
Leontien van Moorsel
Willem van Hanegem
Tinus Osendarp
Ties Kruize
Jan Raas
Rik Smits
Piet Roozenburg
Kees Verkerk
Plet van de Pol
Ellen van Langen
Gianni Romme
Marcel Wouda
Bok de Korver
Rein de Waal
Bep van Klaveren
Just Göbel
'Ik heb een lopende bestelling op snotterdoekjes'
Studenten raken steeds vaker psychisch in de problemen, constateert studentenpsycholoog Herman Wilms van de Hogeschool van Utrecht. De kern van het probleem zit
volgens Wilms in de hoge eisen die ouders en samenleving stellen aan jongeren. Maar de student zelf maakt het zich ook niet makkelijk door allerlei activiteiten naar
zich toe te trekken. Herman Wilms heeft het er druk mee. „Er is echt leed; een tranendal. Ik heb een lopende bestelling op snotterdoekjes.
r is sprake van een 'Gij zult
studeren-syndroom', zegt studen
tenpsycholoog Herman Wilms van
de Hogeschool van Utrecht (HvU)
middenin het gesprek. „Ouders
hebben een enorm verwachtingspa
troon van hun kinderen. Jongeren
ook van zichzelf, trouwens. Daar
door zitten op universiteiten en ho
gescholen grote aantallen studenten
die er niet horen. Hun studie is te
hoog gegrepen of de motivatie ont
breekt. Vroeger gingen jongeren
studeren omdat ze er iets mee wil
den. Nu omdat het moet. Alsje ge
motiveerd bent, levert dat meestal
wat op, maar werken op wilskracht
put uit en veroorzaakt stress die je
compleet wanhopig kan maken."
Wilms is ruim tien jaar psycholoog
bij de hogeschool, met 25.000 stu
denten de grootste van Nederland.
Hij constateert dat de psychische
problematiek onder studenten ern
stiger wordt. „Vaker dan vijf jaar te
rug hebben we te maken met hevige
angsten, persoonlijkheidsstoornis
sen of manisch depressieve jonge
ren. Vroeger kwam het geregeld
voor dat ik na een of twee gesprek
ken klaar was met een cliënt, maar
nu heb ik vaaje alle acht gesprekken
nodig die ik maximaal per student
mag voeren om iemand van proble
men af te helpen of zo ver op een
andere weg te zetten dat-ie alleen
verder kan."
Dat bij jongeren die net studeren
klachten naar boven komen,,kan
Wilms wel verklaren. „Thuis, in het
gezin, blijven klachten vaak onder
drukt doordat de jongere in een be
kende omgeving verkeert. Maar als
je van huis weggaat, breek je open.
De studie eist dan vaak zo veel, dat
een student onder druk komt te
staan en bezwijkt."
De problemen komen vaak voort uit
wat een jongere in de jaren daar
voor heeft meegemaakt. „Wij krij
gen de brokken ervan bij ons", zegt
Wilms. „Pesten, seksueel misbruik,
kindermishandeling en ouders die
niet in staat zijn hun kind affectie te
bieden bestaan nu eenmaal en kun
nen schade veroorzaken: kinderen
lopen er gedragsstoornissen door
op. Ze sluiten zich in zichzelf op.
Een kind gaat stoer of bitcherig
doen alsof het wil zeggen: 'Mij zul
len ze niet leren kennen'. Ze hou
den mensen net zo van zich weg als
met henzelf is gebeurd. Ze trekken
een muur op."
Hoge eisen
Dat de problemen onder studenten
erger worden, heeft een aantal oor
zaken, veronderstelt Wilms. De
draaglast van jongeren is het afgelo
pen decennium enorm toegeno
men. En niet alleen door het 'Gij
zult studeren'. Studenten maken
het zichzelf ook moeilijk door acti
viteiten naar zich toe te halen die
'goed voor hun curriculum' zijn.
Verder heeft de overheid de taak
van de student verzwaard door
strenge regels te stellen, zoals de
prestatiebeurs. „Studenten hebben
het idee gekregen in korte tijd te
moeten afstuderen. Vroeger kréég je
dat papiertje wel 'n keer. Als er een
persoonlijke crisis was, nam je daar
de tijd voor. Nu is het: 'Kun je me
hier in drie weken van af helpen? Ik
moet door'. Je hebt als jongere veel
zelfbewustzijn nodig om daarmee
goed om te gaan."
Ook een andere ontwikkeling speelt
daarbij volgens Wilms een rol. „Van
jonge mensen worden nu vaardig
heden venvacht die honderd jaar
geleden in een heel mensenleven
niet nodig waren. Studenten moe
ten in het openbaar kunnen spre
ken, goede sociale vaardigheden
hebben, kunnen debatteren. Als ie
mand een eeuw geleden sociale
angsten had, kwamen die er ge
woon niet uit. Nu onderhoudt een
student van 19, 20 jaar soms al con
tacten op hoog niveau. We maken
op dit moment een kleine sprong in
de evolutie; we leven in een turbo-
tijd."
De te dragen last voor jongeren, en
met name voor studenten, is al met
al flink toegenomen, meent Wilms.
En de draagkracht is op z'n best ge
lijk gebleven, wie weet zelfs afgeno
men. Zowel de samenleving als op
voeders maken het er niet gemakke
lijker op voor jonge mensen, meent
hij: „De maatschappij is er een van
'Je zoekt het zelf maar uit'. Zinge
ving of ideologieën, daar hebben we
er niet veel meer van. Dat soort
steun is weggevallen. Daar komt bij
dat moderne ouders hun kinderen
minder discipline bijbrengen dan
woeger. Uitstel van behoeftebevre
diging bestaat niet meer. Alles moet
maar kunnen en alles moet meteen.
Eén van de taken van een opvoeder
is een kind af en toe te frustreren en
de bevrediging van behoeften uit te
stellen. Daar komt waarschijnlijk
het vermogen tot hard weken uit
De moderne student heeft nogal wat kopzorgen, constateert psy
choloog Herman Wilms van de Hogeschool van Utrecht.
FOTO CPD MARC VAN DER KORT
voort." Studentenpsycholoog Fokke
Dijkstra, in dienst bij de Universiteit
Utrecht, doet luchtiger over de toe
name van de psychische problema
tiek onder studenten dan zijn colle
ga van de Hogeschool. „Er bestaat
een behoorlijke psychische proble
matiek, ook onder jongeren, dat is
waar. Maar die is van alle tijden.
Het gaat weliswaar om forse dingen
als angsten, paniekaanvallen en eet
stoornissen, maar die zijn de afgelo
pen vijfjaar niet ineens veel ernsti
ger geworden. Een hogere draaglast
voor de jongeren van nu? Dat zou
kunnen. Zij werden in de jaren ze
ventig geboren, toen mensen snel
ler dan daarvoor zijn gaan scheiden.
Maar dit is speculeren. Hoewel de
scheiding van ouders een jongere
flink uit evenwicht kan brengen."
Eenzaamheid
Dijkstra constateert dat jongeren
die net aan een studie zijn begon
nen nogal eens moeite hebben los
te komen van thuis. Ook is het voor
sommigen lastig nieuwe, zinvolle
contacten op te doen. „Eenzaam
heid komt geregeld voor. Anderen
durven niet te praten in werkgroe
pen of met hun docent. Dat kan z'n
oorzaak vinden in de sociale migra
tie als je gaat studeren. Iemand
komt uit een klein dorp, heeft ou
ders die niet zo sociaal vaardig zijn
en komt dan ineens in een heel an
dere wereld. Zo iemand maak je
met adviezen weerbaarder."
Ook de studiekeuze kan een nij
pend probleem zijn, weet Dijkstra
uit ervaring. „Door de tempobeurs
kun je er maar beter niet mee te
maken krijgen. Vroeger ontving je
extra studiefinanciering als je een
jaar miste. Nu ben je dat jaar kwijt.
Dat is overigens een probleem dat
rechtstreeks te maken heeft met de
identiteit van jongeren. Die weten
vaak nog niet goed wat ze willen.
Dertig procent gaat niet verder met
de eerst gekozen studie. Al die men
sen komen krap in de studiefinan
ciering te zitten. Dat geeft druk,
want nog een keer verkeerd kiezen
betekent dat je je studie niet binnen
de studiefinanciering kunt doen. De
ruimte is kleiner geworden, terwijl
de adolescentie juist een experi
menteerfase is. Je moet eens op je
gezicht kunnen gaan. Maar voor
zo'n identiteitscrisis is geen tijd
Hogeschoolpsycholoog Wilms ziet
een paar hoofdgroepen van proble
men onder studenten: onzekerheid
en angsten, moeite met losmaken
van thuis, karakterproblemen en
gebrek aan assertiviteit: „Studenten
komen bij me met klachten als: 'Ik
ben somber' en 'Ik zit m'n hele se
mester te verkloten'. Of het gaat om
slapeloosheid, spanningen en con
centratieproblemen. Anderen heb
ben sombere gedachten la 'Het is
niks met mij'. Depressief, dus; een
zelfvernietigend gedachtepatroon
met louter negatieve uitkomsten
waardoor je je isoleert en alleen op
je kamer terechtkomt, weg van huis.
Echt leed is het. een tranendal. Ik
heb een lopende bestelling op snot
terdoekjes."
J0S VAN DER MEER