'De cirkel is rond, het voelt goed' Een stukje D-Day in een Hollands fort Verbreding van een historisch onderwerp Het onderaardse gangenstelsel van een ruim honderd jaar oude vesting in Hoek van Holland biedt sinds '89 onderdak aan het Kustverdedigingsmuseum. Eerst ontving het de persoonlijke bezittingen van een Nederlandse kapitein die meehielp aan D-Day, maar sinds kort wordt ook aandacht besteed aan de Canadese troepen die met hem meevoeren. 'This is Buckingham Palace. Hold the line please'. ZATERDAG 19 JUNI 199$ Ex-dwangarbeider na 55jaar terug naar de VW-fabriek „Weet je wat ik dolgraag zou willen? Een rondleiding door de Volkswagenfabriek", vertelde de 75-jarige ex-dwangarbeider Jaap Blaauwbroek uit Hoorn vorig jaar in een kranteninterview. Zijn verhaal werd ook gelezen door Piet Bol, directeur van een grote VW-vestiging in Hoorn. Bol vond datzo'n wens gehonoreerd moest worden. Zijn verzoek kwam terecht in Wolfsburg, de thuishaven van de autogigant. Met als resultaat dat Jaap Blaauwbroek, samen met zijn vrouw Truits, afreisde naar Duitsland, begeleid door Bol. Het werd een reis vol emoties. Diep weggestopte herinneringen kwamen in alle hevigheid naar boven. Maar het werkte wel bevrijdend. De reis gaat per auto. Nee, sinds de oorlog krijg je Blaauwbroek geen trein meer in. Dan slaat de angst toe en krijgt hij het benauwd. „Die reis in 1943 ben ik nooit meer kwijt geraakt. Halverwege moesten we overnachten en werden we gedumpt in een barak. We sliepen op de betonnen vloer terwijl het gebouw was vergeven van de luizen." Dat is verleden tijd, nu is het ruim een halve eeuw later. „Toch ga ik niet met haat- of revanchege- voelens terug. Daar is geen sprake van. Ik hoop wel dat ik door deze reis al die ellen de eindelijk achter me kan laten. Dat ik het boek dicht kan doen." Als hij en zijn vrouw 's ochtends worden afgehaald, is Jaap Blaauwbroek al gespan nen. „Al heb ik wel redelijk geslapen. Ik ben vreselijk blij dat mijn vrouw mee gaat." Voordat Blaauwbroek aan mis schien wel de belangrijkste reis van zijn le ven begint, wordt er nog gauw even met de kinderen gebeld en is de laatste zwaai voor de buren. Onderweg genieten de twee van het steeds fraaier wordende heu vellandschap. Als Wolfsburg dichterbij komt, valt Blaauwbroek stil. De spanning staat strak op zijn gezicht. Het verleden valt als een loodzware deken over hem heen. Morgen wacht de fabriek. Wat zal hij er vinden? Is er nog iets herkenbaars? Hoe zal de ontvangst zijn? Vragen, vragen, vra gen. Alleen de antwoorden blijven uit. Die avond helpt ook een ontspannen wande ling door het centrum van Wolfsburg niet, al doet de zon tot laat in de avond haar best de temperatuur en dus het verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Flarden „Ik heb de hele nacht geen oog dichtge daan". zegt Blaauwbroek aan de ontbijtta fel. „Ik heb heel veel voor het raam staan staren. In de verte kon ik de fabrieken zien. Vooral de vier hoge pijpen. Die ston den er in de oorlog ook al. Wat er allemaal door mijn kop is gegaan, weet ik niet meer. Allemaal flarden, herinneringen die ik had weggestopt." Zijn vrouw houdt hem nauwlettend in de gaten. „Jaap is nooit zon prater. Dus je weet nooit wat er allemaal loskomt", zegt ze bezorgd. Die dag zal ze geen moment van zijn zijde wijken. Om tien uur melden we ons bij een van de talloze ingangen van het enorme com plex. Het terrein beslaat niet minder dan acht vierkante kilometer, waar vijftigdui zend mensen hun brood verdienen. De Hoornse familie krijgt een VIP-behande- ling. Niks rondleiding in een groep waar er je verrot." We dalen de trappen af naar de kelders. De plek waar gewerkt wordt aan een museum. Een muur, waar de inslag van een geallieerde bom nog is te zien, is bewust intact gelaten. Blaauwbroek begint aan een reis terug in de tijd. Volkomen in zichzelf gekeerd kijkt hij rond. Het is de jonge Jaap die daar staat. Later zegt hij. „Wat daar allemaal is gebeurd, vreselijk. Toen ik er naar binnen ging, leek het alsof ik weer te werk was ge steld. Deze film zal nog heel lang in mijn hoofd draaien. Toch is het goed zo. Ik voel het." Herdenken Bezoek aan de Volkswagenfabriek. Van links naar rechts: Piet Bol, Jaap Blaauwbroek, zijn vrouw Truus en VW-archivaris Bemd Graef. FOTO GPD dagelijks tientallen van worden rondge leid. Niks even een snel snackje onderweg. Het Hollandse gezelschapje) wordt flink in de watten gelegd - maar al die ver wennerij geeft niet het idee dat hier sprake is van een soort afkoopactie. Tijdens de rondleiding zal blijken dat de mensen bij VW respectvol omgaan met de slachtoffers uit het inktzwarte verleden. Een verleden dat niet onder het tapijt is geschoffeld. In tegendeel. „Ook wij moeten leren leven met die vreselijke periode. Maar dat niet alleen. We moeten het ook een plaats ge ven. Samen met mensen zoals Jaap Blaauwbroek", zegt Bemd Graef, hoofd van het archief van VW. Graef zal de familie rondleiden. Hij is zeer geïnteresseerd in het verhaal van Blaauwbroek, te meer omdat hij belast is met het opzetten van een museum over de geschiedenis van de fabriek. Om zijn gast niet meteen te confronteren met dat belaste verleden wordt eerst het nieuwste gedeelte van de fabriek bezocht - nadat de Nederlandse gasten in een van de giganti sche vergaderzalen een maquette van het hele bedrijf te zien hebben gekregen. Haarfijn weet Blaauwbroek daarop alle plekken aan te wijzen waar hij tijdens de oorlog te werk is gesteld. Zoals hij later - rijdend over het terrein - ook alles ziet en herkent. Nog steeds, na al die jaren. „Een groot gedeelte van de oude gebou wen staat er nog", zegt hij geroerd. De ze- nüwen staan strak op zijn gezicht. Hij zal nog talloze keren herhalen dat hij met de ze reis veel kan afsluiten. „Ik hoop het niet alleen. Ik reken er eigenlijk een beetje op. Ook al loop ik de hele dag trillend van de zenuwen rond, het voel! goed." In een 'opengezaagde' Golf worden de gasten rondgereden. Gelukkig maar, want een rondgang te voet is niet te doen. De nieuwe montagehal bij voorbeeld meet maar liefst 2200 meter. De hypermoderne fabriek lijkt op het decor van een science fictionfilm. Een beeld dat extra wordt ver sterkt door de onvermoeibare robots die bijna menselijke trekjes hebben.. Lassen, doorgeven, aanpakken. De door compu ters gestuurde armen kunnen alles. On vermoeibaar. Elke vijftien seconde rolt er een auto van de band. Bijna ongemerkt rijden we het oude ge deelte in. Blaauwbroek is zenuwachtig: „Zie je die banden? Overal, naast je en ook boven je. Kijk, daar boven", wijst hij, „Daar liepen toen de SS'ers. Die hielden constant de werkvloer in de gaten. En o wee als je niet doorwerkte. Dan sloegen ze Ook Bemd Graef is blij dat het bezoek aan de fabriek een helende werking heeft voor zijn gast. Hij toont Blaauwbroek een her denkingsplaat waarop een tekst aangeeft dat de dwangarbeiders door VW nooit zul len worden vergeten. „In het kader van herdenken, richten we ook een museum in en komt er een uitgebreide bibliotheek die voor iedereen toegankelijk zal zijn. Daarin krijgt deze geschiedenis, hoe pijn lijk ook, een prominente plek. We hopen dat nog veel meer mensen als Jaap Blaauwbroek hier naar toe komen. Om sa men met ons het verleden te venverken. Zodat de mensen hopelijk rust kunnen vinden. Trouwens, nu we het over het mu seum hebben. Daarin komt ook de eerste steen, destijds gelegd door Hitier. Maar daar zit een heel merkwaardig verhaal achter. Na de oorlog belandde die steen ergens in een hoek van een loods. Nie mand keek er naar om. Totdat een werk nemer hem meenam en thuis als drinkbak voor de vogels gebruikte. Op een gegeven moment heeft de man de steen terugge bracht en op het bedrijfsterrein begraven. Dat leek het einde. Maar op een gegeven moment ontstond er hier een bron. Die werd uitgegraven en... wat denk je wat we op twee meter diepte vonden? Die eerste steen. We hebben hem nu veilig opgebor gen en hij komt pas tevoorschijn als het museum klaar is." Blaauwbroek lacht. De druk is van de ketel. Hij zucht als we de poort uitrijden. Van opluchting. Tijdens de reis terug zit hij veelal stil voor zich uit te kijken. „Nu pas h,aal ik dingen terug die ik gisteren al lemaal heb gezien. Ik zal thuis het verhaal ook heel wat keren moeten vertellen. Al leen zal het dan anders klinken. Het is een verhaal met een einde geworden. Dit is goed geweest. Het boek kan dicht. De cir kel is rond.'-' LEO VAN GELDEREN Wil Meier, voorzitter van de stichting op een Frans kanon uit 1916. Op de het opstellen van een Canadese bevrijder. U M. JLans Onderwater zat die namiddag thuis achter de com puter toen ineens de telefoon ging. Z'n echtgenote, dacht hij nog. Die belt altijd als ze van haar werk vertrekt; dan weet hij hoe laat ze ongeveer thuis is. Maar deze keer was er tot On derwaters stomme verbazing in eens een Engelsman aan de lijn. 'Buckingham Palace", kreeg hij te horen, 'can you hold the line please?'. De 53-jarige onderwijzer uit Ba- rendrecht, tevens de secretaris van het Nederlands Kustverdedi gingsmuseum in Hoek van Hol land, wist niet wat hem over kwam. Eerst kreeg hij de per soonlijke secretaris van prinses Anne, de dochter van koningin Elizabeth, aan de telefoon; daar na verbond de Brit hem warem pel door met hare koninklijke hoogheid zelf. „Ze zei: 'Hello, this is Anne'. 'Hello', zei ik dus maar terug, 'this is Hans'." Er volgde een geanimeerd ge sprek over de aanleiding voor het bijzondere contact: de ope ning - onlangs - van een kleine expositie over de Royal Regina Rifles Regiment, een Canadese eenheid die meevocht op D-Day. Het Nederlandse passagiers schip Mecklenburg had meege holpen de militairen op 6 juni 1944 naar de Franse kust te brengen, waarna ze met lan dingsvaartuigen de aanval inzet ten. Dat de prinses meer van de ten toonstelling wilde weten, was omdat ze sinds 1982 optreedt als erecommandant van het nog al tijd bestaande regiment. Onder water: „Gelukkig nam ik niet op met 'Hoi schat, wat is er?', zoals ik meestal doe wanneer ik mijn vrouw aan de lijn verwacht. Het is een anekdote die graag mag worden verteld in het mu seum, gevestigd in het fort (107 kamers en een onderaards gan genstelsel van drie kilometer lengte) aan de Nieuwe Water weg. Vrijwilligers richtten dat in 1989 in, in een authentiek en, qua Constructie, zo ongeveer voor de eeuwigheid gebouwd vestingwerk. Precies honderd jaar eerder was het fort in ge bruik genomen. De Nederlandse autoriteiten hadden het laten neerzetten ter verdediging van de belangrijke, maar erg kwets bare toegangsroute tot Rotter dam. Zo'n 280 militairen hielden er nauwgezet de omgeving in de gaten. „Ze hadden genoeg voor raden om zich dertig dagen van de buitenwereld te kunnen af sluiten", zegt Wil Meier, de voor zitter van wat officieel de stich ting Fort aan den Hoek van Hol land/Nederlands KusWerdedi- gingsrnuseum wordt genoemd. Wie buiten voor het hek staat, zal zich nauwelijks kunnen voor stellen dat het fort een enorme omvang heeft. Vanaf de straat zijn alleen de grimmige beton nen opbouw met de overblijfse len van twee oude geschutskoe pels te zien. Enigszins verscho len bevindt zifch een lange trap die naar een diep gelegen rond gang om de vesting leidt. Er kan ook gebruik worden gemaakt van de lift, een erfstuk van de Duitse troepen die in de oorlog in hét fort hebben gezeten. De bezetter gebruikte het voor de huisvesting van soldaten. Op de zware kanonnen werd geen prijs gesteld. Die werden waarschijn lijk te antiek bevonden, want in 1943 verdwenen ze, met de bij behorende koepels, naar de staalindustrie om te worden om gesmolten tot eigentijdser wa pentuig. De betonnen burcht diende voorts als gevangenis. Tevens werd er een immense bakkerij gevestigd. Per dag produceerde het personeel er vijfduizend bro den voor de in totaal achtdui zend Duitse militairen die dit ge deelte van de kuststrook be waakten. De gietijzeren oven is nog altijd aanwezig, net als de lift bij de in gang om voortdurend al die par tijen brood naar boven te bren gen. Het is dat Meier het vertelt, want er valt niets bijzonders aan te ontdekken. Dat in tegenstel ling tot de wit geschilderde, on deraardse gewelven waar de bakkerij was ondergebracht. Het zijn slechts enkele van de bezienswaardigheden in het duistere geheimzinnige gangen labyrint. Op veel plaatsen wer den situaties uit de historie van het fort en de Nederlandse kust- verdeding nagebouwd. Daar tus sendoor staan exposities over de luchtmacht, de marine en de landstrijdkrachten. Een blijvende plaats krijgt ook de nieuwe tentoonstelling over de Canadese 'Rifles' van prinses Anne. Centraal onderdeel daar van vormt een op werkelijke grootte gebouwd tafereel op het Normandische strand, kort na dat op 6 juni 1944 de vernieti gende slag was toegebracht. Een gewonde Duitse soldaat zit met een verkrampt gezicht tegen een nagebouwde bunker. Beduidend opgewekter kijkt de Canadese militair in gevechtstenue. Pal daarvoor staat het originele ge schut, waarmee vergeefs was ge probeerd de geallieerden terug te jagen in de golven. „Een Frans kanon uit 1916 dat door de Duit sers was ingezet", weet Meier. Alles moet er zo echt mogelijk uitzien. Dus trekt vrijwilliger Piet Hokke (37) altijd eerst Engelse legerkistjes aan voordat hij de ruimte betreedt. Zijn gewone schoenen zouden in het zand op de vloer afdrukken achterlaten die niet kloppen met de werke- achtergrond werkt Piet Hokke aan FOTO GPD HARRY VERKUYLEN lijkheid, zegt Meier. Dat D-Day nu in Hoek van Hol land herleeft, komt doordat het centrale thema van het museum de 'kustverdediging' is. En daar heeft de invasie natuurlijk alles mee te maken. „In Normandië werd immers voor de eerste keer de Duitse kustverdediging door broken." Er speelde ook nog iets anders: juni vorig jaar schonk de hoog bejaarde weduwe van kapitein L.M. Meyer - 'wel een naamge noot, maar geen familie' - een collectie bijzondere bezittingen van haar man aan het museum. Hij was de gezagvoerder van het SS Mecklenburg van de Stoom vaartmaatschappij Zeeland, dat in de meidagen van 1940 naar Engeland uitweek. Eerst diende het als bevoorradingsschip, later prepareerden de geallieerden de varende reus voor de invasie. Ie dereen kende het schip inmid dels als de 'Fighting Meck', ver telt Meier. 'Op D-Day is de Mecklenburg twee keer heen en weer gevaren om troepen aan. land te zetten'. De originele documenten met de geheime - in raadselachtige co des gestelde - instructies zijn na dien altijd door kapitein Meyer bewaard. Dankzij zijn echtgeno te kregen ze dus een plaats in het museum. Daar liggen ook zijn onderscheidingen, enkele kran tenknipsels en de kapiteinspet van haar man. Al sinds vorig jaar is dat materi aal te zien; de nieuwe tentoon stelling dient om het onderwerp te verbreden. Voortaan krijgen de bezoekers ook informatie over de Canadese manschappen die met het konvooi van kapitein Meyer meevoeren en hun leven waagden voor de bevrijding van Europa. Ze kregen het zwaar voor de kiezen: nog voor de stranding waren al twee lan dingsvaartuigen met elk 35 mili tairen op een mijn gelopen en gezonken. Ook andere schepen gingen verloren. „Je ziet die jon gens voor je ogen verdrinken", meldde destijds eerste stuurman D. Ouwehand in een ooggetui genverslag. „Maar je kunt niets doen. Dat is vreselijk." Een expositie over zo'n drama tisch onderwerp kon natuurlijk niet worden geopend met slechts een praatje van de voor zitter, vond het bestuur. Het nam daarom contact op met zo wel de Canadese ambassade als het Regina Rifles Regiment. Zo kwam de organisatie te weten dat juist in deze periode drie ve teranen, dé huidige comman dant en twee andere militairen, de invasiestranden in Norman dië bezochten. Ze waren vorige week eregasten bij de opening. Prins Bernhard kon tot zijn spijt niet aanwezig zijn, maar gaf wel blijk van zijn belangstelling. 'I wish you a memorable day', schreef hij in een persoonlijk briefje. Het wordt gekoesterd door de vrijwilligers van het mu seum, net als de reactie die sece- taris Onderwater van prinses An ne ontving. Hij had haar aanvan kelijk op goed geluk aangeschre ven om haar over één en ander te informeren. „Toen ik haar daarna aan de telefoon kreeg en over de Mecklenburg vertelde, zei ze: 'I will see what I can do for you'." Onderwater vertelt het op een toon alsof hij het allemaal nog steeds niet kan geloven. „Kort daarop werd er tot mijn verba zing een aangetekend stuk van Buckingham Palace bezorgd. Verpakt in een harde kartonnen envelop tegen het kreuken, was het een briefje dat ze niet bij de opening aanwezig kon zijn." Jammer natuurlijk, maar ook haar spontane reactie vond het museumbestuur al geweldig:de prinses meldde 'zeer verheugd' te zijn over het eerbetoon aan haar regiment en wenste ieder een een fijne dag en een gedenk waardige bijeenkomst. Tegelijk gaf ze aan hoe goed ze het vindt dat door de expositie ook jonge ren zich bewust worden van wel ke offers door de Canadezen zijn gebracht. Het bestuur drukte de brieven van prins Bernhard en prinses Anne vol trots af in een brochure waarvan een exemplaar door Onderwater naar Engeland wordt gestuurd. „Dat heb ik prinses Anne beloofd.". DANNY VERBAAN Nederlands Kustverdedigingsmuseum, Stationsweg 82, vlak bij NS-station Hoek van Holland/Strand. Openingstijden: elk eerste weekend van de maand op zaterdag (13 tot 16 uur) en zondag (12 tot 16 uur). Voor nadere informatie: telefoon 0174-38.28.98.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 54