Aan kinderporno kleeft iets van de dood'
erzekering tegen waardeverlies huis nog toekomstmuziek
1
Binnenland
Terug naar Kosovo,
de vraag is wanneer
:RDAG 12 JUNI 1999
ANP Algemeen Nederlands Persbureau CPD Geassocieerde Pers Diensten
7Tl
Geat ow&wow ir J
GtÊÖJ fiflOSSlf^- L-
wauw' pat is woe,
C (M WOOMW/W£PÉ.V&£Z£J<E£INÉ?
NSg>Bs3aV TWNO&MTO
too^i/io PIT plzcVVCT^y
derpsycholoog Wim Wolters neemt afscheid van kinderziekenhuis in Utrecht
Aankomst van de eerste groep Kosovaarse vluchtelingen in op
vangkamp Ermelo op 25 april jongstleden.
FOTO WFA RUBEN SCHIPPER
Vluchtelingen hopen op snelle thuisreis
Bij de begroeting lijkt vader
Hasan Vladi bijna opgeto
gen. Op de dag dat de Ser
viërs met hun terugtrekking
uit Kosovo zijn begonnen,
zijn veel Kosovaarse vluch
telingen in Nederland, waar
onder de familie Vladi, ver
vuld van hoop op een snelle
terugkeer naar Kosovo. „We
gaan terug zodra het moge
lijk is."
Ook dochter Mimoza Vladi
kijkt uit naar het moment dat
ze terug kunnen naar hun
huis in Ferizaj. Tot voor enke
le weken stond het huis er
nog, zo heeft ze gehoord van
gevluchte Albanezen. Mimo
za maakt zich vooral zorgen
over de elf dagen die het Ser
vische leger heeft gekregen
om zich terug te trekken. Ze
is bang dat de Servische troe
pen de taktiek van de ver
schroeide aarde zullen toe
passen en alles wat ze op hun
weg tegenkomen, zullen ver
woesten en plunderen. Ook
vreest ze dat Serviërs mijnen
en boobie- traps in verlaten
huizen hebben achtergelaten.
Het Huis van de familie Vladi
is eenvoudig. Mimoza hoopt
dat de Serviërs er daarom aan
voorbij zullen trekken.
Zo snel ziet Mimoza haar
familie trouwens nog niet te
rugkeren. „Eerst moet alles
veilig zijn met een objectieve
troepenmacht." Daar horen
wat haar betreft geen Russen
bij. „In een zone onder com
mando van de Russen zullen
de Albanezen zich nooit veilig
voelen." Volgens Mimoza zijn
de Russen met hun steun aan
het regime in Belgrado niet
objectief. Bovendien hebben
de Russen zich bij hun deel
name aan de vredestroepen
in Kroatië en Bosnië de repu
tatie verworven bijzonder
corrupt te zijn.
Voor Mimoza en veel van
de andere Kosovaarse vluch
telingen is er nog veel onze
ker. „Voor anderen mogen
dat details lijken maar voor
ons zijn ze erg belangrijk." Ze
doelt daarbij ook op het aan
de Albanezen beloofde refe
rendum over onafhankelijk
heid van Servië. De akkoor
den over de terugtrekking van
de Servische troepen ziet ze
zeker als een belangrijke stap
voorwaarts. Maar de ervarin
gen van de afgelopen tien
jaar met de Serviërs heeft de
Albanezen uiterst wantrou
wig gemaakt. Eerst zien dan
geloven, is het devies.
Mimoza's familie kreeg na
aankomst in Nederland eerst
in Ermelo onderdak, daarna
verhuisden ze naar een op
vangcentrum in Deelen, sa
men met vijftig andere Koso
vaarse vluchtelingen. Mimo
za brengt haar tijd door met
lezen. Links en rechts heeft ze
boeken gekregen. Ze is be
gonnen met lessen Neder
lands en kent inmiddels een
aantal Nederlandse begroe
tingen. „Die lessen zijn wel
erg simpel, want ze zijn ook
bedoeld voor analfabeten."
Broer Tahir (21) ligt in bed
met een kou die hij heeft op
gelopen bij het sporten, maar
einders gaat hij regelmatig
naar Arnhem. Een tocht op
de fiets die de Vladi's hebben
gekregen van een Kosovaarse
kennis die al langer hier
woont.
De zusjes Bardha (10) en
Njomza (17) zitten op school.
Ze komen enthousiast thuis.
„Zoveel interessante dingen
doen ze op school die wij in
Kosovo niet kennen, met
computers bijvoorbeeld."
Nederlandse kinderen die de
school als een soort gevange
nis beschouwen krijgen van
Mimoza het advies maar eens
in Kosovo te komen kijken
hoe streng het er daar toe
gaat.
Mimoza hoopt straks haar
werk als tolk voor de Organi
satie voor Veiligheid en Sa
menwerking in Europa (OV-
SE) weer te kunnen oppak
ken, dat ophield zodra de
bombardementen van de
NAVO begonnen. Ze is vooral
geïnteresseerd in het werk
van de OVSE om het demo
cratiseringsproces in Kosovo
op gang te brengen. „Het
land moet weer worden op
gebouwd en het is erg be
langrijk dat Kosovo dan ein
delijk democratisch wordt."
Het eigen huis staat meer dan ooit in de belangstelling. Sinds vorig jaar staan er meer koophuizen dan huur
woningen in Nederland, en die verhouding zal verder veranderen in het voordeel van het eigen huis. Maar is
een eigen huis altijd aantrekkelijker dan een huurhuis? Is huren het enige alternatief voor kopen? Hoe ziet de
toekomst voor de huiseigenaar eruit en hoe kan hij zich beschermen tegen de risico's? Redacteur Sjaak Smak
man zoekt naar een antwoord op die vragen in een serie over het eigen huis.
Op de mensen na die zich overleveren aan
de Voorzienigheid, zullen er weinig huisei
genaren zijn zonder een brand- en andere
rampspoedverzekering. Maar een polis te
gen verlies bij de verkoop van de ooit voor
veel geld aangekochte woning? Reken maar
dat ook daar liefhebbers voor zijn, denkt
vastgoedeconoom Piet Eichholtz.
Neem bijvoorbeeld vijftigers die hun finan
ciële toekomst uitstippelen. Het (vrijmaken
van het) vermogen in het eigen huis maakt
daar tegenwoordig steevast deel van uit.
Zou zo iemand niet in de markt zijn voor
een verzekering die hem vrijwaart voor een
crash op de woningmarkt - en dus voor
een crash van zijn toekomstplannen? Of
neem mensen met een relatief laag inko
men die zich heel diep in de schulden heb
ben moeten steken om het felbegeerde ei
gen huis te kunnen kopen. Is het voor hen
niet heel erg bitter wanneer ze bij (gedwon
gen) verkoop nog tegen een restschuld
aankijken? En dan zijn er de mensen die
geregeld verhuizen, bijvoorbeeld voor hun
werk. Je kunt praten als Brugman, zegt
Wim van Assenbergh van de Rabobank,
maar het blijft een feit dat mensen veel
moeilijker van werk en woonplaats wisse
len als dat betekent dat ze hun huis met
'verlies' moeten verkopen.
Kortom: een woonwaardeverzekering heeft
toekomst. Niet dat er over een jaar al zo'n
verzekering is, nuanceert Van Assenbergh
de krantenberichten van een paai- maan
den geleden. Nee, bij de Rabobank zijn ze
serieus aan het onderzoeken wat de moge
lijkheden zijn. En natuurlijk vooral wat een
polis moet gaan kosten. Want daarmee
staat of valt het succes ervan.
Als er zoveel behoefte aan is, waarom is
zo'n verzekering er dan nog niet? Eichholtz
zoekt een verklaring in de ontwikkelings
kosten. Het principe van de verzekering
mag dan simpel zijn - de verzekeraar vult
het verlies dat iemand bij de verkoop van
zijn huis lijdt - de technische uitwerking is
knap ingewikkeld. Je moet immers maat
werk kunnen leveren: de prijsstijgingen
voor appartementen, rijtjeshuizen en vrij
staande woningen verschillen sterk. En ook
per provincie, per stad, per dorp en zelfs
per wijk zijn er vaak aanzienlijke verschil
len. Maar met veel rekenwerk is het sinds
kort mogelijk om een polis op maat te ma
ken. Niet alleen al dat rekenwerk kost het
nodige geld, dat geldt nog sterker voor de
marketing. Het probleem is dat één bank
het publiek voor veel geld warm maakt
voor het nieuwe product, terwijl de concur
rentie vervolgens dankjewel zegt en voor
een fractie van de ontwikkelings- en mar
ketingkosten een vergelijkbare polis op de
markt brengt. De Rabobank lijkt dat dilem
ma nu te hebben doorbroken.
De woonwaardeverzekering is niet de enige
noviteit waarvan Eichholtz een warm pleit
bezorger is. De mede-eigenaar van een ad
viesbureau voor vastgoedinvesteringen en
hoogleraar vastgoedeconomie in Maas
tricht en Amsterdam pleit al jaren voor
woonfondsen. Ook hier is het idee eenvou
dig: huizen worden gedeeld bezit van de ei
genaar-bewoners en investeerders. De Am
sterdamse woningbouwvereniging Het
Oosten heeft zo'n model een beetje in
praktijk gebracht. Van een paar honderd
huizen is de corporatie eigenaar van de
buitenkant en de bewoner van de binnen
kant. Die kan hij doorverkopen aan een
nieuwe bewoner bij zijn vertrek.
Het voordeel van zo'n gedeelde koop is
voor de eigenaar-bewoner duidelijk: hij
hoeft minder geld te lenen en kan daardoor
wellicht tóch het huis van zijn dromen be
wonen. „Die hele indivduele koopbijdrage
heb je op die manier misschien niet eens
nodig", denkt Eichholtz zelfs. De bewoner
moet natuurlijk wel 'huur' betalen aan zijn
mede-eigenaar en hij deelt ook de waarde
stijging. Voor die mede-eigenaren biedt
zo'n deelneming vooral het voordeel van
risicospreiding in de beleggingen. Met na
me voor pensioenfondsen kan een woon-
fonds daarom aantrekkelijk zijn. Want
woonhuizen mogen voor beleggers dan
geen goudmijn zijn, ze bieden wel zeker
heid. Bovendien staat de waarde-ontwikke
ling van huizen vrijwel los van die van aan
delen en obligaties.
Maar of de woonwaardeverzekering en de
woonfondsen echt van de grond komt,
blijft voorlopig nog even de vraag. In Lon
den kwam pas vraag naar een brandverze
kering nadat de halve stad in 1666 ten
prooi viel aan de vlammen. „Misschien",
verzuchtte Eichholtz anderhalf jaar geleden
al bij zijn aantreden als hoogleraar in Am
sterdam, „is voor de woonwaardeverzeke
ring gewoon een grote crisis op de huizen
markt nodig."
Dit is het laatste deel in een serie van vijf
over het eigen huis. Eerdere afleveringen
stonden in de kranten van 1, 3, 8 en 10 ju
ni.
hangt een kadavergeur om
heen. Het is niks, een ongevoel,
heel ontluisterend. Je weet dat
die kinderen uit probleem-om
standigheden komen, en je
weet dat hun ervaring met kin
derporno misschien een vol
gend duwtje is op weg naar de
goot. Dat maakt het zo na
vrant."
De keuze voor de kinder- en
jeugdpsychologie was min of
meer toevallig. Na zijn studie
klinische psychologie werkte
Wolters bij de Militaire Psychia
trische Dienst in Den Haag. Via
Unesco werkte hij daarna een
half jaar als psycholoog in Mali,
maar hij wilde psychotherapeut
worden. Voor zijn opleiding
ging hij in Utrecht in analyse.
Ondertussen werkte hij in het
Wilheminaziekenhuis onder
kinderarts Weijers. „Het klikte
en ik groeide eigenlijk de kliniek
in. We kregen veel ruimte bij
het opzetten van de psychoso
ciale afdeling. Alles was moge
lijk. Er was elan om mensen
zich te laten ontwikkelen in het
buitenland. En er was geld om
de wereld rond te reizen: Ame
rika, Japan, Engeland, Israël,
trainingen in spraakmakende
klinieken die al veel verder wa
ren met onderzoek naar de
plaats van de psychosomatiek
in ziekenhuizen."
Zijn ervaring als therapeut
van volwassenen kwam hem
goed van pas. „Vooral de laatste
tien jaar Inrijgen we vaak met in
gewikkelde en gestoorde ouders
te maken. Veel problemen bij
kinderen zijn alleen goed te be
handelen als je daar ook de ou
ders bij betrefa."
De 'eerste suïcide' van een
kind dat bij hem onder behan
deling was, staat hem nog hel
der voor de geest. Zoals hij zich
ook de jongen van achttien met
een ernstige ziekte herinnert.
Drie dagen voor zijn dood
kwam hij in paniek bij Wolters
en zei: ik ga dood. Wolters was
bij zijn afscheid. Ze hadden el
kaar heel lang gekend. Of het
kind dat vorig jaar onder het
bloed van de moeder zat, die
net door de vader was doodge
schoten. „Zoiets gaat je niet in
je koude kleren zitten."
Heeft hij er niet af en toe naar
verlangd om rozenkweker of
kunstschilder te zijn? Zich te
omringen met mooie dingen in
plaats van beschadigde kinder
zielen te repareren? „Over
kunstschilder zijn heb ik wel
gefantaseerd. Je moet in dit
werk duidelijk je eigen geestelij
ke gezondheid in de gaten hou
den. Pauzes inlassen, afleiding
zoeken. Een uurtje paardrijden
doet wonderen. Ik merkte het
soms voor de grote vakantie. Ik
kon minder goed luisteren,
raakte emotioneel en werd
meegesleept. Dan wist ik dat ik
er even tussenuit moest."
En er is een periode geweest
dat hij geen jonge slachtoffers
van seksueel misbruik wilde
onderzoeken. „Met twee- en
driejarigen praten over zulk
geestelijk vuil is zo bizar. Ik kon
het even niet meer. Ik nam het
mee naar huis, net als gevallen
van partnerdoding waar een
kind getuige van was geweest."
Hij vertelt voorbeelden, maar
wil ze niet in de krant. Te gru
welijk, niet zinvol.
Vorig jaar oktober pleitte
Wolters voor een register van
ouders die hun kind zeer ern
stig mishandelen of zelfs heb
ben geprobeerd het te doden.
Dit naar aanleiding van een
aantal gevallen in het zieken
huis, waarbij een (psychisch ge
stoorde) ouder een kind opzet
telijk lichamelijk letsel toe
bracht. Bij ernstige verdenkin
gen van het personeel
schroomde Wolters niet om - in
navolging van Engeland - met
een videocamera beelden op te
nemen van de ouder(s) en het
kind. „Dat plan voor een regis
ter ligt nu in de la. Invulling van
de rechten van het kind is in
deze maatschappij een moeilijk
hoofdstuk. Het had iets moois
kunnen zijn om na te laten.
Maar ik hoef niets na te laten. Ik
ben blij dat mijn afdeling goed
loopt."
Hij hoopt dat de huiselijke
sfeer in het pas geopende nieu
we Wilhelmina Kinderzieken
huis behouden blijft. „Het moet
hier niet worden voorgesteld als
het paradijs. Het blijft een plek
van ziekte en dood. Maar het is
ook een vluchtheuvel voor kin
deren, gezond of ziek. Zieken
huizen worden tegenwoordig te
veel gezien als 'productie-§en-
Tieden'. Een kinderziekenhuis is
geen zeepfabriek. Bedrijfsmatig
denken is goed, maar behelst
het gevaar van doorslaan."
Soms, zegt hij, staan de pro
ductienormen lijnrecht tegen
over de belangen van kinderen.
„Het kan van psychologisch le
vensbelang zijn om een kind
nog een paar weken langer in
het ziekenhuis te houden. Soms
heb je eindelijk, eindelijk een
band met de ouders en dan
moet het kind weg omdat lan
gere opname het budget over
schrijdt."
Hij waarschuwt voor de op
komst van de bestuurders en
managers met hun 'marketing-
jargon'. „Zij moeten niet de
overhand krijgen. Dat is riskant
voor de positie van patiënten
en medewerkers. Het kan de af
stand tussen bestuur en werk
vloer onnodig vergroten. De or
ganisatie en het onderwijs ver
schralen als de filosofie van de
productie verder wordt doorge
zet." Daarom heeft Wolters al
die jaren ook aan patiëntenzorg
gedaan. „Werken aan de basis
is het mooiste. Aan het bed zie
je pas wat een fantastische
werkplek dit is."
eren nam Wim Wolters afscheid van het Wilhelmina
lerziekenhuis in Utrecht. De Utrechtse hoogleraar
jische kinder- en jeugdpsychologie kwam veelvuldig
et nieuws als deskundige op het gebied van kinder-
randeling, kinderporno en incest. Een gesprek over
nut van discipline, het gevaar van grote cadeaus en
adavergeur rond kinderporno.
tijdens de door hemzelf inge
stelde 'mediastilte' van begin
1997. Toen deed hij er korte tijd
bewust het zwijgen toe, na vier
gevallen van kindermoord door
ouder(s) in Hoofddorp, Die-
men, Assen en Harmeien. Ook
politie en jusititie besloten toen
zeer terughoudend te zijn met
informatie over de kindermoor
den.
Het zwijgen van Wolters was
bedoeld om rust en bezinning
in de discussie te brengen en
kwam naar zijn zeggen voort uit
angst voor sensatie en imitatie.
De mediabelangstelling en
vooral de hijgerige manier
waarop sommigen het onder
werp behandelden, ontlokte
hem de kwalificatie 'pornogra
fie van de dood'. Niet dat het
vroeger allemaal beter was.
„Geweld tegen kinderen is van
alle tijden. Rare strapatsen en
ernstige mishandeling zijn er
altijd geweest. Kinderdoding,
kinderarbeid, kinderen te von
deling leggen, er zijn altijd rare
dingen met kinderen gebeurd.
Maar nu is alles zichtbaar."
Hij vindt dat het geweld in
Nederland wel bruter is gewor
den. „Ontremder, minder ge
stuurd door geweten of sociale
controle. We leven in een ver
wende samenleving waarin al
les maar moet kunnen. Het
stellen van grenzen of het bij
brengen van discipline is moei
lijker geworden, terwijl dat heel
belangrijk is. Behoeften moeten
onmiddellijk bevredigd wor
den, bij volwassenen en kinde
ren. Laatst hoorde ik iemand
die net een baby had gekregen,
zeggen: wel lastig dat we onze
agenda nu aan het kind moeten
aanpassen. Wat een naïveteit,
wat een armoe! Het wordt ook
normaal gevonden dat opa met
een fiets van zeshonderd gul
den voor een kleinkind komt
aanzetten."
Daarmee, vindt hij, geef je
kinderen de illusie van almacht:
jij bent het allerbelangrijkste,
voor jou is niets te veel. „Maar
ook daarin zijn er grenzen en
beperkingen. Anders creëren
kinderen een vals beeld over de
werkelijkheid, dus ook over
zichzelf. Dat leidt tot gebrek
aan respect voor anderen en tot
vormloosheid, wat heel gevaar
lijk is. Opvoeden is vormen,
beeldhouwen aan een weerbar
stige materie."
Kinderporno is zo'n voor
beeld van extreme vormloos
heid. Een paar jaar geleden
heeft Wolters kinderporno ver
klaard uit 'de toenemende con
sumptiedrift, die te maken
heeft met het feit dat we alles
willen hebben wat we wensen'.
Wolters: „Ik heb net weer vijf
banden met kinderporno moe
ten bekijken. Ik heb dat samen
met vijf medewerksters gedaan,
sommigen net afgestudeerd. Ik
zei: 'Het hoort bij je werk, je
kunt er niet voor weglopen'.
Het is destructief. Niet eens
smerig, maar destructief wat
volwassenen daarin met kinde
ren doen. Aan kinderporno zit
iets van de geur van de dood. Er
m
S T
n en
uit
1 JU I
lid
Sm
zijn doorgeslagen, vindt
Wolters. „Mensen zijn on-
lideld geworden, mate-
De cultuur van de jaren
met zijn slaafsheid en
worpenheid aan gezag, is
oorgeslagen naar egocen-
materialisme. Er heerst
mentaliteit van pakken,
en, dwingen. Van super-
üviteit en rivaliteit. Ik wil
verder niet al te doemden-
over doen, maar het geeft
em nou laatst een artikel
Nouvel Obseruateur, een
tijdschrift. „De bood-
vvas: wat kunnen we nog
n? Het moet exotischer,
;er, kleurrijker. En neem
•xperiment van Veronica
•en groep mensen die el-
rstgee niet kennen honderd da-
i een huis op te sluiten en
lag en nacht een camera
zetten. In feite is het een
lijk idee, dat voortkomt uit
lo-exotisme. Het is ook
irlijk. Zoiets vraagt om
emen."
praat in heldere bewoor-
noemt de dingen graag
naam, maar komt soms
terug op al te boude
en kwalificaties. Re-
benadrukt hij dat heel
het heel goed
hun kinderen, dat er
voor ze is. Hij lijkt
ongeduldig en gedre-
toen hij jonger was. Zelf
dat hij nu meer geduld
heeft. En
en verant-
voor anderen
een jaar of twintig ge-
.Ik was ongeduldig, tem-
Als je jong bent,
opschieten", zegt de
getrouwd en vader
volwassen kinderen, is
het kinderzieken-
ulgende week na 36 jaar.
:ijn vertrek verdwijnt een
iteit op het gebieid van
rmishandeling en psycho-
la's bij kinderen. Maar
ijn werk voor Unicef - het
üfonds van de Verenigde
de oorlogsgebieden
'oormalig Joegoslavië gaat
woon door. Hij is er sinds
bezig met psychosociale^
eg van ziekenhuisperso-"
In acht ziekenhuizen heeft
samenwerking met inter
im nale hulporganisaties pro
ma's opgezet voor kinde
door de oorlog getrau-
seerd zijn.
k blijft hij promovendi in
n Jtrechtse ziekenhuis bege-
en breidt hij zijn praktijk
psychotherapie aan vol-
enen uit. Daarnaast blijft
ferkzaam voor de 'Mental
th Clinic' in Gaza, waar hij
artsen en psychologen
dt, „Ik ga wel weg, maar ik
>or. Alleen anders."
ider- en partnerdoding,
erporno, geweld tegen kin-
i: de media wisten Wolters
goed te vinden. En hij be-
le ze met verve. Behalve