Romena Stienstra: 'Sinds de dood an Nick leef ik voor mijn kinderen' 'In het voetbal is geen plaats voor sentimenten' Edu Nandlal wil nooit meer in dat zwarte gat ZATERDAG 5 JUNI 1999 De resten van de DC-8 vlak na de ramp. foto ruud hoff In de vroege ochtend van 7 juni 1989, maandag precies tien jaar geleden, stortte een DC 8 van de SLM met aan boord 179 inzittenden neer in de jungle nabij het vliegveld Zanderij in Paramaribo. Aan boord bevonden zich ook de voetballers en de begeleidingsstaf van het Kleurrijk Elftal, een groep uit Suriname afkomstige voetbalprofs die in hun geboorteland enkele wedstrijden zouden spelen. Van de voetballers overleefden alleen Edu Nandlal, Radjin de Haan en Sigi Lens de crash. Tien jaar na dato vertellen Nandlal, De Haan en Romena Stienstra, de weduwe van de omgekomen trainer Nick Stienstra, over hun leven na de ramp. Surinaamse voetballers gefotografeerd op Schiphol voor het vertrek van de fatale vlucht. Van links naar rechts: Ortwin Linger (Haarlem), Floriant Vijent (Telstar), Radjin de Haan (Telstar) en Nick Stienstra. archieffoto Radjin de Haan was negentien jaar, had net een basisplaats veroverd bij eerste divisieclub Telstar en mocht in de zomer van 1989 met de grote jongens van het Kleurrijk Elftal mee op de trip naar Suriname. „Ik keek naar buiten en zag de landingsbaan liggen. Even later werd ik wakker in het bos. De datum 7 juni 1989 staat voor al tijd in mijn geheugen gegrift. Wat er op die dag gebeurd is, raak ik nooit meer kwijt. Maar het slijt wel. Langzaam. Er zijn dagen dat ik er niet aan denk. Maar niet in deze periode. De maand juni maakt veel bij me los. Ik ben nooit meer terugge weest in Suriname. Wat moet ik er zoeken? Bovendien stap ik niet in een vliegtuig voor een reis die langer dan twee uur duurt. Ik zit niet lekker meer. En dan is Suriname ver weg. Een half jaar na het ongeluk maakte ik mijn rentree in het eerste van Telstar. Thuis tegen AZ. Dat was snel, maar hét voetbal hielp me om mijn leven op de rails te krijgen. Na een paar maanden kon ik alweer trainen. Elk vrij uurtje stond ik op het veld. Want als je sport hoefje niet na te denken. In de eerste weken kon ik het niet van me afzetten. Je denkt steeds: waarom leef ik nog wel en zij niet. Maar jezelf met zo'n vraag opzadelen heeft geen zin, want er is geen antwoord. Een gelovig mens houdt zich vast aan God. Maar als er een God is, denk ik dan, waarom liet Hij Radjin de Haan. foto united photos de boer poppe de boer me dan in dat vliegtuig stap pen? Waarom moesten er kin deren en vrouwen sterven? Waarom zijn er gezinnen uit el kaar gerukt? Ik heb nu zelf twee kinderen. Twee dochtertjes. Sheila van vier jaar en Sharmila van vijf. Die twee, en mijn vrouw Moni que, daar draait het leven om. Al het andere is bijzaak. De enige dag die voor mij telt, is die van morgen. Die instel ling ligt deels in mijn karakter opgesloten, maar het is wel een karaktertrek die zich de afgelo pen tien jaar sterker heeft ge openbaard. Dat heeft ook een keerzijde. Ik werk op dit mo ment in een magazijn. Daar voel ik me niet te groot voor, maar het zet me wel aan het denken. Een gevoel dat ik het niet helemaal goed heb gedaan. Ik heb de kwaliteiten om be taald voetbal te spelen. Maar ik speel straks, met alle respect, bij de amateurs van Koninklijke HFC. En ik ga nü pas beginnen aan de cursus Trainer/Coach III en II. Dat had ik eerder moeten doen. Het eerste half jaar bij Telstar heb ik van de club alle steun gekregen die ik me kon wensen. Vervolgens heeft de bespreking voor verlenging van mijn con tract precies twintig seconden geduurd. Ze hadden me niet meer nodig. Ik ben opgestapt, dacht bij mezelf: nou, dan niet. Achteraf vind ik dat Telstar me langer de tijd had moeten ge ven. Maar voetbal is keihard. Er is geen plaats voor sentimen ten. Ik heb als voetballer nooit het niveau gehaald dat ik had kun nen halen. Daarvoor ben ik in een cruciale leeftijdsfase, tus sen mijn 18de en 21ste jaar, te veel geremd in mijn ontwikke ling. Maar via FC Lisse ben ik later toch weer in het betaald voetbal terecht gekomen. Bij Eindhoven. Toch zijn er altijd clubs ge weest, en ook nu nog, die twij felden aan mijn fysieke gesteld heid. Terwijl ik kerngezond ben. Mijn naam is voor altijd verbonden aan een vliegramp van tieh jaar geleden. Als ik ver tel dat ik pas 29 jaar ben, word ik soms niet geloofd. Op 7 juni houd ik vrij. Dan werk ik niet, dan voetbal ik niet. Ik maak geen afspraken. Ik ga maandag naar het graf van Flo- rian Vijent. Ik speelde met Flo- rian samen bij Telstar. De rest van de dag ben ik samen met Monique en de kinderen. Iedereen moet de vrijheid hebben en krijgen om op zijn eigen manier stil te staan bij wat er is gebeurd. De media be steden nu veel aandacht aan de vliegramp, omdat het tien jaar geleden is. Ik heb geen moeite om mijn verhaal te vertellen, maar ik loop er niet mee te koop. Als mensen mij erover aanspreken, zal ik ze altijd te woord staan. Omdat ik begrijp dat anderen er soms óók over willen praten, omdat ze het on derwerp niet willen mijden. Dat zou ik andersom net zo goed hebben." DICK SINTENIE Edu Nandlal (36), voormalig profvoetballer van FC Utrecht, Emmen en Vitesse, heeft het gevoel weer ietsje verder in de maatschappij te staan. Weer een stapje dichter na de crash in de jungle van Suriname. Die vliegramp betekende het einde van zijn loopbaan. Maar niet van zijn leven. Nandlal loopt met braces, schuifelt door zijn huis. Ondanks zijn 'incomplete dwarslaesie' staat hij op doel, met die braces. Nandlal komt steeds dichter bij de mensen. Sinds kort zet hij zich in voor Leefbaar Utrecht, de lokale politieke partij. Hij i£ gevraagd mee te discussiëren over breedtesport. Daarom ver trekt hij iedere maandagavond 'als de drie kinderen in bed lig gen' naar de fractie. De eerste grote stap voor waarts kwam een jaar of vijf ge leden. De man die in de eerste weken na de ramp vaak naast zijn bed stond, vroeg hem te komen zaalvoetballen. Rob de Wit, de ex-international die na een hersenbloeding gedwongen was te stoppen, zocht hem vaak op. Ze werden maatjes. 'Hé Edu, kom meedoen'. Tegen woordig neemt Nandlal De Wit zo vaak als hij kan mee in de auto. De Wit kan niet meer au torijden. Nandlal nog wel. Die eerste wedstrijd. Tsjonge, wat was hij angstig. 'Wat als ik val? Sta ik dan nog wel op?' Vra gen. Maar de angst werd min der. Tegenwoordig spotten die gasten met zijn handicap als hij Edu Nandlal. weer eens onderuit gaat. 'Hé Edu, straks kun je helemaal niet meer lopen.' Hij verkende de grenzen van zijn lichaam. Hij ging steeds verder. 'Hé Edu, ga jij nou eens effe voetballen man!' Stond hij opeens in de spits. Veel bewe ging zit er in de punt van de aanval dan niet in, maar komt de bal in de buurt, dan geeft hij hem een Tel'. „Dat kan ik nog steeds wel." Tien jaar geleden gaven de reddingswerkers waarschijnlijk geen stuiver voor zijn kansen. Toch was er één die er in ge loofde. Een oude schoolvriend bleek één van de helpers die 's ochtends door de jungle rende. 'Hé Edu, we gaan voetballen hè', riep hij. Nandlal hoorde de foto marnix schmidt stem. Hij hoorde, verder niets, hij hoorde huilende kinderen. Zijn ademhaling. Puuuffff. Puuuffff. Hij hoorde het - alsof hij naast zichzelf lag. Hij stond tegen de muur van de dood. Op de grens tussen le ven en er niet meer zijn. Oude ren lijken dat nu te beseffen. Ze schieten hem aan op straat. Vragen. Over de dood. Op de man af. Antwoorden heeft hij niet. Hij weet alleen dat er na de dood niets meer is. Sinds die dag waarop hij in 'alle rust' samen met de andere passagiers afdaalde naar vlieg veld Zanderij, is hij bewuster gaan leven. De vrije jongen van weleer bouwde een 'schutting' om zich heen. Als bescherming. Zelfs zijn vróhw laat hij niet toe. Want hij hoedt zich voor de dag dat ze hem misschien verlaat. Het kan toch gebeuren? Je weet nooit. Hij wil niet nog eens in 'dat zwarte gat' vallen. „Ieder een doet dat toch, zo'n schut ting?" Er loopt een rechtzaak. Don derdag reed Nandlal nog - met Rob de Wit naar zijn Amster damse advocaat. Mondiaal Kleurrijk Voetbal 2000 eist schadevergoeding van de stich ting Kleurrijk 7 juni, waarvan Nandlal penningmeester is. Het is de nasleep van de afgeblazen herdenkings wedstrijden. De ene in Rotterdam van de stich ting Kleurrijk ging niet door. Organisatorische problemen. In Den Bosch wordt ook niet ge speeld. En daar is M KV 2000 boos over. De voorzitter van MKV 2000 verwijt Nandlal dat diens woorden in de pers het Bosche toernooi om zeep heb ben geholpen. Ze willen geld zien. Schadevergoeding. Op 23 juni dient het kort geding. Het is een klap in Nandlal ge zicht. Het gaat hem eigenlijk niet eens om de wedstrijden, maar om die honderden nabe staanden. Voetbal is niet meer belangrijk. De herdenkingswed strijd in Rotterdam had de laat ste moeten zijn. Die dienst in de kerk, daar gaat het om. Dat de nabestaanden weer een jaar verder kunnen. NANDO BOERS BART SLEGERS gezellig in de tuin zaten, pakte hij vaak zijn voetbalmap en ging opstellingen zitten maken. Ooit zijn we in de winterstop op vakan tie geweest in Amerika. Ik had al snel in de gaten dat hij vooral met zijn hoofd bij het voetbal zat. Ik zei nog: 'Nick, dit is geen vakan tie'. Op een gegeven moment kwam hij met het voorstel een week eerder alleen naar huis te gaan. Dan zou hij nog wat zaken kunnen voorbereiden voordat de competitie weer begon. Ik wist dat-ie niet lekker in zijn.vel zat als hij zich niet met voetbal kon bezighouden, dus heb ik hem maar laten gaan. Ik zou het nu nóg veel moeilijker hebben gehad als ik hem die vrijheid in zijn korte leven niet zou hebben geschonken. Ik stelde mijn leven in dienst van Nick. Hij trad door zij werk vaak op de voorgrond. Ik sta liever in de schaduw. Mij zie je ook nooit op fo to's. Die maak ik liever zelf. Dan weet ik tenmin ste zeker dat ik er niet opsta. Sinds de dood van Nick leef ik voor mijn kinde ren. Gloria lijkt ongelooflijk veel op hem. Zij zei vroeger vaak dat ze niet uit mij maar uit Nick was geboren. Als ik haar zie eten, zie ik Nick: zelfde mond, zelfde manier van kauwen. Mijn moeder heeft wel eens gezegd dat Nick weliswaar dood is, maar nog steeds hier woont, zij het in een andere gedaante. Gloria heeft zich na de dood van haar vader acht maanden lang opgesloten in haar ka mer. Al zou ik haar hebben geslagen - ze was haar kamer niet uit te krijgen. Ze had haar knuistjes altijd gesloten. Op een goede dag kwam ik erachter waarom ze dat deed. Ze had haar vingers tot bloedens toe afgekloven. Ik heb het mezelf vreselijk kwalijk genomen dat ik dat niet eerder heb gemerkt. Bij het AMC zei den ze dat ze haar niet konden bereiken. Ze bleek introvert. Gloria is daarna heel fanatiek gaan tur nen, vier tot vijf uur per dag. De blaren stonden op haar handen, maar het deerde haar niet. Ze bleef weliswaar een schichtig meisje, maar lang zamerhand werd ze wat toegankelijker. Ze had grote problemen op school. Ze voelde zich min derwaardig omdat ze geen vader had. Dat kwam er pas na een half jaar uit. Ze vertelde nooit aan anderen wat er met haar vader was gebeurd. Dat was haar stukje verdriet. Daar moest iedereen vanaf blijven. Er is sprake van geweest dat we met Nick zou den meegaan naar Suriname, maar ons budget was te krap. Gloria heeft Nick gesmeekt mee te mogen gaan. Tot op het laatste moment heeft ze aan zijn broekspijpen gehangen. Dat vonden we heel vreemd, want Nick ging wel vaker weg en dan hadden we nooit van die toestanden. Deze reis zou maar een week duren, want Nick moest beginnen aan de cursus coach betaald voetbal. Gloria bleef maar roepen dat hij niet moest gaan zonder ons. 'Als je alleen gaat, kom je niet meer terug.' Misschien is het een voorgevoel geweest. Ze heeft me verweten dat ik Nick niet heb tegen gehouden. Als iemand dat had kunnen doen, was ik het. Nicole, mijn jongste dochter van elf, is een heel ander type. Speelt veel buiten. Net een jongetje. Als ze geen meisje was ge weest, zou ze Nicky hebben geheten. Naar haar vader. We hebben haar Nicole genoemd om de naam van Nick toch nog een beetje te laten terugkeren. We hadden een fijn leven samen. Het viel als een puzzel in el kaar. Na Nicks dood is het allemaal veel moeilijker geworden. Als we dan met z'n drieën in bed lagen, vroegen de kinderen vaak: mamma, als er nu iemand komt die ons kwaad wil doen, wie be schermt ons dan? Tien jaar na dato heb ik zijn dood in mijn on derbewustzijn nog steeds niet verwerkt. Met het overlijden van Nick is ook mijn leukste kant begraven. Ik kan nooit meer spon taan lachen als toen. Mijn plezier is met Nick overleden." FRED SEGAAR marmeren voetbal op zijn graf in Paramaribo symboliseert het k van Nick Stienstra. De bal is geschonken uit de opbrengst een benefietwedstrijd van de laatste club waar hij actief was, uit Heemstede. Stienstra, die net een contract had getekend p amateurs van Quick Boys, leefde van en voor het voetbal. De pige Stienstra, coach van het Kleurrijk Elftal, was een voetbal ler die bij de amateurs van Schoten, EDO en RCH grote indruk kte met zijn gedrevenheid. Tien jaar na zijn dood heeft Rome- jienstra, de weduwe van de voetbaltrainer, het verlies nog niet |en verwerken. I laatste beeld dat ik van Nick heb, is dat hij te zwaaien op de stoep voor de vertrekhal Schiphol. Ik had hem afgezet, we hadden el- Igekust, en toen ik wegreed zag ik hem in de puitkijkspiegel van mijn auto steeds kleiner jen. Hij wuifde. Nick was blij dat hij eindelijk liegtuig in kon. Hij zou de reis van zijn leven i maken. Als coach van Kleurrijk Nederland Suriname, dat was een droom voor hem. kou een emotioneel weerzien worden met geboorteland. I zouden die dag veel eerder vertrekken, J door vertraging werd het pas 's nachts pat ze de lucht in gingen. In de tussentijd hij Andy Scharmin en Andro Knel op sleep- Gloria Stienstra. r genomen. Die jongens kwamen van ver en len dus niet naar huis. Ze zijn met z'n drieën 'het Leidseplein geweest en de Albert Cüijp. zijn ze nog veel bekenden tegen gekomen, en het bericht over de crash kwam, raakte ik p soort shocktoestand. Grote paniek uiter- Kort daarna ben ik met de kinderen naar naribo gegaan. Nick kon snel worden geï- ficeerd. Hij werd herkend aan een tatoeage, lein ventje had hij een kruis aan de binnen- van zijn onderarm laten aanbrengen. 'Weet il wat een vreselijke straf mijn vader me foor gegeven heeft?' zei hij vaak. Het was wang dat hij juist door dat kruis kon wor- [éidentificeerd. Ik had Nick na de ramp nog ?n zien, maar ik heb er voor gekozen het te bewaren dat ik van hem had toen hij eefde. Daar heb ik later een-vreselijk schuld- il over gekregen. Tijdens de begrafenis heb B erover verwonderd hoeveel leed een mens terdragen. Ik dacht: ik ga dood van verdriet, indere jongens zijn naar Nederland overge- it, maar wij hebben er voor gekozen Nick in ame te begraven. Het is niet alleen zijn ge- £grond, maar ook het land waar hij ooit als ir wilde terugkeren. Het was Nicks droom iet Surinaams elftal de top te halen. was zo enorm gedreven. Bij hem leek een dag geen twaalf naar 24 uur te hebben. Hij had tegen iedereen gezegd dat ze dag en nacht mochten bellen. Dus ging de hele dag de tele- Hij had aan vier uur slaap genoeg. Het gebeurde vaak dat hij irgens om vijf uur al weer aan de telefoon zat met een speler *CH, een bestuurslid, of iemand van de KNVB. Vervolgens it hij onze dochter naar school, ging door naar zijn werk, i even zijn tas met vuile trainingsspullen voor schone inwis- -n weg was-ie weer. Als hij 's avonds laat voldaan thuis was ik ook tevreden. Als hij het naar zijn zin had, was ik ook hield zielsveel van zijn beide kinderen, maar heel veel tijd pj niet voor ze. Ik weet nog goed dat Gloria, onze dochter die |ls; nog maar net geboren was toen hij al op zijn horloge keek 'Als ik opschiet, kan ik de wedstrijd nog halen'. Toen ze eerste verjaardag vierde, had hij een goochelaar geregeld via ib waar hij toen werkte, ik meen dat het EDO was. Die man n spulletjes nog niet uitgeladen of Nick maakte een gebaar tot ik kon opmaken dat hij weer ging. Als we visite hadden en Nicole Stienstra.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 49