iINGEN ""VOORBIJGAAN tEïk e rit een andere Leiden Regio STADSGEZICHT T ERDAG 5 JUNI 1s CHEF WIM WEGMAN, 071-5356414, PLV -CHEF HERMAN JOUSTRA, 071 -5356430 i de Groot werd op 22 maart 1925 horen op de Varkensmarkt 6. Toen hij fee jaar oud was, kocht zijn vader een 0 en huurde een taxistandplaats bij station. Sindsdien staat het leven van j de Groot in het teken van de taxi. Na 1 diploma als automonteur te hebben laald, bouwde hij samen met zijn vader het taxibedrijf uit tot de bekende Leidse onderneming aan de Beestenmarkt. Zelfs nu hij gepensioneerd is, rijdt hij nog dagelijks op de taxi. Puur voor zijn plezier:Iedere rit zit je in een ander wereldje." In deze aflevering van 'De dingen die voorbijgaan' vertelt hij over de beginjaren van het taxibedrijf. Leidenaars blikken terug op hun verleden e eerste wagen van mijn vader was een Spijker, een i van Nederlandse makelij, cent niemand hem meer, t de fabriek ging ongeveer jaar nadat mijn vader zijn eer had gekocht over de Mijn vader was fietsenma- n loondienst bij een repa- werkplaats aan de Steen- ït, waar nu Asian Palace zit. ie tijd waren fietsenmakers e bedrijven, want iedereen reed op de fiets. Maar zo groot als Asian Palace nu is, was hij niet. Het achterste stuk van het restaurant waren toendertijd arbeidershuisjes. Toen mijn va der voldoende geld bij elkaar had gespaard, kocht hij de Spij ker tweedehands. Zijn standplaats bij het station huurde hij van Borgeding, een taxibedrijf aan het Galgewater. Borgeding had van de Neder landse Spoorwegen het alleen- Je Groot: „Het was in die eerste jaren een pure luxe om de taxi te en. Alleen artsen en professoren konden het zich veroorloven." foto mark lamers recht op de taxistandplaatsen gekregen en deed er één in on derhuur aan mijn vader. Daar om had mijn vader nogal een wurgcontract. Pas als de drie taxi's van Borgeding passagiers vervoerden, mocht mijn vader mensen meenemen. Er waren dagen bij dat hij maar een of twee ritten had. Het station zag er toen natuur lijk heel anders uit dan nu. Ster ker nog, het oude station dat veel mensen kennen, stond er nog niet eens. Mijn vaders standplaats was ter hoogte van wat nu het perron is van de trein naar Utrecht. Alleen was het perron toen gelijkvloers en er was een groot hek waardoor je de perrons kon bereiken. Naast het station lag het ge bouw van het Vreemdelingen verkeer, de huidige VW, Het was in deze eerste jaren een pure luxe om de taxi te ne men. Het merendeel van de be volking verplaatste zich per fiets of met paard en wagen. De auto was iets heel nieuws. Al leen artsen en professoren kon den zich veroorloven de taxi te nemen. Artsen bestelden bij voorbeeld een taxi om naar het Diaconessenhuis te rijden, dat toen nog aan de Witte Singel Dan zeiden ze: 'Wacht maar op me'. Binnen verricht ten ze een operatie en twee uur later kwamen ze weer naar bui ten. Verder reed mijn vader profes soren van en naar de universi teit en vervoerde hij hun echt genotes als ze gingen winkelen. Vóór die tijd reden de artsen en professoren in koetsen, de voorlopers van de taxi's, maar de taxi's hebben het werk van de koetsen heel snel overgeno men. De koetsiers richtten zich toen op de studenten, die in koetsen reden bij speciale gele genheden, of alsize met een groep ergens heen gingen. Een andere groep die de taxi nam, met name in latere jaren toen ik ook begon te chauffe ren, waren de beroepsgokkers. Er waren in die tijd geen casi no's in Leiden en omstreken, maar wel privégokhuizen; parti culieren die thuis een gokhuis inrichtten. Er was er eentje op de Breestraat en in Voorscho ten. Net als de artsen verwacht ten de gokkers dat je op hen wachtte tot ze weer buiten kwa men. Het waren gewone men sen, geen gegoede burgers, maar ze namen altijd de taxi. Ze deden dat om zich tegen zich zelf te beschermen, zei er eens een. Als ze verloren hadden met spelen, bleven ze tenminste niet hangen om zich diep in de schulden te steken. Ze konden meteen in de taxi springen en wegwezen. Ik vond het niet leuk om gokkers te vervoeren. Je stond de hele nacht in de kou te wachten en als ze verloren had den, waren het gifwalletjes. Maar als ze gewonnen hadden, was ook jij binnen. Na vijfjaar in de Spijker gere den te hebben, liet mijn vader zijn bedrijf officieel registreren bij de Kamer van Koophandel. In de jaren daarna kocht hij er nog drie Fords bij. Allemaal tweedehands. Er was in die tijd geen taxibedrijf dat zich een nieuwe wagen kon veroorloven. Die tweedehands wagens koch ten ze van artsen en professo ren die van lieverlee steeds meer hun eigen auto's bezaten. Aan het begin vroeg mijn vader 20 cent per rit, maar omdat de artsen en professoren hun ei gen auto's kregen, werd het zaak de gewone bevolking in de taxi te lokken. Eltax, de concur rent, verlaagde daarom de prijs naar 10 cent, hetzelfde bedrag dat je betaalde aan de fietsen stalling. Dus moesten wij mee. Je bestelde een taxi door onze garage te bellen. Van daaruit belde iemand naar een tele foonpaal bij het station. De dichtstbijzijnde chauffeur nam op en dan vroeg die van ons: 'Is er iemand van De Groot daar?' Eltax had verschillende van dat soort telefoonpalen door de stad. Wij alleen bij het station. Ik mocht voor het eerst met mijn vader meerijden, toen ik een jaar of tien was. Ik zat toen nog op school op het Noord einde. Later ging ik naar de am bachtschool op de Haagweg, waar ik metaalbewerking stu deerde en leerde om automon teur te worden. We gingen een dokter wegbrengen naar Den Haag. Op de terugweg mocht ik bij mijn vader op schoot zitten en sturen. Zo heb ik het rijden geleerd. Dat kon, want je kwam in die tijd onderweg maar twee of drie andere auto's tegen. We reden naar Den Haag over de oude Haagweg, wat nu de A44 is. Dat was toen nog een land weg met bomen. In de jaren veertig kwamen er langzaamaan meer taxibedrij ven bij. Uit concurrentieover- wegingen schafte mijn vader drie zwarte Cadillacs aan en be gon begrafenissen en trouwerij en erbij te doen. Daarvóór wer den de doden altijd per koets vervoerd en liep de rouwstoet voor de koets uit. Eer de stoet van het centrum van Leiden bij begraafplaats Rhijnhof aan- Sjaak de Groot, de vader van Jan, omstreeks 1927. Hij poseert in de Spijker, zijn eerste taxi. Links is een klein stukje van het station zichtbaar. Daarnaast staat het gebouw van het Vreemdelingenverkeer, de huidige VW. foto archief jan de groot kwam, was je anderhalf uur verder. Omdat de bevolking toenam en het aantal begrafe nissen ook, duurde dat de be grafenisondernemingen te lang. Ze wilden meer begrafenissen op een dag kunnen doen. De auto was een uitkomst. Tijdens de oorlog werden onze drie Fords gevorderd door de Duitsers. Mijn vader en ik heb ben toen meteen een van onze Cadillacs naar de Zijldijk aan de Kaag gereden, waar we hem in de hooischuur van een boer onder het hooi hebben ver stopt. Daar hebben we hem de hele oorlog verstopt gehouden zodat we na de oorlog in ieder geval één auto over zouden hebben. Het viel uiteindelijk nogal mee. De andere Cadillacs werden niet gevorderd, omdat de Duitsers wisten dat we er be grafenissen mee deden. Mijn vader sloot in die jaren ook een contract met het Aca demisch Ziekenhuis dat wij af en toe hun ambulances be stuurden. Het ziekenhuis had grote behoefte aan chauffeurs, want er waren weinig jongens in Leiden die een auto konden besturen. Er waren sowieso weinig mensen die een auto be sturen konden, maar door de oorlog waren er ook nog eens veel jongens aan het front en juist de jongens met een rijbe wijs werden door de Duitsers in Duitsland aan het werk gezet. Het was een slimme zet van mijn vader, want doordat wij de ambulances bestuurden, waren wij beschermd tegen dwangar beid in Duitsland. De oorlog bracht speciale ritten met zich mee. 's Avonds ver voerden we wel eens joden die overdag ondergedoken zaten. Die ritten deden alleen mijn va der en ik. Dat was ons geheim. We konden het niet te vaak doen, want we namen een groot risico. Zij benaderden ons ook nooit direct, maar degene bij wie ze onderdoken kwam overdag op de fiets naar onze garage met een boodschap. Meestal gingen deze joden bij andere ondergedoken joden op bezoek. Ik weet niet of ze wel eens naar een nieuw onder duikadres gingen. Als dat zo was, hebben ze het ons in ieder geval niet verteld. Ook reden mijn vader en ik naai de Haarlemmermeer om eten te halen voor onszelf en voor kennissen. We haalden aardappels, suikerbieten en groente, die we stiekem Leiden binnen smokkelden, want het was illegaal wat we deden. Eén keer zijn mijn vader en ik aan gehouden. Toen de Duitsers de aardappels op de achterbank en in de koffer vonden, hebben we een week vastgezeten in de cel bij de Grüne Polizei op de Zonneveldstraat. In de hongerwinter heb ik met zes andere jongens ondergedo ken gezeten, want alle jongens werden gedeporteerd om puin te ruimen in de platgebombar deerde Duitse steden. Na de oorlog ben ik opgeroepen voor de politionele acties in Neder- lands-Indië. Toen ik drie jaar later thuiskwam, paste ik niet terug in het bedrijf. Ik moest verwerken wat ik in Indië had gezien. Drie jaar lang heb ik ge werkt in Californië op een boer derij met vijfhonderd koeien. Ik was verantwoordelijk voor de melkmachines en de koeltech niek. Maar op een gegeven moment miste ik toch de autotechniek en ben ik teruggekomen naar het bedrijf van mijn vader. Zelfs nu ik vijfenzeventig ben, rijd ik elke dag op de taxi. Elke rit be leef je iets anders. Vroeger zat je 's avonds in het gokwereldje en overdag vervoerde je iemand naar het ziekenhuis. Tegen woordig heb je de ene rit een Amerikaan in de auto, de ande re een Rus. Elke rit een ander wereld. Het blijft een mooi vak." ESTHER BARFOOT ihmslaan. FOTO JAN SCHEERDER sLeidsch DagbladAllCHIEVEN ANNO 1974 NOORDWIJ KERHOUT - Een aantal leden van de Noordwijkerhoutse jeugdsociëteit 'Spuit Elf' poserend voor de fotograaf. En waar kan je - met zo'n naam in je achterhoofd - dan beter plaatsnemen dan in, of op en naast een echte (met verschillende spuiten ingerichte) brandweerauto. foto archief leidsch dagblad Woensdag 5 juni HAZERSWOUDE - Avanti-meisje Bettine Vriesekoop heeft zich in de interland tafelten niswedstrijd Luxemburg - Nederland voor ka- detten (pupillen en aspiranten) keurig ge weerd. De Hazerswoudse had een groot aan deel in de 6-3 zege voor de vaderlandse forma tie, gezien de drie enkelspelen, die ze voor haar rekening nam. In het persoonlijke klasse ment bezette Bettine de derde plaats. Na deze voortreffelijke prestatie is 't niet uitgesloten dat ze een uitnodiging krijgt om eind juli mee te doen aan de Europese kampioenschappen in het Westduitse Göppingen. Ook Theo Lou- wers is hiervoor niet kansloos, want in Luxem burg werd deze Avanti-junior zesde in een meerkamp; van de spelers uit ons land was hij, gezien de geleverde prestaties, de derde man. N00RDWIJK - Een 22-jarige militair uit de Duitse stad Oberhausen had van zijn vader diens Opel Ascona mogen lenen om tijdends de pinksterdagen vakantie in Noordwijk te vie ren. Hij stalde de wagen op 't parkeerterrein aan de Golfbaan, niet vermoedend dat hij de volgende morgen de auto zonder wielen zou te rugvinden. Deze bleken 's nachts te zijn ge roofd. Bijkans radeloos verscheen hij aan het politiebureau om de diefstal aan te geven. Een daar aanwezige hoofdagent klom in de telefoon en belde de Haarlemse autosloper Treffers. Toen de heer Treffers van het geval hoorde ging hij aan werk. Binnen korte tijd was hij bij het Noordwijkse politiebureau met vier wielen en bevestigde deze onder de auto. Uiteraard re kende de Duitser op een flinke rekening, maar tot zijn stomme verbazing weigerde de heer Treffers elke geldelijke vergoeding. Het politie rapport vermeldt: 'Bravo, Treffers'! ANNO 1899 Maandag 5 Juni WASSENAAR - Het doel van het wandelend publiek was gisteren 'Den Deyl' en meer in het bijzonder 'Den Ouden Deyl'. Het was algemeen bekend, dat 'Den Oude Deyl' van eigenaar was verwisseld en daar men wist, dat het er in den laatsten tijd zeer stil was, wilde men zich over tuigen, of het nu drukker zou zijn dan voor heen. Het viel terstond in het oog, dat alles een ander aanzien had gekregen en dat het er druk ker was dan gewoonlijk. De zaal was zeer goed bezet en in den tuin was een groot aantal be zoekers aanwezig. Het doodsche café was weer levendig geworden. Als dit 'sempre crescendó' gaat, dan zal 'Den Oude Deyl' spoedig zijn vroeger aanzien hebben teruggekregen. Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dage overschrijvingskaart) ter waarde van vijf gulden (voor een exemplaar v. Dagblad, t.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54, 2300 AB leiden of door contante betaling Dagblad aan de Rooseveltslraat 82. U ontvangt de foto binnen drie w n de balie van het Leidsch

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 15