jFI—
Argusogen in Peking
nr
Tien jaar
na het
bloedbad
ZATERDAG 29 MEI
In juni '89 sloeg het
Chinese
Volksbevrijdingsleger
vreedzame
demonstaties neer in het
centrum van Peking. De
eisen: weg met
corruptie, meer
openheid en
democratie. Wat
betekende Tiananmen
(de 'Poort van de
Hemelse Vrede',
waaraan 's werelds
grootste plein ligt - red.)
voor de gewone Chinees
en wat is er
terechtgekomen van de
idealen van de
beweging? Is er wel een
kans voor democratie in
China, nu vooral het
nieuwe nationalisme
wat lijkt op te komen
na het Navo-
bombardement op de
Chinese ambassade in
Belgrado?
Wie wel echte problemen hebben zijn
mensen met meer uitgesproken menin
gen. Zij die er geen genoegen mee ne
men simpelweg hun eigen leven te lei
den. De studenten, de intellectuelen,
die voor, en na het. bloedbad ideeën te
berde brachten voor een beter leven,
niet alleen voor henzelf, maar voor het
hele land.
Maar Peking is er in geslaagd, door
het bloedbad, en door de consequente
onderdrukking van elke vorm van orga
nisatie, hen de wind uit de zeilen te ne
men of verdeeldheid te zaaien. Eigenlijk
hebben ze de Communistische Partij
daar niet voor nodig.
Liu Qing, een dissident die in 1990
naar de VS vluchtte en nu voorzitter is
van de mensenrechtenorganisatie Hu-
man Rights in China: „Een hoop men
sen worden hier misleid door de propa
ganda van de Chinese Communistische
Partij (CCP). Ze denken dat alle wester
se landen er op uit zijn om de Chinese
regering omver te werpen. En dan kom
je uiteindelijk hier, en dan blijkt dat er
niemand heel erg geïnteresseerd is in
Chinese politiek. Als je denkt dat je hier
mensen vindt die je willen helpen om
de CCP omver te werpen kun je dat wel
vergeten."
Geïsoleerd in een vreemde omgeving
proberen gevluchte dissidenten zo goed
en zo kwaad als het kan hun leven weer
op poten te zetten. Yan Jiaqi, voormalig
rechterhand van de in 1989 afgezette
partijleider Zhao Ziyang erkent dat het
met de samenwerking tussen de over
zeese dissidenten niet al te best gesteld
is, maar - zegt hij - „dat is normaal.
Kijk naar de verkiezingen in Hong
kong. Daar nemen ook talloze politieke
groeperingen aan deel. Dat is democra
tie. Het enige waar groepen van de de
mocratische beweging (lees: Chinese
dissidenten in ballingschap) in verenigd
moeten zijn is hun wil een tegenwicht
te vormen tegen de CCP. Uiteindelijk
moeten we er naar streven om directe
verkiezingen te hebben in het vasteland
van China.
Toekomstmuziek? Misschien. Maar
tegelijkertijd vindt er een experiment
plaats in China dat op den duur wellicht
kan leiden tot een transformatie van het
land: 'dorpsdemocratie'. Het experi
ment, dat begon in 1986 houdt in dat
dorpelingen hun eigen dorpschef en de
dorpsraad kiezen. Er zijn meerdere kan
didaten per post, en in maar liefst 70
procent van de gevallen wint de kandi
daat die geen lid is van de Communisti
sche Partij.
Een kandidaat, Wang Xingming, in
1995 geïnterviewd tijdens dorpsverkie
zingen in het dorpje Baimiao in Liao-
ning was zo enthousiast, dat hij dacht
dat „universeel kiesrecht niet meer dan
drie jaar op zich zal laten wachten."
Maar vandaag de dag zijn de dorpsver
kiezingen, die door Pekings leiders ge
nadeloos als propaganda worden ge
bruikt, nog steeds niet naar een hoger
niveau getild. Directe verkiezingen van
bijvoorbeeld lokale vertegenwoordigers
van de Volkscongressen is nog steeds
niet mogelijk.
Ontwikkelingen
Loraine Spiess, werkzaam voor het In
ternational Republican Institute dat was
aangezocht om advies te geven bij het
democratie-experiment: „Ze hebben
Plein van de Hemelse Vrede, 6 juni 1989. Tanks bewaken de Chang'an Avenue.
oen de soldaten in de nacht
van 3 en 4 juni 1989 uit de
Grote Hal van het Volk
stormden, stond Xiao Liu ernaast. „Het
was een groene zee. Ze hadden stokken
en geWeren. Ze duwden en sloegen de
studenten. Overal werd geschoten."
Liu, toen activist, wist te ontkomen en
vluchtte na het bloedbad in Peking naar
Amerika waar hij negen jaar woonde en
nu doceert.
Tien jaar later is Liu weer in Peking.
Hij praat met een zwaar y^nerikaans ac
cent en vindt het hier maar vies. „De
auto's zien er uit alsof ze uren door de
woestijn hebben gereden", klaagt hij.
Door zijn kleren is hij onherkenbaar ge
worden. „Is hij een Chinees?" vraagt
een taxichauffeur weifelend. Formeel
nog wel, maar zijn Amerikaanse Groene
Kaart zorgt ervoor dat hij een veilig huis
heeft in de VS.
Liu is een van de tienduizenden Chi
nezen die in 1989, en in het begin van
de jaren negentig naar het westen
vluchtten. Niet dat hij een dissident is.
Hij wilde gewoon in een land wonen
waar hij zijn werk kon doen zonder
overheidscontrole, permanente angst
voor arrestatie, de dodelijke verveling
van politieke studieklassen en de socia
le controle. Voorlopig zit hij best in de
VS.
Jack Ma, geen voormalig activist en
veel jonger dan Liu, heeft een radicaal
andere mening. Jack was student in
Amerika ten tijde van het bloedbad. „Ie
dereen zei dat ik geluk had, dat ik al in
de VS zat. Ik was erdoor geschokt. Het
keerpunt in mijn denken kwam toen ik
door de telefoon sprak met mijn poli
tiek instructeur. Ik vertelde haar dat ik
wel terug wilde. Zé zei: Je bent gek als je
dat doet. Ik heb meteen het eerste vlieg
tuig gepakt." Spijt? „In het begin wel.
Stel je voor: ik woonde in Californië
waar je bij wijze van spreken 's och
tends kon gaan surfen en 's middags
rondrijden met je cabrio in de woestijn.
We hadden onze eigen kamers, en leef
den als koningen." En terug in Peking?
„Ik kon weer terug naar mijn oude
slaapzaal met twaalf mensen op stapel
bedden in een verkrampte, naar zweet
en urine stinkende ruimte. Ik heb letter
lijk gehuild."
Problemen
Jack werd niet alleen gelaten. Als een
van de eerste buitenlandse studenten
die vrijwillig terugkeerden naar China
wilde het propaganda-establishment
hem gebruiken. „Ik moest voor de tv, ik
moest in de krant, ze hadden zelfs een
lezingencyclus voor me georganiseerd
waarin ik moest spreken. Ik heb dat al
lemaal geweigerd met als argument dat
ik te onvolwassen was. Dat betekende
ruzie, maar ik heb volgehouden."
Jack kon niet op de universiteit blij
ven, en na een reeks baantjes bij bui
tenlandse bedrijven heeft hij nu zijn ei
gen consultancybureau. Waarom Jack
terugkwam? „Het is toch je eigen land.
Als je het niet meemaakt heb je zoveel
in te halen. Waarom Liu wegblijft? „Er
valt hier niets te doen zonder de meest
complexe problemen."
Liu en Jack, ze willen gewoon hun le
ven leiden. Maar veel ideeën over hoe
ze de politiek kunnen beïnvloeden heb
ben ze niet, daarom hadden ze waar
schijnlijk ook nooit echte problemen.
niet echt een blauwdruk. Ze steken de
rivier over terwijl ze van steen naar
steen stappen. Met andere woorden: ze
doen het per dag en houden daarbij de
realiteit in het oog. Maar er is zeker een
gevoel van 'We hebben er haast mee'.
Sidney Jones, directeur Azië van de
Amerikaanse mensenrechtenorganisa
tie Human Rights Watch is sceptisch:
„Het is heel makkelijk om veel vertrou
wen te schenken aan die lokale verkie
zingen. Maar ik denk zeker dat het een
positieve ontwikkeling is. Ik geloof niet
dat ze China in één nacht zullen veran
deren, maar de ideeën die op dit mo
ment gezaaid worden zullen dat uitein
delijk wel doen."
Met argusogen kijkt Peking tegelijker
tijd naar een democratisch experiment
dat al veel verder is: Taiwan, de eiland-
staat die Peking (en het grootste deel
van de diplomatieke wereld) ziet als
'een onafscheidelijk deel van China'.
Daar knokken volwassen politieke par
tijen om de macht, hoewel die nog ge
domineerd wordt door de Nationalisti
sche Partij, de Kuomintang, die in 1949
door de CCP naar het eiland was ver
dreven.
Maar toen in 1996 presidentsverkie
zingen dreigden uit te draaien op een
overwinning voor de Democratische
Progressieve Partij (die voor onafhanke
lijkheid is) liet Peking zijn spierballen
zien en hield intimiderende vlootoefe-
ningen voor de Taiwanese kust.
De kiezers hadden het optreden van
het volksbevrijdingsleger tijdens de
nacht van 3 op 4 juni nog duidelijk voor
ogen, en kozen met een grote meerder
heid voor Lee Teng-hui, die weliswaar
niet geliefd is in Peking vanwege zijn
'golfbaan-diplomatie' waarbij hij stie
kem diplomatieke betrekkingen met
derde landen probeert aan te knopen,
maar die eigenlijk nooit concrete stap
pen heeft ondernomen om Taiwan on
afhankelijk te maken. Voorlopig mag
Taiwan haar democratie behouden,
vindt Peking, zolang de 'separatisten'
maar niet de overhand krijgen.
Veilige haven
China heeft meer invloed op het demo
cratische systeem in Hongkong. Na ein
deloos gekissebis met Londen over de
implementatie van de 'Basic Law' en
een programma van versnelde demo
cratisering voorgesteld door Hongkongs
laatste gouverneur Chris Patted, ont
bond Peking na de overdracht op 1 juli
1997 de gehele wetgevende raad. Het
democratisch gehalte werd drastisch in
geperkt door een ingewikkeld systeem
van getrapte verkiezingen: slechts een
derde van de zestig zetels tellende Wet
gevende Raad was direct verkiesbaar.
Maar onder de Britten was dit eigen
lijk niet veel anders. En anders dan ve
len hadden voorspeld bleef Hongkong
een veilige haven voor dissidenten die
er al woonden. Han Dongfang, de leider
van de onafhankelijke vakbeweging,
ontvluchtte China na zijn gevangenis
straf en vestigde zich in Hongkong waar
hij nu zijn eigen radioprogramma heeft
dat uitzendt naar het vasteland. Hij
wordt nu niet meer toegelaten op het
vasteland van China, maar is niet onte
vreden. „Hongkong is nu deel van Chi
na en het beste deel. Zolang ik hier mijn
werk kan blijven doen, het beïnvloeden
van de arbeiders en het propageren van
vrije arbeidersvakbonden op het vaste
land, blijf ik hier. Ik kan me niet voor
stellen dat ik dit werk zou kunnen doen
als ik in Peking of Shanghai zou zitten."
Hoop vlamde op voor andersdenken
den die actief waren in de grote steden
bij de dood van Deng Xiaoping in febru
ari 1997. Deng, die de eindverantwoor
delijkheid had genomen voor het bloed
bad, werd gezien als het grote obstakel
voor een brede discussie over het on
derwerp en wellicht een proces van
schuld en boete a la Zuid-Afrika.
Maar de omwenteling, en ook de cha
os en de burgeroorlog die zo vele Chi-
nawatchers hadden voorspeld na de
dood van Deng, bleven uit. Jiang Zemin
had als partijsecretaris, staatspresident
en voorzitter van de machtige Centrale
Militaire Commissie zeven jaar de tijd
gehad om zijn positie te consolideren.
Een discussie over Tiananmen zou zijn
eigen positie direct ondermijnen: hij
was aan de macht gekomen dankzij het
bloedbad, omdat hij, destijds als partij
voorzitter van Shanghai, bloedvergieten
had voorkomen.
Maar een jaar later leken er verande
ringen op komst. Westerse tijdschriften
als 'Newsweek' schreven over de nieu
we 'Pekingse Lente'. Bijna vierhonderd
oppositiegroeperingen werden geteld,
evenals een heuse oppositiepartij, de
China Democratie Party. Fang Jue, een
onafhankelijk denker en voormalig re
geringsfunctionaris in de kuststad Fuz-
hou diende twee voorstellen in voor po
litieke hervormingen. „De tijd is aange
broken om een concrete dialoog aan te
gaan met de regering over verandering
van de politieke structuur", aldus de
uitgesproken activist. „Anders is die
'Pekingse Lente' niets meer dan een
boompje in een bloempot."
Peng Ming,.een andere activist en lei
der van de semi-politieke China Deve
lopment Union probeerde te fungeren
als een schakel tussen mensen die „pro^
blemen hebben met de regering. Je hebt
mensen die uit hun huizen worden ge
zet zonder compensatie. Arbeiders die
ontslagen worden. Ze krijgen geen en
kele uitleg en worden door de politie
bedreigd. Wij stellen een organisatie
voor die wil fungeren als een tussenper
soon. Wij hebben goede contacten met
de regering en de politie. Ze kunnen
naar ons komen, en wij kunnen hun af
vaardiging vormen." Peng Ming be
weert dat hij in een aantal zaken oplos
singen heeft kunnen vinden.
Maar net als in 1993, toen er een rela
tieve liberalisering leek te ontstaan,
kwam er eind vorig jaar een keiharde
omwenteling. In 1993 werden de teu
gels gevierd omdat Peking graag de
Olympische Spelen van het magische
jaar 2000 wilde organiseren. Dissiden
ten als Wei Jingsheng en Wang Dan
werden vrijgelaten. Er werden liberale
boeken gepubliceerd als Lishi de Cha-
oliu (Historische Tendensen) waarin de
linkervleugel van de CCP op de hak
werd genomen.
Maar toen de Olympische Spelen niet
doorgingen (Peking verloor met één
stem verschil van Sydney) was het feest
voorbij. Vrijwel iedereen die anders
dacht verdween in het gevang.
Herinneringen
Eind 1998: zelfde verhaal. Peng Ming en
Fang Jue, de leiders van de China De
mocratie Union en andere uitgesproken
dissidenten zitten achter de tralies. De
reden? 1999, het jaar van herinneringen.
4 mei: de tachtigste verjaardag van Chi
na's eerste studentenprotesten. 1 okto
ber: de vijftigste verjaardag van de
Volksrepubliek. 8 maart: de veertigste
verjaardag van de 'vreedzame bevrij
ding' (of 'gewelddadige bezetting', af
hankelijk van uw politieke keuze) van
Tibet. En 4 juni: de tiende verjaardag
van het bloedbad. Geen jaar voor poli
tieke experimenten.
Toch blijven waarnemers optimis
tisch. Liu Qing, voorzitter van Human
Studentenprotest in de woelige dagen v
'89. Een bijeenkomst op de campus van de
universiteit van Peking. JAN VAN DER MADE
Rights in China: „Ondanks al die onder
drukking is de democratische beweging
niet beperkt tot Peking alleen. In iedere
grote stad is er een groep mensen naar
voren gétreden die zich sterk maakt
voor democratie. Ze zijn niet bang om
naar de gevangenis te gaan. Niet bang
om pijn te lijden. Van tijd tot tijd wor
den ze onderdrukt. Maar na een tijdje
worden ze weer vrijgelaten."
Sidney Jones van Human Rights
Watch: „Ik denk niet dat je kan zeggen
dat de algehele controle sterker is ge
worden. Maar het is lang niet zeker of er
een verbetering is in het vermogen van
mensen om de CCP frontaal uit te da
gen. Zeker is dat mensen in privéom-
standigheden over politiek kunnen pra
ten en in sommige gevallen boeken
kunnen publiceren die over gevoelige
zaken als politieke hervormingen gaan.
In dat opzicht is er een verbetering op
getreden in de afgelopen tien jaar. Maar
als je formeel iets gaat organiseren wat
gezien wordt als een directe bedreiging
voor de CCP is er geen verandering in
het officiële antwoord: Onmogelijk."
Maar tegen ieders verwachting de
monstreerden er plotseling honderd
duizenden mensen in China, minder
dan een maand voor de tiende verjaar
dag van het bloedbad. Ze werden toege
laten door de regering. De reden: de
Navo had de Chinese ambassade in Bel
grado gebombardeerd. Volkswoede die
half spontaan, half georganiseerd leek,
werd gericht op de Amerikaanse am
bassade. 'Weg met Amerikaans Imperi
alisme' was de leus. Studenten zworen
geen Amerikaanse studiebeurzen meer
te nemen en de Amerikaanse ambassa
de zag er na een drie dagen durend
bombardement van eieren, verfzakjes,
stoeptegels, en molotovcocktails uit als
een surrealistisch schilderij.
Het bombardement kwam als een
godsgeschenk voor de Chinese regering.
Drie journalisten die omkwamen wer
den tot martelaar verklaard, en de Chi
nese media openden de aanval op de
dissidenten die in hun visie aan de kant
van de Amerikanen stonden.
De demonstraties hielden even ab
rupt op als ze begonnen waren. „Het is
een prachtige uitlaatklep geweest, en de
autoriteiten hebben aan het buitenland
kunnen laten zien dat ze niet bang zijn
om demonstraties toe te laten", aldus
een waarnemer in Peking. „Tegelijker
tijd hebben ze een argument in welke
discussie dan ook met het westen: jullie
willen mensenrechten, maar kijk eens
wat je doet met onze ambassade."
Voor de dissidenten die na 4 juni
1989 uit China vluchtten is het bombar
dement een ramp: velen wonen nu in
het land dat door Peking als een zwarte
duivel wordt gezien, en het Volksdag
blad, het officiële orgaan van de CPC
nam de gelegenheid al waar om ze tot
'landverraders' te bestempelen.
„We zullen ons even koest moeten
houden" vertelt een dissident die in de
VS woont. „Als de anti-Amerikastem-
ming weg is kunnen we onze acties
voortzetten. Maar de propaganda zo in
vloedrijk, met name onder de jonge stu
denten. dat we het risico lopen om bin
nen China door een woedende menigte
in elkaar te worden geslagen als we voor
democratie gaan pleiten."
1999