De vele
verrassingen
van Iran
ZATERDAG 29 MEI 1999
Land vol dramatiekdie niet in een reisgids past
reisde met vrouw en kind en bevriend stel - eveneens met kind
psychologisch verder weg ligt dan Australië'Hij schreef een
Justus van Oei, theatermaker en columnist van deze krant,
- drie weken door Iran. Niet bepaald een land waar toeristen
massaal naar toe Wekken. Van Oei cum suis werden gedreven
door 'een romantische nieuwgierigheid naar een land dat
Nazia, aha!'. Gezessen proppen wij ons
in een taxi - een Paykan uiteraard - en
laten ons voor een vermoedelijke habbe-
krats naar het dorpscentrum rijden. Tij
dens de rit komt het rudimentaire ge
sprek op Nederland, en dus op voetbal,
en dus op Johan Cruijff. Zo is dat nu
eenmaal, ook in Iran. We krijgen het
taxiritje cadeau, met dank aan de maes
tro uit Betondorp.
'Welkom in Ramsar!', ooit het speeltje-
-aan-zee van de Sjah. In die zee is al ja
ren niet gezwommen, zo lijkt het. De
stellages in het water waarmee de doe
ken voor het gescheiden mannen- en
vrouwen-strand kunnen worden opge
hangen zijn in totaal verval, het speel-
tuintje is kapot geroest, de waterfietsen
zijn in jaren niet onderhouden. Maar het
is achter onze rug dat de islamitische re
volutie haar overtuigendste monument
heeft nagelaten. Lopend door een ver
wilderde tuin stuiten we eerst op* een
zwembad van Florida-achtige allure, de
duikplank veert nog, boven een halve
hectare grasgroen water. Daarachter het
skelet van het Grote Casino, ontdaan van
alles wat de lokale bevolking bruikbaar
leek en nooit meer ergens voor gebruikt,
uitsluitend nuttig als van kilometers af
stand zichtbaar graf van ijdele dromen.
Op de prachtige boulevard, landinwaarts
Duizenden graven met foto's achter plexi
glas, je vindt ze door het hele land.
naar het - uiteraard voormalige - Grand
Hotel, wisselen cypressen en hoge pal
men elkaar om en om af. In het midden,
tussen de twee stroken, is van alle lanj
taarnpalen de uitpuilende bedrading
met plakband en kroonsteentjes gerepa
reerd. Maar alle lampenkappen zijn ver
nield. Daar waar nog een losse gloeilamp
zat, in die ene laatste lantaarnpaal voor
de kiosk, is die lamp vernield. Gisteren,
zo te zien.
Enorm verdriet
„Er is geen hoop meer, misschien voor
onze kinderen. Voor ons niet meer", zegt
de chirurg in vlekkeloos Frans. Hij is een
man van de vijftig, opgeleid in Quebec,
werkt in het ziekenhuis van Mashad en
heeft net naar mijn verstuikte enkel ge
keken. Zijn kinderen, voor wie wel hoop
is, zitten in het buitenland. Zij durven er
niet meer in, hij kan Iran niet uit. Acht
jaar heeft hij dienst gedaan aan het front
met Irak - hij is een zachtmoedige man
met een enorm verdriet in zijn ogen. Hij
steekt pas van wal als hij merkt dat ik
Frans spreek, die taal is veilig, binnen de
muren van het ziekenhuis, zegt hij. Zijn
verhaal over zijn bevindingen. 'Wandelen, rondkijken en
wachten op wat er gebeurt. Dat is wat je in Iran doet. De
verrassingen komen vanzelf.
De burgemeester van Tehe
ran, hervormingsgezind,
moet na een politiek geïn
spireerde aanklacht wegens fraude twee
jaar de gevangenis in. Een Iraanse gene
raal, held uit de Irak-oorlog, wordt op
straat in Teheran doodgeschoten. De
progressieve president Khatami, voor
het eerst op wereldtournee namens de
Islamitische Republiek, weigert in Frank
rijk met Chirac te dineren omdat er wijn
op tafel zal komen. Dat las u in.uw krant
over Iran, precies in de periode dat wij -
twee stellen, en twee kleine kinderen -
in dat land op rondreis waren, per taxi,
autobus, en te voet achter de twee bug
gies aan. Een cultuurvakantie, geïnspi
reerd door de Iraanse politieke ontspan
ning en de eerste tekenen van nieuw
Iraans wereldburgerschap, waarover het
afgelopen jaar in tijdschriften en kranten
opeens zoveel geschreven werd.
Maar o'okT dat natuurlijk ook, uit ro
mantische nieuwsgierigheid naar een
land dat psychologisch verder weg ligt
dan Australië, een land dat ik al twee
keer van 10.000 meter hoogte had be
wonderd, onderweg naar elders. Iran,
met zijn hoge bergruggen met zomerse
sneeuw, zijn kale stoppelige vlaktes en
dan - opeens - frisse vlekken groen die
de rivier volgen, en dat andere, onver
wachte groen van oases aan het eind van
een lang ondergronds irrigatiekanaal,
dat je uit het vliegtuig herkent als een
rechte lijn van molshoopjes, opgewor
pen door in de loop van eeuwen uitge
graven grond.
Er komen is niet ingewikkeld: een
nieuw paspoort aanvragen zodat nie
mand weet dat u ooit in Israël geweest
bent, en afwachten of het individuele vi
sum inderdaad wordt verstrekt. Wij kre
gen dat, en gingen. Kinderen mee, een
kaart van Iran en de Lonely Planet Iran-
-gids op zak, kriebelend van verwach
ting en met lichte zenuwen over onze
sprong in het culturele duister.
De landing naar Teheran is ingezet. In
het vliegtuigen giechelen zich verkleden
de Iraanse vrouwen om de conservatieve
kleding van onze dames, die gekozen
hebben voor lichaamsverhullende zak-'
ken en zwarte kousen die daarin naad
loos opstijgen. Zelf gooien zij, Iraanse
vrouwen van de wereld, een los laken
over hun vlotte pakje. Hoofddoek erbij,
en klaar. En eenmaal thuis zijn ze met
één handgebaar weer goedgeklede vrou-
De eerste wandeling in Teheran. 'Arab,
arab', fluisteren achter onze rug de
Iraanse vrouwen, die de hoofdbedekking
van mijn vrouw herkennen als Marok
kaans. Inderdaad, die tweedelige elasti
sche hoofdkous heeft zij al voor vertrek
gekocht in Amsterdam-West, om de
Iraanse douane door te kunnen. Lopen
wij voor gek? Nee, zo blijkt al snel. Want
- an de vele verrassingen die Iran biedt, in Kashan.
'Iraanse lente' of niet, de zwarte chador
tot op de schoenen domineert in het he
le land het straatbeeld. En hoe leuk je je
ook ónder dat laken kan kleden, het ding
dreigt voortdurend naar achteren te glij
den, en elke activiteit met de handen -
zoals buggies duwen of tassen dragen,
dwingt tot het tussen de tanden klem
men van de losse doek. Na enige dagen
constateren wij dat de zwarte hobbezak,
hoewel niet flatteus, het enige werkbare
alternatief is. Tent aan, kousen en on
dergoed, zo eenvoudig zal het aankleden
de komende drie weken lang voor onze
vrouwen zijn. En het scheelt en passant
een hoop bagage.
De muur aan de overkant van Taleg-
hani-straat, in Teheran, toont portretten
van ayatollah Khomeini en engelstalige
leuzen. The day the United States will
praise ns, will be a day of mourning.
••Daarnaast een schildering van een neer
stortend vliegtuig. Het is de Iraanse air-
~bus met bedevaartgangers, die tijdens de
Golfoorlog per ongeluk door de gealli
eerden is neergeschoten: een daad van
terrorisme, zo beweert de muurschilde
ring. Zou kunnen, denk ik. Ik laat mijn
ogen afdwalen naar de andere fresco's:
dappere frontsoldaten die het opnemen
tegen Irak. Met twee, drie miljoen man -
zeggen ze - zijn ze aan de grens gesneu
veld, en elk jaar worden er - zeggen ze -
nog 30.000 gevonden. Als toerist vind je
ze ook: door het hele land, -duizenden
graven met foto's achter plexiglas.
Fouillering
Er wordt naar mij geroepen. Een licht
blauwe Paykan - het eigen Iraanse auto
merk, kopie van een 25 jaar oud Engels
automodel - is naast mij gestopt. De
man op de rechterstoel maakt zich be
kend als politieagent, toont een pas met
foto, en wil mijn pakje shag controleren
op hasjies. Er begint een overrompelen
de fouillering, door het autoraampje
heen.
'Dit land ligt in puin, er is geen hoop
meer', zegt 's avonds de hotelmanager,
als ik hem heb verteld hoe ik door een
agent bekwaam van 900 dollar ben ont
daan. 'Heeft uw ambassade u niet ge
waarschuwd? We hebben een groot pro
bleem in dit land.' Hij adviseert me om
nooit iets uit handen te geven, en als er
perse iets gecontroleerd moet worden, in
te stappen en mee te gaan naar het bu
reau. Te laat. De eerste twee uur die ik in
Iran heb doorgebracht, zullen mij meer
gekost blijken te hebben dan drie weken
vakantie voor het hele gezin, inclusief
flinke binnenlandse vlucht.
Later, als ik de economie van het land
wat beter door krijg, besef ik dat ik de
agent van driekwart van zijn jaarsalaris
heb voorzien. Ik leer ook andere dingen,
zoals: wissel nooit dollars bij een bank,
dat levert per dollar maar 5000 ryal op.
Op straat, bij bijvoorbeeld juweliers of
hun discrete stromannen, is een dollar
goed voor 8000 ryal. Want dollars zijn
waardevast, en daarnaast onmisbaar als
extraatje voor wie legaal of illegaal naar
het buitenland wil. De overheid heeft
zich met de zwarte markt inmiddels ver
zoend: hoewel een bordje op het vlieg
veld de aankomende toerist nog drei
gend naar de deviezencontrole stuurt, is
er niemand meer die telt hoeveel dollars
u invoert - of later weer uitvoert. Iraniërs
die niet aan dollars kunnen komen - de
meesten - kopen van hun spaargeld
waardevaste juwelen bij de juwelier, of,
als ze ondernemender zijn, bakstenen en
cement. De gemiddelde Iraanse stad is
een eindeloos uitdijende betonjungle,
vol halfvoltooide huizen die steen voor
steen bij elkaar worden gescharreld.
Cruijff
De badplaats Ramsar, aan de overkant
van de schitterende bergen die Teheran
in het Noorden scheiden van de Kaspi
sche zee. Onze kinderen blijken een bus
reis van zes uur aan te kunnen, dat is de
meevaller, maar vooralsnog staan we op
een stoffig kruispunt, zien we geen zee -
en niemand spreekt een woord Engels.
Ritueel herhalen wij de naam van een
appartement dat wij opgezocht hebben
in onze reisgids. 'Nazia Suites'. Na vijf
minuten volgt de doorbraak. 'Soe-ie-tes
Zicht op de grote moskee van Esfahan
Twee onherkenbare Nederlandse vrouwen met hun kinderen in buggies bij de moskee van Esfahan. foto s justus vanoel
geen kebab maar een 'Paper Steak du
Chep', met een auto die geen rokende en
ronkende Paykan is is, maar snel en aë
rodynamisch als een 'Dezert Egel'.
Nog steeds kunnen er dagen voorbij
gaan zonder dat iemand Engels of iets
anders spreekt, en kost het drie volwas
senen (de vierde past op de kinderen)
soms een kwartier om het juiste loket te
vindén. Maar op andere momenten be
vind je je - zonder waarschuwing vooraf
- opeens middenin een grote kring twin
tigjarigen die allemaal tegelijk een iden
tiek Engels gesprek met je wensen te
voeren. En ze afwijzen is hartverscheu
rend, ook al zit je nou net even rustig
drie kilometer buiten de stad, ergens, in
de vergeefse hoop een restaurant aan te
treffen dat geen Kebaberette zou zijn.
Even later stopt er een taxi. De drie stu
denten Engels, dezelfden die ons het res
taurant hadden gewezen, stappen uit en
gaan buiten wachten tot wij ons ver
waardigen het woord tot ze te richten,
Aandoenlijk, dat is het woord, hoe
krenkend ook voor de niet geringe Iraan
se nationale trots. Hun Engelse boek
komt uit Berkeley, California, en bevat
alles wat Amerikaanse studenten ook
mogen lezen, inclusief 'shagging' en
'digging in the dingo' en nog 28 andere
bargoense synoniemen voor neuken.
Het is nog lelijk laat geworden die
avond. Want wat zou u terugzeggen op
What do you think of Islam', of 'What
do you think of Iran'? En wat zou u zeg
gen, op de met ogen vol verwachting ge
stelde vraag 'What is poetry?'. Ik wilde
snel, voor de vuist weg, zomaar een
voorbeeld geven, en zei: 'Life is a prison,
and wine is the window'. Die opmerking
haalde de andere kant van de cultuur
barrière niet, uiteraard, maar inderdaad,
een wijntje in Iran zou er zo af en toe wel
in zijn gegaan om even stoom af te bla
zen in een maatschappij waar verder
niemand dat ooit lijkt te doen. Mogen ze
het niet, of willen ze het niet?
„Democratie is gevaarlijk", zei de be
schaafde militair, tevens theologiestu
dent, terwijl wij over Shiraz uitkeken, zit
tend op een heuvel. „Als je een hongeri
ge man te veel voedsel geeft, dan eet hij
tot hij barst." Dat besef, van die nade
rende explosie, het was hetzelfde wat de
hotelmanager in Teheran bedoelde, het
zelfde wat de chirurg in Mashad zei, en
hetzelfde wat wij - tijdens drie weken
aan de wandel - voelden. Dat het zo niet
kan blijven, maar hoe moet het dan wél?
De post-communistisch kater in de Sov
jet-Unie, het verlies van grond onder de
voeten: in Iran zag ik daarvan de islami
tische variant.
Stof voor drama, stof voor gedichten,
minder geschikt voor in uw reisgids.
Maar, ondertussen moet u niet vergeten
hoe mooi de bergen en het landschap
van Iran kunnen zijn, dat Persepolis
prachtig is, dat Esfahan met voorsprong
de gezelligste en mooiste stad van het
land is, en dat de moskee die Shah Ah
basin datzelfde Esfahan gebouwd heeft
mij de tranen van ontroering in de ogen
deed springen. Ook dat is Iran, maar dat
staat allemaal al in uw reisgids.
JUSTUS VAN 0EL
Vervoer Prima bus- en minibus-systeem,
goedkope taxis, zeer goedkope
binnenlandse vluchten. De reis: Teheran,
Ramsar (Kaspische kust) Babolsar
(Kaspische kust), ((organ, Mashad, vliegen
naar Shiraz, Ahade, Esfahan, Kashan,
'I eheran. Reizen met kinderen: er zijn
luiers, er is koemelk. (,eld: contante
dollars. Reisgids: Lonely Planet, Iran.
Informatie individuele visa: Koning Aap
Reizen, Amsterdam.
zijde wijken. Een winkel gaat voor hem
open, omdat wij melk nodig hebben
voor de kinderen. In de koekjeswinkel
zoekt hij een kilo van Gorgan's beste
zoete waar bij elkaar, en hij brengt ons
vervolgens naar het beste restaurant van
Gorgan. Wij proberen niet teleurgesteld
te kijken als dat alweer een kebab-tent
is. Gelukkig hebben we voor in het hotel
nog een kilo koekjes, en warm water
voor de thee.
De volgende dag maak ik een omme
tje, links rechts links rechts door de nau
we straatjes. Door een gat in een lemen
muur zie ik opeens, twee meter onder
straatniveau, een schitterende sinaasap
pelboomgaard. Hectares groot, midden
in de stad. Ik volg de muur en stuit op
wat vroeger het herenhuis was. Schitte
rend houtwerk in de ramen, Kaspische
balkons en pannendak. De islamitische
revolutie heeft niets beters kunnen be
denken dan de helft van het huis in
brand te steken, en in de instortende rest
een tafeltennistafel neer te zetten. Ik heb
het met Iran even helemaal gehad. Mijn
vrouw was al zover. Zij krijgt langzamer
hand de indruk dat ze niet bestaat. Nie
mand praat met haar. De mannen niet -
uiteraard, maar zelfs de vrouwen vragen
aan mij hoe zij heet. Dat ze een beroep
zou kunnen hebben, of welke mening
over Iran dan ook, het schijnt er geheel
niet toe te doen. Andere dingen wennen
wel: de eeuwige zwarte hobbezak en de
tweedelige Marokkaanse hoofdkous, de
mannen die in de- bus naar een stukje
blote enkel kijken tot ze hun ogen er aan
branden, daar had ze wel op gerekend.
Maar niet bestaan, dat is teveel gevraagd.
s' Avonds maken we maken we op
nieuw een wandeling, achter de buggy
de volkswijk in. Een man vraagt ons een
foto van zijn binnenplaats te maken. En
of we thee willen. Even later zitten wij
gezessen in de huiskamer op een zee van
tapijten wijn te drinken.. Zelfgemaakte,
illegale rode wijn, en de enige alcohol
die wij in het land zouden aantreffen. De
Turkmeense tv staat aan. Voor het eerst
zien wij een niet gesluierde omroepster.
Zonder dat er een woord gewisseld kan
worden 'foto' en 'tea' was de gehele
buitenlandse woordenschat van onze
gastheer voelen wij ons thuis en ver
trouwd.
Verrassingen
Wandelen, rondkijken en wachten op
wat er gebeurt. Dat is wat je in Iran doet.
De verrassingen komen vanzelf. Soms
hoef je niet verder te kijken dan jouw ta
fel in het restaurant, en ontdek je 'Parsi
Cola' en 'Koolack Cola', twee merken
zwartgekleurdc frisdrank waarmee Iran
een discrete liefdesverklaring aflegt aan
'de grote Satan' Amerika. Wan» dat
Khomeini daar wat tactische foutjes
heeft gemaakt hoef je geen enkele Iraniër
nog uit te leggen. En ook Iraanse jonge
ren willen kleding dragen die blijkens
het opschrift 'manufucterud in the USA'
is. Inclusief spelfout. En ze willen eten
bij de fastfoodzaak van 'Max Berger', een
doordenkertje waar ik pas na twee dagen
in een helder moment 'Mac's burger'
van kon maken. Want ook al is het En
gels in Iran in gesprekken vaak een hel
('What about you is my name?'), in het
stedelijk landschap is het een heuse at
tractie. Met 'Weel Come in my bus' op
de bus, en 'My God' op vrachtwagens.
Dat laatste vertelt en passant alles over
de verkeerssituatie in Iran (beloof me dal
u daar nooit, maar dan ook nooit zelf
gaat rondrijden!), maar getuigt vooral
van een oprechte hunkering om er - met
behoud van het eigene - eindelijk weer
bij te horen. Met op iedere straathoek
een internationaal 'Teravel Agency' en
collega, ook chirurg, zit aan dezelfde ta
fel een kijkt demonstratief de andere
kant op. Af en toe komt er iemand bin
nen, met een vraag en een formulier, en
wordt met instructies van twee woorden
en een enkel gebaar de kamer weer uit
gezwaaid.
„De bevolkingsexplosie, dat is het erg
ste geweest. We zijn in dertig jaar ver
dubbeld. Ik heb honderden artsen opge
leid. En wat doen ze? Ze zijn allemaal
taxichauffeur." Of zelfs dat niet eens,
denk ik, want een auto is ook niet voor
iedereen weggelegd. Iran is een arm
land, met speeltuinen waar 17 van de 22
schommels kapot zijn - op een dag ga je
het zelfs tellen - met sanitair dat zelfs in
de duurste hotels druppelt en langzaam
losraakt van de muur. Toch probeer ik,
als dankbare patiënt die met alle egards
en eigenlijk genante voorrang behandeld
is, iets positiefs te zeggen. Over de eeu
wenoude beschaving, die is blijven
voortbestaan, over de vriendelijkheid en
de gastvrijheid ondanks alles. De chirurg
zegt even niets, kijkt weg. Ik zie zijn
droefste ogen als hij mij weer aankijkt.
„Hebt u ze gezien, al die jonge werkloze
mannen, op straat? Als die straks losbre
ken, wie zal ze tegen kunnen houden?"
In stilte wacht ik tot de hoteleigenaar,
die dit doktersbezoek voor mij regelde
maar nu zelf even zelf wat te regelen
heeft in het ziekenhuis, mij weer komt
halen. Achter de chirurg zie ik het uit
zicht over een troosteloze nieuwbouw-
stad. Het leed dat de islamitische revolu
tie in mensen moet hebben aangericht,
en een vergooid leven dat loodzwaar in
de kamer hangt, het prikt als tranen ach
ter mijn ogen. „Ik wens u hoop", zeg ik
als ik wegga.
Opwinding
Gorgan. Een stad in Oost-Iran, in de
hoek met de Kaspische zee. Een man
van in de tachtig herkent ons als buiten
lands, en spreekt ons aan in het Engels,
Frans en Duits. Zijn ogen stralen van op
winding. „Ik was hier in deze stad het
hoofd van het Toeristen-bureau", zegt
hij, en begint zonder zich te laten onder
breken in alle toonaarden zijn blijdschap
uit te spreken over het feit dat we er zijn.
In zijn stad. Als westerse toerist. Of we
die prachtige bergen hebben gezien, in
het noorden? Daar in die bergen had hij
vroeger gejaagd, met rijke bezoekers en
mensen van aanzien. „Tot de jaren zes
tig hadden we hier de Kaspische tijger",
vertelt hij stralend, „en we hadden pan
ters en gazelles en luxe hotels en nu
bouwen we dat weer op vanwege me
neer Khatami, de nieuwe minister-presi
dent, meneer Khatami zegt dat het goed
is betrekkingen met het westen te heb
ben." Hij zal een uur lang niet van onze