Kunst
Erote rol
eiden in
Japanfeest
Scorpions ondergaan drastische renovatie
Mitsuko Saruwatari groot talent
'Hoe staat het met je koekoeroe?'
Schone
Schijn
Programma als visitekaartje
iTERDAG 29 MEI 1999
N RIJSDAM, 071-5356444. PLV. CHEF ANNET VAN AARSEN 071-5356443
'iering 400jaar band Nederland-Japan
Duitse hardrockers klinken p is op hun oude dag
e Hortus Botanicus stuurt volgend jaar stekjes van
anten en bomen die de Duitse arts Philip von Siebold
irige eeuw naar Leiden haalde terug naar Japan. Daar
het eilandje Decima, waar 400 jaar geleden het schip
e Liefde strandde en zo de eerste contacten tussen Eu-
ipa en het land van de rijzende zon ontstonden, plan-
n kroonprins Willem Alexander en de Japanse troon-
ivolger de 'baby's van Von Siebold' in een nieuwe tuin.
het Rijksmuseum voor Volkenkunde krijgt honderd
jzondere kunstvoorwerpen te leen van de Japanse
erheid, die eigenlijk nooit het land uitmogen.
OEN ANNET VAN AARSEN
itje
ots kondigden de culturele
sen gisteren hun plannen
n voor de viering van vier-
nderd jaar relaties tussen Ja
il en Nederland. De bijeen-
mst in de Hortus betekende
startschot voor een 'wer-
igsactie' onder alle Leide-
ars. Wie ook maar iets denkt
kunnen bijdragen aan de po-
ig om van Leiden het cen-
ïm van de Japanvieringen in
iderland te
iken, mag
aanmel-
Tussen
ftien juni en
oktober
l jaar
Leiden
Japans
krijgen,
mag.
tn papiervou-
in in het
lurthuis tot
eke tentoon-
ell/ngen in de musea", ver
aarde wethouder A. Pechtold
n cultuur.
De eerste belangstellenden
eldden zich direct aan met
nbiedingen om Japanse toe
ten rond te leiden, eens lek-
Japans te gaan koken of een
roductie in het Zenboedhis-
te geven. De gemeente heeft
niddels werkgroepen ge-
rmd om alle activiteiten op
lied van sport, spel, beelden
kunsten, gastronomie, we
ischap, film en podiumkun-
n te inventariseren en te
oomlijnen.
Tot nu toe het meest in het
lopen de grote projecten,
turaiis krijgt al dit jaar een
ite tentoonstelling met Ja-
ïse dieren en planten. En de
rtus hoopt goede sier te ma-
door nazaten van de plan
van Von Siebold terug te
torgen. Anderhalf jaar zijn de
Hortus stuurt
stekjes van
bomen en planten
terug naar Japan
idrijl
ïctiesf-
nk je
stekjes inmiddels vertroeteld en
het schijnt dat ze er goed bij
staan.
Directeur S. Engelsman van
Volkenkunde kondigde aan dat
tijdens het hoogtepunt van de
Japanfestiviteiten in Leiden het
Von Sieboldhuis geopend zal
zijn. Het pand aan het Rapen
burg, waar vorige eeuw de
Duitse arts vertoefde en waar
tot voor kort het kantongerecht
was gevestigd, is dan overigens
nog niet klaar. De verbouwing
(investe
ringskosten
een klein tien
miljoen gul
den) zal wor
den stilge
legd. In het
grachten
pand wordt
een deel van
de collectie
Von Siebold
tentoonge
steld; boven
dien wordt
het een belangrijk centrum
voor Japans-Nederlandse be
trekkingen.
Bijzonder trots is de directeur
van Volkenkunde op de bijzon
dere tentoonstelling die hij vol
gend jaar in huis krijgt en die
voorlopig de werktitel 'Holland
meets Japan' heeft meegekre
gen. „Honderd bijzondere
hoogtepunten uit de Japanse
kunst en kunstnijverheid. Ze
stammen allemaal uit pakweg
1600 tot 1650, de Homoyama-
periode. Voor de Japanse kunst
was dat net als hier de gouden
eeuw", aldus Engelsman. „We
laten bijvoorbeeld kamerscher
men zien en schilderingen. De
politiek van de Japanse over
heid is om hooguit-een klein
deel van dit erfgoed maximaal
een keer per jaar uit te lenen
aan het buitenland. Ik ben er
echt verschrikkelijk trots op dat
we dat hier in Leiden krijgen."
AMSTERDAM HAN NEUENHUIS
Zijn toon is opgewonden. Met
veel geestdrift probeert Rudolf
Schenker de buitenwereld te
overtuigen van de noodzaak
van de opfrisbeurt die de sound
van zijn band Scorpions heeft
ondergaan. In hardrockkringen
is namelijk niet overal even en
thousiast gereageerd op het
nieuwe, verrassend moderne
geluid van de Duitse band.
„Jammer", vindt gitarist en
Scorpions-oprichter Schenker,
„maar dit moesten we doen om
geen kopie van onszelf te wor
den."
De Scorpions-leden zijn hun
wilde haren letterlijk en figuur
lijk kwijt. Met uitzondering van
bassist Ralph Rieckermann
hebben Schenker, gitarist Mat
thias Jabs, zanger Klaus Meine
en de nieuwe, Amerikaanse
drummer James Kottak hun
ooit weelderige haardossen
flink gekortwiekt. Schenker
heeft er zelfs een hoogblond
kleurtje aan toegevoegd. De
eind-veertigers ogen weer rela
tief jong en van deze tijd. Net
als hun muziek ineens weer fris
en opvallend modern klinkt. Al
thans, zeker voor een band die
tot voor kort tot de meest tradi
tionele in de hardrockwereld
behoorde.
'Eye to eye' heet het nieuwe
Scorpions-album dat al vanaf
de allereerste tonen aangeeft
dat de band een nieuwe koers
vaart. Openingstrack 'Myste
rious' begint namelijk met een
heuse elektronische beat. Iets
wat vaker terugkeert op de cd.
De gitaren klinken daarbij heel
droog en de songs over het ge
heel genomen beduidend pop-
piër. Kortom, de bombastische
hardrocksound is verleden tijd.
„We wilden geen ouwe lul-
len-groep zijn, maar een band
van deze tijd", reageert Rudolf
Schenker op de vraag wat er
toch met Scorpions gebeurd is.
„Eigenlijk zitten we al een tijdje
te broeden op iets nieuws. Na
De Scorpions zijn hun wilde haren kwijt.
het grote succes van het album
'Crazy world' (1991), hadden
we al het gevoel dat we ooit
eens wat anders moesten gaan
doen. Het oude geluid was toe
aan een drastische renovatie en
nu is het er eindelijk van geko
men. In essentie moesten we
natuurlijk Scorpions blijven,
maar we hebben als het ware
het dak open gezet en meer
lucht, ruimte en moderne in
vloeden naar binnen gelaten.
Daardoor klinkt de muziek ope
ner en frisser."
„Als je de carrière van Scorpi
ons bekijkt is deze stap hele
maal niet zo vreemd als 'ie mis
schien lijkt", vervolgt de gitarist
z'n vurige betoog. „In de zeven
tiger jaren waren we een expe
rimentele rockband. In de jaren
tachtig hebben we een wat ons
betreft perfecte hardrockstijl
gevonden en daar hebben we
uitgehaald wat er in zat. Met al
bums als 'Love at first sting' en
'Crazy world' als hoogtepunten.
En nu was het opnieuw tijd
voor iets anders. Het had ook
weinig zin meer om nog door te
borduren op de oude stijl. Het
risico was groot dat we in her
haling zouden vallen. We had
den een nieuwe creatieve uitda-
ging nodig."
Schenker geeft toe dat ook te
ruglopende verkoopcijfers hem
en z'n collega's aan het denken
hebben gezet. Sinds het wereld
wijde succes in 1991 van de bal
lad 'Wind of change', heeft
Scorpions namelijk geen grote
hit meer gescoord. Maar het is
toch ook weer niet zo dat de gi
tarist en z'n companen heel
dringend zitten te wachten op
zo'n succes.
Schenker: „Natuurlijk, als je
geen hits hebt, ben je minder
succesvol. Wij hebben de laat
ste jaren nog wel wat beschei
den hits gescoord in verschil
lende Europese landen en voor
al in Azië, maar nooit meer zo'n
grote. Als dat wel zo was ge
weest, was de behoefte om iets
anders te doen wellicht minder
groot geweest. Maar aan de an
dere kant hoeven we niet meer
zo nodig te scoren met singles.
Tegenwoordig is muziek wat
dat betreft net fastfood. Men
sen zijn geïnteresseerd in die
ene hit, maar nauwelijks in het
bijbehorende album of in de
band op zich. Ze zijn je ook snel
weer vergeten. Wij hebben door
de jaren heen wereldwijd een
hele trouwe en grote 'fanbase'
opgebouwd. Dat is ons dier
baarder dan die ene grote hit."
Poëtische
verwarring
van cabaretier
Kees Torn
RECENSIE WUNAND ZEILSTRA
'Plek zat', catyaretprogramma van en
door Kees Torn. Gezien: 28/5,
schouwburg Leiden.
De leukste opmerkingen
maakt Kees Torn terloops.
Op die manier dwingt hij je
om goed te luisteren, want je
wilt gewoon niets missen.
Het zijn beslist geen diepzin
nigheden die hij op zulke
momenten ten beste geeft.
Waar het om gaat, zijn sub-
tiel-grappige beschouwingen
vol verbazing over zaken als
het zegelboekjc van de Shell
tot en met de gedragingen
van een mug. Een belangrijke
rol in dit programma 'Plek
zat' is weggelegd voor uiteen
zettingen over zijn geliefde,
waardoor de zo kenmerken
de poëtische verwarring van
Kees Torn ditmaal nog eens
extra sterk opvalt.
Per abuis - maar ach, wat
heet per abuis - horen we te
gen de pauze, hoe hij het via
zijn GSMetje uitmaakt met
zijn vriendin. En enigszins
verslagen sluit hij het gesprek
Eif met 'Dag, mevrouw'.
Mooier kun je onbeholpen
heid toch niet tot uitdrukking
brengen?!
Natuurlijk zijn er weer zijn
trage timing, die wonderlijk
genoeg geen moment ver
veelt, zijn gave pianospel,
waarvan hij altijd te weinig
laat horen, en het toonbeeld
van eenvoud in de prachtige
liedjes waaronder het met de
Annie M.G. Schmidtprijs be
kroonde liedje over zijn over
leden vader. Eens te meer
blijkt dat het eigenzinnig ta
lent van deze morsige caba
retier met zijn eeuwige sigaar
buiten kijf staat.
RECENSIE LI DY VAN DER SPEK
Pianorecital door Mitsuko Saruwatari Ge
hoord 28/5. Kapelzaal K&O, Oude Vest,
Leiden.
'Met intense gedrevenheid en
enorme kracht', zo is het piano
spel van Mitsuko Saruwatari bij
benadering te omschrijven. Bij
Chopin en Rachmaninoff werkt
dat louter positief. Hartstocht
en bewogenheid kenmerkt de
uitvoering van Chopins Sonate
nr. 2 in bes. Heftig klinken de
kleine accentverschuivingen in
het scherzo, als een spranke
lende fontein spettert de finale.
In de eeuwig mooie Marche fu-
nèbre weet Saruwatari zich in
te tomen. In alle rust vallen de
trieste akkoorden, gevolgd door
een vederlicht gespeelde me
lancholieke melodie. Ook in de
drie Preluden van Rachmanin
off pakt zij verrassend uit. In de
Prelude in G wordt een soepele
lijn getrokken van de diskant
naar de bas waarin de door
gaande beweging van de linker
hand een trouwe constante
blijft. Sterke Chopin-achtige
akkoorden (waar Mitsuko zo
goed in is) lopen uit op één
subtiel geraakt nootje (2e Prelu
de in g). En een letterlijk en fi
guurlijk 'schokkende' ervaring
levert de Prelude in Bes op.
In Schuberts Impromtu nr.3
valt het langzaam gekozen tem
po van de middendelen op, en
de relatief kleine ruimten die ze
schept voor rubato's. Ook in
'Rain Tree' van de twintigste
eeuwse Takemitsu ziet Saruwa
tari kans om tussen zilveren re
gendroppen en lentebuitjes in
een knallende bliksemschicht
de Japanse boom te splijten.
Haar wezen is zo gefocust op
dadendrang dat je aan het graf
van Couperins luitenanten en
andere hooggeplaatste heren
(Ravel) wel degelijk gebiolo
geerd wordt, maar helaas niet
geraakt. Niet in het buigzame,
elegante Menuet en zelfs niet in
die wonderschone 'forlane' Dit
laatste deel gaat wel lichtvoetig,
maar marsachtig, scherp ge
punteerd aan je voorbij. Aan
haar hoog opgeheven polsen is
de concentratie op 'slagvaar
digheid' af te lezen waardoor
wellicht bewogenheid zo hier
en daar achterwege blijft. Sluit
niet uit dat we hier te maken
hebben met een groot talent
dat nog alle kanten op kan.
Leidse kunstschilder Willem Breddels geeft cursus in Dordogne
had ook Youp van 't Hek op
cover kunnen zetten. Of ge-
on voor een erotische invals-
echrjek kunnen kiezen. Ook dan
succes verzekerd. Maar
rt van Mossel, nu een half
directeur van de Leidse
louwburg, doet liever moei
en ui als het gemakkelijk kan. Het
;ramma voor het seizoen
1-2000 is zijn eerste visite-
irtje, hij heeft er heel erg zijn
op gedaan en hij is er de
'°4n niet naar om met ordinai-
nethoden de aandacht op
hzelf en zijn theater te vesti-
dus siert een raadselachtige
de omslag, zeg maar een
kplaatje. Dat roept vragen
dat dwingt het publiek zich
oo< erdiepen in de inhoud. Kom
hand irnog maar eens om anno
*9 waarin alles draait om de
pakking en diepgang louter
de scheepvaart blijft voor-
louden.
Mossel wil best een beetje
sen en het onderschrift bij
foto bedenken maar hij be-
irukt dat zijn interpretatie
t zaligmakend is. Voor hem
beeldt de foto dat speciale
lent, vlak voor de voorstel-
Voor hem is dat moment
bijkans heilig. Zou het wegval
len, dan moet de Schouwburg
op zoek naar een andere direc
teur. Het is het moment waarop
in de zaal en op het podium
ogenschijnlijke rust en onder
huidse spanning samengaan.
Enkele tafereeltjes zijn wél voor
maar één uitleg vatbaar. Het
stelletje dat met kind en kaars
licht zit te tafelen in de baignoi
re is simpelweg een verwijzing
naar de mogelijkheid om rond
om de voorstellingen te eten in
het schóuwburgrestaurant De
Bonbonniere. En de ballerina's
een verdieping hoger hebben
uiteraard betrekking op het on
derdeel 'dans' en nergens an
ders op. Dat geldt ook voor de
vrouw met de stofzuiger. Die
zuigt stof, niet meer en niet
minder. Want dat moet ook ge
beuren alvorens Van Mossel
Zijn 'moment' kan beleven.
Weinig twijfel is er ook mogelijk
over die Zorro-achtige figuur
rechtsboven met een pen in
zijn hand, een voorbindtoneel-
kijker als masker en zijn solda-
tenkistjes op de railing, dat zal
de recensent wel zijn. Het pin
nige type met grote bril, links
achterin de zaal, is vermoede
lijk ook een recensente, maar
dan van de deftige soort. Mooi
dat ze de verkeerde kant op
kijkt. Die schrijft haar stukjes
dus zonder te kijken. Nee, het
journaille komt er niet best van
af. Van Mossel stelt onze werk
omstandigheden trouwens veel
mooier voor dan ze zijn. Daar is
hij natuurlijk theaterman voor,
hij leeft van de illusie, geeft hij
zelf toe. Feit is dat recensenten
veel beroerdere plekken krijgen
toebedeeld dan die hork op de
verdieping. En als onze Wij
nand Zeilstra er echt zo bij zou
zitten, dan zou die meneer die
op de foto voor koning speelt,
ons met blocnote en al in de
Oude Vest kieperen, nietwaar
meneer L' Ecluse?
Er staan ook wat bekende kop
pen op. „Figuranten van ver en
dichtbij", noemt de directeur
ze. In de dirigent herkennen wij
zonder twijfel Arnold van der
Ree, cultuurambtenaar. „Hij is
niet gekozen om persoonlijke
redenen, hij geeft hiermee geen
statement af, hij is gewoon ui
termate geschikt omdat hij zo'n
artistieke kop heeft." En wij
maar denken dat Van der Ree
met zijn Haitink-pose uiting
geeft aan een diepgewortelde
wens weer eens de touwtjes in
handen te krijgen op de afde
ling cultuur.
En dan dat hoofd op het rode
kleedje? Dat is toch heus Wim
Hoppezak en niet Marinus van
der Lubbe. Had daar ook het
hoofd van heel iemand anders
kunnen liggen? Van de wethou
der cultuur bijvoorbeeld? Is het
dat van Hoppezak geworden,
alleen maar omdat hij in de
buurt was toen de fotograaf zijn
plaatje wilde schieten? Of laat
de schouwburgdirecteur de
cultuurwethouder bewust geen
enkele rol spelen in zijn thea
ter?
WIM KOEVOET
LEIDEN «CEES VAN HOORE
De vakantietijd nadert. Velen
liggen in gedachten al aan de
rand van het zwembad, waar
het carillon van cocktails vro-
lijkjes tingelt en gebruinde lij
ven zich door blauw water
wringen. Maar niet iedereen is
uit op dit dolce for niente. Som
migen willen toch iets om hem
den hebben. De cursisten van
de Leidse kunstschilder Willem
Breddels bijvoorbeeld. Breddels
geeft in augustus en september
twee tiendaagse cursussen olie
verfschilderen in een prachtig
landhuis in de Dordogne. Aan
de rand van een glooiend dal,
onder een eeuwenoude linden-
boom, wordt er overdag serieus
geschilderd en 's avonds onder
het genot van een glas wijn ge
praat en geluisterd naar de vo
gels en de krekels. Schilderen in
een klein paradijs. Paul Gau
guin zou er zo zijn graf voor uit
komen.
Kunstschilder Breddels heeft
in de Hollandse hitte de hoed
diep over de ogen getrokken.
De felle zon schijnt onbarmhar
tig op het grasperk voor zijn
deur in Leiden Zuid-West. In
zijn huiskamer-atelier, temid
den van de vele schilderijen die
hij heeft gemaakt, neemt hij
met een glaasje gemeentepils
vast een voorschot op Frankrijk.
„Heerlijk om die cursus te ge
ven", zegt hij, „ik geniet zelf
van het plezier dat de mensen
hebben. Voordat ze eraan be
ginnen, is er altijd even die
drempelvrees. Kijk, de mensen
doen tegenwoordig nog maar
weinig met hun handen. Ze zit
ten aan hun buro achter de
computer, maar tijdens zo'n
cursus worden ze opeens ge
confronteerd met een wit doek.
Dat is een beetje eng. Ze den
ken: dat kan ik niet! Maar als ze
eenmaal echt zijn begonnen,
houden ze niet meer op."
„Schilderen is constant be
slissingen nemen. Waar zet ik
die lijn, wat wil ik op mijn doek,
hoe is de vlakverdeling? Het is
eigenlijk waanzinnig ingewik
keld. Dat schrikt de mensen af.
Ze denken: straks zet ik mijn ei
gen lulligheid op het doek.
Maar als ze dan eenmaal op
weg zijn, gaan ze door en staan
ze naderhand verbaasd over
hun eigen kunnen. Schilderen
is erg direct. Er gebeurt iets, je
ziet iets ontstaan. En het is he
lemaal van jezelf."
„Het is in de eerste plaats na
tuurlijk de bedoeling dat de
mensen het naar hun zin heb
ben in een omgeving waar ont
zettend veel te zien is. Ik laat de
mensen vrij in wat ze willen
Willem Breddels: schilderen in een klein paradijs.
schilderen, maar geef ze wel
aanwijzingen. Je hebt bij schil
derijen bijvoorbeeld de forma
ten 50-70 en 40-50! Ik knip dan
lijstjes van die formaten en Iaat
de mensen door die lijstjes naar
de omgeving kijken, zoals de
fotograaf door zijn zoeker kijkt
naar het object dat hij wil foto
graferen. Net zo lang tot ze een
beeld hebben gevonden waar
van ze zeggen: ja, dat is aardig
om te schilderen. Het is een
trucje dat kan helpen. En zo
zijn er meer."
„Ik had vorig jaar een cursist
die zeer ingespannen bezig
was. Hij begon veel te ingewik
keld. Ik heb hem dat zelf laten
ontdekken en hem toen de raad
gegeven iets eenvoudigs te ne
men. Dat lukte wel. En al snel
was hij zo onder de indruk van
zijn eigen mogelijkheden dat hij
in na time een heel aardige ab
stracte vogel schilderde Echt
mooi En iedereen natuurlijk
geintjes maken, in het I>eids.
'En Bob, hoe staat het met je
koekoeroe?"'
FOTO HENK BOUWMAN
„Wat me opvalt, is dat er
waanzinnig hard wordt ge
werkt. De mensen verbazen
zichzelf. En omdat ze allemaal
met dezelfde problemen te
kampen hebben, ontstaat er al
snel saamhorigheid. Een beetje
dat romantische idee van een
schilderskolonie ergens in the
middle of nowhere. Andere din
gen dan de televisie worden in
eens belangrijk. Het geheim
van het avondrood, de bomen
die in de opstekende avond
wind beginnen te fluisteren, het
dak van het huisje, ergens ver
weg, tussen de bomen op de
helling. Met deze cursus doe ik
zelf nieuwe kracht op. Enthou
siasme werkt echt aanstekelijk.
We zitten daar in een prachtig
landhuis. De gezamenlijke
maaltijden zijn copieus en ge
zellig, een bewegend schilderij
van 'één grote, lieve familie,
verenigd in de nacht'. Soms
heb ik wel eens het idee dat Van
Gogh achter een boom naar
ons staat te kijken en denkt: ja,
zo is het goed."